Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Z00673
15-01-1968
Actoren
Verslag met bijlage(n)
Samenvatting
Luxemburgs verslag Ministerieel Benelux overleg inzake samenwerking VK.
Het verschil tussen het Belgische en het Nederlandse document, welke de basis vormen van de discussie, is fundamenteel. Het Belgische document legt het accent op de samenwerking in het kader van de EEG en het Nederlandse document focust op samenwerking tussen het VK en de Vijf. Luxemburg en België hebben beide duidelijk voor ogen dat Frankrijk niet tegen het hoofd gestoten moet worden. Nederland denkt hier anders over en wil een gebaar maken naar het VK. Luxemburg wijst erop dat de Benelux zijn rol als mediator dreigt te verliezen. Luxemburg heeft een voorkeur voor uitbreiding maar dit veronderstelt dat de Gemeenschap overleeft en zich verder ontwikkelt. Men moet blijven proberen de Gemeenschap in werking te houden.In het vervolg van de discussie zorgde de verzoenende houding van Luxemburg en België tegenover de verharde positie van Luns en Koster er uiteindelijk voor dat men overeenstemming bereikte over zes punten: 1) de uitbreiding en verdere ontwikkeling van de EG dient te worden bevorderd, 2) er dienen geen beslissingen genomen te worden die tegen de verdragen ingaan, 3) er dienen op nader aan te geven wijze contacten te worden gelegd met de kandidaatleden ten einde toetreding te bevorderen, 4) onderwerpen die onder de verdragen vallen zullen binnen de gemeenschappen worden behandeld, terwijl t.a.v. onderwerpen die daar niet onder vallen specifieke acties kunnen worden ondernomen met alle Europese landen die daarvoor belangstelling hebben, 5) op buitenlands politiek terrein bestaat reeds een samenwerking tussen de drie Benelux-landen. Deze zal verder worden verdiept en aan andere belangstellende landen worden aangeboden.
6) De noodzakelijke contacten zullen behouden blijven zodat de best mogelijke consultatie binnen Europa mogelijk blijft.