Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
Luxemburgs Verslag zitting WEU ministerraad van 29/30 januari 1968.
Harmel zette de kern van het Benelux-memorandum uiteen. Brandt gaf aan dat hij de doelstellingen hiervan onderschreef. De bondsregering wil echter bij Frankrijk nagaan of het niet mogelijk is om de economiëen van de zes en het VK geleidelijk naar elkaar toe te buigen. Ook wilde hij mogelijkheden voor samenwerking onderzoeken, waarvoor technologie en wellicht Britse toetreding tot Euratom zou kunnen dienen. De verklaring van Luns is kort: 1) hoe kunnen omstandigheden worden geschapen opdat t.z.t. de toetreding zo snel mogelijk kan worden verwezenlijkt, 2) op welke wijze kan met het VK worden samengewerkt op terreinen die niet uitdrukkelijk door het verdrag zijn genoemd. Nadat andere lidstaten hun standpunt uiteen hadden gezet concludeerde Brandt dat de Benelux landen kunnen gaan onderzoeken of samenwerking ten aanzien van economische zaken op expert-niveau mogelijk is. In een volgend stadium kan op techniek en wetenschap geconcentreerd worden. Italië, België en Nederland gaan akkoord. Luxemburg is voorstander van iedere uitbreiding van samenwerking.
Zie ook