Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Z00802
24-10-1980
Samenvatting
Nota inzake het Nederlandse Voorzitterschap.
De nota begint met een algemene uiteenzetting van de taak en rol van het voorzitterschap: organiseren, initiëren en bemiddelen. De mogelijkheden van het voorzitterschap om de specifieke belangen van het voorzittende land te bevorderen moeten niet overschat worden. De economische recessie die in het algemeen heerst, zal in hoofdzaak de taak van het voorzitterschap bepalen. Deze zal de nodige voorrang verlenen aan Gemeenschapsinspanningen die kunnen bijdragen aan bestrijding van de economische crisis. De overheersende zorg bestaat in de aanpak van het vraagstuk van de naderende uitputting van de Eigen Middelen van de Gemeenschap en van de voorziene herstructurering der begroting.
Na het algemene deel van de nota volgt er een opsomming van domeinen waarin kort de communautaire stand van zaken wordt aangeduid. Op deze terreinen en andere zal het voorzitterschap zich inzetten teneinde optimale voortgang der dossiers te bereiken waarbij een communautaire opstelling in het voornemen ligt. De nota onderscheidt intern beleid, waaronder mededinging en industrie, transport, staal, coördinatie economisch beleid, regionaal beleid, sociale vraagstukken, interne markt, landbouw & visserij, EMS/EMF, energiebeleid en volksgezondheid. Daarnaast is er een deel gewijd aan 'extern beleid' hieronder vallen de toetredingsonderhandelingen, preferentiële partners, Lomé II, relaties met geindustrialiseerde landen, staatshandellanden (Comecon), Euratom, milieubeleid en ontwikkelingssamenwerking.
Zie ook