Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
3 a. Conclusies van de coördinatiecommissie dd. 7 december 1982.
Hoewel het niet omstreden is, betekent de bereidheid om tot een restrictiever handelsbeleid te komen met Japan volgens Van Eekelen wel een wijziging van het Nederlandse standpunt. Andere bewindslieden nuanceren dit. De EG lijkt als geheel aan kracht in te boeten in de onderhandelingen, nu de lidstaten afzonderlijk maatregelen treffen. Lubbers benadrukt dat de EG alleen geloofwaardig kan functioneren als de handelspolitieke onderhandelingen met derde landen zoveel mogelijk door de EC worden gevoerd. Ruding wijst op de begrotingsraad van 15 december a.s. Ruding is tegen het doen van extra concessies ten behoeve van goedkeuring van de begroting door het Europese Parlement. Van Eekelen pleit ervoor de kwestie pragmatischer de benaderen aangezien er geen nadelige gevolgen hoeven te zijn voor de Nederlandse schatkist. Volgens Ruding hoeft dit echter niet te betekenen dat de positie van de lidstaten niet verder afbrokkelt. In de begrotingsraad mogen geen verdere concessies worden gedaan dan eerder afgesproken. De raad besluit dat in de Budgetraad niet zal worden afgeweken van het standpunt dat in de ministerraad van 19 november is overeen gekomen.
Zie ook