Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
3 b. Conclusies van de coördinatiecommissie dd. 19 november 1984.
Braks is teleurgesteld over de manier waarop Nederland zich heeft gepositioneerd ten aanzien de lange overgangsfasen via surveillance en de contrefiletprocedure inzake de Spaanse en Portugeese toetreding. Van den Broek laat weten dat de door L&V gewenste controlemaatregelen in feite echter wel zijn gehonoreerd. Hij is zeer bezorgd dat de toetreding van Spanje en Portugal niet op korte termijn definitief zal kunnen worden afgerond. Hij heeft overleg gevoerd met het voorzitterschap om nog voor de ER te komen tot nieuwe voorstellen. Braks en Van den Broek spreken af nog nader te spreken over het Nederlandse standpunt ten aanzien van de surveillance in de groente- en fruitsector. Volgens Van Eekelen moet voorkomen worden dat Portugal voor de eigen middelen van de EG netto-betalingen moet verrichten.
Brinkman vindt dat de EG de problematiek inzake drugs niet zou moeten behandelen. Nederland moet hierin zelfs een afwijzend standpunt innemen. Van Eekelen volgt inzake liever het meer gematigde standpunt van de CoCo.