Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
2 d. Conclusies van de coördinatiecommissie dd. 3 juni 1985.
Het standpunt van Buitenlandse Zaken om de bondsrepubliek Duitsland te dwingen om door middel van een stemming een keuze te maken tussen het inroepen van het vitaal belang of het alsnog accepteren van de voorstellen over de vaststelling van de graanprijs baart De Koning (minister van Landbouw a.i) zorgen. Geconcludeerd wordt dat de minister van Landbouw zal bezien of er tijdens de volgende Landbouwraad gestemd moet worden of dat de vaststelling van de graanprijzen beter kan worden aangehouden tot de ER in Milaan. Vervolgens bespreekt de raad de ontwerp-richtlijn voor productaansprakelijkheid. VNO en NCW zijn teleurgesteld over het tekort aan harmonisatie. Nederland heeft, tegen de afspraken met de werkgevers in, hiertegen geen voorbehoud gemaakt. Alles afwegend is het volgens Korthals Altes toch verstandig om toch akkoord te gaan met de richltijn. De raad besluit aldus. Mocht echter als gevolg van wijzigingen die door andere lidstaten worden voorgesteld de besluitvorming op 1 juli 1985 nog niet zijn afgerond, dan zal Nederland de voorbereiding van ene eigen regeling hervatten.