Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
3 b. Conclusies van de coƶrdinatiecommissie dd. 19 november 1985.
De ministerraad bespreekt de aankomende bijeenkomst van de intergouvernementele conferentie. Van Eekelen wijst erop dat het Nederlandse doel bij de IGC hoofdzakelijk de besluitvorming van de EG betreft, gekoppeld aan een verwezenlijking van de interne markt eind 1992 en een zekere positieverbetering van het Europese Parlement. Hij erkent dat er in het verdrag meer artikelen staan waar meerderheidsbesluitvorming gewenst is, Nederland heeft zich op de meest belangrijke gericht. De uitbreiding van de bevoegdheden van het EP betekent inderdaad een verlenging van de procedure, maar dit moet worden afgewogen tegen het democratisch belang. Lubbers is voorstander van het afsluiten van de IGC in Luxemburg. Ruding dringt erop aan dat er geen teksten worden geaccordeerd inzake de Europese monetaire samenwerking die niet met hem zijn besproken. Besloten wordt dat tussen Financiƫn en Buitenlandse Zaken overleg zal worden gevoerd voor 29 november a.s. over een concept-verdragstekst inzake. Korthals Altes en Buitenlandse Zaken zullen tijdig voor 29 november overleggen over de interpretatieve verklaring ten aanzien van de vervaltermijn van 1992 voor de realisering van de interne markt.