Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Z01170
05-04-1976
Samenvatting
Verslag van de Raad van Ministers der Europese Gemeenschappen, op 5 en 6 april.
Het debat wordt gewijd aan een algemene beoordeling van de begrotingvraagstukken in het kader van het algemene beleid van de Gemeenschap. Van der Stoel stelde dat het onbevredigend is dat de besluitvorming m.b.t. de begroting geïsoleerd plaatsvindt t.o.v. de besluitvorming inzake de inhoud van het beleid. Gestreefd moet worden naar een raam van globale prioriteiten opdat de andere Raden hieraan invulling kunnen geven. Volgens Nederland zouden acties moeten worden gericht op het bestrijden van economische en sociale moeilijkheden. Duisenberg wees op de wens tot een parallelisme te komen bij de voorbereiding van de nationale en de communautaire begroting.Thorn deed een beroep op de Raad om de verschillende uitgavenhoofdstukken te bepraten en te trachten gemeenschappelijke orientaties uit te werken. Hoewel dit moeizaam lijkt te gaan, concludeert men uiteindelijk dat een groot deel van de inhoud van het voorstel van de voorzitter aanvaardbaar zou kunnen zijn. Coreper krijgt de opdracht op basis van de discussie de oriëntaties verder uit te werken.
Vervolgens sprak de Raad nog over andere onderwerpen waaronder CIES, Middellandse Zee, Spanje, Portugal, verkiezingen EP en rapport Tindemans.