Overzicht bedragen per jaar

 
English | Nederlands

Chronologisch overzicht van bedragen per jaar

Alle bedragen per jaar van de post worden getoond.

beginjaar eindjaar

In het overzicht van posten kunt u naar specifieke posten zoeken. Door op het bronnummer te klikken krijgt u gedetailleerde informatie over de bron.

Er zijn in totaal 171039 bedragen gevonden.

Regio Post Jaar Bron Noot
Overijssel brandewijn en gebrande wateren 1780
112.761
302 De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen en Swol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derselver stadsaccijsen en de heer graaf van Rechteren, als heer van Almelo,en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl, voor derselver particuliere accijsen, ingevolge van de resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1734 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738, 4 junij en 23 julij 1779 daar in trekken
Overijssel brandewijn en gebrande wateren 1781
112.761
302 De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen en Swol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derselver stadsaccijsen en de heer graaf van Rechteren, als heer van Almelo,en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl, voor derselver particuliere accijsen, ingevolge van de resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1734 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738, 4 junij en 23 julij 1779 daar in trekken
Overijssel brandewijn en gebrande wateren 1782
113.933
302 De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen en Swol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derselver stadsaccijsen en de heer graaf van Rechteren, als heer van Almelo,en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl, voor derselver particuliere accijsen, ingevolge van de resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730 en 10 november 1738 daar in trekken
Overijssel brandewijn en gebrande wateren 1784
114.945
302 De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen en Swol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derselver stadsaccijsen en de heer graaf van Rechteren, als heer van Almelo,en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl, voor derselver particuliere accijsen, ingevolge van de resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730 en 10 november 1738 daar in trekken
Overijssel brandewijn en gebrande wateren 1785
115.562
302 De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen en Swol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derselver stadsaccijsen en de heer graaf van Rechteren, als heer van Almelo,en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl, voor derselver particuliere accijsen, ingevolge van de resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730 en 10 november 1738 daar in trekken
Overijssel brandewijn en gebrande wateren 1786
116.606
302 De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen en Swol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derselver stadsaccijsen en de heer graaf van Rechteren, als heer van Almelo,en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl, voor derselver particuliere accijsen, ingevolge van de resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730 en 10 november 1738 daar in trekken
Overijssel brandewijn en gebrande wateren 1787
116.606
302 De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen en Swol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derselver stadsaccijsen en de heer graaf van Rechteren, als heer van Almelo,en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl, voor derselver particuliere accijsen, ingevolge van de resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730 en 10 november 1738 daar in trekken
Overijssel brandewijn en gebrande wateren 1788
124.842
302 De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen en Swol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derselver stadsaccijsen en de heer graaf van Rechteren, als heer van Almelo,en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl, voor derselver particuliere accijsen, ingevolge van de resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730 en 10 november 1738 daar in trekken
Overijssel brandewijn en gebrande wateren 1789
126.319
302 De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen en Swol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derselver stadsaccijsen en de heer graaf van Rechteren, als heer van Almelo,en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl, voor derselver particuliere accijsen, ingevolge van de resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730 en 10 november 1738 daar in trekken
Overijssel brandewijn en gebrande wateren 1790
126.319
302 De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen en Swol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derselver stadsaccijsen en de heer graaf van Rechteren, als heer van Almelo,en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl, voor derselver particuliere accijsen, ingevolge van de resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730 en 10 november 1738 daar in trekken
Overijssel brandewijn en gebrande wateren 1791
114.487
302 De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van de insate en hogelgelden en van hetgeen de steden Deventer, Campen en Swol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derselver stadsaccijsen en de heer graaf vanRechtere, als heer van Almelo, en de burgemeesteren en directeuren vande fortresse Blokzijl, voor derselver particuliere accijsen, ingevolge van de resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heeren gedeputeerden van den 27 februarij 1730en 10 november 1738 daar in trekken
Overijssel brandewijn en gebrande wateren 1792
115.237
302 De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van het geen de steden Deventer, Campen, Zwolle, Hasselt, Steenwijck, Vollenhove en Endscheide voor derzelver stadsaccijs en de heer graaf van Rechteren als heer van Almelo en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl voor derzelver particuliere accijsen, ingevolge resolutie van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731, 14 april 1733, en van de heren gedeputeerden van den 27 februari 1730 en 10 november 1738 daar in trekken
Overijssel brandewijn en gebrande wateren 1794
118.097
302 De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van het geen de steden Deventer, Campen, Zwolle, Hasselt, Steenwijck, Vollenhove en Endscheide voor derzelver stadsaccijs en de heer graaf van Rechteren als heer van Almelo en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl voor derzelver particuliere accijsen, ingevolge resolutie van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731, 15 april 1790, en van den 22 november 1791,en van ordinaris gedeputeerden van den 27 februari 1730, den 10 november 1738 en van 23 meij 1793 daar in trekken
Overijssel brandewijn en gebrande wateren 1795
117.909
302 De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van het geen de steden Deventer, Campen, Zwolle, Hasselt, Steenwijck, Vollenhove en Endscheide voor derzelver stadsaccijs en de heer graaf van Rechteren als heer van Almelo en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl voor derzelver particuliere accijsen, ingevolge resolutie van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731, 15 april 1790, en van den 22 november 1791,en van ordinaris gedeputeerden van den 27 februari 1730, den 10 november 1738 en van 23 meij 1793 daar in trekken
Overijssel ruiterij 1667
43.625
302 De soldien voor drie compagnien te peerde in den ordinaris staat van oorloge gestelt bedragen tegen 145 peerden 46207-5-4; hier tegens betelt 43625-0-8; alsoe te kort betaelt 2582-4-12; welck kort van betalinge kompt ter oorsaeke van het overblijven van de luijtenant van de collonel Haersolte tot 1565-19-:. Den 100e penning zedert den 12 februarij 1667 633-:-: [in de voormarge:] dat den 100e penning voor versterkingen hijr in is begrepen. De appoinctez zedert den 17 junij 382-11-12
Overijssel ruiterij 1663
45.001
302 De soldijen van 3 compagnien ruijteren t'samen ten getalle van 140 ruijteren bedragen in dese jaere 44.348 ende is aen deselve betaelt 45.001, is overbetaelt 653
Overijssel ruiterij 1676
68.166
302 De drie compagnien te peerde 68.855, betalinge 68166
Overijssel ruiterij 1702
57.175
302 Drie oude [ook in 1703 nog aldus] compagnien te peerde bedragen in hetjaar
Overijssel ruiterij 1705
55.840
302 Drie compagnien te peerde van de ordinaris staat van oorlog, afgetrokken de gedane kortinge bedragen in het jaar
Overijssel ruiterij 1662
45.729
302 De soldijen van 3 compagnien ruiteren tsamen ten getale van 140 ruiteren, bedragen in desen jaer 44991, ende is aen deselve betaelt 45729, is overbetaalt 738
Overijssel ruiterij 1685
45.051
302 Drie compagnien te peerde
Overijssel ruiterij 1689
16.519
302 De compagnije te peerde van de kollonel Bentick, zedrt den 25 meert tot den laatsten december 1689 bedraagt
Overijssel ruiterij 1709
64.815
302 Drie compagnien te peerde van de ordinaris staat van oorlog
Overijssel ruiterij 1717
36.265
302 De soldie van drie compagnien te paerde van het regiment van [ook 1725!] de lieutenant generaal van Vittinghoff over het gehele jaar ----[lopende jaar]
Overijssel ruiterij 1723
36.266
302 De soldie van drie compagnien te paerde van het regiment van [ook 1725!] de lieutenant generaal van Vittinghoff over het gehele jaar ----
Overijssel ruiterij 1716
36.365
302 De soldie van drie compagnien te paerde van het regimentbedraaght over het gehele jaar ----
Overijssel ruiterij 1665
43.675
302 De soldien van de drie compagnien ruiteren, tesamen ten getale van 140 peerden, bedragende ter maand van 42 dagen 3695-12-6 ende in 't jaar44348, daarop betaalt 43675; alsoe te kort betaelt 673; welck kort van betalinge daaruit spruit, dat de tractementen van de compagnie van major Haarsolte, ende vanden cornet van de collonel Bentinck, voor 2 maanden en 29 dagen respcetive vervallen den 21 october, 2 ende lesten december 1665, zijn afgetrocken
Overijssel ruiterij 1682
63.484
302 De drie compagnien te peerde met de recruten
Overijssel ruiterij 1683
63.484
302 De drie compagnien te peerde
Overijssel ruiterij 1714
31.529
302 Drie compagnien te peerde dewelke in het laaste van het jaar ---- gelicentieert zijn, bedragen
Overijssel ruiterij 1737
45.955
302 De soldijen van de drie compagnien te paerde van het regiment vande collonel Rutger Zwier van Haersolte, over het gehelejaar ---- bedragen volgens de ordinaris staat van oorlog
Overijssel ruiterij 1694
65.935
302 Drie compagnien te paarde, jeder van 76 paarden
Overijssel ruiterij 1695
65.935
302 Drie compagnien te paarde, jeder van 76 paarden
Overijssel ruiterij 1697
64.275
302 Drie compagnien te peerde ijder van 76 peerden tot den 2 december 1697 en de korte maand volgens de reductie
Overijssel ruiterij 1698
44.321
302 Drie compagnien te peerde bedragen
Overijssel ruiterij 1699
42.347
302 Drie compagnien te peerde bedragen
Overijssel ruiterij 1700
41.401
302 Drie compagnien te peerde bedragen
Overijssel ruiterij 1701
51.720
302 Drie oude [ook in 1703 nog aldus] compagnien te peerde bedragen in hetjaar
Overijssel ruiterij 1740
46.451
302 De soldijen van de drie compagnien te paerde van het regiment vande collonel Rutger Zwier van Haersolte, over het gehelejaar ---- bedragen volgens de ordinaris staat van oorlog
Overijssel ruiterij 1721
34.161
302 De soldie van drie compagnien te paerde van het regiment van [ook 1725!] de lieutenant generaal van Vittinghoff over het gehele jaar ----[lopende jaar][in de marge:] afgetrokken hetgene volgens res. van R&S van den 17 juni 1718 voor de naa-interesse gekort wordt
Overijssel ruiterij 1728
63.324
302 De soldijen van de drie compagnien te paerde van het regiment vande collonel Rutger Zwier van Haersolte, over het gehelejaar ---- bedragen volgens de ordinaris en extraordinaris staat van oorlog de somma van 51004-14-2, maer alsoo in den jare 1728 aan het bovegemelde regiment peerden, ingevolge de res. van R&S van den 5 april en 17 jun. 1727 betaalt zijn op het comptoir van Salland de soldien vande maanden van den 11 februari 1724 tot den 31 december 1725 incluis,op het comptoir van Twente van de maanden van den 11 februari 1724 tot den 21 october 1725 incluis, en op Vollenhove van de maanden van den11 februari 1724 tot den 17 januari 1725 incluis, soo komt daer voor alhier een somma van
Overijssel ruiterij 1763
57.698
302 De soldijen van vier compagnien te paard gecommandeerd door de lieutenant generaal C.A.E. Graaf van Rechteren bedragen, na aftrek van vier paarden van ieder compagnie, die ingevolge van Haar Hoog Mogende res.van den 2 maart 1752, ten fine daarbij vermeld, minder mogen worden gehouden, volgens de ordinaris staat van oorlog van ---- [lopende jaar] voor den gehelen jare ---- [lopende jaar]
Overijssel ruiterij 1703
58.975
302 Drie compagnien te peerde bedragen in het jaar
Overijssel ruiterij 1704
59.131
302 Drie compagnien te peerde volgens de ordinaris staat van oorlog van ---- zijnde een schrikkeljaar, bedragen in het jaar
Overijssel ruiterij 1706
58.795
302 Drie compagnien te peerde van de ordinaris staat van oorlog, afgetrokken de gedane kortinge bedragen in het jaar
Overijssel ruiterij 1707
63.573
302 Drie compagnien te peerde van de ordinaris staat van oorlog, afgetrokken de gedane kortinge bedragen in het jaar
Overijssel ruiterij 1783
60.996
302 De soldijen van vier compagnien te paard gecommandeerd door de generaal major G.W. van der Hoop, bedragen na aftrek van vier peerden van ieder compagnie, die ingevolge van Haar Hoog Mogende Resolutie van den 2 maart 1752, ten fine daarbij vermeld, minder mogen worden gehouden, volgens de ordinaris staat van oorlog van ---- [lopende jaar] voor den gehelen jare ---- [lopende jaar]
Overijssel ruiterij 1753
58.708
302 De soldijen van vier compagnien te paard gecommandeerd door de [t/m1765]generaalmajor C.A.E.GraafvanRechteren bedragen, na aftrek van vier paarden van ieder compagnie, die ingevolge van Haar Hoog Mogende res.van den 2 maart 1752, ten fine daarbij vermeld, minder mogen worden gehouden, volgens de ordinaris staat van oorlog van ---- [lopende jaar] voor den gehelen jare ---- [lopende jaar]
Overijssel ruiterij 1708
64.842
302 Drie compagnien te peerde van de ordinaris staat van oorlog, afgetrokken de gedane kortinge, bedragen met de eene dag van het schrikkeljaar, in het jaar
Overijssel ruiterij 1710
64.274
302 Drie compagnien te peerde van de ordinaris staat van oorlog, afgetrokken de kortingen