Overzicht bedragen per jaar

 
English | Nederlands

Chronologisch overzicht van bedragen per jaar

Alle bedragen per jaar van de post Totaal tekort inkomsten op uitgaven in Drenthe worden getoond.

beginjaar eindjaar

In het overzicht van posten kunt u naar specifieke posten zoeken. Door op het bronnummer te klikken krijgt u gedetailleerde informatie over de bron.

Er zijn in totaal 47 bedragen gevonden.

Regio Jaar Bron Noot
Drenthe 1614
4.422
303  
Drenthe 1619
7.620
303  
Drenthe 1620
1.503
303  
Drenthe 1623
2.060
303  
Drenthe 1643
11.773
303  
Drenthe 1646
11.919
303  
Drenthe 1648
1.036
303  
Drenthe 1650
2.135
303 f.16249-12-9 daarbij gedaen f.11670-19-5 die den rendant bij sijne naestvoorgaande rekeninge over den jare 1648 aen de landschap is schuldig gebleven, ende bevonden, dat den rendant van dese ende de voorgaandereckeningen aen de landschap schuldich blijft de somme van f.27920-11-14, maar alsoo bij het slott van de voorseijde laest voorgaende reckeninge is geresolveert dat men de rendant sall ontlasten van de restanten, waarmede reckeninge was beswaert, mits dat daarbij oock ordre gestelt is op de inninge ende executie van deselve, ende dan bij de opstellinge folio proxime antecedenti 63 recto et verso, et folio hoc 64 recto geblijcket, dat de gemelte restanten, soo well die int Kalverboeck gebracht, als dan vereeckent zijn, ende die noch sullen ingevordert worden, bedragen ter somma van f.30.055-3-10, so is eijndelijck in slottvan reeckeninge bevonden, dat de landschap aen den rendant schuldich blijft f.2134-11-11, dus alhier schulde van de landschap aen de rendant [In de marge:] Den rendant wort gelastet, op alle rechtdagen nevens overgevinge van van sijn staet, anmaeninge te doen, dat de restanten ingevordert ende ten cantor gebracht mogen worden.
Drenthe 1651
19.233
303  
Drenthe 1652
18.171
303  
Drenthe 1653
10.472
303  
Drenthe 1654
4.114
303 f.3814-7-9, daarbij geaddeert f.300, f.4114-7-9
Drenthe 1655
14.075
303 f.13474-18-10, daarbij geaddeert f.600, [in de marge:] den rendant toegelecht ten cause van verschot van penningen ten behoeve van de landschap gedaen] --- f.14074-18-10
Drenthe 1656
14.616
303 f.14015-16-7, daarbij gedaen f.600 die den rendant ten aensien van sijn verschot sijn toegelecht, is eijndelijck in slot van reekeninge bevonden, dat de landschap aen de rendant alsnoch schuldig blijft f.15.615-16-7
Drenthe 1658
15.621
303 f.15020-14-11, daarbij gedaen f.600 die den rendant ten aensien van sijn verschot sijn toegelecht, is eijndelijck in slot van reekeninge bevonden, dat de landschap aen de rendant alsnoch schuldig blijft f.15.620-14-11
Drenthe 1659
15.069
303 f.14469-8-13, daarbij gedaen f.600 die den rendant ten aensien van sijn verschot sijn toegelecht, is eijndelijck in slot van reekeninge bevonden, dat de landschap aen de rendant alsnoch schuldig blijft f.15.069-8-13
Drenthe 1660
6.939
303 f.6338-13-3, daarbij gedaen f.600 die den rendant ten aensien van sijn verschoot, en om andere insichten, tot een recognitie sijn toegelecht. Blijft de landschap aen de rendant in alles noch schuldich de sommevan f.6938-13-3
Drenthe 1661
6.914
303 f.6313-13-1, daarbij gedaen f.600 die den rendant ten aensien van sijn verschoot, en om andere insichten, tot een recognitie sijn toegelecht. Blijft de landschap aen de rendant in alles noch schuldich de sommevan f.6913-13-1
Drenthe 1662
13.300
303 f.12700, daarbij gevoegd de somme van f.600 die de redant vanwege hetverschott, ende om andere insichten tot en worden toegelecht, soo is eijndelijck bevonden, dat de landschap aen den rendant achuldich blijft de somme van f.13300 --- Ende voor soo veel het voorstell ende versoeck van den redant aengaat, belangende eenige pretenties van een mercklicken achterstall, waervan de rendant de declaraties voor desen op de landsdach heeft overgegeven, is geresolveert, dat men deselve declaratien naeder sall naesien, ende ten naesten landsdach daervan rapport doen, volgens de commissie ende resolutoe daerop voor desen hiernae genomen.
Drenthe 1663
9.377
303 Ende alsoo op den jongstleden landsdach den 24 februari laestleden deheeren drost ende gedeputeerden mitsgaders gecommitteerden van de heeren ridderschap ende eijgenerfden waren gecommitteerd omme nae te sienende te examineren soodanige opstellinge en reekeninge, als den rendant all te vooren op een anderen landsdach hadde overgegeven, van een mercklick achterstall, soo hem van de landschap soude competeren, van capitalen ende interessen, oock daerom en staet ende slott te maeken opapprobatie van de heeren ridderschap ende eijgenerfden ten naesten ordinarissen landsdach, ende dan int besoigneren bevonden is, dat de opgestelde posten meerendeels vele verscheijdenen personen sijn rakende, tot welckers last deselve hebben gestaen, die alhijr niet praesent sijn, unde ook soo ijlich niet is connen ontboden worden, ende evenwel daerover nootwendich dienen gesprocken, sulx dat dese vergaederinge sichdaermede niet soo langhe wil en heeft connen ophouden, tot groote costen vant landt. Soo is geraden gevonden te committeren den here Johan de Sigers ther Borch, mede gedeputeerde, ende den landscharijven Schickhart, indien hij daertoe can vaceren, de secretarissen Struuck, en Sichterman, om ter eerster gelegene tijt de voorgenoemde opstellinge ende rekeninge van den rendant, met de stucken daernevens gevoegd, bij der handt te nemen, ende tegens de voorgaende reekeningen van den rendant, die hietoe connen dienen, te confereren ende na te sien, ook de personen, dewelcke de opgestelde posten concerneren, tegens denselven tijt te verschrijven, ende de gelegentheit van alles te ondersoecken, daervan schriftelicken notulen te houden, ende te voorseijde eersten ordinarissen landsdach pertinent rapport te doen.
Drenthe 1664
10.171
303 [Na het bedrag] Voorts is gelesen sekere memorie bij den rendant ingedient, waer bij deselve versoeckt betalinge ende hem in dese rekeningemuchte valideren sine opstellinge van een mercklivk agterstal. soo hem van de landschap soude competeren, ende waervan hij menichmaal soo op landsdaghen als vorige rkendagen instantien gedaen hadde, ende daerop gehoort het rapport van de heren gecommitteerden op den rekendagh van 18 junij 1663 tot examinatie van voorseijde opstellinge en rekeningegelastet, ende daer uit verstaende, dat de commissie na behooren tot tot noch toe niet was vullentrocken. Soo is goetgevonden alsnoch te committeren de heren Johan de Sichers ther Borch ende Roedolph van Selbacede gedeputeerde, voorts den advocaat Jan Nising, secretaris Struuck en landschrijver Sichterman, om ter eersten gelegener tijt de voorseijde opstellinge en reckeninge pertinent natesien, de personen, dewelckede opgestelde posten concerneren, tegens desselven tijt te verschinenende de gelegentheijt van alles te ondersoecken, daervan schriftelicks notulen te maeken, ende ten naesten landsdach rapporte te doen, alles in conformite van de resolutie voorseijden rekendagh den 18 junij 1663 genomen.
Drenthe 1665
23.698
303 f.23098-8-1, daer bij gedaen f.600, die den rendant van wegen het verschott en om andere consideratien ende tot een recognitie worden toegekent, soo is eindelijk bevonden dat de landschap an den rendant schuldigh blijct eene summe van f.23698-8-1, dus alhijr schulde van de lantschap over dese en voorgaende rekeninge an den rendant
Drenthe 1668
2.483
303  
Drenthe 1669
1.342
303  
Drenthe 1672
2.632
303  
Drenthe 1674
163
303  
Drenthe 1675
839
303  
Drenthe 1676
340
303  
Drenthe 1679
4.995
303  
Drenthe 1680
2.864
303  
Drenthe 1681
3.500
303  
Drenthe 1685
1.484
303  
Drenthe 1692
1.219
303  
Drenthe 1693
547
303  
Drenthe 1694
3.610
303  
Drenthe 1695
4.689
303  
Drenthe 1696
1.817
303  
Drenthe 1701
453
303  
Drenthe 1702
47
303  
Drenthe 1703
2.868
303  
Drenthe 1704
2.911
303  
Drenthe 1706
104
303  
Drenthe 1709
2.746
303  
Drenthe 1725
303 [In deze laatste rekening van Hendrik Jan Ellents staat:] De rendant waar bij slot van zijne voorgaande rekeninge an de landschap schuldig gebleven dezelfde [zie 05 0001] summa van f.72571 gelijk aldaar folio 69 verso te zien. Invoegen alhijr bij slot van rekeninge is bevonde dat de rendant gedurende zijne administratie an de landschap heeft voldaan
Drenthe 1738
13.521
303  
Drenthe 1739
4.312
303 [Zie 1739 09 0001:][Rekening houdende met de extra uitgaven die zoon W.C. Carsten genoodzaakt was te doen na het overlijden van zijn vader Jan Carsten, eindigt de totale afrekening op een tekort van de inkomstebn op de uitgaven. Was er bij 09 f.1300 over, geld dat de ontvanger aan de landschap schuldig was, nu is er door de uitgaven van f.5612 eentekort van f.4312.]
Drenthe 1740
5.811
303