Overzicht bedragen per jaar

 
English | Nederlands

Chronologisch overzicht van bedragen per jaar

Alle bedragen per jaar van de post Deficierende quitantien in Drenthe worden getoond.

beginjaar eindjaar

In het overzicht van posten kunt u naar specifieke posten zoeken. Door op het bronnummer te klikken krijgt u gedetailleerde informatie over de bron.

Er zijn in totaal 6 bedragen gevonden.

Regio Jaar Bron Noot
Drenthe 1642
23.675
303 f.7659. Daeraen nochtans staet te corten, t'gene op den naestcomendenlandesdach goedtgevonden sal worden des rendants weduwe ende erfgenamen toe te leggen wegen de melioraties ende schuin hiervoorn folio 14 verso opgestelt ende aen den landsdach geremitteert. [Aldaar:] Den rendant heeft geduijrende sijn verblijf alhijr binnen Assen verscheijdene melioratien gedaen aen landerijen die hij int gebruijck heeft gehadt, als oock die hij euijt wild, woest landt ende veenen aengebroocken gehadt ende tot culture gebracht, hebbende daervan alsmede van de timmeringe van de schuijre, den 14 augusti 1641 declaratie aan de heeren drost ende gedeputeerden der landschap Drenthe geexhibeert, dewelcke deselve op dese rekendach geremitteert hebben, bedragende de voorseijde declaratie ter summe van f.3155-10 volgens de voorseijde declaratie hijrbij overgelecht [In de marge:] wort geremitteert tot den naetstcomendenlandsdach, waer de saecken ten favore --- sal worden gerecommandeert]Behalven de voorgemelde schulde, blijven de voorseijde weduwe ende erfgenamen van den rendant saeliger ofte desselfs borgen schuldich, den landschap te bevrijen van dese naevolgende posten, die den rendant saliger in zijne voorgaende rekeninge voo uijtgave zijn gevalideert, endenoch onbetaelt staen. [Posten met een waarde van f.9675] Daerentbovensijn genegotieert tot last van den rendant saliger ende daeruit te betalen verscheijdene posten, die tot sijne last stonden, ende nootwendich voldaen moesten worden, die hem in reckeninge oock al sijn goetgedaen, waervan de weduwe ende erfgenamen ofte borgen verplicht blijven delandschap te vrijen mette interessen van dien, van jufferen Maria ende Leonora de l'Espierre f.8000, waervan nochtans tot last van Vrouw Elema comen f.2000, blijvende alhier f.6000. Van andere verscheijden personen f.8000, doende tsamen f.14.000
Drenthe 1718
770
304 [Tekst vergelijkbaar met latere jaren] deficierende quitantien f. 4671-14-15, ingelevert, - f.79 - f.105 = f.4487: rendant meerder ontfangendan uitgegeven: f.875-7-10, + f.105, = f.770-7-10 schuld aan de landschap]
Drenthe 1719
2.193
304 Wordende de advocat Q. Beeltsnijder geauthoriseert en gelastom het slot deser rekeninge te augmenteren met de deficierende quitantien ter summa van f12457-18-12, edogh door de ingeleverdequitantien staande rekendagh met de f.1023-7-10, blijvende alzo de deficierende quitantien f.11.434-9-1, so wanneer deselve binnen drie maanden aan handen van de advocaat Beeltsnijder gequiteert worden ingelevert, sullende deselve buiten nadere kennisse en authorisatie van de heeren drost en gedeputeerden na verloop van drie maanden geen quitantien mogen inleggen onf eenig slot van rekeninge maken. Aldus gedaan, gerekent en gesloten ten overstaen van de heeren drost en gedeputeerden mitsgaders gecommitteerden van de heeren ridderschap en eijgenerfden opden rekendagh gehouden tot Assen den 12 december 1719, Ter ordonnantie van welte heeren als hiertoe speciaal geauthoriseert, Q. Beeltsnijder. De deficierende quitantien deser rekeninghe ter summa van f.11.434-9-1 sijn ingelevert, en ieder op sin plaatse bij de acquiten gelegt, uitgesondert de summa van f. 385-6-2 welke summa van de deficierende quitantien moet worden afgetrocken , blijvende also de ingeleverde quitantien f.11.049-3, welke bij de rekeninge gevoegd sijnde, blijkt sig dat de rendant meerder heeft uitgegeven als ontfangen f.2192-12 ---
Drenthe 1720
5.876
304 Wordende de heer gedeputeerde Kymmel met klerk Monter door desen gecommitteert om het slot deser rekeninge te augmenteren met de deficierende quitantien ter summa van f.9925-12-11, mits dat deselve voor de erstkomende ordinarisse landsdagh door den rendant sullen worden ingelevert, edogh ingevalle deselve voor den landsdagh niet mogten worden ingelevert, sal de geauthoriseerde daarvan op de landsdag daarvan aen de heeren ridderschap en eijgenerfden kennisse geven, ten eijnde HEM aldaer sodane dispositie mogen nemen, als over desen sullen komen goed te vinden: aldus gedaen, gerekent en gesloten ten overstaen van de heeren drost en gedeputeerden mitsgaders gecomitteerdens van de heeren ridderschap en eijgenerfdens op den rekendagh gehouden tot Assen den 9 december 1721. Ter ordonnantie van welgemelde heeren, Monter. De deficierende quitantien dezer rekeninge ter somma van f.9925-12-11 zijn ingelevert en ieder op sijn plaetse bij de acquiten gelegt, uitgesondert de somma van f.471-16-2 nog deficierende quitantien, die afgetrocken, so blijven de ingeleverde quitantien de somma van f.9453-16-9. En nademaal hierboven in den rekeninge geblijkt, dat de rendant aen delandschap ten achteren en verschuldigd bleef de somma van f.15329-07-1, waarvan de voorsegde ingeleverde quitantien tot f.9453-16 afgetrocken zijnde blijft de rendant aan welgemelde landschap nogh ten agteren f.5875-10-8,. Aldus salvo errore calculi gedaen volgens nadere authorisatie van de heeren ridderschap en eijgenerfden in dato den 8 november 1721, W. Kijmmel, .. Monter
Drenthe 1721
10.737
304 Wordende de geadjungeerde landschrijver Q. Beeldsnijder door desen gevcommitteert om het slot deser rekeninge te augmenteren met de deficierende quitantien ter summa van f.6689-4-14, mits dat deselve voor de eerstkomende ordinarisse landsdagh door den rendant sullen worden ingelevert, edogh ingevalle deselve voor den landsdagh niet mogten worden ingelevert, sal de geauthoriseerde daarvan op de landsdag daarvan aen de heeren ridderschap en eijgenerfden kennisse geven, ten eijnde HEM aldaer sodane dispositie mogen nemen, als over desen sullen komen goed te vinden: aldus gedaen, gerekent en gesloten ten overstaen van de heeren drost en gedeputeerden mitsgaders gecomitteerdens van de heeren ridderschap en eijgenerfdens op den rekendagh gehouden tot Assen den 9 december 1721. Ter ordonnantie van welgemelde heeren, Q. Beeltsnijder. De deficierende quitantien dezer rekeninge ter somma van f.6689-4-14, sijn ingelevert en ieder op sijn plaetse bij de acquiten gelegt, uitgesondert de somma van f.830-6-12 nog deficierende quitantien, die afgetrocken, so blijven de ingeleverde quitantien de somma van f.5858-18-2. En nademaal hierboven in den rekeninge geblijkt, dat de rendant aen delandschap ten achteren en verschuldigd bleef de somma van f.16595-10-8, waarvan de voorsegde ingeleverde quitantien tot f.5858-18-2 afgetrocken zijnde blijft de rendant aan welgemelde landschap nogh ten agteren f.10736-12-8,. Aldus salvo errore calculi gedaen volgens nadere authorisatie van de heeren ridderschap en eijgenerfden in dato den 17 martij 1722. tot Assen, den 21 novenber 1722, Q. Beeldsnijder.
Drenthe 1741
3.624
304