AA, BOUDEWIJN VAN DER. IX |
Broer van de Leidse boekdrukker Pieter van der Aa, dienend in Oost-Indië in 1709. |
AA, HILLEBRANT VAN DER. IX |
AA, PIETER VAN DER, # IV; IX |
( 1730) Boekhandelaar en aardrijkskundige te Leiden. Van der Aa, Biografisch Woordenboek. |
AANT, N.N. XII |
Schipper uit Middelburg, 1710 aangehouden in Aalborg en gevangen te Kopenhagen. |
AARBERG-VALANGIN, ALBERT JOSEPH, graaf van, heer van Helmond. V |
Afkomstig uit een bastaardtak van de graven van Neuchâtel; verwikkeld in een geschil met de minderjarige Nicolaas, graaf van Aarberg-Valangin, over het bezit van de heerlijkheid Elsloo (Land van Valkenburg); Albert Joseph werd in het bezit van Elsloo bevestigd op 24 februari 1708. HBLS. |
AARBERG-VALANGIN, NICOLAAS, graaf van. V |
Pretendent naar de heerlijkheid Elsloo. |
- weduwe van, zie DAUFËN, ANNA THEODORA, gravin. |
ABADIE, HENRY DE. @ II-V; VIII; X; XI; XIII-XVIII |
( 1724) Hugenoot afkomstig uit Pau; officier in Nederlandse dienst; majoor van het Hollandse regiment infanterie Amelisweerd 1690; luitenant-kolonel 1693; kolonel-commandant van dat regiment 1704; brigadier infanterie 1709; commandant van Trarbach 1710; commandeur van Luxemburg 1714; kolonel als opvolger van Amelisweerd 1715; Ringoir, Hoofdofficieren infanterie. |
ABDEL BENACHE. XIII-XV |
Admiraal van de bey van Marokko. |
ABDI PASHA. IX |
Turks gouverneur van Klein-Azië. |
ABDUL KAHAR, sultan van BANTAM. I |
Later bekend als sultan Hadji. |
ABDULLAH PASHA. X |
Broer van de Turkse grootvizier Numan Pasha; benoemd tot gouverneur van Belgrado 1710. |
ABDULLAH PASHA. II |
Turks gouverneur van Constantinopel. |
ABDURACHMAN PASHA. IX; XI |
Turks gouverneur van Otschakow (Osu, Zwarte Zee). |
ABENSUR, LOUIS. VII |
Oorspronkelijk Joods, met de voornaam Jacob; 1701-04 resident van Augustus II van Saksen/Polen in Hamburg; gedoopt 1706, waarna hij de voornaam Louis aannam; koos partij voor Stanislas Leszczynski; sinds 1708 diens resident, doch niet erkend door senaat van Hamburg; 1715 uit de stad verdreven. Repertorium, I. |
ABES, NANSKE. V |
Hollands schipper, 1706 aangehouden in Porsgrund (Denemarken). |
ABINGDON, graaf van, zie BERTIE. |
ABO, JOHAN NICOLAAS. II; VI |
(1646-1707) Geboren te Aarhus; koopman in noten en stokvis te Amsterdam; burger van die stad 1671; consul van Denemarken aldaar 1683 tot zijn dood. |
ABRAHAM, SALOMON. IV; IX |
Koopman te Frankfurt, provediteur van de Staatse troepen aan de Moezel 1703. Staatsche Leger, VIII, bd.I. |
ACHENBACH, P.H. @ XI |
Secretaris van de Brandenburgs-Pruisische gezant Schmettau te 's-Gravenhage 1707-11; ook optredend als Brandenburgs-Pruisisch zaakgelastigde. Schutte, Buitenlandse Vertegenwoordigers. |
ACHMED III. II; III-XIII |
(1673-1739) Sultan van Turkije 1703-30. Hoefer, Nouvelle Biographie Générale, 1, 446. |
ACHMED PASHA. II; III |
Grootvizier van Turkije 1703, 1704. |
ACKERHIELM, N.N. XII |
Secretaris van de Zweedse senaat te Stockholm. |
ACQUAVIVA D'ARAGONA, FRANCESCO. XIX |
(1665-1725) Italiaans edelman, zoon van de hertog van Atri; geestelijke, titulair aartsbisschop van Larissa; nuntius in Spanje 1700-06 en aanhanger van Philippe V; 1706 kardinaal. DBI. |
ACQUAVIVA D'ARAGONA, GIOVANNI GIROLAMO, hertog van ATRI. XIV |
Italiaans edelman, 15e hertog van Atri, in dienst van Philippe V van Spanje. |
ACQUAVIVA D'ARAGONA, TROIANO. XIV |
(1694-1747) Zoon van de hertog van Atri, geestelijke, in het gevolg van de hertog van Monteleón in Engeland 1712-13. |
ADDISON, JOSEPH. VIII; XIV; XVI; XVIII |
(1672-1719) Engels schrijver en essayist; ondersecretaris van staat 1706-09; 1709-10 secretaris van Thomas, graaf Wharton als lord-lieutenant van Ierland; secretaris van de Regentschapsraad 1714. DNB. |
ADERKAS, CARL JOHANN. II-IV; VI |
( 1708) Holstein-Gottorps officier; kolonel van een regiment infanterie van Holstein-Gottorp in Nederlandse dienst; gesneuveld bij Oudenaarde. Staatsche Leger, VIII, bd.III. |
ADERMAN, FREDERIK ARENTZEN. @ XVII; XVIII |
Agent van de pseudo-landgraaf de Linange te Amsterdam, 1716. |
ADLERFELT, PEHR. XIX |
(1680-1743) Zweeds officier; generaal-majoor van de infanterie; Zweeds gezant te Kopenhagen 1720-25, Friherre 1720. SBL. |
ADOLF, vorst van NASSAU-SIEGEN. VII |
(1680-1722) Vorst sinds 1691, vertegenwoordiger van de protestantse tak van het huis Nassau-Siegen. Wilhelm Hyacinth, vorst van Nassau-Siegen, was de rooms-katholieke vorst. Europäische Stammtafeln, I, T.117. |
ADOLF FRIEDRICH II, hertog van MECKLENBURG-STRELITZ. VII |
(1658-1708) Regerend hertog van Strelitz sinds 1701. Von Isenburg, Stammtafeln, I, T.124. |
ADOLF FRIEDRICH III, hertog van MECKLENBURG-STRELITZ. VII |
(1686-1752) Regerend hertog van Strelitz sinds 1708. |
ADUARD, heer van, zie LEWE, EVERT JOOST VAN. |
AEFFERDEN, JAN CORNELIS VAN. @ VII; XIII; XVI-XVIII |
(1660-1722) Sinds 1689 substituut-momboir van het Hof van Gelre te Roermond; 1702 raadsheer van dat Hof. |
AEFFERDEN, MATTHIAS VAN. VII |
( 5-1-1708) Raadsheer van het Hof van Gelre te Roermond sinds 1697. |
AELSTIUS, REINIER VAN. @ XII |
N.n.g. Vaandrig in het regiment infanterie Keppelfox, dienend in Spanje, 1711. |
AEMILIUS, ROBERTUS. VIII |
Regent van het Statencollege te Leiden,1709, als opvolger van Petrus Hollebeek. |
AERSSEN, CORNELIS VAN, heer van HOOGERHEYDE. @ II; IV; VI-XIV; XVII-XIX |
(1646-1728) Vrijheer van Hoogerheyde en half-Ossendrecht, heer van Meteren, Triangel en Voshol; ontvanger-generaal van Holland. Hora Siccama, Aanteekeningen. |
AERSSEN, FRANÇOIS VAN, heer van SOMMELSDIJK. @ III; IV; VIII; IX; X-XVIII |
(1669-1740) Nederlands marine-officier; kapitein-ter-zee bij de Amsterdamse Admiraliteit sinds 1692; schout-bij-nacht 1709; vice-admiraal van Holland 1713. NNBW. |
AERSSEN, FRANÇOISE VAN. @ VI; VIII |
(1642-1720) Sinds 1667 getrouwd met de Staatse veldmaarschalk Hendrik van Nassau-Ouwerkerk. Dek, Genealogie Nassau. |
AGENG, sultan van BANTAM. I |
AGLIONBY, (Dr.) WILLIAM. I-III; VI |
Engels extraordinaris envoyé naar de Evangelische Kantons van Zwitserland 1702-05. Repertorium, I. |
AGUESSEAU, HENRI-FRANÇOIS DE. XIX |
(1668-1751) Frans ambtenaar; 1700 procureur-generaal; 1717 kanselier van Frankrijk; 1717-18 tevens grootzegelbewaarder. DBF. |
AGUILAR, IÑIGO DE LA CRUZ MANRIQUE DE LARA, graaf van. IX |
(1673-1733) Spaans edelman en generaal van de cavalerie van Philippe V. Enciclopedia Universal, 3, 631. |
AGURTO, FRANCISCO ANTONIO, markies de GASTAÑAGA. X |
Voormalig gouverneur van de Spaanse Nederlanden. De Schryver, Bergeyk. |
AHLEFELDT, CARL, graaf von. II; X-XIII |
(1670-1722) Zoon van de vroegere Deense grootkanselier Frederik von Ahlefeldt; 1703 geheime raad; 1704 president van het "Kommercie kollegiet" en daarna nog verscheidene andere hoge functies. DBL. |
AHLEFELDT, FREDERIK, graaf von. XII |
(1623-1686) Voormalig Deens grootkanselier. DBL. |
AHLEFELDT, FREDERIK, graaf von. IV |
(1662-1708) Zoon van de voorgaande; 1701 luitenant-generaal van de infanterie; 1706 bevelhebber van het Deense hulpkorps in keizerlijke dienst. DBL. |
AHLEFELDT, HANS ADOLF. XIII-XV |
( 1761) Deens diplomaat; extraordinaris envoyé te Berlijn 1711-14. Marquard, Danske Gesandter. |
AHLEFELDT, HANS HENRIK.@ III; XI-XV |
(1656-1720) Deens diplomaat en staatsman; 1701-07 extraordinaris envoyé in Berlijn; 1710-14 extraordinaris envoyé te 's-Gravenhage. DBL; Marquard, Danske Gesandter. |
AHLEFELDT, JOACHIM. II-VII; IX |
(1646-1717) Ambtenaar eerst in Holsteinse dienst; dan opperhofmeester van koningin Charlotte Amalia van Denemarken; 1703 eerste commissaris van financiën en geheime raad; 1708-11 Deens afgevaardigde bij de onderhandelingen te Hamburg over de opheffing van de gemeenschappelijke regering over de hertogdommen Sleeswijk en Holstein. DBL; NDB. |
AHLEFELDT, N.N. VON. VII |
Afgevaardigde van de Sleeswijk-Holsteinse adel naar Zweden in 1708. |
AILESBURY, graaf van, zie BRUCE, THOMAS. |
AISLABIE, JOHN. XI; XV-XVIII |
(1670-1742) Commissioner of the Admiralty 1710-14; M.P. voor Ripon 1708-21; Treasurer of the Navy 1714-18; Chancellor of the Exchequer 1718-21. Sedgwick, House of Commons; Sainty, Admiralty Officials. |
AKERLAKEN, JOAN VAN. @ II; XI; XIII; XIV |
(1672-1712) Hoorns regent; vroedschap van die stad sinds 1692; gedeputeerde ter Statenvergadering; substituut-secretaris, 1710-11 secretaris van de Admiraliteit van het Noorderkwartier; ontvanger der convooien en licenten te Hoorn sinds 12 jan. 1703. Nederlandsch Patriciaat, 1956, 12. |
AKERSLOOT, ABRAHAM. XV-XVIII |
(1687-1748) Tweede zoon van Jacob Akersloot; kapitein-ter-zee bij de Admiraliteit van Amsterdam 1715. Bruijn, Admiraliteit. |
AKERSLOOT, JACOB. @ I-VI; VIII; X-XVIII |
( 1727) Secretaris van Haarlem 1684-95; pensionaris van die stad 1695-1716; raadsheer van het Hof van Holland van 1716 tot zijn dood. Naamregister Haarlem. |
- echtgenote van, zie GULDEWAGE, JUDITH. |
AKERSLOOT, JACOB. X |
(1682-30-4-1711) Oudste zoon van de voorgaande. |
AKERSLOOT, PAULUS. XV |
Broer van de voorgaande. |
ALAIS, ISAÄC DE. IX; X |
Engels zaakgelastigde naar Hannover 1709-14; ook naar Berlijn gezonden over zaken van de religie en de positie van de gereformeerden in Polen, Hongarije en Silezië. Horn, British diplomatic representatives. |
ALBA, hertog van, zie ALVAREZ DE TOLEDO, DON ANTONIO MARTIN. |
ALBANI, ANNIBALE. XII |
(1682-1751) Neef van paus Clemens XI en geestelijke; extraordinaris nuntius bij de keizer sinds 1709; pauselijk afgevaardigde naar de Rijksdag te Frankfurt en tijdelijk nuntius in Keulen 1711; 1730 verheven tot kardinaal. Jadin, Correspondance. |
ALBANI, GIOVANNI FRANCESCO, zie CLEMENS XI, paus. |
ALBEDYL, HENRIK OTTO VON. XIX |
(1666-1738) Afkomstig uit Livland; officier in Nederlandse en Saksische dienst; 1707 overgegaan in Zweedse dienst en in 1716 opgeklommen tot luitenant-generaal van de infanterie; Zweeds Friherre 1720; uit Zweedse dienst 1724 en vervolgens stadscommandant van Hamburg. SBL. |
ALBEMARLE, graaf van, zie KEPPEL, ARNOLD JOOST VAN. |
ALBERDA, WILLEM, heer van DIJKSTERHUIS. XII |
N.n.g. Groninger (Ommelander) jonker; lid Raad van State 1711. |
ALBERGOTTI, FRANÇOIS-ZÉNOBE-PHILIPPE. IX; X; XII; XIII |
(1650-1717) Geboren in Florence; officier in Franse dienst; luitenant-generaal sinds 1702; diende aanvankelijk in Italië, maar vanaf 1708 in de Nederlanden; 1710 gouverneur van Douai. DBF. |
ALBERMAT, N.N. XII |
N.n.g. Frans inspecteur-generaal en monstercommissaris, 1711. |
ALBERONI, GIULIO. XVII-XIX |
(1664-1752) Italiaans priester; vertegenwoordiger van de hertog van Parma in Madrid sinds 1713; 1715 eerste minister van Spanje; 1717 kardinaal; 1719 in ongenade gevallen en naar Rome gevlucht. DBI. |
ALBERT, LOUIS-JOSEPH, graaf van. XVI |
Edelman in dienst van de keurvorst van Beieren. |
- echtgenote van, zie BERGHES, MADELEINE. |
ALBERTI, HIRONIMUS. IV; VIII |
Kolonel van de infanterie. |
ALBERTI, N.N. IV |
Spion? |
ALBERTINE ELISABETH, prinses van WALDECK, gravin van CULEMBORG. @ I; II; VI; XIV |
(1664-1727) Jongste dochter van Georg Friedrich, vorst van Waldeck-Pyrmont, graaf van Culemborg (1620-1692), veldmaarschalk van het Staatse leger. Zij trouwt in 1706 met Philipp Ludwig, graaf von Erbach (1669-1720). Van Schilfgaarde, Archief Culemborg, I, ix, x. |
ALBERTINE FRIEDERIKE, prinses van BADEN-DURLACH. II; XII |
(1682-1755) Echtgenote van Christian August, hertog-administrateur van Holstein-Gottorp sinds 1704. Europäische Stammtafeln, I, T.133. |
ALBINUS, BERNARD. I |
(1653-1721) Geboren in Dessau; hoogleraar in de geneeskunde te Frankfurt aan de Oder 1681-1697; lijfarts van Friedrich I van Pruisen 1697-1702; daarna hoogleraar te Leiden. NNBW. |
ALBIZU, DON JUAN ANTONIO, baron de PURROY. IX |
Spaans gezant te Turijn 1698-1702. Repertorium, I. |
ALBRECHT, aartshertog van OOSTENRIJK. XI |
(1559-1621) Jongere zoon van keizer Maximilian II. Europäische Stammtafeln, I, T.15. |
- echtgenote van, zie ISABELLE CLARA EUGENIA van Spanje. |
ALBRECHT FRIEDRICH, markgraaf van BRANDENBURG, prins in PRUISEN. @ I; III-XII; XVIII |
(1672-1731) Jongere broer van koning Friedrich I; sinds 1687 kolonel van het Hollandse infanterie-regiment Brandenburg; luitenant-generaal op Pruisische commissie; bevelhebber van de Pruisische troepen voor Kaiserswerth. Staatsche Leger, VIII, bd.III; Europäische Stammtafeln, I, T.155. |
- zoon van, zie KARL. |
ALBRECHT WOLFGANG, prins van BRANDENBURG-BAYREUTH-KULMBACH. I |
(1689-1734) Militair; neef van de regerende markgraaf Christian Ernst. Europäische Stammtafeln, I, T.160. |
ALBUQUERQUE, DON PEDRO ANTÓNIO DE NORONHA DE, graaf van VILA VERDE, markies van ANGEJA. VII; X-XII |
(1661-1731) Portugees officier; onderkoning van Indië tot 1699; generaal van de cavalerie en onderbevelhebber onder Das Minas; mestre de campo general 1710 als opvolger van Fronteira; onderkoning van Brazilië 1714-18. Grande Enciclopédia Portuguesa, 5, 593. Regents of nations, I, 856. |
ALBUQUERQUE, FRANCISCO FERNANDEZ DE LA CUEVA ENRIQUEZ, hertog van. I; XVII |
Spaans onderkoning van Mexico 1702-11. Enciclopedia Universal, XXXIV, 314. |
ALCKEN, G. VAN. II |
Correspondent of spion van Johan Hulft in Brussel, 1703. |
ALDENBURG, ANTON II, graaf van. @ XV |
(1681-1738) Uit het huis Oldenburg; geheimraad van Deense koning en vertegenwoordiger van Charlotte Amalia, koningin-moeder van Denemarken. Europäische Stammtafeln, II, T.239. |
ALDENHOVEN, GILLIS VAN. XIV |
Koopman te Amsterdam. |
ALDRINGA, ASSUERUS, heer van NIEKERK. VII; VIII; IX; XI- XIV |
( 1723) Groninger (Ommelander) jonker, 1707-08 en 1711 gedeputeerde ter Staten-Generaal. |
ALDROVANDI, POMPEO. XVII |
Aartsbisschop van Neocaesarea; pauselijk nuntius te Madrid 1715-16 en 1717-18. Repertorium, II. |
ALÈGRE, MARIE-MARGUERITE DE. IV |
( 1752) Echtgenote van Maximilien-Philippe-Joseph de Recourt-de-Lens et de Licques, heer van Wissekerke, kolonel van een Waals regiment in dienst van Philippe V van Spanje, gesneuveld bij Villa Viciosa. Dictionnaire de la Noblesse, 12; DBF. |
ALÈGRE, MARIE-THÉRÈSE-DELPHINE-EUSTACHIE DE. V |
(1706) Sinds 1701 weduwe van Louis-François Le Tellier, markies de Barbezieux. DBF. |
ALÈGRE, YVES, markies DE. III-V; VIII; XII-XIV; XVII; XIX |
(1653-1733) Frans edelman en officier; luitenant-generaal; 1705 krijgsgevangene en eerst in 's-Gravenhage en vervolgens in Londen opgetreden als tussenpersoon bij de eerste vredesonderhandelingen; 1712 vrijgelaten; 1719 kandidaat-ambassadeur naar Engeland. DBF. |
ALEGRETE, markies van, zie TELES DA SILVA, MANUEL. |
ALEMPFONTEYN, N.N. XI |
Medestander van Jurriaan Beeck in een zaak tegen de VOC, 1710. |
ALENÇON, CHARLES DE BERRY, hertog van. XIV |
( 1713) Achterkleinzoon van Lodewijk XIV. |
ALERDINCK, heer van, zie UTERWIJCK, JAN GODFRIED VAN. |
ALEWIJN, N.N. I |
Burger van Amsterdam, 1702. |
ALEXANDER PETROVITZ, prins van RUSLAND. I |
(1691-1692) Tweede zoon van tsaar Peter I de Grote. |
ALEXANDER, N.N. XII |
Zweeds dragoman te Bender, 1711. |
ALEXANDER SIGMUND, hertog van NEUBURG. II |
(1663-1737) Jongere broer van Johann Wilhelm van Palts-Neuburg; 1690 bisschop van Augsburg. Von Isenburg, Stammtafeln, I, T. 34. |
ALEXIS ANTON CHRISTIAN FERDINAND VAN NASSAU-SIEGEN. III; VII |
(1673-1734) Kanunnik te Keulen 1690; proost van Sint-Pieter te Leuven en kanselier van de Universiteit 1692; priester gewijd 1695 en kanunnik te Luik; 1728 aartsbisschop van Trebizonde. Jadin, Correspondance; Dek, Genealogie Nassau. |
ALEXIS PETROVITZ, prins van RUSLAND. I; IX; X-XV |
(1690-1718) Op 25-10-1711 gehuwd met Christine Sofie van Braunschweig-Wolfenbüttel (1694-1715) Von Isenburg, Stammtafeln, I, T.72. |
ALFONSE. XIV |
Dienaar van de keurprins van Saksen. |
ALI, SULTAN. V |
Turkse prins. |
ALI AGA. XII |
Voormalig generaal van de Turkse Spahi's. |
ALI PASHA. XIII, XV; XVIII |
Turks gouverneur van Diarbeckir; later grootvizier van Turkije. |
ALI PASHA, zie KUZIUK ALI PASHA. |
ALI PASHA, zie SELIGTAR ALI PASHA. |
ALIGRE, ETIENNE DE. XIX |
'Président à mortierÂ’ van het Parlement van Parijs. Saint-Simon, Mémoires. |
ALLARD, zie HALLART. |
ALLEZARD, N.N.@ XIII; XIV |
Hugenoot, uitgeweken naar Bern. |
ALLIBERTI, N.N. markies van. VII |
Keizerlijk officier of diplomaat in Genua, 1708. |
ALMAZAGE, N.N. I |
Spaanse bevelhebber van het fort Sint-Michiel bij Venlo, 1702. |
ALMEIDA PORTUGAL, DON JOÃO DE, graaf van ASSUMAR. V; VI; XI; XV |
( 1733) Voormalig gouverneur van Minas Gerais (Brazilië); Portugees ambassadeur bij Carlos III van Spanje 1705-07. Grande Enciclopédia Portugeisa, III, 574. |
ALMELO, heer van, zie RECHTEREN, ADOLF HENDRIK VAN. |
ALMKERK, heer van, zie FABRICIUS, ALBERT. |
ALMONDE, (Mr.) JOHAN VAN. XII |
( 1719) Stadsadvocaat van Den Briel. Algemeen Nederlandsch Familieblad IX (1892), 105. |
ALMONDE, PHILIPS VAN. @ I-VII; IX; XI |
(1644-1711) Nederlands marine-officier; afkomstig uit Den Briel; kapitein bij de Admiraliteit op de Maze; 1692 luitenant-admiraal van Holland bij de Admiraliteit van Amsterdam; 1708 luitenant-admiraal bij de Admiraliteit op de Maze. Van Schelven, Philips van Almonde; NNBW. |
ALMONDE, PIETER VAN.@ III; VI; XI |
( 1714) Briels regent; bekleedde talrijke functies in zijn stad, waaronder burgemeester; de admiraal Philips van Almonde was zijn oom. Algemeen Nederlandsch Familieblad IX (1892), 105, 106. |
ALONNE, ABEL TASSIN DE. I-XIX |
(plm.1646-1723) Volgens hardnekkige geruchten een onwettige zoon van Willem II en dus een halfbroer van Willem III; sinds 1677 secretaris van prinses Mary, de vrouw van Willem III; na haar dood in 1695 secretaris van Willem III en Bentinck-Portland; na 1702 in dienst van Heinsius als privé-secretaris - met een salaris van 2000 gulden betaald door Gecommitteerde Raden van Holland - en specialist op het gebied van geheimschrift. Hora Siccama, Aanteekeningen; Droste, Overblyfsels, II, 427, 442; Japikse, Willem III en Portland, 1e ged. I, 422; Agnew, Protestant exiles, II, 80. |
- moeder van, zie SILFVERCRONA. |
ALPHEN, ABRAHAM VAN. IX; XI; XIV; XV |
(1655-1721) Leids regent; veertigraad sinds 1683; burgemeester o.a. 1708-09; raad ter Admiraliteit van Amsterdam 1704-06. Prak, Gezeten burgers. |
ALPHEN, BEATRIX VAN. XII |
(1672-1728) Dochter van Daniel Simonszoon; echtgenote van Mr. Johan van Assendelft. |
ALPHEN DANIELSZOON,(Mr.) DANIEL VAN. XVII |
(1651-1733) Leids regent, burgemeester o.a. in 1716-17; neef van Daniel van Alphen Simonszoon. Prak, Gezeten burgers. |
ALPHEN, (Mr.) DANIEL VAN, JR. XVII |
(1681-1727) Zoon van de voorgaande, tweede secretaris van Leiden 1716-19; griffier van Leiden 1720 tot zijn dood. Prak, Gezeten burgers. |
ALPHEN SIMONSZOON, DANIEL VAN. IV; VI; IX; XI; XII |
(1638-1711) Leids regent; veertigraad van 1669 tot zijn dood; vele malen burgemeester; schout 1705-08. (Mededeling G.A. Leiden). |
ALPHEN, N.N. VAN. XI |
Solliciteur-militair te 's-Gravenhage, 1711. |
ALSTORPHIUS, WIJNAND. I; II; III |
Raad ter Admiraliteit van Amsterdam wegens Friesland 1698-1707. Vorsterman van Oyen, Stam- en wapenboek, I, 9. |
ALTHANN, GUNDAKER, graaf von. XII |
(1665-1747) Keizerlijk officier en bouwmeester. Braubach, Prinz Eugen. |
ALTHANN, MICHAEL JOHANN, graaf von. XII; XIII; XIV |
(1679-1722) Favoriet van keizer Karl VI. Braubach, Prinz Eugen. |
ALTHUSIUS, N.N. III |
Nederlands legatiepredikant te Wenen, 1706. Schutte, Nederlandse vertegenwoordigers. |
ALTING, (Dr.) BASILIUS. V; VII |
(1637-1721) Agent van de stenden en vorst van Oost-Friesland te 's-Gravenhage 1670-96 Schutte, Buitenlandse vertegenwoordigers. |
ALVAREZ DE TOLEDO, DON ANTONIO MARTIN, hertog van ALBA. VIII; IX-XI |
( 1711) Ambassadeur van Philippe V van Spanje te Parijs 1703-11. Repertorium, I. |
ALVAREZ DE TOLEDO, MANUEL JOAQUIN, graaf van OROPESA. V; VI |
( 1707) Spaans edelman, koos de partij van Carlos III. |
ALVAREZ DE TOLEDO, PEDRO VICENTE, graaf van OROPESA. XIII |
Spaans staatsman in keizerlijke dienst. Braubach, Prinz Eugen. |
ALVELDA, N.N. DE. VII |
Luitenant-generaal van de troepen in dienst van Philippe V van Spanje in de Zuidelijke Nederlanden in 1708. |
ALVENSLEBEN, JOHANN FRIEDRICH VON. III |
(1657-1728) Pruisisch ambtenaar; 1703-04 bijzonder gezant bij de Zweedse koning om te bemiddelen tussen Zweden en Polen. NDB; Repertorium I. |
AMALIE ELISABETH, raugravin van de PALTS. I |
(1663-1709) Dochter van keurvorst Karl Ludwig van de Palts-Simmern en diens tweede vrouw, Luise von Degenfeld. Von Isenburg, Stammtafeln, I, T.43. |
AMAMA, JOACHIM VAN. @ I; III-V; VII; XI-XIV |
(1657-1720) Nederlands officier; kolonel van een Fries regiment infanterie sinds 1698; commandeur van Emden 1688; brigadier van de infanterie 1702; generaal-majoor 1709; commandeur van Hulst 1713. NNBW; Ringoir, Hoofdofficieren infanterie. |
AMAN, PAUL. I |
Een Paul Aman, afkomstig uit Sedan, koopman-fabrikant van kousen, wordt genoemd als gevestigd te Berlijn in 1698. Haag, La France Protestante, 2e ed., I. |
AMANT, N.N. I |
Koopman te Leiden. |
AMELISWEERD, heer van, zie UYTTENHOVEN, HENDRIK VAN. |
AMELOT, MICHEL-JEAN, markies DE GOURNAY. VI; VIII-IX; XV; XVII |
(1655-1724) Frans diplomaat; o.a. in Zwitserland en Portugal; 1705-09 Frans ambassadeur bij Philippe V van Spanje; 1715 ambassadeur bij de paus. DBF. |
AMERONGEN, zie BORRE VAN AMERONGEN. |
AMERONGEN, zie TAETS VAN AMERONGEN. |
AMIA, GILLIS. VII |
Nederlands consul te Cadiz sinds 1680; was in 1702 nog als zodanig in functie. Schutte, Nederlandse Vertegenwoordigers. |
AMMANN, N.N. DE. @ XI; XII; XIII |
N.n.g. Zwitsers kapitein-luitenant in Nederlandse dienst, 1711-12. |
AMONET, N.N. VI |
N.n.g. Gevangene op de Voorpoort te 's-Gravenhage; medeplichtige van Gautier in het complot tegen Huguetan, 1707. |
AMYOT, SACHARIAS. III |
(1658-?) 1684 poorter van Amsterdam; makelaar; 1703 gearresteerd wegens correspondentie met de vijand, o.a. Bonrepaus; 1704 veroordeeld tot levenslange opsluiting. Van Eeghen, Amsterdamse Boekhandel II, 229-32 |
AMYRANT, N.N. @ X-XII; XVII; XIX |
N.n.g. R.K. geestelijke; doctor in het canoniek recht te Doornik; onder bescherming van het Staatse garnizoen en informant van Heinsius; J. van den Bergh noemt in 1715 een advocaat Amyrant, die de belangen van de prins van Ligne waarneemt in Doornik; waarschijnlijk dezelfde |
ANCENIS, baron van, zie BÉTHUNE, ARMAND DE. |
ANCILLON, DAVID. VI |
(1670-1723) Hugenoots predikant in Berlijn; hofprediker van de Pruisische koning en voor verscheidene diplomatieke zendingen gebruikt, o.a. naar Holland en Engeland in 1700; in 1706-07 naar Neuchâtel gezonden om de belangen van de Pruisische koning aldaar te behartigen; later burger van Neuchâtel. HBLS. |
ANCILLON, LOUIS. @ XII; XIII; XV; XVII; XVIII |
( 1720) Sedert 1705 secretaris van C.C. van Lintelo te Berlijn en van 1716 tot zijn dood Nederlands zaakgelastigde aldaar. Schutte, Nederlandse Vertegenwoordigers. |
ANCKARHIELM, MARTIN. X |
( 1739) Zweeds officier in Nederlandse dienst; kapitein van de infanterie; adjudant van Sparre; 1715 majoor van het regiment Lindeboom. Ringoir, Hoofdofficiere infanterie. |
ANDRAULT, JEAN-BAPTISTE-LOUIS, markies de MAULÉVRIER-LANGERON. XIX |
(1677-1754) Frans officier; luitenant-generaal 1720; Frans ambassadeur te Madrid 1720-23. Saint-Simon, Mémoires. |
ANDRIESSE, ROBBERT. XIII |
Schipper van het fluitschip 'Maria', belast met het overbrengen van de presenten voor Algiers, Tunis en Tripoli, 1711. |
ANDRINGA, REGNERUS VAN. IV; IX; XVII |
(1674-1754) Fries regent; grietman van Lemsterland; lid van Gedeputeerde Staten van Friesland; 1705 lid van de Raad van State wegens Friesland. NNBW. |
ANGEJA, markies van, zie ALBUQUERQUE, DON PEDRO DE NORONHA DE. |
ANGLESEY, graaf van, zie ANNESLEY, JOHN; ANNESLEY, ARTHUR. |
ANGROGNA, FILIPPO MAURIZIO DE. IX |
R.K. geestelijke; abt; vertegenwoordiger van de hertog van Savoye in Genua 1709-22. Repertorium, I. |
ANHALT-BERNBURG, vorst van, zie LEBRECHT. |
ANHALT-DESSAU, vorst van, zie LEOPOLD. |
- prinses van, zie HENRIËTTE AMALIA. (1666-1726) |
- prinses van, zie MARIE ELEONORE. (1671-1756) |
- prinses van, zie HENRIËTTE AGNES. (1674-1729) |
- prinses van, zie JOHANNA CHARLOTTE. (1682-1750) |
- prins van, zie DIETRICH. (1702-1769) |
- prins van, zie FRIEDRICH HEINRICH. (1705-1781) |
- vorstin van, zie HENRIËTTE CATHARINA.(1637-1708) |
ANHALT-ZERBST, vorst van, zie ANTON GÜNTHER. |
ANIELLO, TOMASO. XIX |
(1620-1647) Meestal bekend als MASANIELLO; Napolitaans koopman en populair leider van de volksopstand van 1647 tegen de belastingmaatregelen van de Spaanse onderkoning aldaar; op diens instigatie door medestanders vermoord. |
ANISSON, JEAN. XV |
Vooraanstaand koopman te Lyon; vertegenwoordiger van Lyon in de Conseil de Commerce; Frans commissaris te Londen, 1713-14. Schaeper, The French Council of Commerce. |
ANJOU, hertog van, zie PHILIPPE V. |
- hertogin van, zie MARIE-LOUISE, prinses van SAVOYE. |
ANKARSTIERNA, KORNELIUS THYSSEN, Friherre. IV; V; VIII |
(1655-1714) Zweeds marine-officier; admiraal sinds 1692. SBL. |
ANNA (ANNE), prinses van HANNOVER, prinses van ENGELAND. IX; XVIII |
(1709-1759) Dochter van Georg August, prins van Wales, keurprins van Hannover, koning van Groot-Brittannië als George II; trouwt 1734 met Willem IV van Oranje-Nassau. |
ANNA IVANOVNA, prinses van RUSLAND. X; XVIII |
(1693-1740) Dochter van tsaar Iwan V (1666-1696), de oudere broer van Peter I; trouwt in 1710 met Friedrich Wilhelm Kettler, hertog van Koerland (1692-1711); 1730 zelf keizerin aller Russen. Europäische Stammtafeln, II, T.151. |
ANNA CATHARINA, gravin van NASSAU-SAARBRÜCKEN. V |
(1653-1731) Weduwe van Johann Philipp, graaf van Salm, Wild- en Rijngraaf in Dhaun. Von Isenburg, Stammtafeln, III, T.142. |
ANNA CHARLOTTE AMALIA, prinses van NASSAU-DIETZ. XI; XII; XIII |
(1710-1777) Dochter van Johan Willem Friso en Marie Louise van Hessen-Kassel. Dek, Genealogie Nassau. |
ANNA PETROVNA, grootvorstin van RUSLAND. XVIII |
(1708-1728) Dochter van tsaar Peter I de Grote; trouwt 1725 met Karl Friedrich, hertog van Holstein-Gottorp. Europäische Stammtafeln, I, T.93. |
ANNA SOFIE, prinses van DENEMARKEN, keurvorstin-weduwe van SAKSEN. VI |
(1647-1717) Dochter van Frederik III van Denemarken; weduwe van Johann Georg III (1647-1694), keurvorst van Saksen sinds 1691; haar neef is Friedrich August II (1696-1763), enige zoon van Augustus van Polen, en zijn opvolger als keurvorst van Saksen en koning van Polen in 1733. Europäische Stammtafeln, I, T.52. |
ANNA SYBILLE FLORENTINE, gravin van CASTELL-RÜDENHAUSEN, gravin van SALM. V |
(1648-1685) Weduwe van Philipp Gottfried, graaf van Castell-Rüdenhausen ( 1681); schoonmoeder van Adolf Hendrik van Rechteren-Almelo; zuster van Johann Philipp, graaf van Salm. Von Isenburg, Stammtafeln, III, T.142. |
ANNANDALE, markies (graaf 1709) van, zie JOHNSTONE, WILLIAM. |
ANNE, koningin van ENGELAND. @ I-XIV |
(1665-1714) Koningin van Engeland, Schotland en Ierland 1702-14. |
- echtgenoot van, zie GEORGE van DENEMARKEN. |
- zoon van, zie WILLIAM. |
ANNE, prinses van HANNOVER, zie ANNA. |
ANNE-MARIE, prinses van ORLÉANS, hertogin van SAVOYE. V; VIII; XI |
(1669-1728) Echtgenote van Victor Amadeus van Savoye; zuster van Philippe II hertog van Orléans, de regent van Frankrijk. Europäische Stammtafeln, II, T.37. |
- dochters van, zie MARIE-ADELAÏDE VAN SAVOYE; MARIE-LOUISE VAN SAVOYE. |
ANNESLEY, ARTHUR, (5e) graaf van ANGLESEY. XV |
( 1737) M.P. tot 1710, graaf van Anglesey 1710 na het overlijden van zijn broer John en een van de Lords Justices na het overlijden van Queen Anne augustus-september 1714. Complete Peerage. |
ANNESLEY, JAMES, (3e) graaf van ANGLESEY. V |
Van 1699-1701 getrouwd met lady Catharine Darnley. DNB. |
ANNESLEY, JOHN, (4e) graaf van ANGLESEY. X; XI |
(1676-1710) Benoemd 1710 tot receiver general and paymaster van het leger, maar kort na zijn benoeming overleden. Complete Peerage. |
ANSPACH, zie BRANDENBURG-ANSPACH. |
ANSTRUTHER, (Sir) JOHN. XVI |
(1678-1753) Member of Parliament for Anstruther Easter Burghs (Schotland) 1708-12 en 1713-15, voor Fifeshire 1715-41. Sedgwick, House of Commons 1715-1754. |
ANTON EGON, vorst van FÜRSTENBERG-HEILIGENBERG. II, XV |
(1656-1716) Stadhouder van Keursaksen. |
ANTON GÜNTHER, prins van ANHALT-ZERBST. IV; VII |
(1653-1714) Kolonel van een Pruisisch regiment infanterie in Staatse dienst sinds 1701. Staatsche Leger, VIII, bd.III. |
ANTON GÜNTHER, vorst van HOLSTEIN-BECK.@ I-XIV |
(1666-1744) Officier in Nederlandse dienst; 1692 kolonel van een Zeeuws regiment infanterie; brigadier 1694; generaal-majoor 1704; luitenant-generaal 1705; gouverneur van Roermond 1702; gouverneur van Ieper 1713. Staatsche Leger, VIII, bd.III. |
ANTON ULRICH, hertog van BRAUNSCHWEIG-WOLFENBÜTTEL.@ I-III; V-XII; XV |
(1633-1714) Sinds 1685 mederegent naast zijn oudere broer Rudolf August; sterk Fransgezind geworden en daarom in 1702 door de keizer uit het regentschap ontzet. ADB. |
- echtgenote van, zie ELISABETH JULIANE van HOLSTEIN NORBURG. |
- zoon van, zie AUGUST-WILHELM, erfprins van BRAUNSCHWEIG-WOLFENBÜTTEL. |
ANTWERPEN, bisschop van, zie COOLS, REGINALD; FRANCKEN-SIERSTORFF, PIERRE-JOSEPH DE. |
APPELTHORN, ASSUERUS VAN. IV |
Nederlands officier; kolonel-commandant van het regiment karabiniers van Albemarle 1701-06. Ringoir, Afstammingen cavalerie. |
APRAKSIN, FEDOR MATVEIETSJ. XV; XVI |
(1671-1728) Russisch admiraal. Hoefer, Nouvelle Biographie, II, 930. |
ARBERG, ALBERT-JOSEPH-DIEUDONNÉ, graaf van. XV |
(1655-1726) Heer van Helmond, erfmaarschalk van Limburg, keizerlijk staatsraad. Europäische Stammtafeln, VII, T.69. |
ARBUSSY, ANTOINE DE. XIII |
( 1741) Hugenoot in Nederland; Waals predikant te Franeker 1706; te Utrecht 1707-12; te Amsterdam 1713-35. |
ARCHELIER, zie PERRINET, GASPARD. |
ARCHINTO, GIROLAMO. XV |
(1672-1721) Aartsbisschop van Tarsis; nuntius te Keulen 1712-20; daarna naar Warschau; neef van paus Clemens XI. |
ARCKEL, HUGO VAN. IV; V |
( 1706) Dijkgraaf van de Krimpenerwaard. |
ARCO, JOHANN BAPTIST, graaf van. III; IV-X |
(1650-1715) Officier in Beierse dienst; 1702 generaal-veldmaarschalk. NDB. |
ARDENNES, N.N. VII |
N.n.g.; raadsheer in het Hof van Brabant. |
ARDES, PIETER. I |
Thesaurier van Willem III en drost van Wouw. Hartog, Onrechtmatige overheidsdaden, 89-92. |
ARDES, WILLEM HENDRIK. @ I; II; VII-XVII |
(geb. 1662) Nederlands officier; zoon van de voorgaande; edelman van de Friese stadhouder; 1714 luitenant-kolonel en commandeur van Stevensweerd. |
ARDINOIS, BALTHASAR. V |
Thesaurier van het Nederlandse consulaat te Aleppo 1699-1709. Schutte, Nederlandse Vertegenwoordigers. |
ARENBERG, LEOPOLD-PHILIPPE-CHARLES-JOSEPH, hertog van.@ V-XI; XII-XV |
(1690-1754) Zuid-Nederlands edelman, hertog van Aerschot en Croy; kolonel van een keizerlijk regiment infanterie; lid van de Raad van State te Brussel; onder keizer Karl VI later een grote carrière. BNB. |
- echtgenote van, zie PIGNATELLI, MARIA FRANCESCA. |
ARENBERG, MARIE-ANNE, gravin van, prinses-douairière van AUVERGNE. VI; XI; XII; XIII |
(1689-1736) Dochter van Philippe-Charles-François, hertog van Arenberg etc. ( 1691); sinds 1707 echtgenote van François-Egon de La Tour, prins van Auvergne. Von Isenburg, Stammtafeln, VI, T.94. |
- dochter van, zie LA TOUR D'AUVERGNE, MARIE-HENRIËTTE DE. |
ARENBERG, MARIE-THÉRÈSE, gravin van, gravin van EGMONT. V; VII; VIII; X-XII |
(1667-1716) Weduwe van Lodewijk Ernst, graaf van Egmont ( 1693), met wie zij in 1687 getrouwd was. Veenendaal sr., Dagboek Cuper. |
- eerste echtgenoot van, zie CARETTO, OTTO ENRICO DEL, markies van SAVONA en GRANA. |
ARENBERG, PHILIPPE-CHARLES-FRANçOIS, hertog van Aerschot en Croy. V-XIII |
( 1691) Echtgenoot van Marie-Henriëtte del Caretto. BNB. |
ARENBERG, hertogin van, zie CARETTO, MARIE-HENRIËTTE DEL. |
ARENBERG, hertogin van, zie PIGNATELLI, MARIA FRANCESCA. |
ARENBERG, PIERRE VAN. I |
(1656-1748) Pierre van Arenberg, gezegd Daremberg; afkomstig uit Tongeren; officier in Franse dienst; luitenant-kolonel van een regiment Duitsers in Franse dienst sinds 1701; kolonel 1704; brigadier 1719; veldmaarschalk 1734. BNB. N.B. Deze Arenberg is niet verwant aan het geslacht van de hertogen van Arenberg. |
ARGENSON, FRANÇOIS-ÉLIE DE VOYER DE PAULMY DE. XIX |
(1656-1728) Jongere broer van Marc-René; R.K. geestelijke; bisschop van Dol (Bretagne) 1702; aartsbisschop van Embrun 1715; van Bordeaux 1720; abt van Notre-Dame du Relecq 1720. DBF. |
ARGENSON, MARC-PIERRE DE VOYER DE. XIX |
(1696-1764) Tweede zoon van de volgende; lieutenant de police van Parijs 1721-24; grote ambtelijke carrière daarna. DBF. |
ARGENSON, MARC-RENÉ DE VOYER DE. VI; XIX |
(1652-1721) Lieutenant-général de police van Parijs 1697-1718; 1718 grootzegelbewaarder en president van het Conseil des Finances. DBF. |
ARGYLL, hertog van, zie CAMPBELL, JOHN. |
ARIAS, DON MANUEL. I; X |
( 1717) Aartsbisschop van Sevilla sinds mei 1702. Gams, Series, 73. |
ARIGONI, GIOVANNI. @ I; IX; XIII; XIX |
(1659/60-1723) Venetiaans koopman te Amsterdam; consul van Venetië te Amsterdam 1691; minister consul te Amsterdam 1715-22. Schutte, Buitenlandse vertegenwoordigers. |
ARMENONVILLE, zie FLEURIAU. |
ARMSTRONG, JOHN. VIII; XI; XV |
(1673-1742) Engels officier en ingenieur; kolonel van de Engelse garde te voet; later kwartiermeester-generaal van de Engelse troepen; 'surveyor-general of the ordnance' en generaal-majoor van de infanterie. DNB; Staatsche Leger, VIII, bd.III. |
ARNAULD, HENRI-CHARLES. V; VII; XIV |
(1669-1756) Geboren te 's-Gravenhage als zoon van de Franse ambassadeur De Pomponne; zelf bekend als abt van Pomponne; 1705-10 Frans ambassadeur in Venetië. DBF. |
ARNHEM, JOHAN VAN, heer van ROSENDAAL. II; III-V; VII-IX; XII; XIII; XVIII |
(1636-1716) Gelders edelman; lid van de Ridderschap van de Veluwe sinds 1658; richter van Arnhem en de Veluwezoom sinds 1675; burgemeester van Arnhem; extraordinaris raad in het Hof van Gelderland; permanent gedeputeerde van het kwartier van Veluwe 1690-1716; landdrost van de Veluwe sinds 1701. Hora Siccama, Aanteekeningen; d'Ablaing van Giesenburg, Ridderschap Veluwe, 313. |
ARNHEM, JOHANNA MARGARETHA VAN, vrouwe van ROSENDAAL. @ XVIII |
( 1720) Sinds 1667 getrouwd met haar neef Johan van Arnhem, de voorgaande. |
ARNIM-BOITZENBURG, GEORG ABRAHAM VON. IV; VII; IX; X |
(1651-1734) Brandenburgs-Pruisisch officier; sinds 1704 Pruisisch luitenant-generaal; 1707-12 bevelhebber van het Pruisische korps in Italië; hij eindigt zijn carrière als General-Feldmarschall. Grieser, Denkwürdigkeiten Dohna; Zedlitz-Neukirch, Preussisches Adels-Lexicon, I, 139. |
ARNOLD, WILLEM. XV; XIX |
(1654-1723) Advocaat te Amsterdam en in 1693 aldaar officieel van stadswege aangesteld tot courantier; uitgever van de Amsterdamsche Dingsdaagse, Donderdaagse en Saturdaagse Courant. NNBW; Van Eeghen, Amsterdamse Boekhandel. |
ARNOLD MORITZ WILHELM, graaf van BENTHEIM. XIII |
(1663-1701) Keurpaltsisch kamerheer; regerend graaf van Bentheim sinds 1693; neef van de graven Ernst en Statius Philipp van Bentheim-Steinfurt, die beide in Nederlandse dienst waren. Europäische Stammtafeln, IV, T.3. |
ARNOLFINI, zie MAGNAC. |
ARNSTEDT, JOBST FRIEDRICH VON. XII |
( 1711) Saksisch generaal-majoor en diplomaat; januari 1711 tot zijn dood op 3 oktober van dat jaar vertegenwoordiger van de keurvorst van Saksen in Kopenhagen. Repertorium, I. |
AROCCA, graaf van, zie TAROUCA. |
ARRAN, graaf van, zie BUTLER, CHARLES. |
ARRAS, bisschop van, zie SÈVE DE ROCHECHOUART, GUY DE. |
ARTAGNAN, PIERRE DE MONTESQUIOU DE. I; IV; VI; VII; IX-XIII; XIX |
(1645-1725) Frans officier; aanvankelijk bekend als de graaf dÂ’Artagnan, na 1709 als de maréchal de Montesquiou; luitenant-generaal van de infanterie; commandant van Antwerpen in 1702; nam deel aan vrijwel alle veldslagen in de Zuidelijke Nederlanden; 1709 maarschalk van Frankrijk; gouverneur van Bretagne; 1715 lid van de Conseil de Régence. DBF. |
ARZE, JOSÉ DE. VII |
Spaans secretaris van staat en oorlog in Brussel 1697-1702. De Schrijver, Bergeyck. |
ARZILLIERS, markies van, zie PERRINET, GASPARD. |
ASBECK, COERT GIJSBERT, baron van. VIII; IX |
( 1709) Nederlands officier; 1704 majoor van het regiment Ivoy, gesneuveld bij Malplaquet. Ringoir, Hoofdofficieren infanterie. |
ASCH, chevalier de, zie COUTEREAU-PUISSIEUX, JEAN DE. |
ASCHEBERG, CHRISTIAN LUDWIG. XVII |
(1662-1722) Zweeds officier, aanvankelijk in Nederlandse en Franse dienst, daarna weer in Zweden; 1713 luitenant-generaal van de cavalerie en bevelhebber van de expeditie naar Noorwegen in 1716. SBL. |
ASFELD, CLAUDE-FRANÇOIS BIDAL, chevalier de. VI; VIII |
(1665-1743) Frans officier; tot markies verheven 1715; luitenant-generaal 1704;voornamelijk in Spanje dienend; maarschalk van Frankrijk 1734. DBF. |
ASHBURNHAM, JOHN, baron. XI; XV |
(1687-1737) Deputy-warden of the Cinque Ports; sinds 1710 gehuwd met Mary Butler ( 1713), dochter van de hertog van Ormond. |
ASPEREN, GERARD VAN. XI |
Commandeur bij de Admiraliteit van Amsterdam sinds 1704; als zodanig gepensioneerd 1721. Bruijn, Admiraliteit. |
ASPIDE, DON IGNACIO DE. X |
N.n.g. Kapitein van het Spaane galjoen 'El Rosario', 1710 genomen door een Nederlands oorlogsschip. |
L'ASPIUR, zie LASPIUR, MANUEL-JOSÉ DE. |
ASPRÉMONT-LYNDEN, ANNE-ANTOINETTE DE, gravin van TILLY.@ I; II; V; VI; XIV |
( 1743) Gravin van Reckheim; echtgenote van Claude-Frédéric T'Serclaes, graaf van Tilly. NNBW; BNB. |
ASPRÉMONT-LYNDEN, CHARLES-JOSEPH, graaf de. I |
Zuid-Nederlands edelman; 1702 lid van de Staten van Limburg. Goossens, Les États de Limbourg, 36. |
ASPRÉMONT-LYNDEN, CHARLES-PHILIPPE-GOBERT, graaf de. XIV |
(1653-1719) Kanunnik van Luik, Keulen en Straatsburg. Annuaire de la Noblesse de Belgique 34 (1880), 60. |
ASPRÉMONT-LYNDEN, FERDINAND-GOBERT DE, graaf van RECKHEIM.@ V |
( 1708) Graaf van Reckheim sinds 1705; keizerlijk officier; zwager van de graaf van Tilly. |
- echtgenote van, zie RÁKÓCZI, JULIA BARBARA. |
ASPRÉMONT-LYNDEN, FRANÇOIS-GOBERT DE, graaf van RECKHEIM. II |
( 1705) R.K. geestelijke en kanunnik te Keulen; oudere broer van de voorgaande; na zijn dood als graaf van Reckheim opgevolgd door zijn jongere broer Ferdinand-Gobert ( 1708). Moreri, Dictionaire, 5, 312. |
ASSCHE, zie ASCH. |
ASSELIN, SALOMON. III; IV |
N.n.g. Koopman te Rotterdam, vermeld 1704/05. |
ASSENBURGH, LOUIS VAN. I-III |
(1660-1711) Afkomstig uit Amsterdam; admiraal van de keizerlijke vloot op de Donau; 1700 in Wenen gevangen gezet verdacht van knoeierijen; ontsnapt en naar Holland gevlucht; 1707 opgedoken als gouverneur van Kaap de Goede Hoop, waar hij 1711 sterft. Hora Siccama, Aanteekeningen. |
ASSENDELFT, JACOB VAN. VII |
Nederlands schipper, 1708. |
ASSENDELFT, (Mr.) JOHAN VAN. @ XII-XIV |
(1659-1728) Regent van Leiden; lid vroedschap sinds 1691; vele malen schepen; thesaurier-ordinaris 1711-12; burgemeester o.a. 1713; getrouwd met Beatrix van Alphen, dochter van burgemeester Daniel van Alphen. Prak, Gezeten burgers. |
ASSENDELFT, (Mr.) WILLEM VAN. I; V-VII; IX |
( 1744) Thesaurier en rentmeester-generaal van Willem III, later burgemeester van 's-Gravenhage. NNBW. |
ASSENDELFT, heer van, zie DEUTZ, JEAN. |
ASSUMAR, graaf van, zie ALMEIDA PORTUGAL, JOÃO. |
L'ASTAGNE, N.N., zie LA STAGNE, N.N. |
ASTURIË, prins van, zie LUÍZ. |
ASZI MEHEMED PASHA. XV |
Turks admiraal. |
ATAÍDE, DON JOÀO DIEGO DE SOUSA. VII; VIII; IX |
(1663-1740) Portugees generaal; 1729 graaf van Alva. Grande Enciclopédia Portuguesa, 2, 185. |
ATAÍDE, DON PEDRO MANUEL DE, graaf van ATALAIA. VII; XI; XII; XIV |
(1665-1722) Portugees generaal. Grande Enciclopédia Portuguesa, 3, 622 |
ATHENE, aartsbisschop van, zie GUALTIERI, FILIPPO ANTONIO. |
ATHLONE, graaf van, zie REEDE, FREDERIK CHRISTIAAN VAN; GODARD VAN. |
ATHOLL, hertog van, zie MURRAY, JOHN. |
ATRI, hertog van, zie ACQUAVIVA D'ARAGONA. |
ATTANO, N.N., graaf. XI |
N.n.g. Spaans edelman in dienst van Carlos III in 1710. |
ATTENDOORN, HERMAN HENDRIK VAN. XVII |
Nederlands officier; ritmeester; 1727 majoor van de cavalerie, regiment 's-Gravemoer; 1742-43 kolonel-commandant van dat regiment. Ringoir, Afstammingen cavalerie. |
ATTERBURY, FRANCIS. XI; XV |
(1662-1732) Engels theoloog en voorman van de High Churchpartij; dean van Carlisle sinds 1704; bisschop van Rochester en dean van Westminster 1713; in 1720 gevangen gezet wegens zijn betrokkenheid bij een complot om de pretender naar Engeland te halen, en vervolgens verbannen. DNB. |
AUBACH, JOHANN WOLFGANG, graaf von. IV |
Keurpaltsisch generaal; 1705-08 kolonel-commandant van een keizerlijk infanterieregiment. Wrede, Geschichte K.u.K. Wehrmacht, I, 258. Dit regiment diende 1704-1706 bij het Rijksleger aan de Rijn. |
AUBENTON, GUILLAUME DE. VIII |
(1648-1728) Jezuïet; biechtvader van Philippe V van Spanje 1700-05; daarna uit de gratie, maar in 1716 weer aan het hof van Madrid. Jadin, Correspondance. |
AUBETERRE, graaf van, zie ESPARBEZ. |
AUBIGNÉ, FRANÇOISE DE, markiezin de MAINTENON. IV; VIII; X; XV; XIX |
(1635-1719) Maîtresse van Louis XIV. |
AUBIGNÉ, TITE DE. @ XI; XII |
Afkomstig uit een Franse Hugenootse familie, sinds de 17e eeuw gevestigd in Basel en Genève; ingenieur 3e klasse in het Staatse leger 1702-05; 1705-11 ingenieur der 1e klasse. Ringoir. Afstammingen Genie; HBLS. |
AUBIGNY, JEAN BOUTEROUE, dit de. XV |
( 1732) Amant en vertegenwoordiger van de prinses Orsini (Madame d'Ursins) te Parijs en Utrecht 1713. Saint-Simon, Mémoires; DBF. |
AUBUSSON, LOUIS DE, hertog van LA FEUILLADE. III; XIX |
(1673-1725) Frans officier; 1703 veldmaarschalk en bevelhebber in Savoye en Piemont; na het vergeefse beleg van Turijn in ongenade gevallen, hoewel hij de schoonzoon van Chamillart was; tenslotte weer in ere hersteld en in 1724 maarschalk van Frankrijk geworden. Hoefer, Nouvelle Biographie Générale, 28, 733. |
AUDENAARDE, burggraaf van, zie LALAING, MAXIMILIEN-JOSEPH DE. |
AUDIFFRET, JEAN-BAPTISTE DE. XI |
Extraordinaris envoyé van Frankrijk in Lotharingen 1702-33. Repertorium, II. |
AUDIGNIES, baron van, zie DAM, JEAN-FLORENT VAN. |
AUER, JONAS CASIMIR VAN. V |
Nederlands officier; 1695-1707 luitenant-kolonel van het Utrechtse regiment infanterie Keppel. Staatsche Leger, VIII, bd. III, 473; Ringoir, Hoofdofficieren infanterie. |
AUERKERCQUE, zie NASSAU-OUWERKERK. |
AUERSPERG, LEOPOLD, graaf VON. I-III; X |
(1662-1705) Keizerlijk geheimraad; gezant in Engeland 1694-1700; 1705 in het geheim naar Savoye om de hertog te bewegen naar de geallieerden over te gaan. Moreri, Dictionaire, I, 784; Repertorium, I. |
AUGSBURG, bisschop van, zie ALEXANDER SIGISMUND, hertog van NEUBURG. |
AUGUST FERDINAND, hertog van BRAUNSCHWEIG-BEVERN. III |
(1677-1704) Generaal-majoor in keizerlijke dienst. |
AUGUST FRIEDRICH VAN HOLSTEIN-GOTTORP, bisschop van EUTIN-LÜBECK. III-V |
(1646-1705) Bisschop van Eutin-Lübeck, oom van coadjutor Christian August. |
AUGUST WILHELM, erfprins van BRAUNSCHWEIG-WOLFENBÜTTEL. IV; VI; VIII |
(1662-1731) Oudste nog levende zoon van hertog Anton Ulrich van Braunschweig-Wolfenbüttel; regerend hertog 1714. Europäische Stammtafeln, I, T.64 |
- tweede echtgenote van, zie SOFIE AMALIE van HOLSTEIN-GOTTORP. |
AUGUSTE, prinses van MECKLENBURG-GÜSTROW. II |
(1674-1756) Dochter van hertog Gustav Adolf van Mecklenburg-Güstrow; ongehuwd gestorven. Von Isenburg, Stammtafeln I, T.122. |
AUGUSTUS II, koning van Polen, zie FRIEDRICH AUGUST. |
AULIER, N.N. X |
N.n.g. Frans koopman te Leiden, in contact met de door Nederland reizende secretarissen van d'Huxelles en Polignac, 1710. |
AULNIS, PIERRE LOUIS DE. VI |
(1678-1739) Nederlands officier; 1701 majoor van het regiment Lislemarais; 1709 luitenant-kolonel; 1727 kolonel-commandant van dat regiment. Ringoir, Hoofdofficieren infanterie. |
AUMALE, SOPHIE-CHARLOTTE DE. VII |
( 1715) Echtgenote van Jacques-Louis, graaf van Noyelle. |
AUMONT, LOUIS, hertog van DE. XIII-XV |
(1666-1723) Frans officier en erfelijk bevelhebber van het Boulonnais; 1712-13 korte tijd Frans ambassadeur in Engeland. DBF. |
AUNET. N.N. @ IV; VI |
In 1694 genoemd als predikant van Orange; in 1707 in Genève behoeftig. Haag, La France Protestante, 2e éd., I. |
AUROCHS, GEORGE FREDERIK VAN. IV |
( 1709) Nederlands officier; 1691 majoor van het Zeeuwse regiment cavalerie Württemberg; 1694 kolonel-commandant van dat regiment; 1702 brigadier; 1704 generaal-majoor; 1709 luitenant-generaal van de cavalerie. Ringoir, Afstammingen cavalerie. |
AUTEFORT, zie HAUTEFORT, LOUIS CHARLES DE, markies de SURVILLE. |
AUUERQUERC, AURKERK, AUWERKERK, zie NASSAU-OUWERKERK, HENDRIK VAN. |
AUVERGNE, prins van, zie LA TOUR, FRANÇOIS-ÉGON DE. |
- graaf van, zie LA TOUR, FRÉDÉRIC-MAURICE DE. |
- gravin van, zie ELISABETH, barones van WASSENAER-STARRENBURG; HENRICA FRANCISCA, gravin van HOHENZOLLERN-HECHINGEN. |
- prinses/hertogin-douairière van, zie ARENBERG, MARIE-ANNE, gravin van; |
- prinses van, zie LA TOUR, MARIE-HENRIËTTE DE. |
AUWERIJCK, N.N. II |
N.n.g. Procureur te 's-Gravenhage. |
AVAUX, graaf DE, zie MESMES, JEAN ANTOINE DE. |
AVEIRO, RAIMUNDO DE PORTUGAL-LANCASTRE, hertog van. XV |
( 1666) Portugees edelman in Spaanse dienst. |
AVELIN, N.N., graaf DE. VIII |
Gastheer van de hertog van Marlborough te Lille, 1709. |
AVELLINO, vorst van, zie CARACCIOLO, MARINO. |
AVEMANN, ADOLF CHRISTIAN. @ II; IV; V; VIII |
Envoyé van Sachsen-Gotha te 's-Gravenhage 1689-1703, met onderbrekingen; extraordinaris envoyé aldaar 1703-06. Repertorium, I; Schutte, Buitenlandse vertegenwoordigers. |
AVIGNON, aartsbisschop van, zie FIESCHI, LORENZO. |
AVILA, DON PEDRO DE. V; VIII |
Spaans kolonel van een Waals regiment infanterie in dienst van Carlos III. Ruwet, Soldats des régiments nationaux. |
AVILA, markies van. II |
AXEL, N. VAN. I |
N.n.g. Koopman van Zierikzee. |
AYDIE, ANTOINE, graaf de. XIX |
( 1764) Betrokken bij de affaire Cellamare 1718-19; uitgeweken naar Spanje, waar hij het tot luitenant-generaal en gouverneur van Oud-Castilië bracht; hij stierf na terugkeer in Frankrijk. DBF. |
AYEN, graaf DE, zie NOAILLES, ADRIEN-MAURICE, |
AYETTE, ADRIEN-PHILIPPE DE LATTRE DE. XI |
N.n.g. Kanunnik te Doornik. |
AYLESBURY, graaf van, zie FINCH, HENEAGE. |
AYLMER, (Sir) MATTHEW. I; VIII; IX; XI; XII; XVI; XVIII |
( 1720) Engels marine-officier; vice-admiraal; commissioner of the navy tot juli 1702; daarna ambteloos tot zijn benoeming tot opperbevelhebber in 1709-11; opnieuw opperbevelhebber 1714-17; 1718 lord Aylmer of Balrath. DNB. |
AYLVA, ERNST VAN.@ II; IV; XIV |
(1659-1714) Fries regent; grietman van West-Dongeradeel en lid van de Friese Staten; gedeputeerde te velde 1703. NNBW. |
AYLVA, TJAARD, baron van. @ I |
(plm.1645-1705) Fries regent; grietman van Wonseradeel 1673-1701 en lid van de Friese Staten; door zijn huwelijk heer van Waardenburg en Neerijnen (Gelderland). NNBW. |
AYMON, JEAN. @ VI; VIII; XVII |
(1662-plm.1720) Frans R.K. priester; huisprelaat van paus Innocentius XI; overgegaan tot het protestantisme en naar Holland uitgeweken, waar hij veel schreef tegen de Katholieke kerk; 1706 terug in Parijs; stal manuscripten uit de bibliotheek des konings en smokkelde die naar Holland. Rosenberg, Gueudeville; Van Eeghen, Boekhandel, I, 76. |
AYROLLES, zie DAYROLLES. |
AZZURINI, ANDREA. XIII; XIV; XVII |
Italiaans avonturier, afkomstig uit Imola, zich noemende graaf; 1712/1713 in de Republiek, waar hij zich in de gunst van Heinsius probeert in te dringen; 1707 of 1708 betrokken bij iets dergelijks in Engeland. Bély, Espions et ambassadeurs. |
AZZURINI, N.N. graaf. XIII |
Vader van de voorgaande. |