EARLE, zie ERLE, THOMAS. |
EBERHARD LUDWIG, hertog van WÜRTTEMBERG. @ I; XIV |
(1676-1733) Regerend hertog sinds 1693; Rijks-luitenant-veldmaarschalk 1702; veldmaarschalk 1707; 1697 getrouwd met Johanna Elisabeth van Baden-Durlach (1680-1757). Stammtafeln, I, T.125; ADB. |
EBERHARDINE, prinses van BRANDENBURG-BAYREUTH. VI; X |
Keurvorstin van Saksen als echtgenote van Friedrich August I, keurvorst van Saksen, koning van Polen. |
EBERHARDINE SOPHIE, gravin van OETTINGEN. VIII |
(1666-1700) Eerste echtgenote van Christian Eberhard, graaf/vorst van Oostfriesland. Reimers, Ostfriesland. |
EBERSTEDT, zie JAHNUS. |
EBERSTEIN, N.N. VON. VI |
N.n.g. Hofraad van de hertog van Saksen-Zeitz; misschien dezelfde als Ernst Friedrich von Eberstein, die in 1710 Pools-Saksisch gezant in Frankfurt en Mainz is. Repertorium, II. |
EBESADE EFFENDI. XIII |
Mufti van Turkije. |
ECHTEN, WOLTER VAN. VII |
Nederlands officier; 1708 op verzoek ontslagen als kapitein in het regiment infanterie Holstein-Norburg. |
ECK, ANTHONY GEORGE VAN. IX |
( 1709) Nederlands officier; jongere broer van Lubbert van Eck; kapitein van de Hollandse Gardes sinds 1684; gesneuveld bij Malplaquet. Hora Siccama. Aanteekeningen; Ringoir, Hoofdofficieren infanterie. |
ECK, JAN VAN. IX |
Nederlands officier; vendrig infanterie 1709; zoon van Lubbert van Eck. |
ECK, JOHAN KAREL VAN. I; III-VI; X; XII |
( 1719) Nederlands officier; 1697 kolonel-commandant van het Hollandse cavalerieregiment Nassau-Saarbrücken; 1702 kolonel; 1704 brigadier; 1709 generaal-majoor. Hora Siccama, Aanteekeningen; Ringoir, Afstammingen cavalerie. |
ECK, LUBBERT VAN. IV; V; IX |
( 1706) Nederlands officier; 1699 kolonel van een Hollands regiment cavalerie; 1704 brigadier; dodelijk gewond bij Ramillies. Ringoir, Afstammingen cavalerie; Hora Siccama, Aanteekeningen. |
ECK VAN PANTHALEON, ANTOINETTE ELISABETH VAN. IX |
(1675-1750) Echtgenote van J. Walraven van Balderen tot den Oldenhof. d'Ablaing van Giessenburg, Ridderschap Kwartier Nijmegen. |
ECK VAN PANTHALEON, DIEDERIK VAN, heer van GENT. @ II; III; V; IX-XIII |
(1670-1711) Oorspronkelijk regent van Nijmegen, later van Hattem; vele malen Gelders gedeputeerde ter Staten-Generaal. NNBW; Nederlandsche Leeuw, XXXII (1914). |
ECK VAN PANTHALEON, GERRIT WILLEM, baron van. X; XII; XIII |
( 1751) Majoor van het regiment Fagel zonder gage sinds 1703; 1712 kolonel-commandant van dat regiment; 1718 kolonel; 1739 generaal-majoor; 1742 luitenant-generaal; 1747 generaal van de infanterie. Ringoir, Hoofdofficieren infanterie. |
ECKHARDT, JOSIAS. XIV |
Rentmeester van Breda. |
- echtgenote van, zie VILLEGAS, JEANNE GEORGETTE DE. |
ECKLEFF, GEORG HEINRICH. XIX |
Holsteiner, in Zweedse ambtelijke dienst; na de val van Görtz in 1719 in arrest. Hatton, Charles XII. |
EDELSHEIM, FRIEDRICH CHRISTIAN, Freiherr von. @ IX; X |
( 1722) Afgezant van de Oberrheinische Kreis naar 's-Gravenhage en Utrecht 1709-12. Repertorium, I. |
EDZARD EBERHARD, graaf van OOST-FRIESLAND. VI |
(1667-1707) Broer van Friedrich Ulrich, graaf van Oost-Friesland. |
EECK, JOHAN VAN. VIII |
( 1713) Groninger (stedelijk) regent; burgemeester o.a. 1704-05, 1708-09, 1712-13. Nederlandsche Leeuw, LVI (1938), 12. |
EECKHOUT, GERBRAND VAN DEN. I |
Nederlands schilder, leerling van Rembrandt, verwant van Heinsius. |
EEKHOUT, ANTONY. XVIII |
(1659-1727) Schepen en burgemeester van Kampen sinds 1699; afgevaardigde in de Staten van Overijssel; lid van de Raad van State 1708-09; gedeputeerde in de Generaliteits Rekenkamer 1713; 1718 gedeputeerde ter Staten-Generaaal. Van Doorninck, Geslachtkundige aanteekeningen, 592; Elias, Vroedschap. |
EELBO, PIETER. XV |
Oudraad en secretaris van Dordrecht. |
EELBO, N.N. XI |
Regent van Dordrecht. |
EERBEEK, heer van, zie LAMSWEERDEN, JOSEPH MAURITS VAN. |
EFFERN, FRANZ LUDWIG VIKTOR, graaf von. XV |
( 1743) Paltsisch officier en diplomaat; extraordinaris envoyé te 's-Gravenhage 1711-16; 1715 ook in Londen. Schutte, Buitenlandse vertegenwoordigers. |
EFFERN, JOHANN WILHELM, graaf von. VII; XIII |
( 1724) Paltsisch officier, eerst dienend bij het Paltsische korps in Italië, vervolgens naar Spanje en keizerlijk General-Feldwachtmeister. Staatsche Leger, VIII, bd.II. |
EGERTON, SCROOP, graaf van BRIDGEWATER. XIII; XVIII |
(1681-1745) Engels edelman; Master of the Horse van George van Denemarken; Lord Chamberlain van de prinses van Wales 1714-17; 1720 hertog van Bridgewater. Complete Peerage. |
- eerste vrouw van, zie CHURCHILL, ELIZABETH. |
EGLES, EELKE. X |
Nederlands schipper, aangehouden in Kopenhagen, 1710. |
EGMOND VAN DEN NIJENBURG, GERARD VAN. @ XIV |
(1646-1712) Burgemeester van Alkmaar. NNBW. |
- echtgenote van, zie FOREEST, MACHTELD VAN. |
EGMOND VAN DEN NIJENBURG, JAN VAN. XIV |
(1618-1712) Alkmaars regent, vroedschap 1650-87. NNBW. |
EGMOND VAN DEN NIJENBURG, WILLEM VAN. @ VII; XIII; XIX |
(1654-1728) Alkmaars regent; vroedschap sinds 1678; lid Raad van State o.a. 1715-17. Bruinvis, Vroedschap, 17; Bossaers, 'Van kintsbeen aan'. |
EGMONT, gravin van, zie ARENBERG, MARIE-THÉRÈSE, gravin van. |
EGMONT, LODEWIJK ERNST, graaf van. V |
( 1693) Tweede echtgenoot van Marie-Thérèse, gravin van Arenberg. Veenendaal [sr.], Dagboek Cuper. |
EGMONT, MARIE-CLAIRE-ANGÉLIQUE, gravin van. XI; XIII |
(1661-1714) Echtgenote van Nicola Pignatelli, hertog van Bisaccia, aanhanger van Philippe V van Spanje. BNB; Stammtafeln, VI, T.94; Feldzüge, IX, 193. |
- dochter van, zie PIGNATELLI, MARIA FRANCESCA. |
EGMONT, PROCOPIUS FRANS, graaf van. V |
(1664-1707) Prins van Gavre, laatste mannelijke telg uit zijn geslacht; generaal van de cavalerie in dienst van Philippe V; ridder van het Gulden Vlies. NNBW. |
EHRENCRON, FREDERIK ADOLF HANSEN VON. I; II |
Deens staatsraad en extraordinaris envoyé in Madrid 1698-1702. Marquard, Danske Gesandter. |
EHRENPREUS, JOHAN. XIX |
(1664-1740) Van Pruisische afkomst; in Zweden manager van de geschutgieterij van Örebro; 1712 opperdirecteur van de zeehandel te Stockholm; afgevaardigde van de ridderschap in de rijksdag, o.a. 1719 en 1720. SBL. |
EHRENSCHILD, zie BIERMANN, CONRAD. |
EHRENSTÉEN, MARGARETHA. VIII |
(1659-1721) Weduwe van Nils, graaf Gyldenstolpe, met wie zij in 1676 in 's-Gravenhage was getrouwd. Schutte, Buitenlandse Vertegenwoordigers. |
EHRENSTRAHL, FRANS JOACHIM. III; IV; VII-X; XIII |
(1670-1735) Van Duitse afkomst en genaamd Gerdes; stiefzoon van de Zweedse hofschilder David Köker Ehrenstrahl; secretaris voor de Duitse expeditie 1699; kanselarijraad 1713; staatssecretaris 1714; Friherre 1714. SBL. |
EICKSTEDT, VALENTIN VON. X; XI; XIV |
(1669-1718) Deens officier; generaal-majoor van de infanterie; adjudant-generaal van de koning en 1710 ook oppersecretaris van oorlog. (Rigsarkivet Kopenhagen). |
EIKT, zie EYCKT. |
ELBERFELDT, FRANZ SIGISMUND VON. @ III-V; VII; VIII; XI |
Kolonel van een Munsters regiment infanterie in Hollandse dienst. Staatsche Leger, VIII, bd.III. |
ELEMAN, (Mr.) JOHAN. IX |
(1653-1727) Leids regent; vroedschap sinds 1681; vele malen burgemeester; schout 1710-12. Prak, Gezeten burgers. |
ELEONORA MAGDALENA THÉRESA, hertogin van PFALZ-NEUBURG, keizerin van het DUITSE RIJK. I; II; VI; XI-XIII |
(1655-1720) Derde vrouw van keizer Leopold I. Von Isenburg, Stammtafeln, I, T.34. |
ELISABETH, prinses van BRANDENBURG. IV |
(1674-1748) Hertogin-weduwe van Koerland; trouwde 1691 met Friedrich Kasimir, hertog van Koerland (1650-1698); 1703 met Christian Ernst, markgraaf van Brandenburg-Bayreuth (1644-1712); 1712 met Ernst-Ludwig I, hertog van Saksen-Meiningen (1672-1724). Von Isenburg, Stammtafeln, I, T.31-34. |
ELISABETH, prinses van NASSAU. IX |
(1577-1642) Dochter van Willem I van Nassau en Charlotte de Bourbon; getrouwd met Henri de La Tour, burggraaf van Turenne en hertog van Bouillon ( 1623). |
ELISABETH CHARLOTTE, prinses van PFALZ-SIMMERN. I; XVII-XIX |
(1652-1722) Dochter van de keurvorst van de Palts Karl I Ludwig; hertogin van Orléans als 2e vrouw van Philippe I van Orléans (1640-1701); bekend als 'Madame' en 'Liselotte van de Palts'. Von Isenburg, Stammtafeln, II, T.37. |
ELISABETH CHRISTINE, prinses van BRAUNSCHWEIG-WOLFENBÜTTEL. VI-XIV |
(1691-1750) Trouwde 1708 met aartshertog Karl van Oostenrijk, toen bekend als koning Carlos III van Spanje, later keizer Karl VI. Von Isenburg, Stammtafeln, I, T.18. |
ELISABETH DOROTHEA, prinses van HESSEN-DARMSTADT. II |
(1676-1721) Sinds 1700 getrouwd met Friedrich Jakob van Hessen-Homburg, brigadier van de Staatse infanterie. Von Isenburg, Stammtafeln, I, T.106. |
ELISABETH JULIANE, prinses van HOLSTEIN-NORBURG. XV |
(1634-1704) Echtgenote van Anton Ulrich van Braunschweig-Wolfenbüttel. |
ELISABETH MARIA, prinses van PORTUGAL. I |
(* 1648) Achternicht van Willem III, sinds 1678 echtgenote van Adriaan van Gendt. NNBW. |
ELISABETH MARIA FARNESE. XVI-XIX |
(1692-1766) Prinses van Parma; tweede echtgenote (december 1714) van Philippe V van Spanje. |
ELLEMEET, heer van, zie JONGE, CORNELIS DE. |
ELLIOT, ROGER. XI-XIII |
Engels kolonel van de infanterie en gouverneur van Gibraltar. |
ELMOT, PIERRE DE. VIII |
Protestant; voormalig herbergier te Lille. |
ELORME, CHARLES PIERRE DE. XI; XII; XIV |
Saksisch resident in Londen 1710-12. Repertorium, I. |
ELS, BOUDEWIJN WILLEM VAN. VII |
Nederlands officier; majoor van het regiment Luikerwalen van Delsuperché 1709; luitenant-kolonel van dat regiment 1710; kolonel van een ander regiment 1727-28. Staatsche Leger, VIII, bd.III; Ringoir, Hoofdofficieren infanterie. |
ELS, DIEDERIK VAN. II |
( 1703) Gelders edelman; heer van Boelenham, ambtman van Zaltbommel en van de Tieler- en Bommelerwaard: gedeputeerde ter Staten-Generaal wegens de Ridderschap van Gelderland. Van Meurs, Ridderschap Nijmegen, 225. |
ELS, EDMOND VAN. @ I-III; V-XII; XIV |
( 1730) Heer van Boelenham en Lagenpoel (Rumpt); Nederlands officier; kolonel van een Hollands/Utrechts (na 1703 Gelders) regiment infanterie 1695; brigadier 1702; generaal-majoor 1709; commandeur van Grave 1713; luitenant-generaal van de infanterie 1724. Staatsche Leger, VIII, bd.III; Ringoir, Hoofdofficieren infanterie; Van Meurs, Ridderschap Nijmegen, 281. |
- echtgenote van, zie RANDWIJCK, MECHTILD VAN. |
ELSEVIER, ABRAHAM. VI |
(1654-1707) Rotterdams regent; gedeputeerde ter Staten van Holland 1700-06; bewindhebber VOC 1699-1707. Engelbrecht, Vroedschap. |
ELST, baron van, zie ELTZ. |
ELST, N.N. VAN. XVIII |
N.n.g. Nederlands marine-officier; kapitein-ter-zee, in 1716 dienend in het eskader van Grave in de Oostzee, 1716. |
ELTING, G.F. @ VI |
Advocaat van Albertine Elisabeth, vorstin van Waldeck. |
ELTZ, JOHANN ANTON WILHELM BERTRAM, Herr zu. XII-XIII |
Domproost van Trier en gevolmachtigde van de keurvorst van Trier bij de vredesonderhandelingen te Utrecht. Repertorium, I. |
ELTZ, PHILIPP ADAM, Freiherr von. VII; XII; XVI; XVII |
(1665-1728) Hannoveraans minister en diplomaat; gezant naar Berlijn 1714-15 en 1718. Hatton, George I. |
ELVERN, L.A. VON. II; III; VI-VIII |
Vertegenwoordiger van Mecklenburg-Schwerin in Stockholm 1703-09; mei-juni 1703 voor een bezending naar Kopenhagen. Repertorium, I. |
ELY, bisschop van, zie MOORE, JOHN; FLEETWOOD, WILLIAM. |
ELZEVIER, (Mr.) ABRAHAM. XI |
(1653-1712) Advocaat en drukker van de Leidse universiteit; lid van de Leidse vroedschap 1696; schepen 1711-12. Prak, Gezeten burgers. |
ELZI MEHMED PASHA. X |
Turks gouverneur van Trabzon. |
EMANUEL, prins van SAKSEN-GOTHA. VIII |
(1709-1710) Zoon van Friedrich II van Saksen-Gotha. |
EMANUEL PHILIBERT, hertog van SAVOYE-CARIGNAN. I; VI |
(1628-1709) Stammtafeln II, T.115. |
- dochter van, zie MARIA VICTORIA. |
EMINGA, FRANS MENNE VAN. III |
(1659-1720) Nederlands officier; ritmeester van de Gardes du Corps van de Friese stadhouder 1685; kolonel van een Fries regiment cavalerie 1701; op eigen verzoek ontslagen 1706. Staatsche Leger, VIII, bd.III; De Haan Hettema, Stamboek Frieschen Adel, II, 71. |
EMMERIK, JOHAN VAN. X; XII |
( 1711) Nederlands officier; majoor van het regiment infanterie Fagel 1692; luitenant-kolonel 1698; kolonel-commandant 1710. Ringoir, Hoofdofficieren infanterie. |
ENDE, CAREL VAN DEN. @ XI; XVII |
Nederlands ambtenaar; commies-fiscaal van Gecommitteerde Raden van het Noorderkwartier van Holland sinds 1697. |
ENGEL, N.N. II |
N.n.g. Nederlands officier; kapitein van de dragonders. |
ENGELAND, koning van, zie CHARLES II; GEORGE I; JAMES II. |
ENGELAND, koningin van, zie ANNE; CATHARINA; MARIA BEATRICE; MARY. |
ENGELBRECHT, GEORG BEREND VON. XIII; XIV |
Raadsheer van Pfalz-Zweibrücken; vertegenwoordiger van de Oberrheinische Kreis te Utrecht; van Zweden op het vredescongres te Baden. Repertorium, I. |
ENSCHEDE, WILLEM VAN. @ III; XVI |
Nederlands officier; majoor van het regiment Zoutelande/Jacot 1710; luitenant-kolonel 1715-20. Ringoir, Hoofdofficieren infanterie. |
ENTREMONT DE BELLEGARDE, GIOVANNI FRANCESCO, markies DE. XIX |
Ambassadeur van de hertog van Savoye/koning van Sicilië te Parijs 1716-19. Repertorium, II. |
EOSANDER, JOHAN FRIEDRICH. III; XI; XIV |
(1670-1729) Achterneef van de volgende; aanvankelijk in Zweedse dienst, na 1700 in Brandenburgse dienst als officier en architect; 1703-04 buitengewoon gezant naar Karl XII in Bender; 1713 weer in Zweedse dienst; kwartiermeester-generaal en geadeld als Friherre Göthe; 1715 in Pruisische gevangenschap; 1722 in Saksische dienst. NDB; Repertorium, I; SBL. |
EOSANDER, NILS, baron (graaf) LILLIEROOT. @ # I-VII |
( 1705) Zweeds staatsman en diplomaat; envoyé te 's-Gravenhage 1692-97; extraordinaris ambassadeur aldaar 1697-1703; mediateur op het vredescongres te Rijswijk; staatssecretaris 1703. Repertorium, I. |
- schoonvader van, zie OLIVECRANTZ. |
EPÉE, N.N. LE. XIII |
N.n.g. Kanunnik van Sint Donaas te Brugge. |
ÉPINOY, vorst van, zie MELUN, LOUIS DE. |
ERBACH, graaf van, zie FRIEDRICH KARL; GEORG; GEORG LUDWIG; KARL LUDWIG; KARL WILHELM; PHILIPP LUDWIG. |
- gravin van, zie SOPHIE ALBERTINE. |
ERKEL, JOHAN CHRISTIAAN VAN. @ I; IV; XI |
(1654-1734) R.K. pastoor van het Begijnhof te Delft sinds 1679; aartspriester van Delfland; assessor van het vicariaat (kapittel) van Utrecht; een van de voormannen van de Cleresie. NNBW; Polman, Katholiek Nederland. |
ERLACH, HIERONYMUS VON. IX-XI; XIII |
(1667-1748) Zwitsers officier uit een Berns patriciërsgeslacht; eerst in Franse dienst; 1701 in Nederlandse dienst als kolonel van een nieuw te werven regiment Zwitsers, maar niet in functie; vervolgens in keizerlijke dienst; getrouwd met een dochter van Johann Friedrich von Willading, Berns regent. HBLS; Staatsche Leger, VII. |
ERLACH, JOHANN RUDOLF VON. III; V; VI; VIII |
(1671-1707) Zwitsers officier in Nederlandse dienst; uit een Berns regentengeslacht; kapitein regiment Tscharner; majoor 1704; luitenant-kolonel 1706. Staatsche Leger, VIII, bd.III; HBLS. |
ERLE, THOMAS. I; II; IV-XII; XIV |
(1650-1720) Engels officier; generaal-majoor van de infanterie 1696; luitenant-generaal 1703; 1703-05 opperbevelhebber in Ierland; daarna dienst in Spanje en de Zuidelijke Nederlanden; 1711 generaal. DNB. |
ERMLAND, bisschop van, zie (1698) ZALUSKI. |
ERNEST, zie RUTH D'ANS, ERNEST. |
ERNST, graaf van BENTHEIM. @ I-VI; X; XI; XIII; XIV |
(1661-1713) Opgevoed onder voogdij van de Staten-Generaal; officier in Nederlandse dienst; 1706 kolonel-commandant van het Hollandse cavalerie-regiment Hoeufft van Oyen; 1709 brigadier van de cavalerie. Hora Siccama, Aanteekeningen; Ringoir, Afstammingen cavalerie. |
- echtgenote van, zie HORNES, ISABELLA JUSTINE, gravin van. |
ERNST, hertog van SACHSEN-HILDBURGHAUSEN (HEILBURG). I |
(1655-1715) Echtgenoot van Sophia Henriëtte van Waldeck. Archief Culemborg, I, x. |
- zoon van, zie ERNST FRIEDRICH. |
ERNST AUGUST, hertog van BRAUNSCHWEIG-LÜNEBURG. II; VII; XII; XIV; XVII |
(1674-1728) Jongste broer van keurvorst Georg Ludwig van Hannover; bisschop van Osnabrück sinds 1716. |
ERNST AUGUST, hertog van BRAUNSCHWEIG-LÜNEBURG. I |
(1629 -1698) Keurvorst van Hannover 1692; getrouwd met Sophie van de Pfalz, kleindochter van James I van Engeland. Von Isenburg, Stammtafeln, I, T.74. |
ERNST FERDINAND, hertog van HOLSTEIN-SONDERBURG-PLÖN. XIV |
(1684-1729) Officier in keizerlijke en Nederlandse dienst. |
ERNST FRIEDRICH, prins van BRAUNSCHWEIG-BEVERN. II |
Officier in Nederlandse dienst; luitenant-kolonel van het Hollandse infanterie-regiment Kroonprins van Pruisen 1703-06. Staatsche Leger, VIII, bd.III. |
ERNST FRIEDRICH I, hertog van SACHSEN-HILDBURGHAUSEN (HEILBURG). @ # I-III; V-VIII; X; XIII; XVIII; XIX |
(1681-1723) Zoon van Sophia Henriëtte, oudere zuster van Albertine Elisabeth, prinses van Waldeck, en Ernst, hertog van Sachsen-Hildburghausen; officier in Nederlandse dienst; 1693-1723 kolonel van de cavalerie; 1704 brigadier; 1709 generaal-majoor. Archief Culemborg, I, x; Staatsche Leger, VII; VIII, bd.III. |
- echtgenote van, zie SOPHIE ALBERTINE, gravin van ERBACH. |
ERNST LEOPOLD, hertog van HOLSTEIN-NORBURG. XIV; XV; XVIII |
(1685-1722) Officier in de Spaanse/Oostenrijkse Nederlanden, kolonel van een keizerlijk regiment dragonders. Europäische Stammtafeln, I, T.89. |
ERNST LUDWIG, landgraaf van HESSEN-DARMSTADT. I; II |
(1667-1739) Regerend landgraaf sinds 1688. Von Isenburg, Stammtafeln, I, T.104. |
ERNST LUDWIG, hertog van SACHSEN-MEININGEN. @ XI; XII |
(1672-1724) Regerend hertog sinds 1706. Von Isenburg, Stammtafeln, I, T.50. |
ERNST WILHELM, graaf van BENTHEIM. VI |
(1623-1693) Vader van Ernst en Statius Philipp. |
- tweede echtgenote van, zie LIMBURG-STIRUM, ANNA ISABELLA van. |
ERNSTHUYS, WILLEM. @ XIII |
Koopman (?) uit Sloten bij Amsterdam, 1712. |
ERP, (Mr.) PIETER VAN. @ VI |
Gorcums regent en gedeputeerde ter Staten van Holland wegens die stad; gecommitteerde raad van Holland 1718-20. |
ERPS, graaf van, zie BOISSCHOT, CHARLES-ERNST-FRANÇOIS DE. |
ERSKINE, JOHN, graaf van MAR. XI; XII; XV-XIX |
(1675-1732) Schots edelman; secretary of state voor Schotland 1705-09 en 1713-14; door George I ontslagen; leider van de opstand van 1715; na de nederlaag van de Stuart-partij gevlucht naar het hof van James III. Complete Peerage. |
ERSKINE, (Sir) John, of ALVA. XVIII |
Schots edelman, neef van de graaf van Mar; 1716-17 contactpersoon tussen de Schotse Jacobieten en de Zweedse regering. Murray, George I, the Baltic, and the Whig Split. |
ERSKINE, (Dr.) ROBERT. XVIII |
(1677-1718) Broer van de voorgaande; lijfarts van tsaar Peter de Grote 1716-17; chef van de Russische gezondheidsdient 1714-18; in Rusland bekend als Robert Karlovic Areskin. Amburger, Behördenorganisation Russlands. |
ESCH, (Mr.) JACOB VAN DER. I; II; III; XVI |
( 1712) Commissaris van het klein zegel van Holland; tijdens de Negenjarige oorlog betaalmeester van de troepen in Engelse dienst. Hora Siccama, Aanteekeningen. |
ESCHER, HEINRICH. II |
(1626-1710) Burgemeester van Zürich en invloedrijk regent. HBLS. |
ESGOT, CHARLES DE, dit d'ESPARLUNGUE DE LA BADIE. XIII |
Frans officier, gouverneur van Lille 1707; van le Quesnoi 1711-12; in ongenade, maar 1713 weer gouverneur van Lille. Jadin, Correspondance. |
ESMARCK, N.N. XII; XIII |
(1658-1737) Deens ambtenaar; eerste secretaris van de Duitse kanselarij te Kopenhagen; 1724 staatsraad; 1731 verheven in adelstand. Danmarks Adels Aarbog, xxxvii (1920), 461. |
ESPAGNOL, (Mr.) ANDRÉ FRANÇOIS LE. VIII; X |
( 1711) Eerste pensionaris van Lille. |
ESPARDEZ-DE-LUSSAN, PIERRE BOUCHARD DE, graaf van AUBETERRE. V |
(1657-1748) Frans luitenant-generaal; vooral in Noord-Italië dienend. Dictionnaire de la Noblesse, 6. |
ESPÉE, IGNACE LE. @ XIV |
N.n.g. Kanunnik van Doornik. |
ESPEN, ZEGER BERNARD VAN. XIV |
(1646-1728) Hoogleraar te Leuven en voorman van de Jansenisten in de Nederlanden. Polman, Katholiek Nederland. |
ESPÉRANCE, ELISABETH CHARLOTTE, Freiin de. VIII |
(1690-1733) Sinds 1718 tweede echtgenote van Leopold Eberhard van Württemberg-Mömpelgard. Von Isenburg, Stammtafeln, I, T.80. |
ESSEN, AUGUSTA POLIXENE VON. XVIII |
( na 1721) Echtgenote van Anton Günther von Heespen. Schutte, Buitenlandse vertegenwoordigers. |
ESSEN, (Dr.) JOHAN VAN. I-XIV |
( 1724) Burgemeester van Zutphen; raad en requestmeester van Willem III; curator van de Hogeschool van Harderwijk; gedeputeerde ter Staten-Generaal wegens Gelderland sinds 1694. Van der Aa, Biographisch Woordenboek; Hora Siccama, Aanteekeningen; Japikse, Willem III en Portland, I. |
ESSEX, graaf van, zie CAPEL, ALGERNON. |
ESTAING, FRANÇOIS III, graaf DE. XI; XII |
(1651-1732) Frans cavalerie-officier; 1704 luitenant-generaal; diende in Piedmont, Spanje en sinds 1710 in Noord-Frankrijk; commandant van St.Omer; 1718 gouverneur van Douai. DBF. |
ESTAING, PHILIPPE DE, graaf van SAILLANS. VI, VIII, XII-XIV |
( 1723) Frans officier, luitenant-generaal 1704; commandant van Namen 1706-12. Dictionnaire de la Noblesse, 7. |
ESTAING DE SAILLANS, JEAN-FRANÇOIS DE. XIX |
Zoon van de voorgaande; Frans officier; 1719 betrokken bij de affaire Cellamare/hertog van Maine. Saint-Simon, Mémoires. |
ESTE, GABRIEL, markies de. VIII; XI |
( 1734) Italiaans edelman en officier in keizerlijke dienst; diende ook in het leger van Carlos III van Spanje. |
ESTIENNE, JACOB DE. @ XII |
Waarschijnlijk een Hugenoot, uitgeweken naar Kassel; misschien dezelfde als Jacques d'Estienne, seigneur de Carlencas, die in 1700 genoemd wordt als officier in dienst van de keurvorst van Brandenburg. Haag, La France Protestante, 2e éd. |
ESTRÉES, CÉSAR DE. II; X |
(1628-1714) Frans geestelijke; kardinaal sinds 1672; tevens diplomaat; adviseur van Philippe V als koning van Spanje, teruggeroepen in oktober 1703. DBF. |
ESTRÉES, JEAN II, hertog de. I; XVII |
(1624-1707) Admiraal en maarschalk van Frankrijk; 1701 luitenant-generaal van Bretagne en gouverneur van Nantes. DBF. |
ESTRÉES, JEAN III, abbé de. XVII |
(1666-1718) Zoon van de voorgaande; Frans ambassadeur te Madrid tot 1704; onder de regent Conseiller d'Etat en lid van het Conseil des Affaires Etrangères, aartsbisschop van Cambrai. DBF. |
ESTRÉES, VICTOR-MARIE, graaf de. I; V; XIX |
(1660-1737) Zoon van Jean II; Frans vlootvoogd; 1702 grande van Spanje; 1703 maarschalk van Frankrijk en tot de dood van zijn vader in 1707 bekend als maarschalk de Coeuvres, daarna als maarschalk d'Estrées; president van de Conseil de Marine. DBF. |
ESZTERGOM (Hongarije), aartsbisschop van, zie GRAN. |
ESZTERHAZY, PAUL, vorst. III |
(1635-1713) Palatin (onderkoning) van Hongarije sinds 1681. BLKO. |
ETLER, GEORGE FRIDERICK. XII |
Deens oplichter, uitgeweken naar Altona. |
EUGÈNE, chevalier de SAVOYE. XIII |
(1692-1712) Zoon van Louis Thomas, hertog van Savoye-Carignan en Soissons, de oudste broer van Eugenius van Savoye. Braubach, Prinz Eugen. |
EUGÈNE-MAURICE, hertog van SAVOYE-CARIGNAN ET SOISSONS. VII |
(1638-1673) Vader van Eugenius van Savoye. |
- echtgenote van, zie OLYMPIA MANCINI. |
EUGENIUS, prins van SAVOYE-CARIGNAN. @ # I-XVII |
(1663-1736) Zoon van de voorgaande; keizerlijk veldmaarschalk; gouverneur van de Oostenrijkse Nederlanden. ADB; Braubach, Prinz Eugen. |
EVANGELISTA, FRANCISCUS. IV |
N.n.g. Napolitaan in dienst van Carlos III van Spanje. |
EVANS, WILLIAM. VIII |
( 1740) Engels officier; kolonel van de infanterie 1703; brigadier 1707; generaal-majoor 1710. |
EVELYN, JOHN. XII |
(1682-1763) Kleinzoon van de schrijver John Evelyn; joint-postmaster-general samen met Frankland; 1713 baronet; 1714 door George I ontslagen. DNB; Hatton, George I. |
EVERSDIJCK, (Mr.) CORNELIS. XIX |
(1651-1713) Afkomstig uit een regentenfamilie van Goes; baljuw van Goes; gesuspendeerd als baljuw 1704, ontslagen 1705. NNBW. |
EVERSDIJCK, JOHANNES. XIX |
(1655-1714) Jongere broer van de voorgaande; secretaris van Goes; ontslagen 1702. NNBW. |
EVERSFIELD, CHARLES. XII |
( 1749) Tory M.P. voor Sussex 1710-13; paymaster of the Ordnance 1712-14. Sedgwick, House of Commons 1715-1754. |
EVERTSEN, GELEYN. I-III; XII |
(1655-1721) Uit het bekende Vlissingse geslacht; 1695 vice-admiraal van Zeeland; 1707 luitenant-admiraal. NNBW. |
EVERSWIJN, JOHAN. XVI |
(1651-1718) Haarlems regent. |
EVERSWIJN, N.N., mejuffrouw. X |
N.n.g. Nicht van Willem Buys. |
EWIJCK, HERMAN VAN. II |
Nederlands marine-officier; luitenant bij de Amsterdamse Admiraliteit 1696. De Jonge, Zeewezen, III, 27. |
EWIJCK, JAN CHRISTIAAN VAN. II |
Jongere broer van voorgaande; in Russische zeedienst overgegaan. De Jonge, Zeewezen, III, 27. |
EXETER, bisschop van, zie TRELAWNY, JONATHAN. |
EIJBERGEN, N.N. VII |
N.n.g. Aannemer voor de levering van uniformen, 1708. |
EYCKT, N.N. VAN DER. VI |
N.n.g. Hoogduits gereformeerd predikant, waarschijnlijk te 's-Gravenhage, 1707. |