GAASBEEK, baron van, zie SCHOCKART, ALEXANDRE-LOUIS. |
GABEL, CHRISTIAN CARL. XVII |
(1679-1748) Deens marine-officier, vice-admiraal sinds 1715. DBL. |
GABILLON, AUGUSTE. @ II; VII |
(geb. 1658) Frans monnik; 1698 uitgetreden, protestant geworden en naar 's-Gravenhage; kreeg pensioen van de Staten; later uit de gratie. Haag, La France Protestante, 2e éd. |
GACÉ, graaf van, zie GOYON-MATIGNON. |
GADELIERRE, GASPARD STEVEN DE LA. @ VIII; IX; XIV; XVIII |
Nederlands officier; kapitein van de infanterie; 1709 majoor van het Hollandse regiment Villegas; 1725 luitenant-kolonel, 1730-48 kolonel; 1747 generaal van de infanterie. Ringoir, Hoofdofficieren infanterie. |
GADZ, N.N. XIII |
N.n.g. Zweeds luitenant-kolonel. |
GAEL, (Mr.) GERARD. II |
(1640-1712) Rotterdams regent; ontslagen in 1672 en sindsdien ambteloos. Engelbrecht, Vroedschap. |
GALAND, JACQUES. @ XVI |
( 1714) Waals predikant te Schiedam 1688-95; te Brielle van 1695 tot zijn dood. Bulletin Eglises Wallonnes, 1888. |
GALLAS, JOHANN WENZEL, graaf. IV-XIII; XVIII; XIX |
(1669-1719) Keizerlijk gezant te Londen 1705-11; 1707-08 ook geaccrediteerd te 's-Gravenhage; 1714-19 ambassadeur te Rome; 1719 keizerlijk onderkoning van Napels. ADB; Repertorium, I. |
GALLATIN, JACOB. @ IX |
(1669-1751) Uit een bekend geslacht uit Genève, koopman en bankier te Amsterdam. Lüthy, La Banque Protestante. |
GALLES (WALES), prins van, zie GEORGE AUGUSTUS; JAMES FRANCIS EDWARD STUART. |
GALLICZYN, zie GOLICYN. |
GALLIERIS, MARINUS. @ VII; VIII; XI-XIII; XVII; XIX |
(1682-1737) Secretaris van Johan Hulft; 1709-19 Nederalands ambassade-secretaris te Brussel; 1720-37 resident te Regensburg. Schutte, Nederlandse Vertegenwoordigers. |
GALLISSONNIÈRE, markies de la, zie BARRIN. |
GALWAY (GALLOWAY), graaf van, zie MASSUE DE RUVIGNY, HENRI. |
GALYOT, JEAN, baron de MANDAT. XVII |
(1683-1735) Frans gezant te Wenen, 1715. Braubach, Prinz Eugen. |
GAMMEL, HANS. VIII |
( 1708) Zweeds officier in Nederlandse dienst; 1697 luitenant-kolonel van het regiment infanterie Oxenstierna; 1704 kolonel-commandant van dat regiment. Ringoir, Hoofdofficieren infanterie. |
GAND DE MÉRODE DE MONTMORENCY, LOUIS DE, vorst van ISENGHIEN. XII-XIII |
(1678-1767) Zuidnederlands edelman; officier in Franse dienst; kolonel van een regiment infanterie; maréchal de camp 1709; luitenant-generaal 1718; gouverneur van Arras 1725; maarschalk van Frankrijk 1741. Dictionnaire de la Noblesse. |
GAND dit VILLAIN, JEAN-ALPHONSE DE, vorst van ISENGHIEN. XI |
( 1687) Zuid-Nederlands edelman. |
- weduwe van, zie CREVANT d'HUMIÈRES, MARIE-THÉRÈSE DE. |
GANGNEUR, JEAN LE, zie LE GANGNEUR. |
GANS, N.N., heer van NULAND. XIV |
- weduwe van, zie TROMP, JOHANNA MARIA. |
GARAY Y OTANEZ, N.N. DE, markies de VILLARRUBIA DE LANGRE. VII |
N.n.g. Spaans edelman, in dienst van Carlos III van Spanje. |
GARDIE, graaf DE LA, zie DE LA GARDIE. |
GARRARD, (Sir) SAMUEL. IX |
(1650-1724) Lord mayor van Londen 1709-10. DNB. |
GASPARINI, LAMBERT. XIV-XV |
( 1727) Frans pamflettist-spion in Amsterdam; na 1715 terug naar Frankrijk en daar in de gevangenis gestorven. Bély, Espions et Ambassadeurs. |
GASSION, JEAN, graaf van. I |
(1650-1713) Frans officier; luitenant-generaal 1696. Saint-Simon, Mémoires. |
GASTAÑAGA, markies van, zie AGURTO, FRANCISCO ANTONIO DE. |
GASTAÑETA, ANTONIO. XVIII |
Spaans admiraal, 1718 door de Engelse vloot onder Byng bij Kaap Passaro verslagen. |
GASTRE, N.N. DE. VIII |
N.n.g. Waarschijnlijk een Hugenoot die een rol speelde in de correspondentie met Engeland. |
GATHENHIELM, LARS. XIX |
(1689-1718) Zweeds kaperkapitein en reder, opererend vanuit Gothenburg tegen Deense, Engelse en Hollandse koopvaarders. SBL. |
- weduwe van, zie HAMMAR, INGELA. |
GAUDECKER, I.D.R. @ VIII |
N.n.g. Dochter van de volgende. |
GAUDECKER, JOHAN LODEWIJK. III; VII |
( 1708) Nederlands officier; luitenant-kolonel van de garde te voet 1678; kolonel-commandant 1684; brigadier van de infanterie 1704. Ringoir, Hoofdofficieren infanterie. |
GAULTIER, DELLE FRANÇOISE. I |
Sinds 1702 echtgenote van René de Saunière, sieur de l'Hermitage. Publications Huguenot society, XXXI. |
GAULTIER, NICOLAS. XIV |
N.n.g. Amsterdams koopman. |
GAUMONT, N.N. XIX |
N.n.g. Conseiller des Finances van Frankrijk 1720. |
GAUTHIER, FRANÇOIS. XIII; XIV |
( 1720) Kapelaan van Tallard, de Franse ambassadeur in Engeland tot 1702; vervolgens kapelaan van Gallas; gebruikt als intermediair tussen Torcy en de Engelse regering; abt van Olivet. Hoefer, Nouvelle Biographie Générale. |
GAUTIER, FRANÇOIS. VI |
Fransman, gearresteerd en terechtgesteld te 's-Gravenhage in verband met poging tot ontvoering van Huguetan, 1707. |
GAUTIER, PIERRE. VIII |
(1641-1724) Regent van Genève, met vele stedelijke functies. HBLS. |
GAUTIER, N.N. XIV |
N.n.g. Secretaris van Flemming. |
GAVRE, prins van, zie EGMONT, PROCOPIUS FRANS, graaf van. |
GEBHARDT, PAULUS. @ V; VII; X; XVII; XVIII |
( 1717) Sinds 1696 solliciteur-militair te 's-Gravenhage. Kompagnie, Archief Gebhardt. |
GEDDE, FREDERIK EILER. XII |
(1641-1717) Deens marine-officier; vice-admiraal 1684; admiraal 1697; geheime raad 1707; uit dienst 1713. Topsøe-Jensen, Officirer Søetat. |
GEELHAND, P. IX |
Factoor van Pierre Dujardin, munitiefabrikant. |
GEELVINCK, (Mr.) LIEVEN, heer van CASTRICUM. VIII; XVIII |
(1676-1743) Amsterdams regent; vroedschap sinds 1708; gedeputeerde in de Raad van State 1709-11; Gecommitteerde Raad van Holland 1712-14 en 1717-19; burgemeester van Amsterdam o.a. 1720. Elias, Vroedschap. |
GEERESTEIN, heer van, zie LYNDEN, STEVEN VAN. |
GELDERMALSEN, heer van, zie BORSSELE VAN DER HOOGHE, ADRIAAN VAN. |
GELDERN, ADOLF ANTON REINER VON, heer van ARCEN, MAASBREE. XVIII |
(1670-1733) Edelman uit het Maasland, relatie van Hompesch. Europäische Stammtafeln, III-2. |
GELLET, N.N. XIII; XIV |
Nederlands officier; majoor van de dragonders van Carel Lodewijk van Wassenaer; niet in Ringoir, Afstammingen cavalerie. |
GELLICUM, heer van, zie TENGNAGEL, ZENO DIEDERIK. |
GELSKERKEN, N.N. IX |
Jongeman, geboren te 's-Gravenhage; in 1709 in het gevolg van Neugebauer in Constantinopel. |
GELEIJNSE, PIETER. XIV |
Vlissingse kaperkapitein; voerde 1706-09 het schip 'De Herstelde Leeuw' en later 'de Witte Lelie'. Verhees-Van Meer, Zeeuwse Kaapvaart. |
GEMMENICH, N.N., freule. XVIII |
Hofdame van Caroline van Brandenburg-Ansbach, prinses van Wales, en verzorgster van haar kinderen; door koning George I van het hof verwijderd, 1718. |
GENDT, ADRIAAN VAN, heer van OLDERSUM. @ I; III |
(1645-1708) Zoon van Johan van Gendt, gouverneur van Willem III 1666-70; 1678 getrouwd met Elisabeth Maria, prinses van Portugal, achternicht van Willem III; officier en ongunstig bekend. NNBW; Staatsche Leger, IV; VI. |
- echtgenote van, zie ELISABETH MARIA, prinses van PORTUGAL. |
GENDT, FREDERIK WILLEM VAN, heer van OLDERSUM. I; XII |
(1647-1725) Broer van de voorgaande; stadhouder van de lenen van Overmaze en Valkenburg; 1680 lid van de Ridderschap van het Kwartier van Nijmegen; gedeputeerde ter Staten-Generaal. Van Meurs, Ridderschap Nijmegen; Hora Siccama, Aanteekeningen. |
GENDT, WILLEM JOSEPH, baron van. II; IV; V; XI-XIII; XIX |
(1671-1732) Kapitein-ter-zee bij de Admiraliteit van Amsterdam 1696; uit dienst 1713 en daarna tijdelijk in dienst van tsaar Peter de Grote; 1714 lid van de Ridderschap van de Veluwe. NNBW; Bruijn, Admiraliteit. |
GENET, N.N. VI |
Medeplichtige van François Gautier, 1707. |
GENNEP, FRANÇOIS VAN. XIII |
N.n.g. Relatie van Christiaan Albert Snouckaert. |
GENT, bisschop van (1694-1730) zie NOOT, PHILIPPUS ERHARD VAN DER. |
- intendant van, zie CROONENDAEL. |
- pensionaris van, zie SMIDT, JAN BAPTIST DE. |
GENT, heer van, zie ECK VAN PANTHALEON, DIEDERIK VAN |
GENT, NICOLAAS, baron van. V-VIII |
Nederlands officier; 1706 kapitein in het regiment karabiniers Albemarle. Commissieboek Raad van State. |
GENTILS DE LAJONCHAPT, PHILIPPE DE, markies van LANGALLERIE. @ XII; XIV; XVII; XIX |
(1661-1717) Frans edelman en officier; luitenant-generaal 1704; in ongenade gevallen, gevlucht en in keizerlijke dienst getreden; in 1709 in Pools-Saksische dienst; 1711 in Holland; 1716 in een Turks complot verwikkeld, gericht tegen de keizer; gevangen genomen en gestorven in Raab. DBF; Benedikt, Bonneval. |
GEORG IV, graaf van ERBACH. I |
(1646-1678) Officier in Nederlandse dienst; echtgenoot van Louisa Anna van Waldeck, gravin van Culemborg. |
GEORG, prins van HESSEN-DARMSTADT. I-IV |
(1669-1705) Officier in dienst van Willem III, daarna van Carlos II van Spanje; vervolgens van aartshertog Karl als koning van Spanje en generaal in keizerlijke dienst in Spanje. Michaud, Biographie Universelle, 19. |
GEORG ALBRECHT, graaf van OOST-FRIESLAND. @ VII-X |
(1690-1734) Hij volgde 1708 als regerend graaf op. Von Isenburg, Stammtafeln, III. |
GEORG AUGUST, keurprins van HANNOVER. I; IV-VII; IX; XI-XIV |
(1683-1760) Oudste zoon van de keurvorst van Hannover; 1727 koning van Engeland als George II; getrouwd 1706 met Karoline, prinses van Brandenburg-Anspach. Von Isenburg, Stammtafeln, II. |
- dochter van, zie ANNE, prinses van HANNOVER. |
GEORG FRIEDRICH, markgraaf van BRANDENBURG-ANSPACH. II |
(1678-1703) Regerend sinds 1692. Von Isenburg, Stammtafeln, Tafel 66. |
GEORG FRIEDRICH, vorst van WALDECK-PYRMONT. I; VI; VII; XIII |
(1620-1692) Graaf van Culemborg; naaste medewerker van Willem III en veldmaarschalk van het Staatse leger. Van Schilfgaarde, Archief Culemborg. |
- dochter van, zie ALBERTINE ELISABETH; SOPHIA HENRIËTTE. |
GEORG FRIEDRICH KARL, prins van BRANDENBURG-BAYREUTH-KULMBACH. I |
(1688-1735). Neef van regerend markgraaf Christian Ernst. Von Isenburg, Stammtafeln, I. |
GEORG LUDWIG, graaf van ERBACH. I; XIX |
( 1720) Officier in Staatse dienst; 1692 kolonel van de cavalerie; 1701 brigadier; 1704 generaal-majoor; 1709 luitenant-generaal. Van Schilfgaarde, Archief Culemborg; Ringoir, Afstammingen Cavalerie. |
GEORG LUDWIG, keurvorst van HANNOVER. I-XIX |
(1661-1727) Hertog van Braunschweig-Lüneburg-Calenberg en keurvorst van Hannover sinds 1698; hertog van Celle 1705; koning van Engeland 1714 als George I. DNB. |
- echtgenote van, zie SOPHIA DOROTHEA. |
GEORG WILHELM, markgraaf van BRANDENBURG-BAYREUTH-KULMBACH. XV |
(1678-1726) Regerend markgraaf sinds 1712. Von Isenburg, Stammtafeln, I. |
GEORG WILHELM, hertog van CELLE. I-III |
(1624-1705) Hertog van Braunschweig-Lüneburg-Celle sinds 1665. ADB. |
- echtgenote van, zie OLBREUSE, ELEONORE DE. |
GEORGE, prins van DENEMARKEN. I-X; XII; XIII |
( 1708) Echtgenoot van koningin Anne van Engeland sinds 1683. |
GEORGE I, koning van Engeland, zie GEORG LUDWIG, keurvorst van HANNOVER. |
GEORGIN, GEORGE SIGISMUND DE. @ IV; VI; XI |
( 1714) Nederlands officier; 1693 majoor van de cavalerie; 1701 majoor van het regiment Nysle; 1707 kolonel-commandant; 1710 zelf kolonel; 1714 regiment opgeheven. Ringoir, Afstammingen cavalerie. |
GERAERDS, MATTHEUS. XIV |
( 1728) Haarlems regent; schepen van die stad; burgemeester o.a. in 1723. De Jongste, Onrust aan het Spaarne. |
GERARD, ELIZABETH. III; IX; X |
( 1744) Tweede echtgenote van James Douglas, hertog van Hamilton. DNB. |
GERARDINI, N.N. XVII |
N.n.g. Envoyé van de keurvorst-aartsbisschop van Keulen te Wenen 1715-16, ook bekend als Ghirardini. Repertorium, II. |
GERBRANDS, PHILIPPUS. @ XVI-XIX |
( 1750) Nederlands consul te Tripoli 1713-50. Schutte, Nederlandse vertegenwoordigers. |
GERET, ROBERT. II |
N.n.g. Koopman te Antwerpen. |
GERGY graaf van, zie LANGNET, JACQUES-VINCENT. |
GERMAIN, (Sir) JOHN. X; XIII |
(1630-1718) Volgens geruchten een bastaardzoon van stadhouder Willem II; officier in het gevolg van Willem III in 1688. |
- eerste echtgenote van, zie MORDAUNT, MARY. |
GERMAIN, MARIA. II |
( 1703) Samen met haar man Simon de Brienne eigenaar van de Haagse post op Brabant en Frankrijk. Hora Siccama, Aanteekeningen; Graswinckel, "Simon de Brienne", Jaarboek Die Haghe, 1944. |
GERMAYN, ETIENNE. VI; XI |
N.n.g. Koopman te Londen. |
- echtgenote van, zie BELL, SARAH. |
GEROKE, FRIEDRICH. XIII |
N.n.g. Uitvinder in Dresden van een apparaat dat water omhoog kon stuwen. |
GERRIT, N.N. XIV |
N.n.g. Secretaris van Danzig. |
GERSDORFF, ANNA AGATHE VON. V |
(1706-1757) Dochter van Wolf Abraham, Freiherr von Gersdorff en diens tweede vrouw Anna Maria van der Linde, dochter van een Rotterdams regent. |
GERSDORFF, DAVID GOTTLOB VON. XVI |
(1658-1732) Afkomstig uit Saksen; officier in Brandenburgs-Pruisische dienst; later gouverneur van Spandau. NDB. |
GERSDORFF, FRIEDRICH VON. IX |
( 1724) Deens luitenant-generaal van de infanterie, in Nederlandse dienst 1709-14. Staatsche Leger, VIII, bd. III. |
GERSDORFF, WOLF ABRAHAM, Freiherr VON. @ II-XIX |
(1662-1719) Sinds 1691 resident van de keurvorst van Saksen/koning van Polen (sinds 1698) te 's-Gravenhage; extraordinaris envoyé 1697-1719. Repertorium, I. |
- tweede echtgenote van, zie LINDE, ANNA MARIA VAN DER. |
GERVEN, JOHAN VAN. XVIII |
(1654-1723) Zout- en zeepzieder te Heusden; schepen van Heusden 1701-17; burgemeester 1722; ouderling Waalse kerk. Kool-Blokland, De elite in Heusden. |
GESELLE, (Mr.) PIETER. I; III; IV |
(1659-1705) Solliciteur militair te 's-Gravenhage. (GA 's-Gravenhage) |
GESSON, N.N. DE. IX |
N.n.g. Intendant van de Franse ambassadeur Ferriol in Constantinopel, 1709. |
GESTELLE, zie GHISTELLES. |
GESTER, JOOST DE. XIII |
Schepen in het Land van Maas en Waal; gijzelaar van de Fransen. |
GEVERS, PAULUS. XVI |
Rotterdams koopman en regent. |
GEVERS, (Mr.) WITTE. X; XI |
(1672-1744) Rotterdams regent; vroedschap sinds 1704, burgemeester o.a. 1707. Engelbrecht, Vroedschap. |
GEYN, N.N. VAN. II |
N.n.g. Nederlands officier; kapitein-luitenant van de dragonders. |
GHEEL, CORNELIS DANIELSZ VAN, heer van SPANBROEK. VI-VIII; XII; XVIII |
Afkomstig uit een Amsterdams geslacht; pensionaris van Goes sinds 1707 en een der Zeeuwse afgevaardigden naar de Staten-Generaal. Van der Bijl, Idee en Interest. |
GHEEL VAN SPANBROEK, DANIEL VAN. @ VIII; XVII |
Zoon van de voorgaande; ritmeester van de cavalerie; 1720 majoor regiment erfprins van Hessen-Kassel; 1729 kolonel-commandant van een ander regiment. Ringoir, Afstammingen cavalerie. |
GHESEL, ANTHONY VAN. @ IX |
Koopman en makelaar in munitie, in 1709 wonend te Amsterdam. |
GHISTELLES, MAXIMILIAAN ANTHONY DE. I; VIII |
Nederlands officier; 1709 majoor van het regiment cavalerie Chanclos. Ringoir, Afstammingen cavalerie; Sasse van Ysselt, Huizen van 's-Hertogenbosch, II. |
GHOGIA, IBRAHIM. VIII; IX; XI; XII |
Turks marine-officier; schout-bij-nacht. |
GIANNINI, CARLO ANTONIO, graaf. XVII |
Extraordinaris envoyé van de hertog van Modena te Wenen 1700-18. Repertorium, II. |
GIBSON, ANNA. XI |
Echtgenote van Marinus van Vrijbergen sinds 1682. Hora Siccama, Aanteekeningen. |
GIBSON, EDMUND. XVII |
(1669-1748) Engels Anglicaans geestelijke; rector van Lambeth 1703; bisschop van Lincoln 1716; bisschop van Londen 1720. DNB. |
GIBSON, JAMES. IX; XIII |
Schots officier in Nederlandse dienst; 1709-1712 luitenant-kolonel van het Schotse regiment Hepburn-Douglas. Ringoir, Hoofdofficieren infanterie. |
GIESE, N.N. II |
N.n.g. Deens ambtenaar; oorlogscommissaris. |
GIFFEN, DAVID FLUD VAN. II |
(1653-1701) Fries theoloog en predikant; hofprediker van de Friese Nassau's en sinds 1688 predikant te Dordrecht. NNBW. |
GINKEL, heer van, zie REEDE, REINHARD VAN. |
GIOVENASSO, N.N., hertog van. X |
N.n.g. Genoemd als keizerlijk afgezant naar Savoye, 1710. |
GIOVO, ANGELO. XIII; XIV |
Ambassadeur van Genua bij de Porte 1712-15. Repertorium, I. |
GIRALDI, JACOPO. I; II; VI; VIII; XIV |
Extraordinaris gezant van de groothertog van Toscane te Londen 1700-13. Repertorium, I. |
GIRARD, ETIENNE. IX |
Afkomstig uit Genève en wonend te 's-Gravenhage; informant van Heinsius. |
GIRAUD, J. III |
N.n.g. Hugenoots predikant. |
GIS, PHILIPPE. VIII |
Protestant; handwerksman of koopman te Lille. |
GISTED, (Sir) WILLIAM. V |
Commissioner of the navy te Portsmouth. |
GIUDICE, FRANCESCO DEL. IX; XVII |
Kardinaal, adviseur van Philippe V en eerste minister 1714-15; Spaans vertegenwoordiger in Parijs 1714; keizerlijk vertegenwoordiger bij de paus 1719-20. Repertorium, I; Huber, Oesterreich und der Heilige Stuhl. |
GIUDICE y PADACODA, ANTONIO-JOSÉ DEL, vorst van CELLAMARE, hertog van GIOVINEZZO. XVII; XIX |
(1657-1733) Italiaans edelman in dienst van Philippe V van Spanje; ambassadeur te Parijs 1715-18; uitgewezen wegens betrokkenheid bij een complot tegen de regent 1718. Repertorium, II. |
GIUSTINIANI, ASCANIO. II-X |
Bailo van Venetië in Constantinopel 1703-10. Repertorium, I. |
GLABBEEK, SEBASTIAAN VAN. XIII |
( 1754) Nederlands officier; kapitein van de artillerie 1707; majoor 1722; luitenant-generaal van de artillerie 1747-52. Ringoir, Afstammingen artillerie. |
GLARGES, ANTHONY DE. VI; VII; XV; XVIII |
( 1723) Haarlems regent; vroedschap van die stad sinds 1680; vele malen burgemeester; Gecommitteerde Raad van Holland 1704-06. (GA Haarlem.) |
GLEDHILL, N.N. XI |
N.n.g. Engels kolonel, 1711. |
GLENGARRY, zie MACDONALD. |
GLINSTRA, VINCENT VAN. VIII |
( 1730) Nederlands officier; majoor van de cavalerie 1701; kolonel van een eigen regiment 1706-14; 1709 brigadier; 1715 ritmeester (met hogere rang) regiment Oranje-Friesland; 1727 generaal-majoor. Ringoir, Afstammingen Cavalerie. |
GLOUCESTER, bisschop van, zie WILLIS, RICHARD. |
- hertog van, zie WILLIAM. |
GLYMES, ADRIEN-CHARLES DE, heer van SAINT-MARTIN. XII |
Zuid-Nederlands edelman en officier; kolonel in dienst van Philippe V. Annuaire de la Noblesse de Belgique, 1879. |
- weduwe van, zie COTEREAU, CATHARINE DE. |
GLYMES, ALPHONSE-DOMINIQUE-FRANÇOIS DE, prince de BERGHES. XI |
( 1710) Zuid-Nederlands edelman; officier in dienst van Philippe V van Spanje; grande van Spanje. Goethals, Dictionnaire, II. |
GLYMES, PHILIPPE-FRANÇOIS DE, prince de BERGHES. III |
(1646-1704). Zuidnederlands edelman en officier, gouverneur van Brussel sinds 1695. BNB. |
GNIEZNO (GNESEN), bisschop-primaat van, zie SZEMBEK, STANISLAS. |
GOCKINGA, SCATO LUDOLF. @ VII; VIII-XIII |
(1664-1737) Regent van de stad Groningen; Gronings gedeputeerde ter Staten-Generaal; 1709-10 gedeputeerde te Rijssel. NNBW. |
GODART, N.N. V |
Nederlands officier; luitenant, dienend in Portugal. |
GODET, N.N. II |
N.n.g. Koopman te Londen. |
GODIN, CAREL. VI |
(1677-1734) Nederlands marine-officier; 1706 kapitein-ter-zee bij de Zeeuwse Admiraliteit; 1722 schout-bij-nacht; 1730 vice-admiraal. Van der Aa, Biographisch Woordenboek; Admiralenboek. |
GODIN, JOHAN. I |
( 1718) Middelburgs regent; vele malen schepen en burgemeester van die stad sinds 1679; Gecommitteerde Raad van Zeeland en Raad ter Admiraliteit sinds 1687; zijn commissie ingetrokken 1703; pensionaris van Middelburg 1716-18. Lantsheer en Nagtglas, Zelandia Illustrata, I. |
GODNES, N.N. VI |
N.n.g. Schepen van Hulst? |
GODOLPHIN FRANCIS, viscount RIALTON. IV; X; XII |
Zoon van Sidney Godolphin, de lord treasurer; getrouwd met Henriëtta Churchill. |
GODOLPHIN, SIDNEY. @ # I-XVII; XIX |
(1645-1712). Lord treasurer van Engeland 1700-01, opnieuw 1702-10; nauw bevriend met Marlborough en met hem de leider van het Engelse kabinet. DNB. |
GOENS, (Mr.) RIJCKLOFF MICHAEL VAN. @ IX; XI; XII |
(1670-1758) Sinds 1697 lid van de Raad van Justitie te Batavia; 1706 vice-president van dat college; gerepatrieerd als commandeur van de retourvloot 1708; aangetrouwd aan de familie Van Riebeeck; na terugkeer in patria ontvanger van de Oostenrijkse rechten op de Schelde. Coolhaas, Generale Missiven, VI; Nederlands Patriciaat, 14 (1924). |
- echtgenote van, zie LEYDECKER, ELISABETH. |
GÖRTZ, FRIEDRICH WILHELM, Freiherr VON. @ # I; II; VII; IX; XII; XIX |
(1647-1728) Kammerpräsident van Braunschweig-Lüneburg-Hannover, oom van de volgende. Repertorium, I; NDB. |
GÖRTZ, GEORG HEINRICH, Freiherr VON SCHLITZ, genannt VON. I; II; V-XII; XIV; XVI; XVIII; XIX |
(1668-1719) Kamerheer van Holstein-Gottorp sinds 1698; 1702 geheime raad, bestuurder van Holstein-Gottorp tijdens de voogdij van Karl Friedrich; later zeer in de gunst bij Karl XII van Zweden; 1717 gearresteerd in de Republiek; na de dood van Karl XII in Zweden terechtgesteld. ADB; NDB. |
- echtgenote van, zie REVENTLOW, CHRISTINE MAGDALENE VON. |
GOES, JOHAN, heer van ABSMADE. I |
( 1690) Oud-burgemeester van Leiden; 1690 benoemd tot pensionaris van Delft in de vacature Heinsius. |
GOES, (Mr.) ROBERT, heer van BOEKENBURG. @ # I-XIX |
(1653-1724) Afkomstig uit Leiden; veertigraad van die stad 1713; resident in Kopenhagen sinds 1685, extraordinaris envoyé aldaar 1702-17 en 1721-24. Van der Aa, Biographisch Woordenboek; Schutte, Nederlandse vertegenwoordigers. |
- echtgenote van, zie HOP, JOHANNA. |
GOES, (Mr.) ADRIAAN VAN DER, heer van NATERS. @ III; X-XI; XIII; XVIII |
(1649-1721) Burgemeester van Delft; bewindhebber van de VOC. Van der Lely, "Delftsche vroedschappen", Nederlandsche Leeuw, 1914. |
GOES, FRANCO VAN DER. XVII |
Zoon van de voorgaande, landdrost van Delfland. |
GOES, JAN VAN DER. IX |
Nederlands marine-officier; kapitein-ter-zee. Van der Aa, Biographisch Woordenboek. |
GOES, PHILIPS VAN DER. @ I-III; V-VI |
(1651-1707) Nederlands marine-officier; uit een Delfts regentengeslacht; sinds 1678 in zeedienst bij de Amsterdamse Admiraliteit; 1697 vice-admiraal bij de Admiraliteit op de Maze. NNBW; Van Schelven, Philips van Almonde. |
- echtgenote van, zie MEEKEREN, CLARA VAN. |
GOES, TIBERIUS HENRICUS VAN DER. @ IX |
Officier afkomstig uit Antwerpen, dienend in het Spaanse leger in de Zuidelijke Nederlanden, 1709. |
GOES, N.N. VAN DER. XVII |
Commies Raad van State voor de fianciële regeling met de voormalige Spaanse Nederlanden 1715-16. |
GOËSBRIAND, LOUIS-VINCENT, markies de. XI; XII; XVI |
(1659-1744) Frans officier; luitenant-generaal 1704; bevelhebber van Aire 1710; getrouwd met Marie-Madeleine Desmarets. DBF. |
GOËSBRIAND, LOUIS-VINCENT (jr.), markies de. XVI |
( 1752) Frans edelman; getrouwd 1714 met Marie-Rosalie de Châtillon. Dictionnaire de la Noblesse. |
GOESZ, JOHANN PETER, graaf. @ I-VI; XI-XIV |
(1667-1716) Keizerlijk gezant te 's-Gravenhage 1698-1707; extraordinaris envoyé van Carlos III van Spanje aldaar 1703-07 en 1712-13, keizerlijk gevolmachtigd minister bij de vredescongressen te Rastatt en Baden. ADB; Repertorium, I. |
GOETHALS, (Dr.) GEORGIUS. XI; XIII |
( 1719) Hoorns regent; burgemeester van die stad o.a. 1707-12 en 1714-19; bewindhebber van de VOC 1704-13. Kooijmans, Onder regenten. |
GÖTHE, ANNA ELISABETH. III |
(1675-1736) Echtgenote van Samuel Bark. SBL. |
GOLDY, N.N. XIII |
N.n.g. Financier of bankier te Londen, genoemd in verband met Azzurini. |
GOLDACH, N.N. X |
N.n.g. Officier in Nederlandse dienst; 1703 majoor in het regiment van prins Heinrich van Saksen-Gotha. |
GOLICYN, DMITRIJ MICHAILOVIČ, vorst. XI-XV |
(1665-1737) Russisch edelman, officier en diplomaat; gezant in Polen en Saksen; begin 1714 naar Berlijn gezonden. Amburger, Behördenorganisation Russlands. |
GOLICYN, PETR ALEKSEEVIČ, vorst. I |
(1660-1722) Russisch edelman en diplomaat; gezant te Wenen 1701-05. Repertorium, I; Amburger, Behördenorganisation Russlands. |
GOLOVKIN |
(1688-1760) Russisch diplomaat; extraordinaris envoyé te Berlijn 1711-23, maar langdurig afwezig. Repertorium, II; Amburger, Behördenorganisation Russlands. |
GOLOVIN, FEODOR ALEKSEEVIČ, graaf. @ # I |
(1650-1706) Russisch ambtenaar; opperbevelhebber van de vloot en leider van de buitenlandse politiek; met Peter de Grote naar Holland, Engeland en Wenen in 1697-98; 1701 Rijksgraaf. Scheltema, Rusland en de Nederlanden; Amburger, Behördenorganisation Russlands. |
GOLSTEIN, REINIER CAREL VAN. I; IV; VII |
( 1705) Lid van de Ridderschap van Veluwe; 1699 majoor bij het Hollandse cavalerieregiment Hoornbergh; 1705 kolonel-commandant regiment Erbach. D'Ablaing van Giessenburg, Ridderschap Veluwe; Ringoir, Afstammingen cavalerie. |
GOLSTEIN, EVERT JAN BENJAMIN VAN. VIII |
(1665-1719) Burgemeester van Zutphen; lid van de Raad van State wegens Gelderland 1717-19. D'Ablaing van Giessenburg, Ridderschap Veluwe. |
GOLTZ, FRANZ, Freiherr von der. XI; XIII-XV |
Pools generaal-majoor en gezant van de koning van Polen in Turkije van 1711-14. Repertorium. |
GOLTZ, HEINRICH, Freiherr von der. X; XII |
( 1725) Afkomstig uit een Pools-Pruisisch geslacht; militair in Franse en Hollandse dienst; 1702 generaal-majoor in Pruisische dienst; commandant van Danzig ; daarna in Russische dienst als veldmaarschalk; 1710 in ongenade, maar weer in dienst tot 1712. Zedlitz, Adels-Lexicon. |
GOLTZ, N.N. V |
N.n.g. Pools kolonel. |
GOMES DA SILVA, JOÃO, graaf van TAROUCA. @ VIII-XIV |
(1671-1738) Portugees militair en diplomaat; extraordinaris envoyé naar Engeland 1709; ambassadeur en gevolmachtigde te 's-Gravenhage en op het Vredescongres van Utrecht 1710-12; daarna weer te 's-Gravenhage tot 1726. Schutte, Buitenlandse vertegenwoordigers. |
GON, JACOB VAN DER. V; XIV; XVII; XVIII |
Nederlands marine-officier; 1706 ordinaris kapitein-ter-zee bij de Admiraliteit op de Maze; blijkt 1717 in Russische dienst te zijn. Commissieboek Raad van State. |
GONDI, PAULINE-MARGUÉRITE-FRANÇOISE DE, hertogin van LESDIGUIèRES. I |
Sinds 1681 weduwe van de hertog van Lesdiguières; zij stamde uit het huis Longueville en het huis Orléans. |
GONDRIN, HENDRICUS. @ XVII-XIX |
Afkomstig uit Frankrijk; student in de medicijnen te Leiden. |
GOODRICKE, (Sir) HENRY. I |
(1642-1705) Engels officier; luitenant-generaal van de artillerie 1689-1702. DNB. |
GOOR, ANTHONIE HENDRICK VAN. V; VIII |
Nederlands officier; 1706 kapitein in het regiment infanterie Salisch. Commissieboek Raad van State. |
GOOR, JOHAN WIJNAND VAN. @ I-IV |
( 1704) Nederlands officier; generaal-majoor van de infanterie 1701; luitenant-generaal en meester-generaal van de artillerie 1704; commandeur van 's-Hertogenbosch sinds 1689; kolonel van een Hollands regiment infanterie 1695; gesneuveld bij de bestorming van de Schellenberg; Van der Aa, Biographisch Woordenboek; Staatsche Leger, VIII, bd. III. |
GOOTE, PIERRE GASPARD VAN DER. @ V-XIV |
( 1731) President van de Rekenkamer van Vlaanderen sinds 1689; lid van de Raad van State 1695. De Schryver, Bergeyck. |
GORDAN, zie JORDAN. |
GORDON, ALEXANDER, markies van HUNTLEY. VII; XVII |
(1678-1727) Zoon van George Gordon; 1716 tweede hertog van Gordon; Schots katholiek edelman en jacobiet; 1715 betrokken bij de opstand in Schotland; na de slag bij Sheriffmuir gevangen, maar verder niet vervolgd. DNB; Complete Peerage. |
- echtgenote van, zie MORDAUNT, HENRIËTTE. |
GORDON, GEORGE, hertog van GORDON. I; XII; XVII |
(1643-1716) Schots katholiek edelman en jacobiet. DNB. |
- echtgenote van, zie HOWARD, ELIZABETH. |
GORDON, HENDRIK WILLEM. @ XV |
(1661-1716) Van 1704 tot zijn dood predikant te Vianen. |
GORDON, JOHN, graaf van SUTHERLAND. XVII |
(1661-1733) Schots edelman; aanhanger van het huis Hannover; commissaris voor de Unie 1707; representative peer in het Hogerhuis 1707-08 en 1715-33. Complete Peerage. |
GORDON, JOHN. @ VII-VIII |
Schots officier in Nederlandse dienst; luitenant in het regiment Hamilton. |
GORDON, (Sir) WILLIAM. XIV |
( 1742) Schots M. P. voor Sutherland 1708-13 en 1714-27. Sedgwick, House of Commons 1715-1754. |
GORDON, WILLIAM, viscount KENMURE. XVII |
( 1716) Schots edelman en jacobiet; nam deel aan de opstand van 1715; gevangen genomen in Preston; ter dood veroordeeld en onthoofd. Complete Peerage. |
GORDON, WILLIAM, lord STRATHNAVER. VIII |
(1683-1720) Oudste zoon van John Gordon, graaf van Sutherland; kolonel van de infanterie 1702-20. Complete Peerage. |
GORDON, N.N. I |
N.n.g. Verbannen uit Holland. |
GORE, WILLIAM. XIV |
( 1739) Engels koopman en M.P.; 1712-15 een van de directeuren van de South Sea Company. Sedgwick, House of Commons 1715-1754. |
GORSKI, N.N. VI |
Pools gezant naar de Porte 1707. Repertorium, I. |
GOSCHE, GIOVANNI. @ II |
Afkomstig uit Riga; 1694 thesaurier van het Nederlandse consulaat te Aleppo; 1695 consul aldaar; vrijwillig ontslag 1703. Schutte, Nederlandse Vertegenwoordigers. |
GOSLINGA, SICCO VAN. @ # I; II; V-XIX |
(1664-1731) Fries regent; sinds 1688 grietman van Franekeradeel; Fries gedeputeerde in de Raad van State en ter Staten-Generaal; gedeputeerde te velde 1706-09, 1711; gevolmachtigde op het vredescongres van Utrecht 1712-13; ambassadeur te Parijs (met Willem Buys) 1714-15. NNBW; Slothouwer, Sicco van Goslinga. |
GOTE, zie GOOTE. |
GOTTORP, zie HOLSTEIN-GOTTORP. |
GOUDET, FRANÇOIS. @ I; II; IV; V; VII; VIII |
(1653-1719) Afkomstig uit Genève; koopman in Holland; informant van Heinsius. HBLS. |
GOUDRIAAN, heer van, zie BEIEREN VAN SCHAGEN. |
GOULD, NATHANIEL. XV |
(1661-1728) Engels koopman; directeur Bank of England 1697-1709 en 1713-28; gouverneur van de Bank of England 1711-13; Whig M.P. voor New Shoreham 1701-08 en 1710-28. Sedgwick, House of Commons 1715-1754. |
GOURC, N.N. V |
Kamerdienaar van markies de Miremont. |
GOUROUWANNE, N.N. X |
N.n.g. Commies van de syndicus van Lille. |
GOUSSET, N.N. XII |
N.n.g. Solliciteur-militair. |
GOVAERTS, CORNELIS, (junior). XIX |
Regent van Middelburg; creatuur van Willem III; afgezet in 1702. Van der Bijl, Idee en Interest. |
GOVARTS, PETRUS. II; XIX |
(1644-1726) Afkomstig uit Turnhout; R.K. geestelijke; vicaris-generaal van het aartsbisdom Mechelen; 1701 apostolisch vicaris van het bisdom 's-Hertogenbosch; in november/december 1703 naar Holland in opdracht van Bussi en Piazza om voor toelating van De Cock te pleiten; Heinsius hield bij de gesprekken met Govarts echter vast aan de terugkeer van Codde. Schotten, De deputatie van Pieter Govarts; Polman, Katholiek Nederland.; NNBW. |
GOYON-MATIGNON, CHARLES-AUGUSTE DE, graaf van GACÉ. III; IV; VII |
(1647-1729) Frans officier; luitenant-generaal sinds 1693; maarschalk van Frankrijk 1708. Dictionnaire de la Noblesse. |
GOYON-MATIGNON, LOUIS-JEAN-BAPTISTE DE, graaf van GACÉ. XIX |
(1682-1747) Frans officier; berucht wegens een duel met de hertog van Richelieu. Saint-Simon, Mémoires; Dictionnaire de la Noblesse. |
GRAAFF, CORNELIS VAN DER. IV-VI; XVIII |
Nederlands marine-officier; kapitein bij de Rotterdamse Admiraliteit, voor het laatst in dienst vermeld in 1729. Van der Aa, Biographisch Woordenboek. |
GRAAFLAND, GILLIS. XVIII |
(1689-1727) Heer van Mijnden en de beide Loosdrechten; Amsterdams regent; raad sinds 1714; schepen in 1715 en 1717; postmeester van het Antwerpsch Postkantoor sinds 1704. Elias, Vroedschap. |
's-GRAAVESANDE, JAN. XIII |
Schout van Zegwaard. |
GRACHT, ANTOINE-IGNACE VAN DER, heer van FERTIN. XI |
Hoogbaljuw van Doornik. |
GRÄFENDORF, N.N. X |
Officier bij de troepen van de hertog van Saksen-Gotha in de Nederlanden. |
GRAEVIUS, JOHANNES GEORGIUS. II; VII |
(1632-1703) Afkomstig uit Saksen; 1658 hoogleraar te Deventer; 1661 tot zijn dood hoogleraar in de geschiedenis en de welsprekendheid te Utrecht; ook officieel historieschrijver van Willem III. Van der Aa, Biographisch Woordenboek; NNBW. |
GRAFFENRIED, NICOLAS. III; V-VII |
( 1706) Zwitsers officier in Nederlandse dienst; uit een Bernse patriciërsfamilie; majoor van het regiment Tscharner 1699; luitenant-kolonel 1704. HBLS; Ringoir, Hoofdofficieren infanterie. |
GRAFFENRIED, FRIEDRICH. VIII |
(*1674) Zwitsers officier in Nederlandse dienst; kapitein regiment May 1709. HBLS. |
GRAFFENRIED, VINCENT. VIII |
(1664-1717) Zwitsers officier in Nederlandse dienst; majoor van het regiment May 1707. HBLS; Ringoir, Hoofdofficieren infanterie. |
GRAFTON, hertog van, zie FITZROY, CHARLES; HENRY. |
GRAHAM, METCALF. IX |
Engels officier van de cavalerie; adjudant van Marlborough bij Malplaquet; luitenant-kolonel 1709; kolonel 1711. Snyder, Marlborough-Godolphin. |
GRAHAM, RICHARD, viscount PRESTON. I |
Voormalig Engels gezant in Parijs. |
GRAM, CHRISTOFFER OTTO VON. X |
( 1710) Deens officier van de cavalerie; dienend bij het Deense korps in Nederlandse dienst; terug in Deense dienst en majoor van de garde te paard 1709; gesneuveld in de slag bij Helsingborg. |
GRAM, FRIEDRICH VON. X |
(1664-1741) Jagermeester van de Deense koning sinds 1702; staatsraad 1708; geheime raad 1719. DBL. |
GRAMONT, ANTOINE, hertog van. I |
(1672-1725) Frans edelman en officier; 1704 luitenant-generaal; 1724 maarschalk van Frankrijk. Michaud, Biographie Universelle, 17, 325. |
GRAMONT, ANTOINE IV DE, hertog van GUICHE. XII |
(1671-1725) Zich noemende graaf van Guiche; hertog van Guiche 1695; Frans cavalerie-officier; luitenant-generaal 1704; maarschalk van Frankrijk 1724; na 1720 bekend als hertog van Gramont. DBF. |
GRAMONT, ANTOINE-CHARLES DE. VIII |
( 1720) Frans officier en hoveling. Dictionnaire de la Noblesse, 5. |
GRAMSBERGEN, heer van, zie HAEFTEN, STATIUS REINIER VAN. |
GRAN (Esztergom, Hongarije), aartsbisschop van, zie (1707) CHRISTIAN AUGUST, hertog van SAKSEN-ZEITZ; zie (1695-1707) KOLLONITZ, LEOPOLD, graaf. |
GRANA, markies van, zie CARETTO, OTTO ENRICO DEL. |
GRANDE, CATHARINA DE. XIII |
(1688-1774) Echtgenote van Adriaan van der Does, Gouds regent, 1712. De Jong, Met goed fatsoen. |
GRANDIÈRE, JOHAN DE LA. V |
Nederlands officier; 1699 kapitein in het regiment infanterie Heukelum; gepensioneerd 1707. |
GRANDVAL, zie LINIÈRE, BARTHÉLEMY DE. |
GRANERI, MAURIZIO, markies. IX |
Edelman in dienst van de hertog van Savoye; 1700-01 vertegenwoordiger bij de paus; 1709 vertegenwoordiger van Savoye in Milaan. |
GRANETIER, GABRIEL. I |
Sinds 1699 plaatsvervangend commandeur van Hulst. Staatsche Leger, VIII, bd. II. |
GRANT, ALEXANDER, of GRANT. VIII |
Schots kolonel in Engelse dienst. |
GRANVILLE, graaf van, zie CARTERET, JOHN. |
GRANVILLE, GEORGE, baron LANSDOWN OF BIDEFORD. XI; XVII |
(1667-1735) Engels schrijver en dichter; 1702 ook M.P.; M.P. Cornwall 1710; secretary of war 1710; baron Lansdown of Bideford 1712, comptroller of the household en privy councillor 1712, maar door George I ontslagen; 1715-17 gevangen in de Tower wegens zijn jacobitische sympathieën. Complete Peerage. |
GRANVILLE, JOHN, baron. I; VI |
(1665-1707) Engels officier; 1702-05 luitenant-generaal van de artillerie; baron Granville 1703. |
GRANVILLE, JOHN, baron. V |
Eigenaar van nederzettingen in de Carolina's in Noord-Amerika. |
GRANVILLE, JOHN, lord GRANVILLE OF POTHERIDGE. XI |
( 1707) Tweede echtgenoot van Rebecca Child. Complete Peerage. |
GRANVILLE, WILLIAM HENRY, graaf van BATH. XII |
(1692-1711) Engels officier. Complete Peerage. |
GRANVILLE, lady, zie CHILD, REBECCA. |
GRASWINCKEL, (Mr.) ENGELBERT. XV |
(1653-1738) Delfts regent; veertigraad sinds 1683; burgemeester o.a. in 1710, 1715, 1716, 1719 en 1720; 1715 hoofdingeland van Delfland; raad ter Admiraliteit op de Maze en vele malen lid van Gecommitteerde Raden van Holland. Graswinckel, Graswinckel. |
GRAVE, BARBARA. XIX |
N.n.g. Jonge Nederlandse vrouw, koorddanseres; aangehouden te Valenciennes 1720, omdat een jonge Franse edelman, de markies de Fiennes, een huwelijk met haar zou willen aangaan. |
GRAVE, HENDRIK. II; XIV; XVII |
(1670-1749) Nederlands marine-officier; kapitein-ter-zee bij de Amsterdamse Admiraliteit 1698; 1716 commandant van het eskader in de Oostzee; 1722 schout-bij-nacht; 1744 luitenant-admiraal bij de Admiraliteit op de Maze. Bruijn, Admiraliteit. |
GRAVE, JOHAN DE LA. VII |
( 1715) Nederlands ingenieur; 1705 extra-ordinaris ingenieur; 1706 ingenieur 3e klasse; 1710 der 1e klasse. Ringoir, Afstammingen Genie. |
'S-GRAVENMOER, heer van, zie DUYN, NICOLAAS VAN DER. |
GRAVES, N.N. DE. @ IX |
Frans officier; luitenant van de gendarmerie du roy, gevangen genomen bij Oudenaarde, in 1709 met verlof in Frankrijk. |
'S-GRAVESANDE, WILLEM JACOB. @ XVII |
(1688-1742) Natuurkundige en schrijver; 1715-16 secretaris van Van Wassenaer-Duvenvoorde te Londen; 1717 hoogleraar mathematica en astronomie te Leiden. NNBW. |
GRAVILLE, chevalier de, zie POUSSEMOTHE DE L'ETOILE, JEAN-BAPTISTE. |
GRAYDON, JOHN. I-III |
( 1726) Engels marineofficier; schout-bij-nacht 1702; vice-admiraal 1703, maar nog hetzelfde jaar ontslagen. DNB. |
GREBENDORFF, N.N. I |
Edelman in dienst van de hertog van Saksen-Gotha. |
GRECK, N.N. VIII |
N.n.g. Engels marine-officier, 1709. |
GREENFIELDS, N.N. XI |
Lid van de Anglicaanse kerk. |
GREENWICH, graaf van, zie CAMPBELL, JOHN, hertog van ARGYLL. |
GREG, WILLIAM. VII |
( 1708) Klerk in het kantoor van Robert Harley-Oxford; verkocht officiële stukken aan Frankrijk; gearresteerd en tot de galg veroordeeld. |
GRENIER, DAVID. XIX |
( 1712) Koopman in kruit te Middelburg; betrokken bij de rellen van 1702 aldaar en in 1703 lid van de vroedschap van Middelburg. Van der Bijl, Idee en Interest. |
GRéNUS, GABRIEL. II |
(1672-1738) Zoon van Théodore Grénus, en ook burgemeester van Genève. DHBS, 3, 545. |
GRÉNUS, G. @ X-XI; XII-XIII; XVI |
Zoon van de volgende; luitenant in het Staatse leger; 1715 betrokken bij doodslag in Mons; niet in de commissieboeken van de Raad van State; spelt zijn naam ook als Grénut. |
- echtgenote van, zie HANOT DE SAINT-HILAIRE, N.N. |
GRÉNUS, JACQUES. @ VII-VIII; X-XVI |
Lid van het bekende geslacht van patriciërs te Genève; officier onder de prins van Vaudemont; trouw correspondent van Heinsius te Genève. |
GRÉNUS, PIERRE. VIII |
(1658-1749) Zwitsers officier in Franse dienst; kolonel van het regiment Surbeck; brigadier van de infanterie. HBLS. Verwant van Jacques Grénus. |
GRÉNUS, THÉODORE. @ II |
(1637-1709). Procureur-generaal en burgemeester van Genève. HBLS. |
GREUTH, EGIDIUS, Freiherr von. II; V |
Keizerlijk zaakgelastigde in Zwitserland; Legationssubstitut in Zwitserland 1703-04 en opnieuw in 1705-06. Repertorium, I. |
GREVE, JACOB. IX |
Nederlands koopman in Hamburg. |
GREVEN, ALBERTUS. XVII |
( 1733) Burgemeester van Zwolle. |
GREVEN, EGBERT. XVII |
(1683-1725) Zoon van de voorgaande; contrarolleur van de convooien en licenten te Zwolle; licentmeester aldaar 1716. Van Doorninck, Geslachtkundige aanteekeningen, 586. |
GREVENDORF, N.N. V |
Pruisisch[?] officier; 1703 brigadier onder Fagel; 1704 aanwezig bij Höchstädt. Staatsche Leger, VIII, bd.I. |
GREVELSRECHT, heer van, zie ROOSENBOOM, HUYBERT. |
GREY, FORDE, graaf van TANKERVILLE. I |
( 1701) Engels edelman; lord privy seal 1700-01. DNB. |
GREY, HENRY, graaf van KENT. III; V-VI; X; XII; XIV; XVII |
(1671-1740) Engels edelman; lord chamberlain 1704-10; markies 1706; hertog van Kent 1710. Snyder, Marlborough-Godolphin. |
GREY, THOMAS, graaf van STAMFORD. I; V; XII |
(1654-1720) Engels Whig politicus; kanselier van het Duchy of Lancaster; door Anne uit al zijn ambten ontslagen. DNB. |
GRIFFIN, EDWARD, lord. VII-IX; XI |
( 1710) Schots Jacobiet; hoveling van James II en de pretender; gevangen genomen en ter dood verdoordeeld, maar vóór zijn terechtstelling gestorven. |
GRIGNAN, FRANÇOIS D'ADHÉMAR DE MONTEIL, graaf van. VI |
( 1715) Frans edelman en offcier; luitenant-generaal in de Provence. Saint-Simon, Mémoires. |
GRILLON, N.N. @ IX |
Hugenoot in Londen; steunt de strijd van de Camisards in de Cévennes, 1709. |
GRIMALDI, ANTONIO, markies de CAVA. VI; IX |
( 1709) Spaans officier; luitenant-generaal in dienst van Philippe V; ondercommandant van Mons; neef van de volgende.. Jadin, Correspondance. |
GRIMALDI, FILIPPO. VI; IX |
(1645-1715) Spaans officier; commandant van Mons bij de overgave, 1709. Jadin, Correspondance. |
GRIMALDI, GIROLAMO. VI; VIII; XI-XIV |
(1674-1733) Abt van Santa Maria; aartsbisschop van Edessa; 1706-12 internuntius te Brussel; nuntius in Polen 1712-21; te Wenen 1721; kardinaal 1730. Karttunen, Nonciatures, 93. |
GRIMALDO, JOSÉ DE, markies de GRIMALDO. XVIII; XIX |
Minister van buitenlandse zaken van Philippe V van Spanje 1714-24. |
GRIMANI, PIETRO. IX; XI-XIV; XVIII |
( 1752) Afkomstig uit een aanzienlijke Venetiaanse familie; ambassadeur in Engeland 1710-13; in Wenen 1715-20; doge van Venetië in 1741. Repertorium, I; II. |
GRIMANI, VINCENZO. II; III; VI; IX |
(1655-1710) RK geestelijke; 1697 kardinaal; staatsman en diplomaat, eerst in dienst van Savoye, daarna in die van de keizer; 1708 keizerlijk onderkoning van Napels. Enciclopedia Italiana, XVII. |
GRIMES, HEINDRICK. XIV |
(1659-1739) Rotterdams regent, maar nooit lid van de vroedschap. (G.A. Rotterdam) |
GRIMONT, JEAN, heer van TROGNÉE. @ I-IV; XIII |
( 1704) Luiks officier in Nederlandse dienst; 1695-97 luitenant-kolonel van het Utrechtse regiment Du Theil; daarna in keizerlijke dienst; 1702 kolonel van een regiment Luikerwalen in Staatse en keizerlijke dienst; 1704 brigadier van de Staatse infanterie. Ringoir, Hoofdofficieren infanterie. |
GRIMONT, N.N. III-IV |
( 1736) Broer van de voorgaande; kolonel in keizerlijke dienst. Yans, "Parti Hollandais", 338. |
GROBBENDONCK, graaf van, zie SCHETS, ANTOINE-IGNACE. |
GROENENDIJK, (Mr.) JAN VAN. @ V; XI; XVI-XVII |
(1634-1716) Sinds 1668 eerste secretaris van Leiden. Prak, Gezeten burgers. |
GROENENDIJK, (Mr.) PIETER VAN. V |
(1652-1731) Jongere broer van de voorgaande; sinds 1683 mede-secretaris van Leiden; volgt op als eerste secretaris van de stad 1716. (GA Leiden) |
GROENEVELD, (Dr.) CORNELIS VAN. X |
( 1695) Arts en veertigraad van Leiden. Prak, Gezeten Burgers |
GROENEVELD, (Mr.) DIRK VAN. X; XI |
(1677-1727) Zoon van de voorgaande; Leids regent; veertigraad 1710-27; schepen 1718-19. Prak, Gezeten Burgers. |
GROENEWEGEN, ADRIAAN VAN. @ I; XIII; XIV |
( 1712) Boekhouder van de VOC bij de Kamer van Delft. Van Dam, Beschrijvinge, 1e boek, I, p. 399. |
GROENEWEGEN, JULIAEN VAN. @ XIII; XIV |
Zoon van de voorgaande. |
GROENHOUT, (Mr.) DIRCK. X; XIV; XV; XIX |
(1680-1720) Heer van Capelle aan de IJssel; Rotterdams regent; schepen in 1709 en 1710; vroedschap sinds 1711; bewindhebber VOC; 1709 getrouwd met Elisabeth Maria Roosmale(1713). Engelbrecht, Vroedschap. |
GROENINX, (Mr.) MARINUS. @ # I-XIX |
(1655-1730) Rotterdams regent; vroedschap 1692-1730; burgemeester o.a. 1708-09, 1714-20; diverse andere stedelijke functies; gedeputeerde ter Staten-Generaal 1697-1700; Raad van State 1701-04; Gecommitteerde Raad van Holland 1704-11; bewindhebber VOC 1698-1730. Nederlands Patriciaat, 19, 71; Engelbrecht, Vroedschap. |
- echtgenote van, zie NEYN, CATHARINA DE. |
GROFEY, PHILIPPE. VI; VII; XI; XII |
Secretaris van Benedikt Sapieha, groot-schatmeester van Litauen; 1705 overgegaan in dienst van Rákóczi en 1706-07 diens vertegenwoordiger bij de Zweedse koning. Repertorium, I; Köpeczi, La France et la Hongrie; Recueil des Instructions, Suède, 243. |
GROMMÉ, GILLES GILLESZ. XII |
(1659-1710) Delfts regent en o.a. bewindhebber van de WIC. Nederlandsche Leeuw, 1915, 113. |
GRONDEN, SARIS VAN DER. VI |
(1682-1735) Nederlands officier; kapitein van de cavalerie; majoor van het Hollandse regiment Van Eck 1710; kolonel 1728. Ringoir, Afstammingen cavalerie. |
GRONGNET, CHARLES. VIII |
Hugenoots bankier te Amsterdam, 1709, met relaties onder de Camisards. |
GRONSFELD, graaf van, zie BRONCKHORST-GRONSFELD. |
GROOT, FRANÇOIS DE. XVII |
( 1715) Nederlands marine-officier; kapitein-ter-zee bij de Admiraliteit van het Noorderkwartier; verdronken in de Oostzee. (Instituut voor Maritieme Historie, 's-Gravenhage). |
GROOT, (Mr.) JOAN. XIX |
(1681-1750) Afkomstig uit een Hoornse regentenfamilie; advocaat; secretaris van Hoorn 1712-18; pensionaris 1719-50. Kooijmans, Onder regenten. |
GROOT, JOHANNA CATHARINA DE. @ IV; VII |
(1664-1729) Kleindochter van Hugo de Groot (Grotius); verwante van Heinsius; tweede echtgenote van Thomas van Beresteyn, heer van Maurick en ontvanger van de geestelijke goederen van Kempenland. Van Beresteyn, Genealogie Van Beresteyn, I, 293. |
GROOTVELT, JOHAN. VI |
Regent van Gorcum en gecommitteerde raad van Holland 1706-1708 en 1715-16. |
GROOTVELT, N.N. I |
Makelaar te Amsterdam. |
GROTE, THOMAS, Freiherr von. I-IX; XI-XIV |
Extraordinaris envoyé van Hannover in Zweden 1698-1701 en 1702-07; te Hamburg 1712-14. Repertorium, I. |
GROTHUSEN, CHRISTIAN ALBRECHT. XIV; XVI |
(1680-1715) Zweeds officier, met Karl XII in Bender en met hem terug naar Zweden. SBL. |
GROULARD, N.N. V |
N.n.g. Grootmajoor van Maastricht. |
GROVES, WILLIAM. I |
Engels matroos. |
GROVESTINS, FREDERIK SIRTEMA VAN. V-XIII |
(1668-1730) Nederlands officier; 1701 kolonel van een Fries regiment cavalerie; 1704 brigadier; 1709 generaal-majoor; 1711 commandant van Bouchain; 1727 luitenant-generaal van de cavalerie. NNBW; Ringoir, Afstammingen cavalerie. |
GROSZWARDEIN, bisschop van, zie (1702) CSÁKY, EMERICUS graaf. |
GROW, DANIEL. VI |
Zijdewerker in Londen, afkomstig uit Amsterdam, geronseld als matroos. |
GRUBB, MICHIEL. VII |
Koopman te Stockholm. |
GRUDZINSKI, JOHANN. XIII; XIV |
Pools officier, aanhanger van Karl XII van Zweden. |
GRÜBER, FRANZ VON. XVIII |
Keizerlijk raad en eerste commissaris van oorlog in de Oostenrijkse Nederlanden na 1716. Ruwet, Soldats des régiments nationaux. |
GRÜNECK, zie SCHMID VON GRÜNECK. |
GRÜNER, JOHAN DIDERIK. I-VIII; X |
(1661-1712) Deens staatsman en diplomaat; staatsraad; zaakgelastigde te Stockholm 1700-09. Marquard, Danske Gesandter; DBL. |
GRUMBKOW, FRIEDRICH WILHELM VON. V; VI; VIII; X; XI; XIV-XVI; XVIII; XIX |
(1678-1739) Pruisisch officier en ambtenaar; gestudeerd in Leiden en Utrecht; 1703 kolonel; 1708 brigadier; 1709 generaal-majoor van de infanterie; 1711 General-Kriegskommissar; 1717 luitenant-generaal; 1733 generaal; 1737 veldmaarschalk. ADB; NDB. |
GRUND, GEORG. VIII |
Deens handelsraad; extra-ordinaris envoyé te Moskou 1705-10. Marquard, Danske gesandter. |
GRUUTERE, EMANUEL DE. VI |
N.n.g. Schepen van Gent. |
GRUIJS, BERENT, heer van LELLENS. X |
(1638-1724) Groninger (Ommelander) regent; lid van de Hoge Justitiekamer van Groningen. Nederlandsche Leeuw, LXXVIII (1961), 19. |
GRUIJS, SWEER BOLDEWIJN. @ X |
(1682-1724). Zoon van de voorgaande; advocaat voor de Hoge Justitiekamer van Groningen; later officier van de cavalerie. Nederlandsche Leeuw, LXXVIII (1961), 19. |
GRUYTER, WILLEM DE, heer van MIJNDEN en de beide LOOSDRECHTEN. V |
In 1706 werd de heerlijkheid van Mijnden en de beide Loosdrechten door de Staten van Holland overgeschreven van Mr. Willem de Gruyter, te Utrecht, op Jeronimus de Haze de Georgio. |
GRYSPERRE, GUILLAUME-ALBERT DE, baron van GOYCK. @ V;VII-X |
(1637-1725) Zuid-Nederlands edelman; lid van de Geheime Raad en van de Raad van State te Brussel; 1688 lid van de 'Consejo de Flandes'; 1690 president van de Grote Raad van Mechelen; 1699 kanselier van Brabant; 1691 baron van Goyck. De Schryver, Bergeyck. |
GUADAGNI NERI, N.N., markies. VIII |
N.n.g. Toscaans gezant te Wenen 1709-17. Repertorium, I. |
GUALTIERI, FILIPPO ANTONIO. I; XIX |
(1660-1728) Titulair aartsbisschop van Athene; bisschop van Imola; kardinaal 1706; nuntius te Parijs 1700-06; 1717 ook genoemd als protector van de Engelsen te Rome. Karttunen, Nonciatures, 246; Repertorium, II. |
GUARIENT, CHRISTOPH IGNAZ, Freiherr von. V; VI |
Keizerlijk extraordinaris gezant bij de Porte, 1706. Repertorium, I. |
GUASTALLA, hertog van, zie VINCENZO. |
GUASTANAGA, markies van, zie AGURTO, FRANCISCO ANTONIO. |
GUBERNATIS, MARCELLO, graaf de. IX; XI |
Savoyard diplomaat; 1685-1700 en 1710-11 gezant van de hertog van Savoye bij de paus. Repertorium, I. |
GUERICKE, LEBERECHT VON. VII-IX; XII-XIV |
Regeringsraad van Maagdenburg, vertegenwoordiger van Pruisen in de commissie die de geschillen te Hamburg moest oplossen. Repertorium, I. |
GUERNSEY, lord, zie FINCH, HENEAGE. |
GUETHEM, PIETER VAN. VI; VIII; XII |
( 1709) Afkomstig uit de Zuidelijke Nederlanden; officier in dienst van Max Emanuel van Beieren, vervolgens in keizerlijke dienst; 1706 overgegaan in Nederlandse dienst als kolonel van een regiment partijgangers; pleegt 1707 een aanslag op een Franse hoffunctionaris tussen Versailles en Parijs. Veenendaal sr., 'Pieter van Guethem', Driekwart Eeuw Historisch Leven in Den Haag. |
GUEUDEVILLE, NICOLAS DE. V |
(1650-1720) Frans Benedictijner monnik; in 1689 naar de Republiek uitgeweken en protestant geworden; redacteur (tot 1710) van 'l'Esprit des Cours de l'Europe'. Köpeczi, La France et la Hongrie; Hatin, Gazettes de Hollande, 190; Rosenberg, Nicolas Gueudeville and his work. |
GUICCIARDI, ORAZIO, graaf. II |
Diplomaat van de hertog van Modena; 1709-11 gezant Carlos III als koning van Spanje; 1711-22 gezant te Wenen. Repertorium, I. |
GUICHARD, JEAN, markies van PÉRAY. I |
Hugenoot in Nederland. |
GUICHART, N. @ X |
Predikant van de protestantse kerk te Eupen, 1709. |
GUICHE, hertog van, zie GRAMONT, ANTOINE DE. |
GUIGUER, GEORGE-TOBIE. XI; XII |
(1672-1752) Koopman en bankier te Londen, afkomstig uit Zwitserland; verwant aan de Tourtons; het huis Tourton & Guiguer in Londen en Parijs was een relatie van Huguetan. Lüthy, La Banque Protestante. |
GUILFORD, baron, zie NORTH, FRANCIS. |
GUINIGI, BERNARDO. I |
Waarnemend nuntius te Keulen 1702. Karttunen, Nonciatures. |
GUIPIJN, JACOB. XII |
Vlissinger kaperkapitein, voerende de 'Bossenburg' van 36 stukken. Verhees, Zeeuwse Kaapvaart. |
GUIRAUD, HANNIBAL DE. I-III |
( 1704) Officier in Nederlandse dienst; 1701-04 luitenant-kolonel van het regiment infanterie Belcastel. Ringoir, Hoofdofficieren infanterie. |
GUISCARD, ANTOINE DE, abt van LA BOURLIE. @ III-VIII; XI; XII; XIV; XIX |
(1658-1711) Frans edelman en avonturier; zoon van de volgende; betrokken bij de opstand in de Cévennes; pleegde 1711 in Londen een aanslag op Harley-Oxford. Michaud, Biographie Universelle, 5, 526; Dictionnaire de la Noblesse, 8; Grand Armorial de France, IV, 258. |
GUISCARD, GEORGES DE, graaf de LA BOURLIE. III |
(1616-1693) Frans officier; gouverneur van Sedan; vader van Antoine en Louis. Hoefer, Nouvelle Biographie Générale, 7, 98; Dictionnaire de la Noblesse, 8. |
GUISCARD-MAGNY, LOUIS, graaf de. I-V |
(1651-1720) Frans militair en diplomaat; zoon van de voorgaande; luitenant-generaal; gezant te Stockholm 1699-1701. Repertorium, I; Dictionnaire de la Noblesse, 8. |
GUITET, MARTERIN. IX |
( 1746) Nederlands marine-officier; 1703 ordinaris kapitein bij de Friese Admiraliteit. (Instituut Maritieme Historie, 's-Gravenhage) |
GUITTON, MARCUS. XIX |
(1692-1767) Waals predikant te Maastricht; 1720-27 predikant van de Nederlandse ambassadekapel te Parijs. Schutte, Nederlandse vertegenwoordigers. |
GULDENBURG, zie GYLLENBORG. |
GULDENLEEUW, zie GYLDENLǾVE. |
GULDENSTEEN, graaf, zie HUGUETAN, JEAN-HENRI. |
GULDEWAGEN, (Mr.) ABRAHAM. I; XI |
(1667-1728) Haarlems regent; raad sinds 1693; schepen o.a. 1704 en 1705; burgemeester 1715 en 1718; raad ter Admiraliteit van Amsterdam 1698-1703; gecommitteerde raad van Holland 1711-14; gedeputeerde Staten van Holland 1717. Van der Aa, Biographisch Woordenboek. |
- echtgenote van, zie DICKX, MARIA. |
GULDEWAGE, JUDITH. X |
Echtgenote van Mr. Jacob Akersloot sr., pensionaris van Haarlem. |
GUMOËNS, GEORGE DE. @ V; VI; XI |
( 1737) Zwitsers officier in Nederlandse dienst; 1707 luitenant-kolonel van het regiment May; 1719 luitenant-kolonel regiment Stürler; 1729 kolonel. Ringoir, Hoofdofficieren infanterie. |
GUMOËNS, JACQUES FRANÇOIS DE. X; XI |
( 1729) Zwitsers officier in Nederlandse dienst; 1702 majoor van het regiment van Stürler; 1704 luitenant-kolonel; 1717 kolonel-commandant; 1722 kolonel. Ringoir, Hoofdofficieren infanterie. |
GUNTERSTEIN EN TIENHOVEN, heer van, zie COLLEN, FERDINAND VAN. |
GUSTAVE KAROLINE, prinses van MECKLENBURG-STRELITZ. VII |
(1694-1748) Von Isenburg, Stammtafeln I, T.124. |
GUTTENBERG, MARIE GERTRUD WOLFF VON, gravin-douairière van BERLEPSCH. @ I; X |
Hofdame van de Spaanse koningin Maria Anna van Pfalz-Neuburg, de echtgenote van Carlos II; de gravin van Berlepsch had een grote invloed op de koningin en op de staatszaken; in 1700 gedwongen Spanje te verlaten; weduwe van Wilhelm Ludwig von Berlepsch ( 1679); kocht de vrije heerlijkheid Millendonck in het Gulikse; 1706 door de keizer begiftigd met de titel van vorstin-abdis van het damesstift te Praag (Neustadt), dat door haar gesticht was. Kneschke, Deutsches Adels-Lexicon, I, 354; De Schryver, Bergeyck, 118; Saint-Simon, Mémoires. |
GUTTIEREZ, FRANçOIS, markies van LOS RIOS DE CORDOVA. XI |
( 1775) Spaans edelman en officier; aanhanger van Carlos III; later gouverneur van Ath; overleden op de leeftijd van 103 jaar. Ruwet, Régiments Nationaux. |
GWYNNE, (Sir) ROWLAND. @ V-VI; VIII |
Engels ambtenaar; bekleedde onder Willem III verscheidene posten; Whig M.P. tot 1702; sinds 1703 in Hannover in de hoop daar Engels resident te worden. Hatton, George I. |
GWYNNE, NELL. XII |
Maîtresse van de Engelse koning Charles II. |
GYLDENLǾVE, ULRIK CHRISTIAN. X; XII-XIV |
(1678-1719) Bastaardzoon van koning Christian V van Denemarken, marine-officier en admiraal. DBL. |
GYLDENSTOLPE, EDVARD. I |
(1679-1709) Zweeds officier; 1702 in Constantinopel; gesneuveld bij Poltawa; oudste zoon van de volgende. SBL. |
GYLDENSTOLPE, NILS, graaf. I-VIII |
(1642-1709) Zweeds gezant te 's-Gravenhage 1679-87; 1702 opvolger van Oxenstierna als president van de kanselarij, maar pas in 1705 officiëel benoemd. SBL. |
- weduwe van, zie EHRENSTÉEN, MARGARETHA. |
GYLLENBORG, KARL, graaf. X; XII; XIV; XVII-XIX |
(1679-1746) Zweeds diplomaat en staatsman; secretaris van Leyoncrona in Londen sinds 1704; 1710-17 Zweeds gezant aldaar; vice-hofkanselier van Zweden juni 1719; hofkanselier mei 1720. SBL. |
GYLLENSTIERNA, KARL, graaf. XVI; XIX |
(1649-1723) Zweeds edelman; president van de Senaat; van de Hofraad 1718. SBL. |
GYLLENSTIERNA, MARGARETHA, gravin. VIII; X |
( 1740) Enige dochter van de volgende; 1710 derde vrouw van Arvid, graaf Horn. |
GYLLENSTIERNA, NILS, graaf. I; VII-XI; XIX |
(1648-1720) Zweeds officier; bevelhebber van de Zweedse troepen in Duitsland sinds 1699; graaf 1705; veldmaarschalk 1709; president van de oorlogsraad 1710. SBL. |
GYMMENICH, N.N., Freiherr von. XVII |
Kandidaat voor het aartsbisdom Trier 1716. |
GIJS, (Mr.) PIETER. XII |
(1678-1759) Schout van Vennip; 1711 in de Leidse vroedschap en carrière als stedelijk regent. Prak, Gezeten Burgers. |