In de kroniek van Peter van Os, stadssecretaris van
's-Hertogenbosch (1498-1542), worden de gebeurtenissen in
's-Hertogenbosch en Brabant per schepenjaar beschreven tot
1523. Het inleidende gedeelte van de kroniek bevat de
legitimatie van de positie van de hertogen van
Brabant. Van Os begint bij Adam en belandt via de Trojanen, Grieken, Romeinen, Merovingen en Karolingen uiteindelijk bij hertog
Hendrik I, de stichter van 's-Hertogenbosch. Daarna staan
stad, Meierij en hertogdom centraal. Er wordt onder meer
aandacht besteed aan tolvrijstellingen, eedafleggingen bij
inhuldiging van een nieuwe vorst en oorlogshandelingen.
Vooral de Gelderse oorlogen vanaf 1478 worden gedetailleerd
beschreven. Ook de 'petite histoire' komt aan bod. Zo vindt
men bijvoorbeeld gegevens over het klimaat, de bouw van
stadsmuren, de stadsbranden en het gieten van een klok op
het St. Janskerkhof.
De kroniekmatige aantekeningen van politieke, monetaire en
economische aard worden vaak ondersteund door oorkonden,
die geparafraseerd of geheel zijn weergegeven. De tekst van
deze stukken staat in een cartularium, bestaande uit twee
banden, dat in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag
berust. De gegevens over politieke en juridische zaken uit het
begin van de zestiende eeuw zijn van groot belang voor de
bestudering van de verhouding tussen Stad en Meierij van
's-Hertogenbosch en tussen de stad en de gebieden ten
noordoosten van de Meierij. De kroniek is in het
Middelnederlands geschreven, maar bevat ook enkele Latijnse
passages. Voor zover de tekst daarbij niet aan oorkonden
ontleend is, wordt deze vertaald in de noten. De Kroniek
van Peter van Os is toegankelijk gemaakt door middel van
een concordantietabel op kroniek en cartularium en een
index op persoons- en plaatsnamen.