Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 18

Nummer 18
Datum 9-1-1950
Soort notulen
Kenmerk Ministerraad
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s)
Ontvanger(s)
Plaats van opmaak Den Haag
Plaats van bestemming
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief van de Ministerraad en onderraden
Dossiernummer doos 394
Trefwoorden Anak Agung Gde Agung, Ide (AA), minister van Binnenlandse Zaken van Indonesië 12/'49-12/'50; ambassadeur te Brussel, '50-'54; minister van Buitenlandse Zaken '54-maart '56
Darul Islam
geldwezen
Indologen
Indonesië, bezoeken aan/missies naar -
Java, West -/Bandung
luchtvaartaangelegenheden
Maarseveen, H.J. van*
Negara Pasundan/regering van de -
onderwijsaangelegenheden/opleidingen
rechtspraak; zie ook APRA-arrestanten, (rechts)positie van -; Nederlanders in Indonesië, arrestatie/rechtspositie van en NG, (rechts)positie gevangenen op -
Sukarno, buitenlandse reizen (overige)
Unieconferentie/ministersconferentie maart-april '50
wapen(s)/oorlogsmateriaal, -transacties/embargo op -/vergunningen voor - voor Indonesië
Westerling, R./Westerlingaffaire(s)
Annotatie slotnoot 3b:
Diezelfde dag seinde Van Maarseveen onder no 19 aan Hirschfeld dat hij van plan was 14 jan. te vertrekken, 17 jan. in Indonesië te arriveren en 3 feb. vandaar weer naar Nederland terug te keren. NA, archief Minkol., codetel. 1950, 11

inleidende noot bij 3e: Vgl. recordnummers 674, 682 e.v.

slotnoot 3e: Zie recordnummer 760 e.v.

Inleidende noot bij 3i:
Op 5 jan. had Hirschfeld onder no 22 aan Lieftinck, 'mede voor Minuor' geseind: 'Inzake de bekendmaking van het Min. van Financiën van de RIS over de positie van het ORI-geld, welke U heden en clair is geseind, merk ik op, dat hieromtrent tevoren geen overleg met de HC heeft plaats gevonden, hetgeen ik betreur. Sjafruddin heeft wel in algemene zin overleg gepleegd met Oudt, die zich op het standpunt stelt dat, gezien de van RIS-zijde gestelde politieke onmogelijkheid om het ORI-geld waardeloos te verklaren en de noodzaak om onverwijld bij de bevolking zekerheid te scheppen omtrent de positie van het huidige federale geld tegenover het ORI-geld, overleg met Nederland evenals dat in het RIS-kabinet pas behoeft te geschieden zodra verdere afwikkeling van het ORI-probleem aan de orde komt. Met de Javabank heeft inzake de bekendmaking geen overleg plaats gevonden. Hoewel ik betreur dat geen overleg met Nederland heeft plaats gevonden, geef ik er onder de gegeven omstandigheden de voorkeur aan hieromtrent geen formele demarches bij de RIS-Regering te ondernemen, doch slechts te kennen te geven, dat de Ned. Regering verwacht dat omtrent verdere uitvoeringsmaatregelen overleg met Nederland zal plaats vinden. - - - Archief BZ, ingekomen codetel. Djakarta 1950.

noot slot 3i:
In overeenstemming met dit besluit van de ministerraad  seinde Götzen in antwoord op bovenaangehaald telegram op 12 jan. onder no 28 aan Hirschfeld, dat hij diens opvatting 'dat formele stap thans minder gewenst is, teneinde verhoudingen niet bij de aanvang te bederven' te onderschrijven. Wel verzocht hij 'deze aangelegenheid op geëigend ogenblik mondeling te behandelen, waarbij uiteraard begrip tonen voor begin-moeilijkheden'. NA, archief Minkol., codetel. 1950, 11.
Zie ook 19: Ministerraad
22: Ministerraad
PDF transcriptie (17 KB)