Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 1500

Nummer 1500
Datum 11-2-1950
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Hasselman 75
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Hasselman, A.H. (info)
Ontvanger(s) Stikker, D.U. (info)
Plaats van opmaak Canberra
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1950
Dossiernummer 20
Trefwoorden Australië, houding/positie van -
NG, defensie van -
NG, Nederlands-Indonesische bestuurlijke samenwerking inzake -
Verenigd Koninkrijk, houding/positie van -
Annotatie slotnoot:
In aansluiting op zijn no 75 seinde Hasselman op 12 feb. onder no 76 aan Stikker: 'Van de Britten en Amerikanen alhier heb ik vernomen dat Burton hen, alvorens deze aan mij ter hand gesteld werd, een afschrift van de nota inzake Nieuw-Guinea heeft overhandigd, terwijl hij mij hieromtrent niet op de hoogte stelde. Het Foreign Office, het State Department en Jessup, die momenteel in Bangkok vertoeft, zijn ingelicht. Mijn informanten hebben mij verzocht van het bovenstaande slechts een zeer bescheiden gebruik te maken, om begrijpelijke redenen. Aan de Fransen is nog geen afschrift verleend, doch ik heb gehoord dat de Franse ambassadeur langdurig met Burton heeft gesproken over Nieuw-Guinea. Ik zal proberen uit te vinden of ook de Fransen op de hoogte zijn. Ik moge erop wijzen dat het, als zovelen op de hoogte zijn van de tekst van de nota, in een kleine gemeenschap als Canberra niet uitgesloten is dat een en ander uitlekt aan Usman.' T.a.p.
        Met betrekking tot de Britse reactie op deze nota seinde ambassadeur te Londen, Michiels van Verduynen, desgevraagd op 17 feb. onder no 261 aan Stikker, dat het 'officiële antwoord' pas na de verkiezingen kon worden verwacht maar dat 'aan de Australiërs was medegedeeld, dat men de nota zeer interessant en belangwekkend vond en deze bestudeerde. Dit laatste was niet het geval, aangezien er, zoals Scott zeide, niets te bestuderen viel. Ook waren de a.s. verkiezingen in dit lege bescheid aan Australië te berde gebracht.
Scott zeide verder, maar dan geheel persoonlijk, dat het Foreign Office veel liever gezien zou hebben, indien Canberra deze kwestie niet te berde had gebracht, althans nu niet. Het Foreign Office vond dit onverstandig. (Aan de Australiërs was dit niet gezegd). Bovendien zou men veel liever eerst eens zien wat de a.s. Unieconferentie terzake [zou] opleveren. Daarna zou men betere grondslagen hebben. Bovendien interesseerde de Britse Regering zich er veel meer voor wat de RIS in Java, Sumatra enz. tot stand zou brengen. Dat was veel belangrijker dan Nieuw-Guinea. Het gevaar was echter groot, dat Nieuw-Guinea als een 'red herring' zou worden gebruikt om de  aandacht van binnenlandse moeilijkheden af te leiden. Aan het slot van deze echt Engelse redenering zei Scott, dat het Verenigd Koninkrijk uiteindelijk, naar hij meende, het Australische standpunt zou steunen. Hij dacht, dat dit standpunt ons trouwens ook niet slecht zou liggen.' - - - NA, archief Minkol., codetel. 1950, 21.
Zie ook 737: Hirschfeld 175
1984: Minuor geheim
2356: Stikker 68
5382: geen
5386: Buza DOA/IN 52529-4291 GS
7502: Boon/strikt pers
PDF transcriptie (12 KB)