Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 1586

Nummer 1586
Datum 11-8-1950
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Hasselman 48
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Hasselman, A.H. (info)
Ontvanger(s) Stikker, D.U. (info)
Plaats van opmaak Canberra
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand archief Minkol., codetel. 1950
Dossiernummer 20
Trefwoorden Australië, houding/positie van -
Australisch-Nederlandse bestuurlijke samenwering op Nieuw Guinea: zie: Nieuw Guinea, Nederlands-Australische samenwerking
NG, infiltraties/infiltranten op -
NG-kwestie, algemeen (= conflict over de status van NG tussen Nederland en Indonesië)
pers/publieke opinie, Australische
Spender, Sir Percy C., minister van Buitenlandse Zaken van Australië tot medio '51; ambassadeur van Australië te Washington
Sukarno, redevoeringen/uitlatingen van -
Verenigde Naties, Veiligheidsraad van de -
Watt, Sir Allen, secretaris-generaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken van Australië
Annotatie inleidende noot bij de derde alinea:
Op 9 aug. had Stikker onder no 85 aan Canberra geseind: 'Te Uwer inlichting deel ik U mede, dat de persattaché van Hr.Ms. Ambassade te Londen door de Australian Associated Press Newspaper Service gevraagd werd of het de Nederlandse Regering bekend is dat Indonesische infiltraties in Australisch-Nieuw-Guinea plaatsvinden via Nederlands Nieuw-Guinea. Indien de Nederlandse Regering zulks zou kunnen bevestigen of zij dan bereid zou zijn in een officieel of background commentaar te verklaren of zij voelt voor een gecombineerd Australisch-Nederlands optreden om het hoofd te bieden aan deze infiltraties.
De persattaché is hierop geïnstrueerd te antwoorden "dat de Nederlandse Regering niets bekend is van dergelijke infiltraties."
Mocht de Australische pers zich met deze infiltraties bezig houden, dan zal ik het op prijs stellen uitvoerig te worden ingelicht.' NA, archief Minkol., codetel. 1950, 20.

slotnoot bij derde alinea:
Op 21 aug. seinde Hasselman onder no 49: 'Watt bevestigde dat voorzover men heeft kunnen nagaan bij nader onderzoek de berichten over Indonesische infiltratie in Australisch Nieuw-Guinea sterk overdreven bleken. Wel schijnt er enig verkeer over de grens te bestaan, maar vermoedelijk niet of weinig meer dan in het verleden. Inmiddels blijft de pers op vrij sensationele wijze berichten publiceren over Indonesische infiltratie van Nederlands naar Australisch Nieuw-Guinea, over communistische infiltratie in Australisch Nieuw-Guinea en over Indonesische plannen tot invasie van Nederlands Nieuw-Guinea. Watt deelde zeer vertrouwelijk mede dat de oorzaak hiervan in de eerste plaats gelegen is in onvoorzichtige en onhandige uitlatingen van diverse kabinetsleden. - - -  Watt was over deze perscampagne zeer verontrust omdat het gevaar dreigt dat de Australische publieke opinie een geheel verkeerde voorstelling van zaken krijgt. Tenslotte zou de Australische  regering rekening moeten houden met deze publieke opinie, die op onjuiste berichtgeving was gebaseerd. Watt zon thans op middelen om hieraan een einde te maken. In de eerste plaats zal aan de kabinetsministers het zwijgen moeten worden opgelegd, hetgeen avant terugkeer van Menzies blijkbaar niet goed mogelijk is. Voorts wilde Watt overleg plegen met Spender en hem voorstellen een verklaring af te leggen. Gezien de jongste uitlatingen van Sukarno, werd dit thans echter moeilijk; een verklaring van Spender op dit ogenblik zou in de ogen van het Australische publiek kunnen worden uitgelegd als een apeasement tegenover Indonesië.' - - - T.a.p.
Zie ook
PDF transcriptie (11 KB)