Gegevens van record 4141
| Nummer | 4141 |
|---|---|
| Datum | 25-3-1955 |
| Soort | codetelegram(men) |
| Kenmerk | Beyen/Luns 677 |
| Opschrift/Bijlage(n) | |
| Verzender(s) |
Beyen, J.W.
(info)
Luns, J.M.A.H. (info) |
| Ontvanger(s) |
Bylandt, W.F.L. van
(info)
|
| Plaats van opmaak |
Den Haag |
| Plaats van bestemming |
Djakarta Canberra |
| Bewaarplaats | Archief ministerie van Buitenlandse Zaken |
| Bestand | archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1955 |
| Dossiernummer | |
| Trefwoorden |
Afro-Aziatisch(e) blok/conferenties/landen Bandung Irak, houding/positie van - NG-kwestie, algemeen (= conflict over de status van NG tussen Nederland en Indonesië) Palestinakwestie |
| Annotatie |
slotnoot: Nadat de gezant te Bagdad, Lewe van Aduard, op 15 feb. onder no 19 had geseind dat de permanente onderminister van Buitenlandse Zaken van Irak, Gailani, 'persoonlijk wel begrip [had] voor het Nederlandse standpunt [inzake de agendakwestie], doch erop [gewezen had] dat niet verwachtbaar was, dat Irak zich op dat punt openlijk tegen de visie van de meerderheid zou verzetten' seinde hij op 30 maart onder no 24 o.m. dat hij contact had opgenomen met de Iraakse afgevaardigde naar de Bandung-conferentie, Jamali en hem had proberen te overtuigen van de 'zwakte Indonesische claim op Nieuw-Guinea, en inopportuniteit spectaculaire behandeling ter conferentie van deze kwestie - - -. Moge opmerken zulks geen gemakkelijke taak is geweest, mede gezien feit dat bleek dat de bij herhaling tijdens de behandeling in VN gestelde Nederlandse visie inzake Palestina-kwestie nauwelijks de sympathie van Jamali heeft opgewekt, hetgeen hij helaas liet reflecteren op de Nieuw-Guinea-aangelegenheid. Intussen zeide Jamali mij bij gelegenheid van een diner te mijnent dat zijn delegatie zich, naast algemene strijd tegen communisme en neutralisme, ter conferentie in principe zou beperken tot onderwerpen welke voor de Arabische wereld van direct belang waren. Hij zeide mij de hem door mij toegezonden documentatie inzake Nieuw-Guinea te hebben ingezien en voegde hieraan min of meer schertsend toe: "We will have no time to discuss again your New Guinea problem". Op mijn vraag of wij er dan op konden rekenen dat hij zou medewerken een en ander in de ijskast te houden, lachte hij, doch wilde geen verder definitief antwoord geven.' - - - NA, archief Minkol. codetel. 1955, 4. Zie ook recordnummer 2586. Op 11 april seinde de ambassadeur te Karachi, De Beus, onder no 7 dat de premier van Pakistan, Mohammed Ali, gezegd had 'dat hij ons verzoek een veroordeling van Nederland ter Afro-Aziatische conferentie te voorkomen ook via de Begum had ontvangen, dat hij zulks zeker zou doen, daarbij eigener beweging als argumenten opsommende, dat de Indonesische wens eenvoudig op vervanging van één vorm van kolonialisme door een andere zou neerkomen, dat Indonesië (zulks in tegenstelling tot Pakistan ten aanzien van Kasmir) overdracht wenst zonder de bevolking te raadplegen en dat het onjuist zou zijn ter conferentie een geschil te bespreken, waarbij een van beide partijen niet aanwezig is. Ik voegde hieraan toe, dat wij hoopten, dat niet slechts de veroordeling doch zelfs elke bespreking zou kunnen worden voorkomen, daar de conferentie anders, in strijd met haar bedoeling, de Verenigde Naties, die zojuist het onderwerp hebben afgehandeld, concurrentie zou gaan aandoen. Ali zeide dankbaar nota te nemen van dit argument en er gebruik van te zullen maken, doch hoopte, dat wij ervoor zouden zorgen, dat hij door enkele andere landen werd gesteund, waarop ik zeide, dat wij inderdaad soortgelijke demarche bij enige andere Zuid- en Zuidoostaziatische landen deden. Ik heb aide-mémoire achtergelaten.' - - - NA, archief Minkol., codetel. 1955, 5. Op 14 april seinde de gezant te Bangkok, De Voogd, met betrekking tot deze aangelegenheid : 'Prins Wan bleek niet ongeneigd medewerking te verlenen aan voorkomen van resolutie, daar hij zelf algemene resolutie over dependent territories ambieert en deze verkiest boven individuele eisen van de deelnemende landen. - - - Wan denkt in de geest van United Nations Charter, dus "progressive development towards selfgovernment or independence", waaraan hij echter wil toevoegen "as soon as possible" ("as soon as circumstances allowed" vindt hij te zwak). Ik vond Prins Wan meegaand. Hij had weinig bedenkingen tegen mijn betoog. Ik moet echter waarschuwen tegen te hoge verwachtingen. Wan had namelijk nog eergisteren aan mijn ambtgenoot van Australië medegedeeld, dat hij in het geschil over Nieuw-Guinea weinig voor ons zou kunnen bereiken, omdat men Indonesië nu eenmaal zou moeten tegemoetkomen wegens "beleefdheid, verschuldigd aan gastland". Prins Wan verzekerde mij dat de kwestie Nieuw-Guinea nog niet op de agenda staat. De kwestie kan echter worden opgebracht onder "remnants of colonialism".' NA, archief Minkol., codetel. 1955, 4. |
| Zie ook |
4576:
Winkelman 149
4586: Lewe 13 4621: Beus 49 4739: Van Roijen 11 |
| transcriptie (9 KB) |