Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 6618

Nummer 6618
Datum 28-2-1955
Soort officieel schrijven + bijlage(n)
Kenmerk Brussel no 892-15294/357
Opschrift/Bijlage(n) opschrift: Wapenleveranties aan Indonesië bijlage: Memorandum Minbuza van België aan Minbuza over wapenleveranties aan Indonesië dd. 24 feb. 1955.
Verzender(s) Harinxma thoe Slooten, B.Ph.B. van (info)
Ontvanger(s) Luns, J.M.A.H. (info)
Plaats van opmaak Brussel
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Archief ministerie van Buitenlandse Zaken
Bestand archief BZ, GS 1955-1964
Dossiernummer 2032
Trefwoorden België, houding/positie van -
wapen(s)/oorlogsmateriaal, -transacties/embargo op -/vergunningen voor - voor Indonesië
Annotatie slotnoot:
In het dossier bevindt zich een memorandum van Rookmaker aan S [secretaris-generaal VanTuyll van Serooskerken] van 10 maart 1955, waarin hij deze wijst 'op de onbevredigende reactie van de Belgische regering n.a.v. ons verzoek wapenleveranties aan Indonesië te beperken.Ter beleidsvergadering bespraken wij de mogelijkheid', aldus Rookmaker, dat T [minister zonder portefeuille Luns] bij de eerstvolgende gelegenheid deze kwestie met minister Spaak zou opnemen. België is het enige land dat zonder meer geweigerd heeft! Conform met Z [regeringscommissaris voor Indonesische aangelegenheden Blom] besproken'.

slotnoot:
Onder verwijzing naar deze brief (no 357) verzocht Buitenlandse Zaken de ambassadeur te Brussel op 18 juni bij brief no 82423-3201 GS zeer geheim 'in het kader van een algemeen gesprek, derhalve niet in de vorm van een speciale demarche, eens aandacht erop te vestigen, dat het Belgische antwoord op dezerzijds verzoek om levering van wapens etc. aan Indonesië stop te zeten - - -  ongunstig afwijkt van de vroeger t.a.v. Belgische wapenleveringen aan Indonesië gevolgde praktijk. Het is in het verleden voorgekomen, dat men van Belgische zijde bij de Nederlandse regering liet informeren of er tegen de uitvoering van een bepaalde Indonesische order bezwaar zou bestaan. Van Nederlandse zijde is deze houding steeds zeer gewaardeerd en zou het op prijs worden gesteld, indien de Belgische regering bereid zou zijn deze praktijk weer te doen herleven.' - - - T.a.p.
   Op 25 juni rapporteerde Harinxsma  bij brief no 2851-15.932/1122 vanuit Brussel dat hij de instructie had uitgevoerd bij de kabinetschef van Spaak. die had toegezegd te zullen nagaan of in de toekomst een soortgelijke gedragslijn zou kunnen worden gevolgd. Het leek hem persoonlijk niet uitgesloten dat men van Belgische zijde bereid zou zijn Nederland op de hoogte te houden van de Indonesische orders - - -. Hij zeide toe, deze kwestie met minister Spaak te zullen bespreken zodra deze uit San Francisco zal zijn teruggekeerd.'
     Bij brief no 5408-16870/2158 zeer geheim van 21 december 1955 berichtte Harinxma vervolgens dat 'blijkens een mededeling van heden van de kabinetschef van minister Spaak aan een mijner medewerkers, de Belgische regering ermede accoord gaat om, indien Indonesië tot wapenbestelling van enige omvang hier te lande overgaat, de Nederlandse regering in de gelegenheid te stellen haar mening terzake kenbaar te maken alvorens de exportlicenties te verlenen. Dit geldt in het bijzonder voor oorlogsmateriaal bedoeld in haar missive dd. 20 december 1954.' Harinxsma besloot deze brief met de opmerking dat 'een schriftelijke bevestiging van het bovenstaande nauwelijks verwacht [kon] worden' en dat hij zonder tegenbericht daartoe ook geen 'pogingen in het werk zou stellen'. T.a.p.
Zie ook 6110: Buza DBI/DPZ 160221-6876 GS/2180
PDF afbeelding (264 KB)