Nederlands-Indonesische betrekkingen 1950-1963

 
English | Nederlands

Gegevens van record 7281

Nummer 7281
Datum 11-3-1950
Soort codetelegram(men)
Kenmerk Stasvo 10B persoonlijk
Opschrift/Bijlage(n)
Verzender(s) Fockema Andreae, W.H. (info)
Ontvanger(s) Schokking, W.F. (info)
Plaats van opmaak Djakarta
Plaats van bestemming Den Haag
Bewaarplaats Nationaal Archief
Bestand AOK/AZ/KMP (1942-1979)
Dossiernummer 4467
Trefwoorden Fockema Andreae, W.H.*
Koninklijk Nederlands-Indonesisch Leger (KNIL), liquidatie van het -
Koninklijke Landmacht (KL), afvoer van de -
NG-kwestie, algemeen (= conflict over de status van NG tussen Nederland en Indonesiƫ)
Sultan van Djokja, Hamengku Buwono IX, minister van Defensie 12/'49-9/'50, 4/'52-8/'53
Unieconferentie/ministersconferentie maart-april '50
Westerling, R./Westerlingaffaire(s)
Annotatie slotnoot:
Op 11 maart seinde Schokking ongenummerd aan 'Hirschfeld, persoonlijk, bestemd voor Fockema Andreae': 'Ik rapporteerde hoofdinhoud van ons telefoongesprek hedenmorgen aan Drees en Van Maarseveen. Het advies van HC, resulterende uit Uw conferentie, sluit geheel aan op gevoelen RAVI, dat aanwezigheid van een defensievertegenwoordiger bij de Unieconferentie toch wel noodzakelijk is, en dat indien gij zo lang kunt blijven, de tussentijd zeer profitabel, nu essentieel probleem KNIL-RIS door Uw aanwezigheid in Indonesiƫ zeer gediend. RAVI ziet de oplossing van het KNIL-RIS-probleem met U als van overwegend belang voor verbetering van de toestand. In bespreking met Drees en met Van Maarseveen vroegen wij ons echter enerzijds af, of het niet geboden is, dat gij mondeling verslag uitbrengt aan Ministerraad, zulks ter bepaling van het Regeringsstandpunt ook in de sfeer van de Unieconferentie, anderzijds of met het oog op de verantwoording die de Regering aan het Parlement zal moeten afleggen omtrent het incident Westerling, het niet dringend gewenst is met U overleg te plegen, teneinde later van het Parlement niet het verwijt te krijgen, dat de Regering een voor de hand liggende gelegenheid niet benut heeft om zich omtrent de quaestie en de daaraan te verbinden consequenties met U te beraden. De Regering moet tegenover het Parlement zelfs de schijn vermijden, dat zij deze aangelegenheid en bagatelle heeft behandeld. Indien de Regering deze schijn doelbewust heeft vermeden, kan dit een belangrijke steun zijn bij de verdediging van haar houding, die ongetwijfeld juist in dit geval hare eigenaardige moeilijkheden heeft, ook in verband met mogelijke internationale repercussies. Daarom schijnt ons na ampel overleg een overkomst van U toch noodzakelijk, en zouden wij gaarne zien, dat U overeenkomstig Uw oorspronkelijk plan Dinsdag a.s. vertrekt. Mocht Hirschfeld hiertegen overwegend bezwaar hebben, dan zou hij onverwijld uitvoerig kunnen seinen, opdat de zaak Maandag a.s. aan de Ministerraad kan worden voorgelegd.' Archief BZ, uitgaande codetel. Djakarta 1950.
Zie ook 889: Hirschfeld 285
PDF afbeelding (202 KB)