Codicologische beschrijving

 
English | Nederlands

AGH 242 – Groot register Noordholland – NH-G

EL 2 – LRK 2 – Van Riemsdijk 4 – Kruisheer p. 87-89

Perkament, van middelmatige tot matige kwaliteit (enkele bladen zijn wat slechter, met gaten, scheuren of onregelmatige randen), ca. 37 x ca. 28 cm.

91 bladen, gefolieerd 1-89 (contemporaine hand, terwijl een modernere hand ofwel een een parallelle foliëring aanbracht ofwel de oude folionummers overtrok waarbij de middeleeuwse cijfers werden ‘verbeterd’ tot moderne vormen); de laatste twee (onbeschreven) bladen f. [90]-[91] zijn ongefolieerd. Onbeschreven zijn f. 7r onderste deel-8v bovenste deel (f. 6v onderste helft-7 en 8v onderaan zijn secundair beschreven), 32v onderste helft, [90]r-[91]v.

In het register zijn de ingeschreven teksten door een contemporaine hand genummerd met romeinse cijfers I-VIC XXI. Handen uit de 15e en 16e eeuw hebben veel oorkonden voorzien van een opschrift.

Katernopbouw: [i] + I(1-8) + II(9-16) + III(17-24) + IV(25-32) + V(33-40) + VI(41-52) + VII(53-64) + VIII(65-76) + IX(77-84) + X(85-[91], tussen f. 89 en [90] een blad uitgesneden) + [ii].

De eerste bladen van katerns V-VIII zijn voorzien van een opschrift, dat van VIII ook met een terugverwijzende custode, evenals dat van VI. Naar het volgende katern verwijzende custoden staat alleen op het laatste blad van de katerns VII en VIII.

Folia [i] en [ii] zijn de papieren schutbladen.

De band en de schutbladen [i] en [ii] zijn niet-contemporain. Voor op de band de aantekening EL. 2. (19e eeuw, blijkbaar in imitatie van middeleeuws schrift). Op de rug beneden het moderne nummer 2.

Liniëring:

f. 1-32: bladopeningen om en om gelinieerd: 1r niet, 1v-2r wel, 2v-3r niet, 3v-4r wel, enzovoort. Blijkbaar met loodstift, vaak zeer vaag. Diverse patronen:

f. 1-4: dubbele aflijning zijmarges (patroon AA);

f. 5-8: idem, met een dubbele aflijning van de bovenmarge en daaronder horizontale lijnen, op ca. 2,5 cm afstand (patroon K);

f. 9-32: dubbele aflijning zijmarges, met schrijflijnen (patroon D).

f. 33-[91]: patroon AA, soms zeer duidelijk, soms onzichtbaar (dan niet getrokken?); de lijnen getrokken m.b.v. inkepingen in de boven- en ondermarge. Tot f. 84 prikkings in de zijmarge, maar er is geen liniëring. Op onregelmatige momenten wordt op f. 42-77 het patroon aangevuld met een aflijning van de ondermarge (patroon GG) of van boven- en ondermarge (patroon HH), een enkele maal ook met enkele aflijning van de bovenmarge (patroon FF, f. 77r) of met een dubbele lijn aldaar (patroon JJ, f. 67r). Bovendien:

f. 58r-59v: als patroon HH, maar de aflijning van de bovenmarge dubbel getrokken (= patroon II);

f. 67v-68v: idem patroon II, met de dubbele aflijning van de bovenmarge getrokken m.b.v. prikkings (die voorkomen op f. 67-75);

f. 79v-82r: als patroon II, maar zonder de aflijning van de ondermarge (= patroon JJ);

f. 83r-86v: als patroon JJ, maar met een dubbele aflijning van de ondermarge (= patroon KK), met op f. 84v een toegevoegde dubbele horizontaal door het midden van de pagina (patroon C), terwijl op f. 87r de onderste margelijn enkel getrokken is (patroon II); vanaf f. 85 ontbreken de prikkings voor de liniëring, en zijn alleen de gaatjes voor patroon KK geprikt;

f. 87r-[91]v: de horizontalen niet meer getrokken, alleen de verticale dubbele aflijning (patroon AA); de prikkings nog steeds voor het patroon KK.

Inhoud:

katern folia inhoud hand(en) tijd van ontstaan
  f. 1r-6v 1316 dec.-1317 okt. 3A ws. 1324 mei 13-sept.
  nrs. 1-33     naar verloren primair register [A]
         
  f. 6v 1308 mei onbekend 16e eeuw
I nr. 33a      
         
  f. 7r, 8v 1315 mei, 1319 sept. 3D ws. 1336 mrt.-ca. 1340 mrt.
  nrs. 34-38     naar verloren voorbeeld
         
II-IV f. 9r-32v 1319 sept.-1324 jan. 3A ws. 1324 mei 13-sept.
  nrs. 39-215, 206bis (met retroacta)   naar verloren primair register [B]
  (toevoeging: nr. 211)   3D ws. 1336 mrt.-ca. 1340 mrt.)
         
  f. 33r-70r 1324 mrt.-1330 nov. 3H ws. 1333 okt. 15-dec. 2
  nrs. 207bis-463 (met retroacta)   naar NH-K
         
  f. 70r-71r 1331 jan. 7-mrt. 31 3C ws. 1333 okt. 15-dec. 2
  nrs. 464-468     naar NH-K
         
V-X f. 71v-76r 1331 mrt.-1332 febr. 3H ws. 1333 okt. 15-dec. 2
  nrs. 469-498 (met retroacta)   naar NH-K
         
  f. 76r-77r 1331 nov.-1332 aug. 3D ws. 1336 mrt.-ca. 1340 mrt.
  nrs. 499-507     naar NH-K
         
  f. 77r-89v 1332 aug.-1336 sept. 3J ws. vóór ca. 1340 mrt.
  nrs. 508-621     naar NH-K

Uit de opbouw van de eerste vier katerns van dit register kan worden opgemaakt dat de oorspronkelijke primaire registratie van Noordholland over de jaren 1317 januari-1324 januari, die verloren is gegaan, bestaan zal hebben uit twee afzonderlijke registers: een over de periode december 1316-oktober 1317 (hier [A] genoemd), en een over september 1319-januari 1324 (verloren register [B]). In katern I is [A] gekopieerd, waarbij een aantal bladen onbeschreven bleef; in de volgende katerns II-IV is [B] afgeschreven. Het is opmerkelijk dat tussen [A] en [B] het tijdvak oktober 1317-september 1319 ontbreekt. Dat er in die tijd, bijna twee jaar, nooit oorkonden in Noordholland zouden zijn geregistreerd, lijkt onwaarschijnlijk; blijkbaar was de primaire registratie van die periode niet voorhanden op het moment dat 3A aan het afschrijven was. Misschien is dat de reden dat hij het restant van katern I leeg liet: hij verwachtte dat die ontbrekende registraties nog op zouden duiken, zodat hij ze op de juist plaats kon invoegen. Het is al met al waarschijnlijk dat de verloren primaire registratie oorspronkelijk uit drie registers heeft bestaan, waarvan het tweede al in voorjaar-zomer 1324 verdwenen was.

Op de lege bladen aan het eind van katern I zijn op latere tijdstippen alsnog wat stukken ingeschreven, maar die hebben waarschijnlijk niets te maken met die verloren registratie, en zijn wel van een andere herkomst. In het klein register Noordholland (NH-K) zien we bij het afschrift van de verloren registratie over januari 1317-januari 1324 overigens precies dezelfde verschijnselen.