B
Graaf Willem III scheldt Ave Godewijnsdr. en haar echtgenoot Jacob Gizenz. vrij van de door hen verschuldigde keurmede, voor een bedrag van 4 pond Hollands; de regeling kwam tot stand door tussenkomst van enkele met name genoemde (leden van de Raad).
Ave Goidwijns dochter ende Jacob Ghisen z. (nr. 43); Ave Goidwijns dochter etc. (nr. 47).
Deze tekst is in het duplicaatregister AGH 316 twee maal ingeschreven: eerst tijdens de reguliere kopieersessie van dit deel van de primaire registratie A, en naderhand door een andere hand nogmaals in de benedenmarge van f. 6r; wijzende handjes geven de plaats aan waar de tekst hoort te staan. Het zal de bedoeling van de tweede kopiist zijn geweest om het in het duplicaat ontbrekende nr. AW 43 alsnog toe te voegen (zie aldaar), maar daarbij heeft hij zich waarschijnlijk vergist en het onderhavige nr. 45 gedubbeld. De varianten uit het vroegste afschrift zijn in de voetnoten geannoteerd onder het sigle B, die uit het latere afschrift onder het sigle B'.
In de datering van de onderstaande tekst verwijst het 'ut supra' naar de in het register voorafgaande oorkonde, eveneens betreffende kwijtschelding van keurmede, d.d. 1330 juni 25.
Wi Willaema graveb etc. makenc cond etc. dat wi bi heren Janne van Polanend, Willaeme van Outshoirne, Enghebrechtf van Voerscoteng, Willaemh den Cuser ende Gherardi Alewijns f.j hebben laten verdinghen Ave Goedwijnsk dochter ende Jacob Ghisen sonel horen man van sulker coermedem als si ons sculdich waren, omme vier pond Hollandsn, daer si Willaemo van Outshoirne ghenoch of ghedaen hebben; ende scelden hem ende horen nacomelinghen van der coermede voirscreven vri ende quite.
In orkonde etc. Datum ut supra.
Pro littera V s.p