Registers van de Hollandse grafelijkheid 1299-1345

 
English | Nederlands
B FR_G_X023r_103_1

A: Primaire registratie, niet voorhanden.
B: AGH 324 (groot register Friesland), f. 23r, nr. 106 (104) (na 1331 juli 17, wrs. vóór 1336 mrt. 15, naar een onbekend voorbeeld).
Opschrift:

Idem.

De passage over het ambacht van Petten en de Zijpe is door een andere hand onderstreept, die in de marge daarbij aantekende Nota.

Uit niets blijkt dat deze uitspraak van de graaf is vastgelegd in een formele oorkonde.

Deze optekening staat niet in het primaire register AGH 325; bij kopiëring daarvan in B is dus een aanvullende bron genomen ter completering van dit dossier met oude stukken over de West-Friese goederen van de heer van Egmond (nrs. FR 100-103 in dit register). Het is goed mogelijk dat die legger bestond uit een los blaadje, dat in AGH 325 lag en sindsdien verloren is geraakt.

Het ligt voor de hand dat het dossier is aangelegd in verband met de onenigheid over de Egmondse lenen tussen de graaf en Jan van Egmond, waaraan door de uitspraak van de graaf een einde werd gemaakt. Uit de plaats van dit dossier in het register kan worden opgemaakt dat het aldaar zal zijn ingeschreven tussen 15 mei en 13 juli 1328, zijnde de data van de eraan voorafgaande oorkonde resp. de erop volgende. De uitspraak van de graaf is waarschijnlijk in dezelfde periode te plaatsen. Bekend is dat Jan van Egmond, heer van Egmond van 3 september 1321 tot 28 december 1369, in december 1327 ‘corteliken zinen jaeren hebben zoude’ en dan leenhulde zou moeten doen (Dek, Genealogie heren en graven Egmond, p. 14). Bij de vaststelling van het leengoed zal toen het meningsverschil zijn gerezen.

Willem van Egmond, waarvan in de tekst sprake is, is de in 1312 kinderloos overleden heer van Egmond, die toen in die positie werd opgevolgd door zijn broer Wouter, de vader van Jan. De ‘kinderen van Egmond’ zullen dan de zoons van Wouter zijn: Jan, Gerard en Wouter. De moeder van Jan van Egmond was Beatrijs van der Doortoge, gestorven 11 september 1323; ook deze datum is een terminus post quem.

Dit es dat goed dat minen here donket dat hi Janne van Egmonde niet sculdich en es te verlien.

Int eerste Tutinghehorne: want hi ghien betoech enhevet, zoe zeyd mijn here dat an hem ghecomen es bi Willaemsa doid van Egmonde, die ghien kind enliet. Ende des ghelike zeyd mijn here van den ambochte van Putten ende van der Zipe.

Voirt zeyd mijn here na der hantfeste die hi ghesien heeft ende die kindere van Egmonde hebben alze van den ambochte ende tiende up den Waird, dat an hem ghecomen es bi Willaemsb doit van Egmonde los ende ledich.

Item van den tiende in Maesland ende van den ambochte dat haren Gheraerdc van der Are was, zeyd mijn here dat an hem comen es, want sire ghien betoech of enhebben.

Item zeyd mijn here dat hi binnen Egmonde na der handvesten ghiene ballinghe houden mach.

Van den goede dat van ziere moeder roerd, dat bekent hem mijn here alze verre als niet over ghetast es oppe den veen vorder dan zi sculdich zijn tedoene.

a
Will. B.
b
Will. B.
c
Gher. B.
Oorkonder: graaf Willem III
Destinataris: Jan van Egmond