Registers van de Hollandse grafelijkheid 1299-1345

 
English | Nederlands
A KE_K_X020v_118_1 B KE_G_X018v_118_1

A: AGH 256 (klein register Kennemerland), f. 20v, nr. 113 (wrs. ca. 1327-1328).

De gehele optekening is door dezelfde hand, maar het schrift vertoont enkele stijlbreuken.

B: AGH 255 (groot register Kennemerland), f. 18v, nr. 118 (na 1331 juli 24-wrs. vóór 1336 mrt. 4, naar A).
Opschrift:

Comes.a Het opschrift Comes herhaald tussen het tweede en derde tekstblok.

In de primaire registratie AGH 256 staat dit blad op f. 20v blijkbaar los van de eerder ingeschreven oorkonden in katern III, lopend van 1324 maart tot 1327 september, en de volgende oorkonden in katernen IV-V, uitgevaardigd tussen 1328 mei en 1336 september. Het feit dat de teksten op dit blad op juist deze plek zijn ingeschreven, wijst erop dat ze chronologisch ongeveer tussen beide delen in horen; de twee gedateerde oorkonden op f. 20v (van 1327 december 9 en 1328 november 18) bevestigen dat overigens. Daarmee komen we voor de onderhavige notitie op de ruime datering van circa 1327-1328. De schriftbreuken in de primaire registratie A maken duidelijk dat de lijst in meerdere zittingen is opgetekend, wat er weer op wijst dat dit geen afschrift van een oudere lijst betreft, bijvoorbeeld een die zou zijn opgesteld na het overlijden van Jan van Bergen in najaar 1321 (Smit, Inleiding, p. 152 n. 7). – In de onderstaande tekst representeren de witregels de spaties in A en B tussen de drie tekstblokken.

Dit sien die ghene die haer lien ontfaen hebben van minen here, dat si plaghen te houden van Jan van Berghen.

Dieric Gheraerdb veren Baerten soens sone heeft ontfaen vier pond sjaers Hollandsc legghende ter Wateringhed, in allen manieren datsee alse Willaemf van Haerlem sinen vader gaf te liene te houdeg.

Item hevet Gherreydh van Aspendelf ontfaen een pond ghelts uter hure van Raventsi dorpe ten rechten liene.

Item Hughe Oflands sone hevet ontfaen van mijn heren VIII mat made in den Caghe.j

Item Jan van Riedwijc heft ontfaen van minen here Willaems halve woninghe van Velsenk buten der uterster graft ende ene halve lane die daer an leghet, ende III halve hoeve lands.

Item Aelbrecht Banne heeft ontfaen van minen here sine woninghe ende tland datter toe behoerd.

Item Meynsel Didde Foyen soens soen heft ontfaen van minen here drie stucke lands die legghen te Velsenm op die gheest.

Item Wouter van Assendelf heeft van minen here ontfaen een half land dat gheleghen is te Scoten op die gheest bi Jan van der Scueren op die oistzide.

Tybaut Hugheno Gawijns sone van Akersloetp hevet ontfaen van mijn here, die hi van Jan van Berghen plach te houden: een ghers binnen Akersloetq dat beleghen heeft Doeve Willaensr zone up die ene zide ende Willaem Wolwijns zone up die ander zide; item anderhalve ghaerde gheests die heft beleghen Willaems Wolwijns zone up die ene zide.

Reiniert van Hemestedeu den halven groten tiende van Haspendelfv.

Item Willaemw Jans sone van Zaenden tien pond sjaers uten scote van Haerlaemx.

Item Dieric van Zaenden Hillikeny kroft, die gheleghen is in Enghebrechts lant van Scoten.

Item Willaemz Hughen zone woninghe ende dat lant dat dair toe hoert.

Item Jan van Zaenden die halve mollena' te Gijsp.

Item Gheraerdb' die Visker ene halve hoeve in die Hoest acker ende twie ackers after Middeldorp, ende ene viertel uytgaende in die Zie.

a
ervoor Idem doorgestreept B.
b
Ghe’t B.
c
Holl. AB; Hollands sjaers i.p.v. sjaers Hollands B.
d
Wat’inghe A.
e
dats B.
f
Will’m A; Will. B.
g
na de e mogelijk twee of drie letters uitgekrabd; houden B.
h
Ghe’t B.
i
Rauents A; Rauens B.
j
de hele regel in de marge bijgeschreven B.
k
Velzen B.
l
Mense B.
m
Velzen B.
n
Scure B.
o
Hughe B.
p
Akerslote B.
q
Akerslote B.
r
Willaems B.
s
Will. AB.
t
Reynier B.
u
Heemstede B.
v
Aspendelf B.
w
Will. A.
x
Haerlem B.
y
Hillekijn B.
z
Will. AB.
a'
molen B.
b'
Ghe’t B.