Graaf Willem IV bevrijdt, voor een bedrag van 48 pond Hollands, Willem Tinnaard, Ruisch Tinnaard en Ruisch Mensenz. en hun met met name genoemde familieleden van de keurmede, tenzij zij zich opnieuw in onvrijheid begeven; de regeling kwam tot stand door tussenkomst van enkele met name genoemde (leden van de Raad).
Idem.a
In de marge, door andere hand: Cormede.
Willem grave van Heynnegouwenb etc. maken cond etc. dat wi bi heren Janne van Polanen, heren Willem van Outshoern, heren Florensc van der Boechorst, ridderen, ende bi Gherardd Alewijnse sone hebben laten verdinghen Willem Tinnaird, Truden zijn dochter, Willem Heynen soen hoir man, ende Heyne hoir kind, item Ruyske Tinnaird, Brunaird, Nellekijnf, Griete, Rissend ende Lijsbetg sine kinder, ende Diedewi zijn wijf, item Ruske Mens soen, Nellekijnh, Dirc, Matte ende Meus sine kinder, van sulker coermiede als si ons sculdich sien, omme XLVIII lb. Hollantsi, dair si heren Florensj van der Boechorst voirs. ghenoech of ghedaen hebben tot onser behoef; ende sceldense van dier coermiede vry ende quite, ten ware dat si hem namaels verdieden.
In orconde etc. Ghegheven tsaterdaghes na onser Vrouwen dach assumptio anno XLIo.
- graaf Willem IV
- Henegouwen
- heer Jan van Polanen, ridder
- heer Willem van Oudshoorn, ridder
- heer Floris van der Boekhorst, ridder
- Gerard Alewijnsz.
- Willem Tinnaard
- Trude, dochter van Willem Tinnaard
- Willem Heinenz., echtgenoot van Trude
- Hein, zoon van Trude en Willem Heinenz.
- Ruisch Tinnaard
- Brunaart, zoon van Ruisch Tinnaard
- Nellekijn, dochter van Ruisch Tinnaard
- Griet, dochter van Ruisch Tinnaard
- Rissende, dochter van Ruisch Tinnaard
- Elizabeth, dochter van Ruisch Tinnaard
- Diedwie, echtgenote van Ruisch Tinnaard
- Ruisch Mensenz.
- Nellekijn, dochter van Ruisch Mensenz.
- Dirk, zoon van Ruisch Mensenz.
- Matte, zoon(?) van Ruisch Mensenz.
- Meeus, zoon van Ruisch Mensenz.