Registers van de Hollandse grafelijkheid 1299-1345

 
English | Nederlands
B ZE_G_X030v_072_1 C ZE_K_X033v_072_1 ZE_K_X034r_072_2 ZE_K_X036r_072_1 ZE_K_X036v_072_2

A: Primaire registratie, niet voorhanden.
B: AGH 303 (groot register Zeeland), f. 30v, nr. 73 (wrs. 1324 mei 13-sept., naar A).
Opschrift:

Jan Wissen z. bailiu van Ziericxee.

C: AGH 304 (klein register Zeeland), f. 33v-34r, nr. 72, en f. 36r-36v, nr. 82d (doorgestreept) (wrs. 3e decennium 14e eeuw, naar A).
Editie/regest: Muller, Reg. Hann., p. 91.

Deze tekst is in C twee maal gekopieerd, de tweede maal temidden van een reeks per ongeluk gedubbelde afschriften, welke naderhand werden doorgestreept. Zie de kopnoot bij nr. ZE 83. – In de onderstaande editie worden de variante lezingen van de doorgestreepte versie geannoteerd met het sigle C'.

Deze oorkonde draagt alleen een jaartal; de dagtekening ontbreekt, wel vanwege een fout bij de primaire registratie in A. Gezien de plaats in het register, tussen stukken uit het voorjaar van 1321, en gelet op het verblijf van de graaf te Middelburg tussen 3 en 23 april (zie het itinerarium van Willem III), zal de uitvaardiging in de bovengenoemde periode zijn te plaatsen. De oorkonde is dan gedateerd naar de paasstijl (zie de Inleiding), waarmee de laatst mogelijke datum van uitvaardiging Goede vrijdag 17 april zou zijn, toen het paasjaar 1321 inging.

De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.

Wi Willaema grave van Henegouwenb etc. onbieden ju Jan Wissen sone onsen baeliu van Zerixeec dat ghid al tgoed van der kerke van Duvendike zeder haer Pieter Baympee doet bleef, ende alle die renten daer of, doet vrilike deliviriren heren Betthenf den deken van Zerixeeg, in deser manieren dat van den renten van den eirsten jare die bisscop van Utrecht hebben zal die ene helfte, ende van der ander helfte selmen den pape redelike lonen die die kerke dat jaer verdiende; ende dat daer bovenh blijft van dien jare, dat sal die deken houden in behouder hand tote der papeni behoef die omme die kerke twien, ter tijd toe dat si besceydenj sien. Ende alle die renten die zeder dat jaer verscenen sien jof voir jof na verscinen sullen, doet leverenk ende uytrekenl den deken voerscreven, ende dat hi dien pape die die kerke verdienen sal redeliken loonm ghevet; ende dat daer over blivet, dat hi dat in behouder hand houde alse n voerscreven es. Ende neemt daer of des dekens brief hoe groet die renten jaerlix gheweest hebben sint haer Pieter voerscreven bleefo.

In orkonde etc. Ghegheven in Middelburchp int jaer ons Heren Mo CCCo ende XX.

 

Dese voirseyde kerke hevet mijn here bevolen bi sire lettre heren Niclayse den Breden, tote sinen wedersegghen toe.

[Dienstaantekening:]

q Per dominum comitem, dominum Zudensemr et alios.

a
Will'm B.
b
Heneg. B; Heyneg. CC'.
c
de laatste e mogelijk half geradeerd C; Zierixe C'.
d
hi C.
e
de eerste letter uit iets anders B; Hieympe, waarvan de lezing van de eerste letter onzeker is (verbeterd uit z?) C; Keimpe, met de lezing van de tweede letter onzeker en de i gecorrigeerd uit iets anders C'.
f
Betten C'.
g
Zerixe, met erachter een direct uitgeveegde e C; Zierixe, de i in tweede instantie tussengeschreven C'.
h
verdiende ende dat dair door andere hand in de marge toegevoegd C.
i
de eerste letter uit b C'.
j
beseyden C'.
k
lever en en gescheiden door een vouw in het perkament B.
l
uytrechie (?) C.
m
na de n een uitgeveegde t C.
n
hier houde alse doorgestreept C.
o
blef met een tweede e bovengeschreven C'.
p
Middelb. BCC'.
q
hier ¶ CC' (vrijwel geheel verdwenen in de vouw C').
r
Zuden. BCC'.
Oorkonder: graaf Willem III
Destinataris: heer Betto, deken van Zierikzee