Registers van de Hollandse grafelijkheid 1299-1345

Graaf Willem III verlangt dat de goede lieden van Saaftinge de 19 pond groten betalen aan Bonifaas Blankaard, Lombard te Reimerswaal, welke heer Hugo van Zottegem, burggraaf van Gent, aan Bonifaas en diens compagnons schuldig was en die na Hugo's dood via de renten van de echtgenote van heer Anphour van Spanje, erfgename van Hugo van Zottegem, aan die van Saaftinge waren gekomen; voorts gelast hij zijn knaap Arnoud Gizenz. dat hij die van Saaftinge belooft dat Bonifaas daarvan ten overstaan van de graaf rekening zal doen jegens heer Anphour.

Vgl. de in het register volgende oorkonde nr. ZE 344.

Wi Willem grave ^a etc. maken cont allen luden dat onse wille es dat die gode lude ghemenelike^b van Zafentinghe^c betalen Bonefaes^d Blankaerd^e, Lombart^f van Reymerswale^g, die neghentien^h lb. grote die onse neve here Hughe van Zottinghemⁱ, burchgrave van Ghent^j, Bonifaes^k vors. ende sinen gheselscip scoudich was, alse die opene brieve houden die hi daer of hevet van hem ende van dien van Zaventinghen; ende want die gode lude van Saventinghe^l vorscreven^m dese neghentien pond groten ⁿ als wi verstaen ontfaen hebben van heren Anphours^o renten van Spangen^p, die sinen wive ane sturven van heren Hughen doit vors., up wilken renten si vormaels bewijst waren alsoe als die brief hout die Bonifaes daer of hevet, ende si dat ghelt niet gheven en durren bi hem zelven, soe ombieden wi u Arnoud Ghisen sone, onsen knape, dat gi dat ghelovet die van Saventinghen^q van onsen weghen dat Bonifaes vors. te rechter rekeninghe comen zal jeghens heren Anphour^r vors. van den neghentien pond groten vorscreven als mens ons vermaent, ende vor ons te rekeninghe.

In orconde etc. Ghegheven in Middelburch^s des donresdaghes nae^t sente Katerinen^u dach int jaer ^v XXV^o.