Registers van de Hollandse grafelijkheid 1299-1345

Graaf Willem III gelast de heemraden van Riederwaard ervoor te zorgen dat de inwoners van Barendrecht hun belofte gestand doen, gedaan toen men voor hen een inlaagdijk aanlegde, en dat zij de aanleg en het onderhoud van de westkant van de gemene dijk van de Negendehalve hoeve bij Barendrecht voor hun rekening nemen, ter lengte van de dijk die zij eerder bij de inlaag verloren hadden; zij mogen het aan dit dijkvak gelegen land vrijelijk gebruiken.

Het complex geheten 'Negendehalve hoeve' had volgens de moderne manier van uitdrukken een omvang van 8½ hoeve.

Vgl. nr. ZH 348.

Wi Willaem^b grave ^c etc. ombieden u ghemeenlic onsen ^d heemraet van Riederwairt^e: want die van Barendrecht^f gheloveden, doemen hair in laghe leyde die nu ghedijct ende volmact is, dat si die meente van den dike, die si ghemene te diken plaghen ende uyt ghesleghen wart ende hem of ghecort metter in laghen, also vele dijx anenemen souden ende maken ende houden metter meenten van Barendrecht^g war se dochte dats meest te doene ware; ende want wi ter waerheyt verstaen dat groet^h noet doet dikens ende der helpen van den diken op die Neghendalve hoeve van Barendrecht te dikene, so ombieden wi u ende willen dat ghi ghemeenlike dieⁱ van Barendrecht^j doet ane nemen ende ontfaen op die Neghen dalve hoeve van den weest ende in van den dike also vele ghemeens dijcs als si bi der inlaghe voirs. verloren hebben, ende dat si dien maken ende houden gheliken dat si die meente te voren ^k maken ende te houden plaghen. Ende hier bi willen wi dat si hebben ende ghebruke vriliken al des lands dat jeghens dien dijc dien si ontfanghen zullen gheleghen es, sonder archlist.

In orkonde etc. Ghegheven tote Dordrecht^l des manendaghes na sinte Jacobs dach int jaer ons Heren M CCC zeven ende twintich.