Met bijbehorende stukken uitgegeven door J.L. van der Gouw (jaar van publicatie: 1980)
In de Middeleeuwen waren Putten en Strijen geruime tijd
vrije heerlijkheden, dat wil zeggen dat zij niet onder
direct gezag van de grafelijkheid stonden. Beide
heerlijkheden werden in de 14e eeuw met elkaar verenigd. In
1456 verwierf Filips van Bourgondiƫ, de graaf van
Holland, Putten en Strijen. Als gevolg hiervan gingen deze
domeinen deel uitmaken van het graafschap Holland, hoewel
zij nog geruime tijd afzonderlijk werden geadministreerd.
De uitgave (in twee delen) bevat de volledige tekst van de
rekeningen van de rentmeester van Putten van 1379,
1382-1384, 1386, 1388-1389, 1392 (fragment), 1395-1396,
1417-1422 en 1424-1429 en de rentboeken van 1385, 1391,
1395-1399, 1404, 1406, 1409 en 1416. Deze documenten zijn
uitgegeven zonder nadere toelichting. Tevens zijn in het
tweede deel allerlei teksten en regesten uit de periode
1229-1430 opgenomen, die nadere informatie geven over de
desbetreffende domeinen. Alle documenten zijn afkomstig uit
het archief van de heren van Putten en Strijen, dat wordt
bewaard in het Nationaal Archief in Den Haag. De uitgegeven documenten zijn van belang, omdat zij een
indruk geven van de administratie van een gedeelte van het
domeingoed van een adellijke familie in het graafschap
Holland. Dit soort informatie is betrekkelijk zeldzaam. De
uitgave heeft een inleiding met achtergrondinformatie over
de documenten en een index. Er bestaat overigens ook een
lijst met Regesten van oorkonden en akten voorkomende in
de registers van de heren van Putten en Strijen
('s-Gravenhage 1969) van de hand van P. Ernsting en
J.D. Winsemius. Deze bevat regesten uit de periode
1229-1481 en kan als een aanvulling op deze uitgave worden
beschouwd.