Rekenkamer Gelre (1559-1588)

Rekenkamer Gelre (1559-1588)

In het bestand zijn de volgende functies opgenomen:

Toelichting:

Institutionele toelichting Rekenkamer Gelre (1559-1588)

Naam:
Rekenkamer Gelre.

Datum oprichting:
Na de reïntegratie van Gelderland in het Bourgondische territorium in 1543 werden aanvankelijk de controleurs der rekeningen gehandhaafd in hun functie. Vanaf 1546 was de Gelderse ontvanger-generaal verantwoording schuldig aan Brussel en werden de rekeningen afgehoord door de Gelderse rentmeester-generaal met een gedelegeerde van de Rekenkamer te Brussel. Uiteindelijk werd in 1559 een Rekenkamer opgericht in Arnhem. Ordonnantie en instructie werden op 9 februari 1559 uitgevaardigd. Op 7 september 1578 liet de Gelderse stadhouder Johan van Nassau-Katzenellenbogen de kanselarij en de Rekenkamer sluiten. Hij schorste het personeel van beide instellingen. Omstreeks 2 november 1578 werd het personeel van de Rekenkamer afgezet, m.u.v. de auditeur en charterbewaarder Reinier Dibbets. 28 juni 1580 werden nieuwe rekenmeesters aangesteld.

Datum opheffing:
Op 11 februari 1795 werd de Rekenkamer opgeheven bij besluit van de Landdag.

Vestigingsplaats:
Arnhem.

Zetelaantal:
De oprichtingsakte van 1559 gaf de Rekenkamer twee rekenmeesters en een auditeur. In 1570 werd derde rekenmeester en een tweede auditeur benoemd. In 1574 een auditeur extraordinaris.

Personeel:
Ondersteunend personeel van de Rekenkamer bestond uit een griffier of klerk ordinaris, boden en deurwaarders. In 1562 kreeg de Rekenkamer ook de Gelderse landrentmeester-generaal - die de Gelderse provinciale ontvanger voor het domein was - en de ontvanger-generaal van de beden onder haar hoede.

Bron:
Met toestemming van de heer Keverling Buisman, de archivaris van het Gelders Archief, is gebruik gemaakt van de nagelaten aantekeningen van Wil van der Pas.

Literatuur:
-Aerts, E., e.a. ed., De centrale overheidsinstellingen van de Habsburgse Nederlanden (2 dln., Brussel 1994) 647-658 (door W. van der Pas en G. Venner).
-Berkvens, A.M.J.A., W.J.H.M. van de Pas en G.H.A. Venner, 'De overheidsinstellingen van Spaans en Oostenrijks Gelre (1543-1795)' in: A.M.J.A. Berkvens e.a. ed. "Flittich erforscht und gecolligeert…". Opstellen over Limburgse rechtsgeschiedenis (Maastricht 1995) 209-217 en 219-221.
-Brokken, H.M., en H. de Schepper, 'Beheer en controle van de overheidsfinanciën in de Nederlanden tot omstreeks 1600', in P.J. Margry e.a. ed., Van Camere vander Rekeninghen tot Algemene Rekenkamer. Gedenkboek bij het 175-jarig bestaan van de Algemene Rekenkamer ('s-Gravenhage 1989) 15-56, zie 41-42 en 55-56.
-Martens van Sevenhoven, A.H., Het archief der Geldersche Rekenkamer, 1559-1795, en van de commissarissen, belast met het beheer van de Geldersche Domeinen, 1543-1559 (2 dln., Den Haag 1925).
-Pas, W. van de, 'Gelre en de crisis in de Opstand. De vredesoproep van Thomas Gramaye de Oude (1583)', in Bijdragen en Mededelingen Gelre LXXXIV (1993) 21-41.
-Pas, W. van de, 'Tussen centraal en lokaal gezag. De bestuurlijke organisatie van Gelre in transitie (1543-1581)', in F. Keverling Buisman ed., Verdrag en Tractaat van Venlo. Herdenkinhgsbundel, 1543-1993 (Hilversum 1993) 121-152.
-Pas, W.J.H.M. van de, 'De Gelderse Rekenkamer in Arnhem en het zestiende-eeuwse domeinbeheer van de komst van de Habsburgers: een institutioneel overzicht', in F. Stevens en D. van den Auweele ed., Uuytwysens d'archiven. Handelingen van de Xie Belgisch-Nederlandse Rechtshistorische Dagen. Leuven, 22-23 november 1990 (Leuven 1992) 299-325.

Opmerking:
In het koningsgezinde deel van Gelre begon vanaf 31 januari 1581 in Roermond ook een Rekenkamer te functioneren.

<