Departement van Rooms-Katholieke Eredienst (1815-1861)

Departement van Rooms-Katholieke Eredienst (1815-1861)

In het bestand zijn de volgende functies opgenomen:

Toelichting:

Institutionele toelichting departement van Rooms-Katholieke Eredienst (1815-1861)

Naam:
De generale directie werd op 18 oktober 1843 het ministerie van de Rooms-Katholieke Eredienst.

Datum oprichting:
Het beheer der zaken van de rooms-katholieke eredienst werd op 15 februari 1814 opgedragen aan de secretaris-generaal van Politie en Binnenlandse Zaken; bij sb van 12 augustus 1814 aan de commissaris-generaal van Binnenlandse Zaken in België. Het kb van 16 september 1815 stelde het departement in en droeg het beheer op aan een in Brussel zetelend directeur-generaal. Deze aanvaardde zijn ambt op 12 oktober 1815.

Datum opheffing:
Bij kb van 10 juli 1826 werd het departement met ingang van 1 augustus 1826 opgeheven en het beheer der zaken van de rooms-katholieke eredienst aan de minister van Binnenlandse Zaken opgedragen. Bij kb van 4 december 1829 werd het departement weer ingesteld. Bij kb van 29 oktober 1870 (Staatsblad nr. 173) werd met ingang van 1 januari 1871 het departement definitief opgeheven.

Vestigingsplaats:
Tot 1830 te Brussel, daarna te 's-Gravenhage.

Personeel:
Op 16 september 1815 werd de leiding van het departement opgedragen aan een directeur-generaal. Per 18 oktober 1843 kwam een minister aan het hoofd te staan. Van 1 november 1849 tot 19 april 1853 werd het departement beheerd door achtereenvolgens de minister van Justitie en de minister van Financiën; hierna kende het departement weer een zelfstandig minister.
Functies op het departement die zijn opgenomen in dit repertorium: secretaris-adviseur (later secretaris-generaal), commissaris en referendaris.

Benoeming/verkiezing:
De hoofden van het departement werden door de koning benoemd; na de grondwetswijziging van 1848 gebeurde dit op voordracht van een formateur.

Aanvangs- en einddata in het Repertorium:
De aanvangsdatum voor ministers is de datum van aantreden, voorzover bekend of in het k.b. vermeld. Bij ambtenaren is de datum van de besluiten tot benoeming of ontslag gevolgd.

Naamlijsten:
-Ette, A.J.H. van, Onze ministers sinds 1798 (Alphen aan den Rijn 1948).
-Naamlijst van de hoofden der departementen van Algemeen Bestuur, van de ministers van Staat, en van de leden der Staten-Generaal van de Vereenigde Nederlanden en van het Koningrijk der Nederlanden, 1813-1851. Met opgave van den tijd van benoeming en aftreding. Samengest. door H. Tollius Drabbe ('s-Gravenhage 1851) 1-28.
-Onze bestuurders in moederland en koloniën (Leiden 1885) 5-20.

Literatuur:
-Beth, J.C., 'Archieven van den Roomsch-Katholieken Eeredienst 1814-1829. (Overgenomen van het Departement van Justitie.)', in Verslagen omtrent 's Rijks oude archieven XXXVI (1913) 110-116.
-Beth, J.C., De departementen van Algemeen Bestuur gedurende het tijdvak 1798-1907 (Groningen 1907).
-Bonder, H., Inventarissen van de departementensarchieven betreffende de Eerediensten 1805-1870 ('s-Gravenhage 1931).
-Brauw, W.M. de, De departementen van algemeen bestuur in Nederland, sedert de omwenteling van 1795 (Utrecht 1864).
-Otten, F.J.M., Gids voor de archieven van de ministeries en de Hoge Colleges van Staat 1813-1940 (Den Haag 2004).

<