Departement van Hervormde Eredienst (1815-1861)

Departement van Hervormde Eredienst (1815-1861)

In het bestand zijn de volgende functies opgenomen:

Toelichting:

Institutionele toelichting departement van Hervormde Eredienst (1815-1861)

Naam:
De generale directie voor de Hervormde en andere Erediensten behalve de Rooms-Katholieke werd op 20 mei 1828 een ministerie, op 19 februari 1841 een generale directie en op 18 oktober 1843 wederom een ministerie.

Datum oprichting:
Een besluit van het Algemeen Bestuur van 1 december 1813 droeg het beheer der zaken van de Eredienst op aan de commissaris-generaal van Binnenlandse Zaken; bij sb van 6 april 1814 aan de secretaris van staat van Binnenlandse Zaken, die op 12 april 1814 het ambt aanvaardde. Het kb van 16 september 1815 scheidde het beheer af van het ministerie van Binnenlandse Zaken en droeg dit provisioneel op aan de commissaris-generaal van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, die op 1 oktober het ambt aanvaardde. Op 19 maart 1818 werd een directeur-generaal benoemd uitsluitend voor het departement van de Hervormde Erediensten.

Datum opheffing:
Bij kb van 29 oktober 1870 (Staatsblad 173) werd met ingang van 1 januari 1871 het departement definitief opgeheven.

Vestigingsplaats:
's-Gravenhage.

Personeel in dienst van het departement:
Na onder de provisionele leiding van de commissaris-generaal van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen te zijn begonnen, werd op 19 maart 1818 een directeur-generaal als hoofd van het departement benoemd die op 20 mei 1828 minister werd. De op 19 februari 1841 benoemde directeur-generaal werd op 18 oktober 1843 minister. Van 1 november 1849 tot 5 januari 1854 werd het departement beheerd door achtereenvolgens de minister van Justitie en de minister van Financiƫn. Met ingang van 6 januari 1854 kwam het departement weer onder een eigen minister.
Functies op het departement die zijn opgenomen in dit repertorium: secretaris-adviseur (later secretaris-generaal) en referendaris.

Benoeming/verkiezing:
De hoofden van het departement werden door de koning benoemd; na de grondwetswijziging van 1848 gebeurde dit op voordracht van een formateur.

Verantwoording data:
De aanvangsdatum voor ministers is de datum van aantreden, voorzover bekend of in het k.b. vermeld. Bij ambtenaren is de datum van de besluiten tot benoeming of ontslag gevolgd.

Naamlijsten:
-Ette, A.J.H. van, Onze ministers sinds 1798 (Alphen aan den Rijn 1948).
-Naamlijst van de hoofden der departementen van Algemeen Bestuur, van de ministers van Staat, en van de leden der Staten-Generaal van de Vereenigde Nederlanden en van het Koningrijk der Nederlanden, 1813-1851. Met opgave van den tijd van benoeming en aftreding. Samengest. door H. Tollius Drabbe ('s-Gravenhage 1851) 1-28.
-Onze bestuurders in moederland en koloniƫn (Leiden 1885) 5-20.

Literatuur:
-Beth, J.C., De departementen van Algemeen Bestuur gedurende het tijdvak 1798-1907 (Groningen 1907).
-Bonder, H., Inventarissen van de departementensarchieven betreffende de Eerediensten 1805-1870 ('s-Gravenhage 1931).
-Brauw, W.M. de, De departementen van algemeen bestuur in Nederland, sedert de omwenteling van 1795 (Utrecht 1864).
-Otten, F.J.M., Gids voor de archieven van de ministeries en de Hoge Colleges van Staat 1813-1940 (Den Haag 2004).

<