Zendingsschool ter opleiding van Zendeling-leeraren vanwege de Christelijke Gereformeerde Kerk in Nederland.
Naam | Zendingsschool ter opleiding van Zendeling-leeraren vanwege de Christelijke Gereformeerde Kerk in Nederland. |
Periode | 1860-1900 |
Denominatie | Christelijke Gereformeerde Kerken |
Org | Zending |
Korte geschiedenis | Tussen 1871 en 1877 ontstond in Leiden geleidelijk een door ds. J.H. Donner (1824-1903; zie over hem Nieuw Ned. Biografisch Woordenboek, I, p. 738) geleide school voor zendelingen die door de Christelijk Gereformeerde Kerken werden uitgezonden. Tussen 1860 en 1892 leverde deze acht merendeels door Donner opgeleide arbeiders af. Donner onderrrichtte ook zendelingen van de Nederlandsche Gereformeerde Zendings Vereeniging (NGZV) waaronder J. Wilhelm die vanaf 1884 voor de Christelijke Gereformeerde zending werkte. |
Organisatie | Vanaf 1860 werd de zendingsopleiding verzorgd door docenten en curatoren van de Theologische School te Kampen. Voor enkele vakken werd hulp van buitenaf verkregen. De docenten en curatoren vormden samen het toeziend en examinerend college. De Leidse predikant J.H. Donner werd vanaf 1871 belast met het toezicht op studenten die aan de Indische School vakken volgden. De zendingsopleiding maakte zich zo langzamerhand los van de school, ook al doordat de behartiging van zendingszaken werd overgedragen aan tien provinciale zendingsdeputaten in plaats van aan de zendingcommissie van docenten en curatoren. Vanaf 1873 werd de gehele opleiding in Leiden gegeven. In 1877 werd Donner officieel als zendingsdirector geinstalleerd en kreeg de zendingsschool zijn definitieve vorm. Na 1891 werden er geen zendelingen meer opgeleid aan de zendingschool. Als gevolg van gemaakte afspraken tijdens de vereniging van de Nederduits Gereformeerde Kerken en de Christelijke Gereformeerde Kerk in 1892 werd Donner pas op 1 januari 1900 eervol ontslag verleend als zendingsdirector. Een opvolger werd niet benoemd. |
Doelstelling | Zendeling-leraren behoren niet minder dan predikanten, wetenschappelijk gevormde mannen te zijn, en wij hopen langzamerhand dat doel te bereiken (Acta Synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken te ’s-Hertogenbosch 1875, artikel 87) Op de Generale Synode van Dordrecht (1879) werd een reglement vastgesteld voor de opleiding. |
Taken en activiteiten |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
Meer over het archief |
|
||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||
Opmerkingen | In het archief van de Algemeene Zendingscommissie der Christelijke Gereformeerde Kerken bevinden zich stukken die betrekking hebben op de zendingsopleiding van Donner. Daarnaast is als bijlage een lijst van zendelingen opgenomen waarvan 9 door J.H. Donner zijn opgeleid. |
Geschiedenis
Korte geschiedenis | Tussen 1871 en 1877 ontstond in Leiden geleidelijk een door ds. J.H. Donner (1824-1903; zie over hem Nieuw Ned. Biografisch Woordenboek, I, p. 738) geleide school voor zendelingen die door de Christelijk Gereformeerde Kerken werden uitgezonden. Tussen 1860 en 1892 leverde deze acht merendeels door Donner opgeleide arbeiders af. Donner onderrrichtte ook zendelingen van de Nederlandsche Gereformeerde Zendings Vereeniging (NGZV) waaronder J. Wilhelm die vanaf 1884 voor de Christelijke Gereformeerde zending werkte. |
Organisatie | Vanaf 1860 werd de zendingsopleiding verzorgd door docenten en curatoren van de Theologische School te Kampen. Voor enkele vakken werd hulp van buitenaf verkregen. De docenten en curatoren vormden samen het toeziend en examinerend college. De Leidse predikant J.H. Donner werd vanaf 1871 belast met het toezicht op studenten die aan de Indische School vakken volgden. De zendingsopleiding maakte zich zo langzamerhand los van de school, ook al doordat de behartiging van zendingszaken werd overgedragen aan tien provinciale zendingsdeputaten in plaats van aan de zendingcommissie van docenten en curatoren. Vanaf 1873 werd de gehele opleiding in Leiden gegeven. In 1877 werd Donner officieel als zendingsdirector geinstalleerd en kreeg de zendingsschool zijn definitieve vorm. Na 1891 werden er geen zendelingen meer opgeleid aan de zendingschool. Als gevolg van gemaakte afspraken tijdens de vereniging van de Nederduits Gereformeerde Kerken en de Christelijke Gereformeerde Kerk in 1892 werd Donner pas op 1 januari 1900 eervol ontslag verleend als zendingsdirector. Een opvolger werd niet benoemd. |
Doelstelling | Zendeling-leraren behoren niet minder dan predikanten, wetenschappelijk gevormde mannen te zijn, en wij hopen langzamerhand dat doel te bereiken (Acta Synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken te ’s-Hertogenbosch 1875, artikel 87) Op de Generale Synode van Dordrecht (1879) werd een reglement vastgesteld voor de opleiding. |
Taken en activiteiten |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
Het archief
Meer over het archief |
|
||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||
Opmerkingen | In het archief van de Algemeene Zendingscommissie der Christelijke Gereformeerde Kerken bevinden zich stukken die betrekking hebben op de zendingsopleiding van Donner. Daarnaast is als bijlage een lijst van zendelingen opgenomen waarvan 9 door J.H. Donner zijn opgeleid. |