Repertorium van Nederlandse zendings- en missie-archieven 1800-1960

 
English | Nederlands

Congregatie van de Heilige Geest (CSSp.)

Naam Congregatie van de Heilige Geest (CSSp.)
Naamsvarianten
  • Congregatie van de H. Geest onder bescherming van het Onbevlekt Hart van Maria
  • Congregatio Sancti Spiritus (CSSp.)
  • Spiritijnen
  • Congregatio Sancti Spiritus sub tutela Immaculati Cordis Beatissimae Virgines Mariae (CSSp.)
  • Congregatie van de H. Geest en van het Onbevlekt Hart van Maria
  • Paters van de H. Geest (CSSp.)
  • Congregatio Sancti Spiritu (C.S.Sp.)
Periode 1703-2011
Denominatie rooms-katholiek
Org Missie

Korte geschiedenis

De congregatie

In 1703 werd te Parijs het Genootschap van de Heilige Geest, bestaande uit seculiere geestelijken, gesticht door Claude François Poullart des Places (1679-1709). Het Genootschap hield zich onder meer met de missie in de Franse koloniën bezig. Het voortbestaan van het Genootschap kwam in gevaar door de Franse Revolutie en de na 1815 voortdurende politieke instabiliteit. Het aantal leden was te gering voor de missionaire taak. In 1841 had Franz Maria Paul Libermann (1802-1852) de speciaal voor de missie gestichte Congregatie van het Onbevlekt Hart van Maria opgericht, maar deze raakte in moeilijkheden na een missie in Liberia waarbij het merendeel van de missionarissen om het leven kwam (Derix, Brengers van de boodschap, 322). Libermann wist in 1848 een fusie tot stand te brengen tussen beide congregaties. De nieuwe congregatie kreeg de naam van Congregatie van de H. Geest en van het Onbevlekt Hart van Maria. In 1859 vestigde zij zich in Ierland en daarop volgden andere landen. In 1904 kwam de eerste vestiging in Nederland tot stand, toen de paters een klein (voormalig) hotel in Weert huurden (www.erfgoedkloosterleven.nl  geraadpleegd op 6 april 2010). In 2003 telde de congregatie wereldwijd ongeveer 3.000 leden. Tot 2003 bedroeg het totaal aantal geprofeste leden van de Nederlandse provincie 1083 (753 priesters en 330 broeders).

 

De missie

De congregatie is vanaf haar stichting een echte missiecongregatie. Ze is dan ook overal ter wereld actief (geweest) met een concentratie in Afrika ten zuiden van de Sahara. De meeste bisdommen zijn ontstaan in Angola (17). Kameroen (10) en Brazilië (9). De congregatie was werkzaam in Congo, Congo-Brazzaville en Angola (vanaf 1865), Tanzania (vanaf 1862), Kameroen (in 1922 overgenomen van de Duitse paters Pallotijnen), de Centraal Afrikaanse Republiek (vanaf 1909), Brazilië (vanaf 1885, aanvankelijk het Amazonegebied, later ook andere delen van het land), Haïti, Kenya (vanaf 1917), Ethiopië, Zuid-Afrika en ten slotte op Guadeloupe en Martinique. De Nederlandse provincie heeft een beperkt aantal eigen missiegebieden gehad, maar wel altijd nauw samengewerkt met andere spiritijnse provincies. Veel Nederlandse spiritijnen - in 1937 ging het om 52 mannen- hebben gewerkt in missiegebieden van andere provincies (Frankrijk, Ierland en Portugal), met name in Afrikaanse landen. Informatie over Nederlandse spiritijnen in Angola (1934-1999) is bijvoorbeeld te vinden in boeken van de Portugese provincie hierover (reactie Martin Wilson, archivaris H Geest, 5 oktober 2005). De Pius-almanak 1960/61 somt alle gebieden op waar Nederlandse paters en broeders toen werkzaam waren: Tanganyika (Tanzania), Kenya, (Belgisch) Congo, Angola, Frans Equatoriaal Afrika, (Frans) Kameroen, de Republiek Guinea A.O., Senegal, Brazilië, Martinique, Guadeloupe, Haïti, de Verenigde Staten van Amerika en Canada.

 

Tanzania

Al een jaar na de oprichting van de Nederlandse provincie in 1931 kreeg deze een eigen missiegebied toegewezen, namelijk het in 1906 opgerichte apostolisch vicariaat Bagamoyo (Tanzania). Het Genootschap was hier vanaf 1868 actief. De Nederlandse provinciaal-overste werd tevens apostolisch vicaris. In deze missie kregen de paters hulp van de Zusters van het Kostbaar Bloed, Aarle-Rixtel. In 1937 waren in dit apostolisch vicariaat 27 paters en 17 broeders werkzaam (Pius-almanak 1938). Andere specifiek Nederlandse gebieden waren in Tanzania de bisdommen Morogoro en Samé.

 

Ned. Antillen

Kleine aantallen Spiritijnen werkten op St. Maarten/St. Martin, Curacao en Bonaire.

 

Brazilië

De Braziliaanse bisschop van Belém do Pará, Antônio de Macedo Costa, deed herhaalde pogingen om buitenlandse religieuzen te interesseren voor zijn bisdom dat reikte van de monding van de Amazone tot aan het Andesgebergte. In Rome bracht hij de problemen van zijn bisdom, met name het priestertekort, onder de aandacht bij de rector van het Frans seminarie, een spiritijn. Via diens bemiddeling kon de bisschop in 1885 zich met een brief wenden tot de generaal-overste van de congregatie. De Spiritijnen weigerden echter hem te hulp te komen, omdat zij meenden onvoldoende personeel te hebben. Na onder druk te zijn gezet door hoge kerkelijke autoriteiten, vingen zijn in 1886 toch met hun werk in Brazilië aan, aanvankelijk in Belém do Pará waar zij lesgaven aan het seminarie. Na onenigheid met de nieuwe bisschop vertrokken zij in 1897 en gingen op uitnodiging van de bisschop van Manaus, wiens bisdom een afsplitsing was van het bisdom Belem do Pará, werken in de parochie in Manaus. In dit gebied werkten voornamelijk Franse en Duitse Spiritijnen. De bedoeling van het algemeen bestuur was geweest te werken onder Indianen, maar het bleek moeilijk contact met hen te leggen. Wel leverden met name de eerste generatie Spiritijnen verdienstelijke linguïstische en etnografische studies af. De Spiritijnen wilden hun werkgebied onttrekken aan het gezag van de bisschop, wat na diens begrijpelijke bezwaren in 1910 toch gelukte; het gebied werd onder het gezag van de congregatie De Propaganda Fide geplaatst en daarmee formeel een missiegebied. De apostolische prefectuur van Tefé werd toevertrouwd aan de Spiritijnen. Het algemeen bestuur van de congregatie wilde, mede vanwege de Eerste Wereldoorlog, de nationaliteiten binnen haar congregatie dáár inzetten waar dat het meest profijtelijk was: Fransen in koloniale gebieden in Afrika en Duitsers in toenemende mate in Brazilië. Herverdelingen van deze aard waren niet onproblematisch en in Tefé daalde het aantal Spiritijnen vanwege onenigheid hierover.

In 1945 droeg het algemeen bestuur de in 1931 opgerichte Nederlandse provincie op om missionarissen naar Tefé te sturen. De Nederlander Jouke de Lange werd tot apostolisch prefect benoemd. De Nederlanders versterkten de prefectuur, waar op dat moment vooral oudere Franse en een enkele Braziliaanse Spiritijn overgebleven waren. Vanaf 1950 werkten er alleen nog Nederlanders. Brazilië werd binnen de congregatie niet algemeen als missiegebied gezien. De opleiding was voornamelijk gericht op de 'echte' missie in Afrika. De Nederlanders onderhielden de twee ver uit elkaar liggende parochies. Een steeds terugkerend probleen was de slechte infrastructuur. De paters droegen dagelijks Latijnse missen op voor een gering aantal kerkgangers en besteedden hun tijd aan desobrigareizen: reizen naar afgelegen plekken om Brazilianen ter plaatse de sacramenten toe te dienen en daarmee in de gelegenheid te stellen aan hun katholieke plichten (desobriga) te voldoen. Verder gaven de Spiritijnen de plaatselijke infrastructuur een belangrijke impuls met hun jongensvakschool in Missão: de school leverde vakmensen af, maar bijvoorbeeld ook belangrijke verkeersmiddelen als boten. In 1950 werd ook Centraal-Brazilië door het algemeen bestuur van de congregatie toevertrouwd aan de Nederlanders.

 

 

Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 37-38, Willemsen, I, par. 1-6, Pius-almanak 1960/61, 399-401, Gruyter, Kracht H. Geest en Harrie Lamers, 'Ik leerde'.

Organisatie

De congregatie

De congregatie werd bestuurd door een generaal overste. Het generalaat bevond zich eerst in Parijs, maar later in Rome. De congregatie is verdeeld in provincies, door de spiritijnen circumscripties genaamd. Van 1904 tot 1931 vormden België en Nederland samen een viceprovincie. In 1931 werd Nederland een zelfstandige provincie. Sinds in 1850 de kloostergeloften werden ingesteld, konden ook broeders intreden in de congregatie. Zij werden opgeleid in Baarle-Nassau en onderricht in diverse ambachten. In 1937 had men vestigingen in: Gemert (missiehuis, grootseminarie, provincialaat en missieprocuur), Gennep (missiehuis), Weert (missiehuis) en Baarle-Nassau (missiehuis) (Piusalmanak 1938; Derix, Brengers van de boodschap, 271-272). In Hattem (provincie Gelderland) bestond van 1958 tot  1970 een seminarie voor late roepingen.

 

De missie

Brazilië

Na negatieve ervaringen in een ander bisdom wilden de Spiritijnen een onafhankelijker positie. Om die reden werd de missie in Manaus onttrokken aan het gezag van de Braziliaanse bisschop. Er werden drie prefecturen rechtstreeks onder het gezag van de Propaganda Fide geplaatst, wat voor Brazilië uitzonderlijk was. Formeel gezien waren dit toen echte missiegebieden. In 1950 werd de apostolische prefectuur van Tefé verheven tot praelatura nullius, wat inhield dat zij via een bepaalde constructie werd toegewezen aan de congregatie van de H. Geest (Lamers, 'Ik leerde', 191 en 194).

 

Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 37, Willemsen, I, par. 1-6 en de Pius-almanak 1960/61, 305.

Doelstelling

Doel was om werkzaamheden uit te oefenen waarvoor de kerk moeilijk anderen kon vinden, namelijk geestelijke hulp te bieden aan de zwarte bevolking van Afrika en Amerika (Van Woesik, 37; Pius-almanak 1960/61, 305). De doelstelling werd verwezenlijkt door middel van pastoraal werk en missiewerk. Voor het liefdewerk was er Africa Christo (Willemsen, P06).

Taken en activiteiten
  • (Wetenschappelijk) onderzoek
  • Onderwijs (hieronder ook kweekscholen)
  • Informatievoorziening en propaganda
  • Pastoraal werk
  • Evangelieverkondiging en catechese
  • Bestudering en beschrijving van taal en cultuur
  • Opleiding van zendingswerkers en missionarissen
  • Uitzending van zendingswerkers en missionarissen
Voorloper
  • Genootschap van de Heilige Geest (1703-1741/48/49)
  • Congregatie van het Onbevlekt Hart van Maria (1841-41/48)
Continenten
  • Latijns Amerika
  • Afrika
Lokatie
  • Angola
  • Aartsbisdom Luanda
  • Bisdom Mbanza Congo
  • Bisdom Carmona
  • Bisdom Cabinda
  • Bisdom Luena (voorheen: Luso)
  • Bisdom Malanje
  • Bisdom Lubango (voorheen Sá da Bandeira)
Selectie uit de literatuur
Titel
  • In de kracht van de Geest : honderd jaar Nederlandse en Belgische spiritijnen / [red.: Toon Gruyters ; Michel Knoups (eindred.)]
Auteur
  • Toon Gruyters (1938-)
Paginering
  • 233 p
Uitgever
  • [Gemert] : Nederlandse provincie van de Congregatie van de H. Geest
Jaar van uitgave
  • [2003]

Titel
  • Mgr. L. J. van Heijgen CSSP. 40 jaar bisschop
Paginering
  • 23 p
Uitgever
  • [S.l. : s.n.]
Jaar van uitgave
  • 2002

Titel
  • Zonen en dochters met een missie : een boek over missionarissen uit Boekel en Venhorst / [red.: Jan Meulemeesters ; met medew. van: Trudy Bolwerk ... et al.]
Auteur
  • Jan Meulemeesters ; Trudy Bolwerk
Paginering
  • 100 p
Uitgever
  • [Boekel] : Missiecomité Boekel-Venhorst[Boekel] : Heemkundekring 'Sint Achten op Boeckel'
Jaar van uitgave
  • [2003]

Titel
  • Mission and politics in Eastern Africa : Dutch missionaries and African nationalism in Kenya, Tanzania, and Malawi, 1945-1965 / Albert de Jong
Auteur
  • Albert Herman de Jong (1943-)
Paginering
  • 352 p
Uitgever
  • Nairobi, Kenya : Paulines Publications Africa
Jaar van uitgave
  • 2000

Titel
  • De missionaire opleiding van Nederlandse missionarisssen. Een onderzoek naar de missionaire voorbereiding in de periode 1930-1975 van de priester-missionarissen van de witte paters, millhillers, spiritijnen, montfortanen en kapucijnen die vanuit Nederland naar Oost-Afrika werden uitgezonden.
Auteur
  • Jong cssp., A.H. de
Uitgever
  • Kampen:
Jaar van uitgave
  • 1995

Titel
  • Missie en politiek in oostelijk Afrika : Nederlandse missionarissen en Afrikaans nationalisme in Kenya, Tanzania en Malawi 1945-1965 / Albert Herman de Jong
Auteur
  • Albert Herman de Jong (1943-)
Reeks
  • Kerk en theologie in context, ISSN 0922-9086 ; dl. 25
Paginering
  • XVI, 370 p
Uitgever
  • Kampen : Kok
Jaar van uitgave
  • 1994


Bronnenpublicatie
Titel
  • "Zijn broer is dominee" : brieven van Geer Soudant, missionaris in Afrika / onder red. van J.P. Heijke
Auteur
  • Gerard Soudant (1929-1985) ; Johannes Petrus Heijke (1927-2009)
Reeks
  • Binnenkant, ISSN 0922-8187 ; dl. 10
Paginering
  • 220 p
Uitgever
  • Zoetermeer : Meinema
Jaar van uitgave
  • cop. 1994


Periodieken
Titel
  • De bode van den H. Geest : maandschrift
Paginering
  • Jrg. 1 (1905) - jrg. 47 (1951)
Uitgever
  • Weert : De Paters van den H. Geest
Jaar van uitgave
  • 1905-1951

Titel
  • Ons missievriendje : geïllustreerd missietijdschrift voor de R.K. jeugd
Paginering
  • Jrg. 1, nr. 1 (15 aug. 1921) - 31 (1953)
Uitgever
  • Weert : Paters van de H. Geest
Jaar van uitgave
  • 1921-1953

Titel
  • Ons orgaan / Nederlandse Provincie Paters van de H. Geest
Paginering
  • No. 1 (1946) - no. 63 (1962)
Uitgever
  • Gemert : Nederlandse Provincie Paters van de H. Geest
Jaar van uitgave
  • 1946-1962

Titel
  • Missie-almanak / Paters van de Heilige Geest
Uitgever
  • Rhenen : Paters van de Heilige Geest
Jaar van uitgave
  • 1949-...

Titel
  • Africa christo : orgaan van het Spiritijns Missiegenootschap
Paginering
  • 48 (1952) - 63 (1967)
Uitgever
  • Weert [etc.] : Spiritijns Missiegenootschap
Jaar van uitgave
  • 1952-1967

Titel
  • Orgaan / Nederlandse Provincie, Paters van de H. Geest
Paginering
  • Nr. 64 (1962) - nr. 80 (1967)
Uitgever
  • Gemert : Paters van de H. Geest
Jaar van uitgave
  • 1962-1967

Titel
  • Spinet : spiritijns Nederlands tijdschrift
Uitgever
  • Gemert : Paters van de H. Geest
Jaar van uitgave
  • 1968-...

Titel
  • Spin : spiritijnse informatie / Congregatie van de H. GeestSpiritijnse informatie
Paginering
  • Nr. 1 (1978) - ...
Uitgever
  • Gemert : Nederlandse Provincie van de Congregatie van de H. Geest
Jaar van uitgave
  • 1978-...

Titel
  • Orgaan van de Nederlandsche Provincie / Congregatie van den H.Geest en van het H. Hart van MariaOrgaan der Nederlandsche Provincie van de Paters van den H.Geest
Paginering
  • Afl.1 (1939) - Afl.8 (1940)
Uitgever
  • Gemert : Paters v.d. H. Geest
Jaar van uitgave
  • 1939-1940
Interviews

60 interviews, te weten de nrs.:

6

38

43

44

63

68

110

111

114

142

144

170

188

214

255

262

303

325

326

342

353

357

375

378

380

386

390

425

447

448

450

456

471

501

502

503

514

543

550

588

591

607

630

641

643

654

656

658

659

661

662

667

673

708

710

721

729

827

853

 

Meer over het archief
Beschrijving archief

Het archief is in 2009 in bruikleen gegeven aan het Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven in St. Agatha. Pater Martin Wilson heeft het archief geordend en ontsloten. Zijn inventaris zal nog verfijnd worden aan de hand van door hem gemaakte meer gedetailleerde beschrijvingen (website van het Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven, geraadpleegd op 6 april 2010). De omvang van het archief werd tijdens een bezoek van KAN in 2001 geschat op 150 meter. De samenstelling was als volgt: papieren archivalia 92 meter, boeken 32 meter, losse foto's 14 meter en fotoalbums 12 meter. Waarschijnlijk zal de omvang door selectie nog verminderen, met name wanneer onbeschreven foto's en andere stukken die niet voor permanente bewaring in aanmerking komen zijn verwijderd. Het archief is zeer goed bewaard. Zowel de bestuurlijke, financiële als economische kerndocumenten zijn nagenoeg alle aanwezig, terwijl van de paters en broeders met inbegrip van hen die uit zijn getreden de persoonsdossiers nog aanwezig zijn. Wanneer we afgaan op de inventaris, bevat het archief nauwelijks stukken over het missiewerk. Een verklaring voor dit gemis kan nog niet gegeven worden. Bij een steekproef bleek dat de persoonsdossiers brieven van missionarissen aan het thuisfront bevatten en daarnaast een door de congregatie geschreven in memoriam bij het overlijden. Wellicht zijn de missiearchieven niet naar Nederland overgebracht. Opmerkelijk zijn de lange series 'dagboeken' van de huizen, vermoedelijk kloosterkronieken. Een deel van de oudere stukken is in het Frans geschreven.     Het Katholiek Documentatie centrum in Nijmegen bezit enkele stukken van de paters. Deze zijn ondergebracht in de Collectie Losse Archivalia (LARC). Het archief van het generalaat bevindt zich volgens een bezoekrapport van het KAN uit 2001 in Frankrijk. Dit archief is verder niet onderzocht.

Bewaarplaats Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven, St. Agatha
Periode archief (1703) 1904-heden
Openbaarheid beperkt
Opmerkingen openbaarheid

Het archief is in bewaring gegeven aan het erfgoedcentrum in Sint Agatha, het eigendomsrecht ligt bij de congregatie. Voor het inzien van archiefmateriaal is toestemming nodig van het provinciaal bestuur. Een aanvraagformulier voor het verkrijgen van deze toestemming kan het erfgoedcentrum u per mail of per post toezenden (www.erfgoedkloosterleven.nl AR-P009 6-4-2010).

Omvang 1.409 beschreven archiefstukken; 85 meter
Toegang soort
  • Inventaris met inleiding
Opmerkingen toegang soort digitaal beschikbaar op www.archieven.nl / www.erfgoedkloosterleven.nl
Toegang titel AR-P009, NB Niet afgerond
Bijzondere relevantie
Toon

Verberg

Selectie

 

 

uit inv. KAN P04a

 

 

291-345. Persoonsdossiers van overleden paters en broeders, z.j.

262-288. Persoonsdossiers van uitgetreden paters, broeders en postulanten, z.j.

NB: in deze dossiers zouden zich brieven van missionarissen aan het thuisfront kunnen bevinden.

 

uit inv. KAN P04z

 

Aantekening van Frits Versteijnen over Oost-Afrika gebruikt voor zijn lessen op het kleinseminarie te Bagamoyo en zijn boeken, ca. 1959-1991 (inv. nr. 10).

 


Bewaarplaats Katholiek Documentatie Centrum, Nijmegen
Periode archief 1907-1978
Openbaarheid openbaar
Omvang 0,25 m
Toegang soort
  • Anders nl
Opmerkingen toegang soort Plaatsingslijst
Toegang titel Congregatie van de H. Geest, Baarle-Nassau, vereniging voor het apostolaat in parochies, missies, opvoedings- en liefdewerk
Bijzondere relevantie
Toon

Verberg

 

 

 

 


Bewaarplaats Congregazione dello Spirito Santo, Clivo di Cinna 195 - 00136 ROMA, tel. 06.35.40.461 - fax 06-35.45.06.76
Websites

http://www.spiritains.org/

 

www.missie-geest.nl

 

Bronnen met verslaglegging

14.

Visitaties 1929-1965.

Nadere Toegangen

Persoonsdossiers

 

De persoonsdossiers variëren in omvang maar kunnen zeer omvangrijk zijn. Zij bevatten persoonlijke stukken van de leden van de congregatie, zowel formele als informele. Onder de eerste categorie valen bijvoorbeeld doopbewijzen, verzoeken aan de provinciaal overste om te mogen intreden, paspoorten en rijbewijzen en zelfs rijbewijzen uit Afrikaanse landen. Onder de informele stukken moeten met name genoemd worden de soms talrijke brieven aan de provinciaal over het wel en wee in de missie, maar ook over praktische zaken zoals verzoeken om geld of bevestiging van de ontvangst van geldzendingen. De brieven vanuit de missie zijn vaak amicaal en persoonlijk, soms gelardeerd met humor. De formele stukken van vóór de Tweede Wereldoorlog zijn vaak in het Frans geschreven. In principe vangt elk dossier aan met een loopbaanoverzicht. Daarop volgen onder meer rapporten en beoordelingen opgemaakt tijdens het noviciaat en de verdere studies. Rond 1940 werd de student beoordeeld op de volgende kenmerken: gezondheid, temperament, karakter, capaciteiten, werk. bijzondere vaardigheden, inzicht ('jugement pratique'), ernst en bescheidenheid ('gravité, modestie'), netheid en ordelijkheid, zorg waarmee opdrachten worden uitgevoerd, regelmaat, verhouding tot superieuren, verhouding tot medestudenten, onthechting van zijn familie ('détachement de la famille'), spiritualiteit, deugdzaamheid en vroomheid, gebreken, kerkelijke roeping, geestelijke roeping, missieijver, cijfers voor gedrag, studieresultaten en gezondheid en waarnemingen. De variatie aan informele stukken is groot. Zo bevat het dossier van broeder Nicéphorus (Piet Bastiaanssen 1913-1993; inv. nr. ) de tekst van een revue gecomponeerd door medebroeders bij gelegenheid van zijn terugkeer naar Nederland in 1958. Dossiers met stukken van vóór 1930 werden tijdens een steekproefonderzoek niet aangetroffen, waarschijnlijk bevinden deze zich in het archief van de provincie waaronder Nederland voor 1931 ressorteerde.

Verwijzing naar andere archiefvormers
Opmerkingen

Deze congregatie moet wel onderscheiden worden van de Broederschap van de H. Geest, een rond 1830 opgericht, in deze gids ook beschreven fonds dat gelden inzamelde voor de missie en later opging in het Genootschap tot voortplanting des geloofs.

Informatiewaarde Groot

Geschiedenis

Korte geschiedenis

De congregatie

In 1703 werd te Parijs het Genootschap van de Heilige Geest, bestaande uit seculiere geestelijken, gesticht door Claude François Poullart des Places (1679-1709). Het Genootschap hield zich onder meer met de missie in de Franse koloniën bezig. Het voortbestaan van het Genootschap kwam in gevaar door de Franse Revolutie en de na 1815 voortdurende politieke instabiliteit. Het aantal leden was te gering voor de missionaire taak. In 1841 had Franz Maria Paul Libermann (1802-1852) de speciaal voor de missie gestichte Congregatie van het Onbevlekt Hart van Maria opgericht, maar deze raakte in moeilijkheden na een missie in Liberia waarbij het merendeel van de missionarissen om het leven kwam (Derix, Brengers van de boodschap, 322). Libermann wist in 1848 een fusie tot stand te brengen tussen beide congregaties. De nieuwe congregatie kreeg de naam van Congregatie van de H. Geest en van het Onbevlekt Hart van Maria. In 1859 vestigde zij zich in Ierland en daarop volgden andere landen. In 1904 kwam de eerste vestiging in Nederland tot stand, toen de paters een klein (voormalig) hotel in Weert huurden (www.erfgoedkloosterleven.nl  geraadpleegd op 6 april 2010). In 2003 telde de congregatie wereldwijd ongeveer 3.000 leden. Tot 2003 bedroeg het totaal aantal geprofeste leden van de Nederlandse provincie 1083 (753 priesters en 330 broeders).

 

De missie

De congregatie is vanaf haar stichting een echte missiecongregatie. Ze is dan ook overal ter wereld actief (geweest) met een concentratie in Afrika ten zuiden van de Sahara. De meeste bisdommen zijn ontstaan in Angola (17). Kameroen (10) en Brazilië (9). De congregatie was werkzaam in Congo, Congo-Brazzaville en Angola (vanaf 1865), Tanzania (vanaf 1862), Kameroen (in 1922 overgenomen van de Duitse paters Pallotijnen), de Centraal Afrikaanse Republiek (vanaf 1909), Brazilië (vanaf 1885, aanvankelijk het Amazonegebied, later ook andere delen van het land), Haïti, Kenya (vanaf 1917), Ethiopië, Zuid-Afrika en ten slotte op Guadeloupe en Martinique. De Nederlandse provincie heeft een beperkt aantal eigen missiegebieden gehad, maar wel altijd nauw samengewerkt met andere spiritijnse provincies. Veel Nederlandse spiritijnen - in 1937 ging het om 52 mannen- hebben gewerkt in missiegebieden van andere provincies (Frankrijk, Ierland en Portugal), met name in Afrikaanse landen. Informatie over Nederlandse spiritijnen in Angola (1934-1999) is bijvoorbeeld te vinden in boeken van de Portugese provincie hierover (reactie Martin Wilson, archivaris H Geest, 5 oktober 2005). De Pius-almanak 1960/61 somt alle gebieden op waar Nederlandse paters en broeders toen werkzaam waren: Tanganyika (Tanzania), Kenya, (Belgisch) Congo, Angola, Frans Equatoriaal Afrika, (Frans) Kameroen, de Republiek Guinea A.O., Senegal, Brazilië, Martinique, Guadeloupe, Haïti, de Verenigde Staten van Amerika en Canada.

 

Tanzania

Al een jaar na de oprichting van de Nederlandse provincie in 1931 kreeg deze een eigen missiegebied toegewezen, namelijk het in 1906 opgerichte apostolisch vicariaat Bagamoyo (Tanzania). Het Genootschap was hier vanaf 1868 actief. De Nederlandse provinciaal-overste werd tevens apostolisch vicaris. In deze missie kregen de paters hulp van de Zusters van het Kostbaar Bloed, Aarle-Rixtel. In 1937 waren in dit apostolisch vicariaat 27 paters en 17 broeders werkzaam (Pius-almanak 1938). Andere specifiek Nederlandse gebieden waren in Tanzania de bisdommen Morogoro en Samé.

 

Ned. Antillen

Kleine aantallen Spiritijnen werkten op St. Maarten/St. Martin, Curacao en Bonaire.

 

Brazilië

De Braziliaanse bisschop van Belém do Pará, Antônio de Macedo Costa, deed herhaalde pogingen om buitenlandse religieuzen te interesseren voor zijn bisdom dat reikte van de monding van de Amazone tot aan het Andesgebergte. In Rome bracht hij de problemen van zijn bisdom, met name het priestertekort, onder de aandacht bij de rector van het Frans seminarie, een spiritijn. Via diens bemiddeling kon de bisschop in 1885 zich met een brief wenden tot de generaal-overste van de congregatie. De Spiritijnen weigerden echter hem te hulp te komen, omdat zij meenden onvoldoende personeel te hebben. Na onder druk te zijn gezet door hoge kerkelijke autoriteiten, vingen zijn in 1886 toch met hun werk in Brazilië aan, aanvankelijk in Belém do Pará waar zij lesgaven aan het seminarie. Na onenigheid met de nieuwe bisschop vertrokken zij in 1897 en gingen op uitnodiging van de bisschop van Manaus, wiens bisdom een afsplitsing was van het bisdom Belem do Pará, werken in de parochie in Manaus. In dit gebied werkten voornamelijk Franse en Duitse Spiritijnen. De bedoeling van het algemeen bestuur was geweest te werken onder Indianen, maar het bleek moeilijk contact met hen te leggen. Wel leverden met name de eerste generatie Spiritijnen verdienstelijke linguïstische en etnografische studies af. De Spiritijnen wilden hun werkgebied onttrekken aan het gezag van de bisschop, wat na diens begrijpelijke bezwaren in 1910 toch gelukte; het gebied werd onder het gezag van de congregatie De Propaganda Fide geplaatst en daarmee formeel een missiegebied. De apostolische prefectuur van Tefé werd toevertrouwd aan de Spiritijnen. Het algemeen bestuur van de congregatie wilde, mede vanwege de Eerste Wereldoorlog, de nationaliteiten binnen haar congregatie dáár inzetten waar dat het meest profijtelijk was: Fransen in koloniale gebieden in Afrika en Duitsers in toenemende mate in Brazilië. Herverdelingen van deze aard waren niet onproblematisch en in Tefé daalde het aantal Spiritijnen vanwege onenigheid hierover.

In 1945 droeg het algemeen bestuur de in 1931 opgerichte Nederlandse provincie op om missionarissen naar Tefé te sturen. De Nederlander Jouke de Lange werd tot apostolisch prefect benoemd. De Nederlanders versterkten de prefectuur, waar op dat moment vooral oudere Franse en een enkele Braziliaanse Spiritijn overgebleven waren. Vanaf 1950 werkten er alleen nog Nederlanders. Brazilië werd binnen de congregatie niet algemeen als missiegebied gezien. De opleiding was voornamelijk gericht op de 'echte' missie in Afrika. De Nederlanders onderhielden de twee ver uit elkaar liggende parochies. Een steeds terugkerend probleen was de slechte infrastructuur. De paters droegen dagelijks Latijnse missen op voor een gering aantal kerkgangers en besteedden hun tijd aan desobrigareizen: reizen naar afgelegen plekken om Brazilianen ter plaatse de sacramenten toe te dienen en daarmee in de gelegenheid te stellen aan hun katholieke plichten (desobriga) te voldoen. Verder gaven de Spiritijnen de plaatselijke infrastructuur een belangrijke impuls met hun jongensvakschool in Missão: de school leverde vakmensen af, maar bijvoorbeeld ook belangrijke verkeersmiddelen als boten. In 1950 werd ook Centraal-Brazilië door het algemeen bestuur van de congregatie toevertrouwd aan de Nederlanders.

 

 

Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 37-38, Willemsen, I, par. 1-6, Pius-almanak 1960/61, 399-401, Gruyter, Kracht H. Geest en Harrie Lamers, 'Ik leerde'.

Organisatie

De congregatie

De congregatie werd bestuurd door een generaal overste. Het generalaat bevond zich eerst in Parijs, maar later in Rome. De congregatie is verdeeld in provincies, door de spiritijnen circumscripties genaamd. Van 1904 tot 1931 vormden België en Nederland samen een viceprovincie. In 1931 werd Nederland een zelfstandige provincie. Sinds in 1850 de kloostergeloften werden ingesteld, konden ook broeders intreden in de congregatie. Zij werden opgeleid in Baarle-Nassau en onderricht in diverse ambachten. In 1937 had men vestigingen in: Gemert (missiehuis, grootseminarie, provincialaat en missieprocuur), Gennep (missiehuis), Weert (missiehuis) en Baarle-Nassau (missiehuis) (Piusalmanak 1938; Derix, Brengers van de boodschap, 271-272). In Hattem (provincie Gelderland) bestond van 1958 tot  1970 een seminarie voor late roepingen.

 

De missie

Brazilië

Na negatieve ervaringen in een ander bisdom wilden de Spiritijnen een onafhankelijker positie. Om die reden werd de missie in Manaus onttrokken aan het gezag van de Braziliaanse bisschop. Er werden drie prefecturen rechtstreeks onder het gezag van de Propaganda Fide geplaatst, wat voor Brazilië uitzonderlijk was. Formeel gezien waren dit toen echte missiegebieden. In 1950 werd de apostolische prefectuur van Tefé verheven tot praelatura nullius, wat inhield dat zij via een bepaalde constructie werd toegewezen aan de congregatie van de H. Geest (Lamers, 'Ik leerde', 191 en 194).

 

Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 37, Willemsen, I, par. 1-6 en de Pius-almanak 1960/61, 305.

Doelstelling

Doel was om werkzaamheden uit te oefenen waarvoor de kerk moeilijk anderen kon vinden, namelijk geestelijke hulp te bieden aan de zwarte bevolking van Afrika en Amerika (Van Woesik, 37; Pius-almanak 1960/61, 305). De doelstelling werd verwezenlijkt door middel van pastoraal werk en missiewerk. Voor het liefdewerk was er Africa Christo (Willemsen, P06).

Taken en activiteiten
  • (Wetenschappelijk) onderzoek
  • Onderwijs (hieronder ook kweekscholen)
  • Informatievoorziening en propaganda
  • Pastoraal werk
  • Evangelieverkondiging en catechese
  • Bestudering en beschrijving van taal en cultuur
  • Opleiding van zendingswerkers en missionarissen
  • Uitzending van zendingswerkers en missionarissen
Voorloper
  • Genootschap van de Heilige Geest (1703-1741/48/49)
  • Congregatie van het Onbevlekt Hart van Maria (1841-41/48)

Geografie

Continenten
  • Latijns Amerika
  • Afrika
Lokatie
  • Angola
  • Aartsbisdom Luanda
  • Bisdom Mbanza Congo
  • Bisdom Carmona
  • Bisdom Cabinda
  • Bisdom Luena (voorheen: Luso)
  • Bisdom Malanje
  • Bisdom Lubango (voorheen Sá da Bandeira)

Niet-archivalische bronnen

Selectie uit de literatuur
Titel
  • In de kracht van de Geest : honderd jaar Nederlandse en Belgische spiritijnen / [red.: Toon Gruyters ; Michel Knoups (eindred.)]
Auteur
  • Toon Gruyters (1938-)
Paginering
  • 233 p
Uitgever
  • [Gemert] : Nederlandse provincie van de Congregatie van de H. Geest
Jaar van uitgave
  • [2003]

Titel
  • Mgr. L. J. van Heijgen CSSP. 40 jaar bisschop
Paginering
  • 23 p
Uitgever
  • [S.l. : s.n.]
Jaar van uitgave
  • 2002

Titel
  • Zonen en dochters met een missie : een boek over missionarissen uit Boekel en Venhorst / [red.: Jan Meulemeesters ; met medew. van: Trudy Bolwerk ... et al.]
Auteur
  • Jan Meulemeesters ; Trudy Bolwerk
Paginering
  • 100 p
Uitgever
  • [Boekel] : Missiecomité Boekel-Venhorst[Boekel] : Heemkundekring 'Sint Achten op Boeckel'
Jaar van uitgave
  • [2003]

Titel
  • Mission and politics in Eastern Africa : Dutch missionaries and African nationalism in Kenya, Tanzania, and Malawi, 1945-1965 / Albert de Jong
Auteur
  • Albert Herman de Jong (1943-)
Paginering
  • 352 p
Uitgever
  • Nairobi, Kenya : Paulines Publications Africa
Jaar van uitgave
  • 2000

Titel
  • De missionaire opleiding van Nederlandse missionarisssen. Een onderzoek naar de missionaire voorbereiding in de periode 1930-1975 van de priester-missionarissen van de witte paters, millhillers, spiritijnen, montfortanen en kapucijnen die vanuit Nederland naar Oost-Afrika werden uitgezonden.
Auteur
  • Jong cssp., A.H. de
Uitgever
  • Kampen:
Jaar van uitgave
  • 1995

Titel
  • Missie en politiek in oostelijk Afrika : Nederlandse missionarissen en Afrikaans nationalisme in Kenya, Tanzania en Malawi 1945-1965 / Albert Herman de Jong
Auteur
  • Albert Herman de Jong (1943-)
Reeks
  • Kerk en theologie in context, ISSN 0922-9086 ; dl. 25
Paginering
  • XVI, 370 p
Uitgever
  • Kampen : Kok
Jaar van uitgave
  • 1994


Bronnenpublicatie
Titel
  • "Zijn broer is dominee" : brieven van Geer Soudant, missionaris in Afrika / onder red. van J.P. Heijke
Auteur
  • Gerard Soudant (1929-1985) ; Johannes Petrus Heijke (1927-2009)
Reeks
  • Binnenkant, ISSN 0922-8187 ; dl. 10
Paginering
  • 220 p
Uitgever
  • Zoetermeer : Meinema
Jaar van uitgave
  • cop. 1994


Periodieken
Titel
  • De bode van den H. Geest : maandschrift
Paginering
  • Jrg. 1 (1905) - jrg. 47 (1951)
Uitgever
  • Weert : De Paters van den H. Geest
Jaar van uitgave
  • 1905-1951

Titel
  • Ons missievriendje : geïllustreerd missietijdschrift voor de R.K. jeugd
Paginering
  • Jrg. 1, nr. 1 (15 aug. 1921) - 31 (1953)
Uitgever
  • Weert : Paters van de H. Geest
Jaar van uitgave
  • 1921-1953

Titel
  • Ons orgaan / Nederlandse Provincie Paters van de H. Geest
Paginering
  • No. 1 (1946) - no. 63 (1962)
Uitgever
  • Gemert : Nederlandse Provincie Paters van de H. Geest
Jaar van uitgave
  • 1946-1962

Titel
  • Missie-almanak / Paters van de Heilige Geest
Uitgever
  • Rhenen : Paters van de Heilige Geest
Jaar van uitgave
  • 1949-...

Titel
  • Africa christo : orgaan van het Spiritijns Missiegenootschap
Paginering
  • 48 (1952) - 63 (1967)
Uitgever
  • Weert [etc.] : Spiritijns Missiegenootschap
Jaar van uitgave
  • 1952-1967

Titel
  • Orgaan / Nederlandse Provincie, Paters van de H. Geest
Paginering
  • Nr. 64 (1962) - nr. 80 (1967)
Uitgever
  • Gemert : Paters van de H. Geest
Jaar van uitgave
  • 1962-1967

Titel
  • Spinet : spiritijns Nederlands tijdschrift
Uitgever
  • Gemert : Paters van de H. Geest
Jaar van uitgave
  • 1968-...

Titel
  • Spin : spiritijnse informatie / Congregatie van de H. GeestSpiritijnse informatie
Paginering
  • Nr. 1 (1978) - ...
Uitgever
  • Gemert : Nederlandse Provincie van de Congregatie van de H. Geest
Jaar van uitgave
  • 1978-...

Titel
  • Orgaan van de Nederlandsche Provincie / Congregatie van den H.Geest en van het H. Hart van MariaOrgaan der Nederlandsche Provincie van de Paters van den H.Geest
Paginering
  • Afl.1 (1939) - Afl.8 (1940)
Uitgever
  • Gemert : Paters v.d. H. Geest
Jaar van uitgave
  • 1939-1940
Interviews

60 interviews, te weten de nrs.:

6

38

43

44

63

68

110

111

114

142

144

170

188

214

255

262

303

325

326

342

353

357

375

378

380

386

390

425

447

448

450

456

471

501

502

503

514

543

550

588

591

607

630

641

643

654

656

658

659

661

662

667

673

708

710

721

729

827

853

 


Het archief

Meer over het archief
Beschrijving archief

Het archief is in 2009 in bruikleen gegeven aan het Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven in St. Agatha. Pater Martin Wilson heeft het archief geordend en ontsloten. Zijn inventaris zal nog verfijnd worden aan de hand van door hem gemaakte meer gedetailleerde beschrijvingen (website van het Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven, geraadpleegd op 6 april 2010). De omvang van het archief werd tijdens een bezoek van KAN in 2001 geschat op 150 meter. De samenstelling was als volgt: papieren archivalia 92 meter, boeken 32 meter, losse foto's 14 meter en fotoalbums 12 meter. Waarschijnlijk zal de omvang door selectie nog verminderen, met name wanneer onbeschreven foto's en andere stukken die niet voor permanente bewaring in aanmerking komen zijn verwijderd. Het archief is zeer goed bewaard. Zowel de bestuurlijke, financiële als economische kerndocumenten zijn nagenoeg alle aanwezig, terwijl van de paters en broeders met inbegrip van hen die uit zijn getreden de persoonsdossiers nog aanwezig zijn. Wanneer we afgaan op de inventaris, bevat het archief nauwelijks stukken over het missiewerk. Een verklaring voor dit gemis kan nog niet gegeven worden. Bij een steekproef bleek dat de persoonsdossiers brieven van missionarissen aan het thuisfront bevatten en daarnaast een door de congregatie geschreven in memoriam bij het overlijden. Wellicht zijn de missiearchieven niet naar Nederland overgebracht. Opmerkelijk zijn de lange series 'dagboeken' van de huizen, vermoedelijk kloosterkronieken. Een deel van de oudere stukken is in het Frans geschreven.     Het Katholiek Documentatie centrum in Nijmegen bezit enkele stukken van de paters. Deze zijn ondergebracht in de Collectie Losse Archivalia (LARC). Het archief van het generalaat bevindt zich volgens een bezoekrapport van het KAN uit 2001 in Frankrijk. Dit archief is verder niet onderzocht.

Bewaarplaats Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven, St. Agatha
Periode archief (1703) 1904-heden
Openbaarheid beperkt
Opmerkingen openbaarheid

Het archief is in bewaring gegeven aan het erfgoedcentrum in Sint Agatha, het eigendomsrecht ligt bij de congregatie. Voor het inzien van archiefmateriaal is toestemming nodig van het provinciaal bestuur. Een aanvraagformulier voor het verkrijgen van deze toestemming kan het erfgoedcentrum u per mail of per post toezenden (www.erfgoedkloosterleven.nl AR-P009 6-4-2010).

Omvang 1.409 beschreven archiefstukken; 85 meter
Toegang soort
  • Inventaris met inleiding
Opmerkingen toegang soort digitaal beschikbaar op www.archieven.nl / www.erfgoedkloosterleven.nl
Toegang titel AR-P009, NB Niet afgerond
Bijzondere relevantie

Selectie

 

 

uit inv. KAN P04a

 

 

291-345. Persoonsdossiers van overleden paters en broeders, z.j.

262-288. Persoonsdossiers van uitgetreden paters, broeders en postulanten, z.j.

NB: in deze dossiers zouden zich brieven van missionarissen aan het thuisfront kunnen bevinden.

 

uit inv. KAN P04z

 

Aantekening van Frits Versteijnen over Oost-Afrika gebruikt voor zijn lessen op het kleinseminarie te Bagamoyo en zijn boeken, ca. 1959-1991 (inv. nr. 10).

 


Bewaarplaats Katholiek Documentatie Centrum, Nijmegen
Periode archief 1907-1978
Openbaarheid openbaar
Omvang 0,25 m
Toegang soort
  • Anders nl
Opmerkingen toegang soort Plaatsingslijst
Toegang titel Congregatie van de H. Geest, Baarle-Nassau, vereniging voor het apostolaat in parochies, missies, opvoedings- en liefdewerk
Bijzondere relevantie

 

 

 

 


Bewaarplaats Congregazione dello Spirito Santo, Clivo di Cinna 195 - 00136 ROMA, tel. 06.35.40.461 - fax 06-35.45.06.76
Websites

http://www.spiritains.org/

 

www.missie-geest.nl

 

Bronnen met verslaglegging

14.

Visitaties 1929-1965.

Nadere Toegangen

Persoonsdossiers

 

De persoonsdossiers variëren in omvang maar kunnen zeer omvangrijk zijn. Zij bevatten persoonlijke stukken van de leden van de congregatie, zowel formele als informele. Onder de eerste categorie valen bijvoorbeeld doopbewijzen, verzoeken aan de provinciaal overste om te mogen intreden, paspoorten en rijbewijzen en zelfs rijbewijzen uit Afrikaanse landen. Onder de informele stukken moeten met name genoemd worden de soms talrijke brieven aan de provinciaal over het wel en wee in de missie, maar ook over praktische zaken zoals verzoeken om geld of bevestiging van de ontvangst van geldzendingen. De brieven vanuit de missie zijn vaak amicaal en persoonlijk, soms gelardeerd met humor. De formele stukken van vóór de Tweede Wereldoorlog zijn vaak in het Frans geschreven. In principe vangt elk dossier aan met een loopbaanoverzicht. Daarop volgen onder meer rapporten en beoordelingen opgemaakt tijdens het noviciaat en de verdere studies. Rond 1940 werd de student beoordeeld op de volgende kenmerken: gezondheid, temperament, karakter, capaciteiten, werk. bijzondere vaardigheden, inzicht ('jugement pratique'), ernst en bescheidenheid ('gravité, modestie'), netheid en ordelijkheid, zorg waarmee opdrachten worden uitgevoerd, regelmaat, verhouding tot superieuren, verhouding tot medestudenten, onthechting van zijn familie ('détachement de la famille'), spiritualiteit, deugdzaamheid en vroomheid, gebreken, kerkelijke roeping, geestelijke roeping, missieijver, cijfers voor gedrag, studieresultaten en gezondheid en waarnemingen. De variatie aan informele stukken is groot. Zo bevat het dossier van broeder Nicéphorus (Piet Bastiaanssen 1913-1993; inv. nr. ) de tekst van een revue gecomponeerd door medebroeders bij gelegenheid van zijn terugkeer naar Nederland in 1958. Dossiers met stukken van vóór 1930 werden tijdens een steekproefonderzoek niet aangetroffen, waarschijnlijk bevinden deze zich in het archief van de provincie waaronder Nederland voor 1931 ressorteerde.

Verwijzing naar andere archiefvormers
Opmerkingen

Deze congregatie moet wel onderscheiden worden van de Broederschap van de H. Geest, een rond 1830 opgericht, in deze gids ook beschreven fonds dat gelden inzamelde voor de missie en later opging in het Genootschap tot voortplanting des geloofs.

Informatiewaarde Groot