Repertorium van Nederlandse zendings- en missie-archieven 1800-1960

 
English | Nederlands

Dochters van Maria en Joseph

Naam Dochters van Maria en Joseph
Naamsvarianten
  • Zusters van de Choorstraat
  • Liefdezusters van Maria en Joseph
  • Congregatie van de Dochters van Maria en Joseph
Periode 1820-2011
Denominatie rooms-katholiek
Org Missie

Korte geschiedenis

De congregatie

De congregatie van de Dochters van Maria en Joseph werd in 1820 gesticht in 's-Hertogenbosch door de aan de St. Jacobskerk verbonden kapelaan Jacobus Antonius Heeren (1775-1859) met als doel de zorg voor zogenaamde verlaten kinderen. Dat waren kinderen die niet meer door hun ouders werden verzorgd. De zusters hielden zich vanaf het begin ook bezig met de zorg voor oude, chronisch zieke vrouwen. In 1838 werd het onderwijs daaraan toegevoegd. In de loop der tijd werd dit steeds belangrijker en specialiseerde de congregatie zich op het onderwijs aan dove en slechthorende kinderen. Later kwam daar het onderwijs en de verzorging van gehandicapte kinderen bij. In 's-Hertogenbosch kregen zij al spoedig de naam van Zusters van de Choorstraat, naar de straat waar het moederhuis gevestigd werd.

 

 

Missie

Brazilië

De eerste poging tot missiewerk ondernamen de Zusters in Brazilië. In 1906 werden zij uitgenodigd door de redemptorist P. Beks die in opdracht van zijn provinciale overste optrad als bemiddelaar van de Braziliaanse kardinaal-aartsbisschop J. Arcoverde de Albuquerque Cavalcanti, die op zoek was naar Nederlandse zusters voor de missie van de Redemptoristen. Aanvankelijk droegen de zusters zorg voor kostdames in een pension, later werkten zij in een ziekenhuis, maar aan onderwijs en opvoeding kwamen zij niet toe. Onvoldoende voorbereiding en slechte organisatie leidden er toe dat de uitgezonden zusters na vier jaar ziek en teleurgesteld terugkeerden in Nederland .

 

China

Vanaf 1922 werkten zusters in China. Zij werden door de Scheutisten gevraagd te komen werken in het apostolisch vicariaat Jehol in Oost-Mongolië om contact te leggen met het vrouwelijke deel van de bevolking, tot wie de priester-missionarissen vanwege hun sekse nauwelijks toegang hadden.  De zusters werden ook ingeschakeld voor de opleiding van eigenlandse meisjes tot religieuzen of een afgeleide, de maagden-catechistinnen: Chinese vrouwen die gedurende een bepaalde periode gelieerd waren aan de missie en daarvoor werkten. De Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid (Steyl) hielpen de Zusters van de Choorstraat met de introductie in deze missie. Vanaf 1923 werkten de Bossche zusters vanuit een eigen standplaats. Uitbreiding volgde al snel met de opleiding van inheemse religieuzen en gezondheidszorg vanuit een apotheek, terwijl ook veel kinderen in stervensnood werden gedoopt. De werkzaamheden werden vanaf 1931 uitgebreid tot het onderwijs. Bij hun werkzaamheden in ziekenzorg, bejaardenzorg, meisjesonderwijs en opvoeding van weesmeisjes werkten de zusters samen met ongehuwde vrouwen, aan wie zij leiding gaven. De omstandigheden waaronder zij moesten werken waren moeilijk: oorlog, Japanse bezetting, roversbenden en burgeroorlog, welke laatste tenslotte leidde tot de communistische machtsovername. In de periode 1922-1948 verbleven er in totaal 21 zusters in Oost-Mongolië, waarvan er één ziek terugkeerde, en er drie overleden; de overige zusters werden in 1948 het land uitgestuurd nadat de de communisten de macht hadden overgenomen .

 

Ned. Indië/Indonesië

In 1936 lanceerde mgr. A. Hermus, de priester-directeur van het Doofstommen Instituut in St. Michielsgestel, het plan om in Nederlands-Indië een dergelijk instituut op te richten. Hij vroeg de zusters, die hierin veel ervaring hadden, daaraan mee te werken. Het bestuur van de congregatie reageerde eind 1936 gunstig op zijn verzoek door zusters ter beschikking te stellen voor het onderwijs. In de apostolische prefectuur van Poerwokerto (residentie Banjoemas op Java) begonnen de zusters met een missiehuis in Wonosobo. Zij werkten op een school en internaat voor doofstomme meisjes (aanvankelijk ook jongens) . Na 1960 breidde dit werk zich uit naar andere plaatsen op Java en ontstond er vanaf 1963 een Indonesische tak, de Kongregasi Puteri Maria dan Yosef (afgekort als PMY). Dit werd in 1997 een provincie van de congregatie met 35 leden (Molengraaf, Geroepen en toegewijd, 118-127).

 

Congo

In 1958 maakten de algemeen-overste en priester-directeur Oomens een oriëntatiereis naar Congo. Besloten werd daar een missie op te zetten. De eerste zeven zusters volgden eerst een opleiding aan het Instituut voor Koloniale Sociale Vorming in Brussel in 1958-1959, waarna zij in augustus 1959 vertrokken. Zij werkten in Kabuluanda in de verpleging, de zorg voor moeders en het onderwijs en in Mashala eveneens in de verpleging, de zorg voor moeders, in het onderwijs en huishoudelijke vorming.  Deze plaatsen lagen in de provincie West-Kasai en in het apostolisch vicariaat Luebo. De zorg voor gehandicapte kinderen kreeg prioriteit. In 1999 verlieten de laatste Nederlandse zusters Congo.

 

Alle informatie is, tenzij anders vermeld, ontleend aan: Van Woesik, 68, Willemsen, I, par. 2-7, Pius-almanak 1960/61, 359 en 369, Eijt, Religieuze vrouwen,

Organisatie

Bestuur in de beginfaze

De tot 1848 geldende wetgeving maakte het zeer moeilijk om nieuwe congregaties op te richten en evenmin was er in het beginstadium al pauselijke goedkeuring aan de door Heeren geschreven constituties. Heeren nam de rol van priester-directeur op zich en hoewel de overste, gesteund door twee assistentes, officieel verantwoordelijk was voor het financieel beheer, de dagelijkse gang van zaken en de tucht, had Heeren in de praktijk grote invloed. Naast priester-directeur oefende hij ook de taken van geestelijk leidsman en biechtvader van de zusters uit. Met de uitbreiding van de congregatie met een succursaal in 1838 nam de overste van het moederhuis ook de rol van algemeen overste over de gehele congregatie op zich.

 

Rechtspersoon

De congregatie kreeg rechtspersoonlijkheid in 1843. De rechtspersoon is Het Zedelijk Lichaam van Vrouwen 'In Omnibus Charitas' te 's-Hertogenbosch. In 1843 werd in de notariële akte vastgelegd dat de algemeen-overste door alle leden bij meerderheid van stemmen voor onbepaalde tijd werd gekozen. Zij had als enige de bevoegdheid om ledenvergaderingen te beleggen. Indien bij dergelijke vergaderingen meer dan de helft van de leden aanwezig was, werden besluiten hieruit van kracht. Bij het staken van stemmen gaf de stem van de algemeen overste de doorslag.

 

Onder paus en bisschop

De verhouding tot het kerkelijk gezag werd vastgelegd in de pauselijke goedkeuring van 1850. De congregatie werd geplaatst onder gezag van de bisschop van 's-Hertogenbosch, die zijn gezag uitoefende door een priester-directeur aan te stellen die naast de algemeen overste functioneerde. Vanaf 1866 was de priester-directeur steeds de vicaris-generaal van de bisschop. De algemene overste moest eens per vijf jaar schriftelijk verslag aan Rome uitbrengen over de stand van zaken in de congregatie. Dit verslag moest ondertekend zijn door de bisschop of zijn vicaris-generaal. De congregatie moest aan de bisschop op financieel gebied verantwoording afleggen. Een ander middel om het bisschoppelijk gezag over de congregatie uit te oefenen was de vijfjaarlijkse bisschoppelijke visitatie, die meestal werd uitgevoerd door een door de bisschop aangewezen priester .

 

Bestuur

(dit gedeelte vooral uit: Eyt, Religieuze vrouwen, 97-107)

De overste van het moederhuis was tevens algemeen overste voor de hele congregatie (moederhuis en succursalen). De algemene overste werd gekozen in een algemeen kapittel dat om de zes jaar gehouden werd. Zij kon voor een tweede termijn herkozen worden. Het algemeen kapittel bestond uit de zusters in het moederhuis die de eeuwige geloften hadden afgelegd en uit afgevaardigden uit elk succursaal. Tijdens het kapittel moesten besluiten met absolute meerderheid van stemmen worden genomen, maar deze werden pas van kracht op het moment dat het officieel kapittelverslag was verschenen. Het algemeen kapittel werd voorgezeten door de bisschop of zijn gedelegeerde. Andere bevoegdheden van het algemeen kapittel waren: beheer van het erfgoed, verkiezing van de raadszusters, wijziging van de constitutiën en vaststelling van het beleid voor de komende bestuursperiode. Ook legde het bestuur verantwoording af over het in de afgelopen jaren gevoerde beleid en het financieel beheer. Één van de belangrijkste taken van de algemeen overste was het toezicht op de naleving van de bijzondere regels.

In haar werkzaamheden werd de algemeen overste bijgestaan door vier assistentes, die werden gekozen door het algemeen kapittel. Eén ervan kreeg de functie van speciaal raadsvrouw toebedeeld, wat inhield dat zij de overste verving bij afwezigheid of ziekte en bovendien de taak had de overste op haar fouten te wijzen. Hoewel de congregatie de algemeen overste en haar raadszusters koos, moest de bisschop hier wel goedkeuring aan verlenen. De bisschop had bovendien tot 1918 de bevoegdheid om hen te schorsen of af te zetten als zij hun taken volgens hem niet naar behoren uitvoerden. De algemeen overste benoemde, in overleg met haar assistentes, de oversten van succursalen voor drie jaar en kon hen ontslaan als zij niet voldeden. Elk half jaar moesten de oversten aan de algemeen overste verslag uitbrengen en zij werden ieder half jaar gecontroleerd door de assistentes van de algemeen overste. 

 

Missie

Indonesië

Voor het missiewerk in Ned. Indië werd de stichting 'Werk voor misdeelde kinderen in Nederlands Oost-Indië' opgericht . Voor de dependance op Java werd een overste aangesteld. Het algemeen bestuur benoemde het bestuur voor Indonesië, waarbij de zusters in Indonesië na verloop van tijd wel de gelegenheid kregen een voordracht te doen van geschikte zusters. Het regionaal bestuur diende te zorgen voor een goede geest binnen de congregatie, de opleiding van nieuwe zusters en het uitvoeren van liefdewerken. Het gezag over een plaatselijke communiteit was in handen van een overste, die na overleg met de communiteit benoemd werd door het algemeen bestuur voor een periode van drie jaar. De plaatselijke overste had tot taak het geestelijk en tijdelijk welzijn van de zusters te verzorgen en de communiteit naar buiten toe te vertegenwoordigen.  

 

Andere missiegebieden

Over het bestuur in de missie elders is bijna niets bekend. Het missiegebied China had geen missieoverste, terwijl de plaatselijke stations door oversten werden geleid.

 

 

Oversten

Algemeen overste waren:

 

Anna Catharina van Hees 1820-1825

Catharina van Grinsven 1825-1855

Rosalia Knaapen 1855-1873

Victoria Pauwen 1873-1874

Constantia van Meerwijk 1874-1888

Candida Beijer 1888-1894

Concordia Berendsen 1894-1911

Simplicia Verhuizen 1911-1929

Venantia van Maanen 1929-1947

Elisa van der Westen 1947-1965

In 2010 was algemeen overste Rosa de Lima Wigink.

 

Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 70, Eijt, Religieuze vrouwen en Congregatie der Zusters van Liefde "Dochters van Maria en Joseph".

Doelstelling

Het devies van de congregatie luidde: 'In Omnibus Charitas' waarbij de bedoeling was dat de zusters door hun liefdewerken iedereen voor Christus zouden winnen (Bijzondere Regelen 1852 nummer 2, naar Congregatie der Zusters van Liefde "Dochters van Maria en Joseph" ('s-Hertogenbosch [1988]) d. (sic!). Werken van liefdadigheid werden daarom aangevat, waaronder het opvoeden en onderwijzen van arme meisjes, het verzorgen van oude mannen en vrouwen en het verplegen van zieken, kortom: onderwijs en bejaardenzorg. Een ander doel was pastoraal werk en missiewerk.

Taken en activiteiten
  • Onderwijs (hieronder ook kweekscholen)
  • Gezondheidszorg
  • Pastoraal werk
  • Evangelieverkondiging en catechese
  • Opleiding van (inheemse) werkkrachten (Te denken valt aan zendelingen, missionarissen, assistenten enz.)
  • Uitzending van zendingswerkers en missionarissen
  • Werk van en voor vrouwen en meisjes
Continenten
  • Latijns Amerika
  • Afrika
  • Azië
Lokatie
  • China
  • Bisdom Chengde (Rehe, Jehol), Liaoning
Selectie uit de literatuur
Titel
  • Geroepen en toegewijd : 190 jaar liefdewerk door de zusters van de congregatie dochters van Maria en Joseph / Andries Molengraaf
Auteur
  • Andries Molengraaf
Paginering
  • 183 p
Jaar van uitgave
  • 2010

Titel
  • Tempo doeloe, tempo sekarang; Het proces van Indonesianisering in Nederlandse orden en congregaties
Auteur
  • Joos van Vugt; José Eijt; Marjet Derks; Karel Steenbrink
In
  • Bijdragen tot de taal-, land- en volkenkunde, ISSN 0006-2294
Paginering
  • vol. 164 (2008), afl. 1, pag. 144 (1)
Jaar van uitgave
  • 2008

Titel
  • Kapellen van het Moederhuis : van de Congregatie Dochters van Maria en Joseph : documenten & foto's uit het archief van de Zusters van de Choorstraat / [red.: Oscar Laurens Schrover ... et al.]
Auteur
  • zusters Veronie Franken en Monique Cillessen
Paginering
  • 92 p
Uitgever
  • 's-Hertogenbosch : Ansgar Editions
Jaar van uitgave
  • 2005

Titel
  • Gaan voor God : ideaal en praktijk van missie in historisch perspectief / onder red. van José Eijt, Hester Genefaas, Peter Nissen
Auteur
  • Josepha Maria Antonia Eijt (1948-) ; Hester Genefaas (1972-)
Reeks
  • Metamorfosen ; 2
Paginering
  • 187 p
Uitgever
  • Hilversum : Verloren
Jaar van uitgave
  • 1998

Titel
  • Religieuze vrouwen: bruid, moeder, zuster : geschiedenis van twee Nederlandse zustercongregaties, 1820-1940 / José Eijt
Auteur
  • Josepha Maria Antonia Eijt (1948-)
Paginering
  • 456 p
Uitgever
  • Nijmegen : Katholiek StudiecentrumHilversum : Verloren
Jaar van uitgave
  • 1995

Titel
  • Congregatie der Zusters van Liefde "Dochters van Maria en Joseph"
Paginering
  • [8], 43, [4] bl
Uitgever
  • 's-Hertogenbosch : [S.n.]
Jaar van uitgave
  • [1988]


Periodieken
Titel
  • De Heeriaan : contact-orgaan van de leden der Congregatie der "Dochters van Maria en Jozef"
Paginering
  • 1 (1950/51) - 19XX
Uitgever
  • Den Bosch : Congregatie der "Dochters van Maria en Jozef"
Jaar van uitgave
  • 1950-19XX

Titel
  • De Heeriaan : contactblad van de Zusters van de Choorstraat
Paginering
  • Jrg. 27, no. 1 (Febr. 1998) - ...
Uitgever
  • 's-Hertogenbosch : Zusters van de Choorstraat
Jaar van uitgave
  • 1998-...

Titel
  • Kontakt Kongregatie Choorstraat KKC
Paginering
  • 1972 - vol. 26, nr. 5 (1997)
Uitgever
  • 's-Hertogenbosch : Zusters Dochters van Maria en Jozef
Jaar van uitgave
  • 1972-1997
Interviews

Twee interviews, en wel de nrs.:

321

563

Meer over het archief
Beschrijving archief

Het archief van de congregatie bevindt zich in het moederhuis in 's-Hertogenbosch. Hier bevinden zich ook de bibliotheek en een museale verzameling. Een behoorlijke financiële administratie en archiefvorming kwamen binnen de congregatie pas in 1874 op gang met het aantreden van algemeen overste Constantia van Meerwijk (Eijt, Religieuze vrouwen, 101-102). Het archief is bijna helemaal geïnventariseerd door zuster-archivaris Veronie Franken. Dit is gebeurd in samenwerking met de Stichting Kloosterarchieven Nederland (voormalig KAN). De archiefdozen zijn genummerd en voorzien van een lijst met korte omschrijving van de stukken. In december 2010 wachtten alleen nog enkele persoonlijke stukken van zusters op beschrijving. Bij overdracht aan het Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven zullen de beschrijvingen aangepast worden aan de standaard van het Erfgoedcentrum (mededeling zuster Veronie Franken, 20 juli 2010). Het archief bevat zowel originele archiefstukken als kopieën, documentatie, knipsels, boeken en gedrukte artikelen. Een groot aantal van de na ca. 1990 daterende stukken handelt over de Indonesische dochtercongregatie PMY. Over de missie in Congo zijn veel meer stukken aanwezig dan over de drie voorafgaande missies, maar de meeste stukken over Congo waaronder interessante dagboeken en verslagen dateren van na 1960.

 

Alle informatie is, tenzij anders vermeld, verkregen tijdens een bezoek aan het archief door Ton Kappelhof op 15 december 2010.

Bewaarplaats Zusters van de Choorstraat, Papenhulst 5, 5211 LC 's-Hertogenbosch
Periode archief 1820-2011
Openbaarheid beperkt
Opmerkingen openbaarheid

Bezoekers moeten per e-mail of brief een afspraak maken met de archivaris. In 2010 was dat zuster Veronie Franken. Bij afwezig kan men zich het beste wenden tot het bestuur van de congregatie.

Toegang soort
  • Inventaris met inleiding
Bijzondere relevantie
Toon

Verberg

Selectie

 

 

De volgende stukken verdienen bijzondere aandacht:

 

 

 

ALGEMEEN

 

158-161. Kronieken "Aantekeningen van de Congregatie". Met bijlagen. Manuscripten. 1820-1977.

4 delen

 

 


BRAZILIÉ

 

 

Begin

 

Aanmelding van zusters die mee wilden doen, 1906.

doos I Br. 2.1, 2.2.1, 2.3

 

Contract tussen de algemeen overste en het bestuur van het Liefdehuis 'S. Antonio de Curvello, 1907

doos I Br. 3

NB: Nederlandse en Portugese tekst

 

Statuten van de vereniging 'O.L. Vrouw Hulp der Christen' te Rio de Janeiro, 1904.

doos I Br. 3.4

 

 

Ingekomen brieven

 

Brieven van pater Beukers, pater Gualter Perriens, pater Boomaars en andere meestal aan de algemeen overste, 1906-1910

doos I Br. 5.1, 5.4, 6.2, 6.3, 6.4, 6.5, 6.6, 6.7, 6.8, 7.3, 7.4, 7.5, 8.2, 8.3, 8.4, 8.5, 9.1, 9.2, 9,6, 9.7, 9.8, 10.5.

 

 

Geschiedenis

 

Schrift met de geschiedenis van de missie in Brazilië, 1906-1910

doos I Br. 1

 

 

 

CHINA/BINNEN MONGOLIË

 

Formele stukken

 

Overeenkomst tussen het vicariaat Oost-Mongolië en de congregatie, 1921

doos I CH. 2.7

NB: origineel

 

 

Congregatie van Chinese en Mongoolse zusters

 

Historisch overzicht van de congregatie van inlandse zusters, Dochters van Maria, opgesteld door zr. Immaculée (3)

doos I CH. 3.2

 

Lijst van inlandse zusters die ingetreden zijn, z.d.

doos I CH. 3.3

 

Gegevens over de stiichting van de Chinese zustercongregatie van inlandse maagden onder de benaming van Dochters van Maria te Chanwantzu in het vicariaat Jehol (7), met goedkeuring door de apostolisch vicaris mgr. Abels

doos I CH. 3.4

 

Enige wenken over de verhouding tussen de Nederlandse zusters en de inheemse maagden, z.d.

doos I CH. 3.6

 

 

Jaar- en andere verslagen

 

Kort verslag van de visitatiereis over de missie in China (3), 1930-1948

doos I CH. 13.2

 

 

Reisverslagen

 

Reis naar China door zr. Marie Catharina, 1928

doos I CH. 5

 

Reisverslag, 1947

doos I CH. 15.2

 

Reisverslag, 1948

doos I CH. 15.5

 

Naar het land van Chiang-Kai-Shek en Mao-Tse-Tung. Uit het archief van de Congregatie verzameld door: Zr. Pia Maria van de Vall en Zr. Cecilia van der Poel, maart 2005

doos I CH 34

Bundeling van artikelen gepubliceerd in het Kontaktblad Kongregatie Choorstraat. Van dit boek bestaan maar enkele exemplaren. Het is aanwezig in het archief van de congregatie en op het Erfrgoedcentrum Nederlands Kloosterleven.

 

 

Ingekomen brieven over reizen en het missiewerk

 

Bundel brieven over de reis van algemeen overste Venantia en zr. Dominica naar de missies in Ned. Indië en China, 1939.

 

Brieven van zusters aan de algemeen-overste en aan de zusters van de congregatie, 1947-1948

doos I CH. 14.1, 14.2, 14.3, 14.4, 15.1, 15.4, 15.6, `15.7, 15.8

 

 

Dagboeken

 

Dagboek over Chao-yang, eerste afdeling begonnen in 1926

doos I CH. 7

 

Dagboek China van de post Shung-shu-tsuitzu, bijgenaamd de Pens, geschreven door zr. Charitas, 1941-1946

doos I CH. 8.1

 

Dagboek I van Pakeou door zr. Aloysia, oorlogsjaren tot en met 1942

doos I CH. 9.1

 

Dagboek II van Pakeou door zr. Corda, vervolg op dat van zr. Aloysia, 1942-1945.

doos I CH. 9.2

 

 

Andere stukken

 

Priesterstudent Benedictus Chang, 1924-1925

doos I CH. 22.1 en 22.2

 

 

INDONESIË/NEDERLANDS-INDIË

 

 

Formele stukken

 

Circulaire van mgr. Hermus aan de apostolische vicarissen en de apostolische prefecten in Nederlands-Indië over de oprichting van een school voor katholieke doofstomme kinderen, 1927

doos H W 2.1

 

 

Verslagen

 

Reisbeschrijving uit 1938

doos H W 6.

 

Bezoeken aan Wonosobo in 1951, 1956, 1963, 1964, 1966 en 1968

doos H W 7.

 

 

Memoires en dergelijke

 

Herinnering van zuster Geertruida over Centraal-Java

doos H W 8.1

 

Belevenissen van de zusters in Wonosobo tijdens de Tweede Wereldoorlog

doos H W 10.3

 

Gegevens 'uit de kronieken van Wonosobo' bijeengebracht door zuster Alphonse (beheerder van het archief rond 1990)

doos H W 25.1

 

 

Ingekomen brieven van zusters en anderen

 

Brieven (5 stuks) over de toestand van de zusters in Wonosobo, 1948-1949

doos H W 10.4 en 10.5

 

Algemene brieven van zusters uit Indonesië, 1947-1971

doos H W 17.2

 

 

Geschiedschrijving

 

Overzicht van de geschiedenis van de congregatie in Indonesië 1938-1990 opgesteld in naam van alle zusters in Indonesië en ondertekend door zr. Alfonsa Triatmi dmj

doos H W 33.1

 

 

Andere stukken

 

Korte geschiedenis van het Instituut voor Doven Dena-Upakara door zr. Th. Sumarwati, 1988

doos H W 15.3

 

Teksten van pastoor Heeren, een van de stichters van de congregatie, vertaald in het Indonesisch, 1823-1854

doos H W 31

NB: uit deze verzameling teksten blijkt dat men de gedachten en denkbeelden van Heeren nog steeds waardevol achtte voor de Indonesische dochtercongregatie.

 

 

 

CONGO/ZAIRE

 

 

Begin

 

Verslagen van de oriëntatiereis met fotoboeken door algemeen overste zr. Elisa en priester-directeur M. Oomens, 1958

doos M (1) M A 5.1, 6 en 7

 

 

 

Dagboeken en dergelijke

 

Dagboek van zr. Alphonse van den Eerenbeemt over studie in Brussel aan het Instituut voor Koloniale Vorming, 1958

doos M (1) M A 2.2

 

Dagboek over de studie in Brussel, 1958-1959

doos M (1) M A 2.3

 

Dagboek 1 over de missie in Kabuluanda, 1959-1962

doos M (4) M K 2.

NB: beschadigd.

 

 

Verslagen

 

Verslagen uit Mashala, 1959

doos M (6) M M 2

 

 

Geschiedenis

 

De geschiedenis van de Congomissie opgetekend door zr. Birgitta in 2005

doos M A (2) 18.1

 

'Brève histoire des missions catholiques de Muetshi et Mashala' door pater Joseph van Keerberghen cicm, 1995

en 'Brève histoire des paroisses de la ville de Kananga', 1935-1995

doos M A (2), M A 34.1 en 34.2

 

De geschiedenis van het weeshuis in Mashala door zr. Birgitta, opgeschreven in 2004.

doos M (6)  M M 19.1

 

 

Audio-visueel materiaal

 

Selectie

 

Het archief bevat enkele fotoalbums en dia's. Deze zijn alle beschreven en ten dele gedigitaliseerd. Vermeldenswaard zijn:

China, series A en B, series Pater A, B en C en serie R

I d dozen 1-5

 

 

China

Specificatie van de series A (97 stuks) en B (75 stuks):

 

Dia serie A

Geschiedenis van de missie in China

 

 1.      Opschrift  

 2       Mgr. Abels. Hij was al 60 jaar in de missie zonder ooit terug te zijn geweest in Europa.

 3.      P. van Eygen.

         Deze was de bemiddelaar tussen de Paters van Scheut en onze Congregatie. Men vroeg zusters voor de opleiding van jonge meisjes die

zich in dienst wilden stellen van de Kerk.Ze deden geloften van zuiverheid en gehoorzaamheid aan de Bisschop. Ze hernieuwden om de twee jaar hun geloften. Ze zorgden voor de Paters, de weesjes, zieken, ouden van dagen en gaven les op de L.S. enz.

De eerste zusters zouden met Belgische Paters vertrekken vanuit Londen. Mdr. Simplicia en Zr. Ancilla brachten ze over Brussel, Ostende naar Londen. Hier vertrokken ze 20 december 1921 met de boot "Kasykar" vanuit Tilbry op 23 december.

5 februari 1922 kwamen ze in Shangai aan, verbleven daar een week bij zusters Missionarissen en gingen 12 februari naar Yen-chow-fu op karren.

 4.      Moeder Simplicia die toen algemene Overste was en begon met de nieuwe missien in China.

 5.      De 4 eerste zusters: Zr. Casimira, Melanie, Judoca en Crescentia. Ze bleven eerst bij de zusters van Steyl. Het was moeilijk vooral vanwege de taal: Duits en Chinees.

 6.      De zusters van Steyl in Yen-chow-fu.

 7.      Zr. Casimira met een doofstom weesje. De zusters gingen daar mee op ziekenbezoek. Eerst waren de berichten uitstekend. Eind mei kwam er bericht dat Zr.Casimira een paar dagen ziek was. Men dacht wat overwerkt. 8 Juni weer een brief waarin stond dat Zr.Casimira weer wat was opgeknapt.

          12 Juni kwam P.van Eygen met een jobstijding. Zr.Casimira was aan typhus overleden. Ze had nog 4 dagen in coma gelegen.Het was een grote slag. P.Raaymakers schreef: 't kruis is er, nu kunnen we beginnen. Elk groot werk begint met een kruis.’

 8.      Het graf van Zr.Casimira. Toen Zr.Charitas en Zr.Corda per trein Yen-chow-fu passeerden, troffen ze daar per groot toeval aan het station daar, twee zusters van Steyl, die hen als zusters van de Choorstraat herkenden aan de kleding. Ze vertelden dat ze nog dikwijls bij het graf van Zr.Casimira gingen bidden.

 9.      20 oktober vertrokken: Zr.Immaculee, Zr.Dosithea en Zr.Polycarpa.

10.     Met zessen vertrokken ze naar de missie in Soug-chou-tsoei-tze.

         Ze staan hier voor het huis.

11.     In 1925 Zrs.Casparina, Josefo, Marie Magdalena en staande Marie Helena.

12.     In 1928 vertrokken: Zrs. Beata, Aloysia en Catharina.

13.     In 1930 vertrokken: Zrs.Theodosia en Mecheline.

14.     In 1932 vertrokken: Zrs.Charitas en Corda.

15.     In 1934 de laatsten: Zrs.Leonardo, Pauline en Alfrida.

16.     De paters van de Pens.

17.     Bij de visitatie van Zr.Simplicia en Zr.Venantia.

18.     Onze zusters bij de oude vrouwen.

19.     Het pad voor ons huis met de kleurige "potulakken"

20.     Onze kapel met Kerstmis.

21.     Het altaar. Het antipendium is borduurwerk van een Chinese maagd.

22.     De kerststal op onze kapel.

23.     Zr.Judoca begon langzamerhand met het onderwijs en de handwerken.

         Dit laatste deed ook Zr.Dosithea. Hier zien we de handwerkles op de bed-

         oven, de "khang".

24.     In de klassen zijn al banken.

25.     Zr.Crescentia met twee leerlingen die de keuken moeten leren om later voor de paters te koken.

26.     Chinese maagden.

27.     Maagden-leerlingen in de zangles.

28.     Maagden en weesjes; arme verlaten (soms verkochte) kinderen die hier een hemeltje op aarde hebben.

29.     's zomers eten ze buiten. U ziet ze druk manoeuvreren met de stokjes.

          Op de achtergrond de kleintjes. Ziet u de witte kousen hangen?

30.     De kleintjes: het smaakt!!!

31.     De echte Chinese kool. Op de achtergrond het washuis.

32.     Hier ziet men het huis nog beter. Ook de kool!!!

33.     Maagden met de oude mannen.

34.     Maagden met de oude vrouwen; er zijn veel blinden bij.

35.     Zr. Marie Magdalena bij de dispensaire.

36.     Zr. M.Magdalena bij de dispensaire aan de straatkant.

37.     Het Maria-kapelletje. De zusters gingen hier veel naar toe met de kinderen

         om te bidden. Het was meteen een mooie wandeling. De dorpelingen gingen er ook ieder jaar in bedevaart naar toe om te bidden om regen en een goede oogst.

38.     Enige vrouwen zitten bij het kapelletje te bidden.

39.     Christenen op Kerstdag vanuit de kleinere dorpen gekomen om de Mis te

         hebben.

40.     De school in het dorp voor de meisjes: L.S.  De school is later bij de

         maagdenschool gevoegd en erkend door de Staat: L.S. en M.S.

41.     Ieder jaar werd de sacramentsprocessie gehouden. U ziet ook het baldakijn.

42.     Het rustaltaar onder de processie.

43.     Onze kinderen dragen de lijdens-werktuigen.

44.     De weesjes terug na de processie.

45.     Zr.Judoca, de eerste missie-jubilares.

46.     Feest van Zr.Immaculee.

47.     Versiering bij het zilveren feest van Zr.Immaculee.

48.     Zr.Theodosia met haar twee hulp-naaisters: Lotje en ….

49.     Aan het ziekbed van Zr.Judoca. Deze was al een paar keer gevallen.

         Zr.Immaculee is met haar naar de dokter gegaan in Moekden.

         Na een paar weken is ze daar in het ziekenhuis overleden.

50.     Zr.Dosithea vierde in de Pens haar zilveren feest. 's Avonds had ze zo ge-

         feest dat ze viel en een paar weken moest blijven tot ze weer kon lopen.

51.     Zrs.Charitas en Corda vertrekken vanuit de Choorstraat op 6 okt. 1932.

         De leerlingen van Concordia wuiven hen uit.

52.     Zr.Corda in Shangai in een "poes-poes".

         Och arme mensen die zo'n vrachtje moeten trekken.

53.     Zrs.Charitas en Corda krijgen Chinese les van de maagd Han.

54.     Zr.Corda met de leerlingen van de maagdenschool op een vrije middag

         op de berg bij het kapelletje.

55.     Wat een blijdschap! Toch een keer een kist uit Holland. Een "breivlug"

         werd met aandacht bekeken.

56.     Zr.Theodosia viert feest met alle zusters.

57.     Ook de leerlingen feesten mee; in een reidansje lieten ze zien wat ze kenden.

58.     Na de laatste visitatie van Zrs.Venantia en Dominica moesten ze vanwege de op punt staande oorlog in alle haast vertrekken. De reis was geregeld dus ondanks de hevige regen en het hoge water toch maar vertrekken uit de Pens.

         Het was echt met levensgevaar en de paters stonden vol spanning te kijken. Ondanks de kundige koetsiers liep alles goed af.

59.     Ze gingen eerst naar Chao-Yang-Chan-Wanze en weer terug naar Chao-

         Yang. Dan met de trein naar Chin-chow.

60.     Laatste groet op het perron in Chao-Yang. Daar kwam Zr.Immaculee nog

         onverwacht aan om enige zaken te regelen.

61.     De zusters vertrekken om in Chao-Yang de nieuwe missie-post te beginnen. Vol moed vertrokken ze.

62.     Brug over de rivier waar ze over moesten.

63.     Poort waardoor men in de stad kwam.

64.     Een toren bij een afgodstempel in de stad.

65.     Een winkelstraat; men ziet er al een telefoonpaal.

66.     De straten al meer gemoderniseerd.

67.     De eerste zusters in Chao-Yang: Zr.Melanie, waarnemend overste,

         Zr.Dosithea en Zr.Polycarpa. Mr.Immaculee bracht hen weg en

         bleef er een maand om alles te regelen.

68.     De zusters zitten al gezellig in de refter.

69.     ontbreekt.

         De zusters begonnen met ziekenverpleging, opvoeding van de weesjes. Die verhuisden later naar een ander huis onder leiding

         van de maagden. In 1936 begon Zr.Corda daar met de school.

70.     Het altaar in de kapel.

71.     Pater Ampe, pastoor van Chao-Yang.

72.     Het huis van de zusters in Pakeou: kapel, sacristie, naaikamer.

73.     Ook het huis: rechts 3 ramen van de slaapzaal.

74.     De speelplaats van de school; rechts achteraan doorgang

         naar het weeshuis.

75.     De school, achteraan het weeshuis.

76.     De kapel van de zusters met 2 zusters.

77.     Weer de kapel.

78.     De school; het gebouw.

79.     De school van binnen met Zr.Casparine.

80.     Alle leerlingen. In het begin waren er 30 leerlingen,

         langzaam gegroeid tot 100. In 1936  6 klassen L.S. en

         2 klassen M.S.  U ziet ook de papieren ramen. Een klein

         stukje was van glas. In de zomer als het veel regent gaan

         de papieren ramen eruit.

81.     De moderne gymnastiek, voorgeschreven door de Jappen.

         U ziet ook de moderne kleding.

82.     De kerk; opzij ingang naar de tuin van de zusters.

83.     Zr.Beata, altijd vol ijver voor de zieken.

84.     Wegens ziekte moest ze te vroeg vertrekken.

85.     Mdr.Immaculee en Zr.Marie Magdalena in Chan-wan-ze.

86.     De postulanten. Van de maagden in de Pens was het verlangen

         echt religieus te worden in een congregatie.

         Daarmee begon Mr.Immaculee.

87.     De zusters novicen.

88.     Nog eens een noviciaat.

89.     Zusters met tijdelijke geloften.

90.     Zusters met eeuwige geloften een kruisje.

91.     De kapel van de zusters.

92.     Weer de kapel.

93.     Zr.Marie Magdalena in de dispensaire.

94.     Het huis van de zusters.

95.      "      "      "    "      "

96.      "      "      "    "      "

97.      "      "      "    "      "

 

Dia's China  Serie B.

 

1   Opschrift.

2   Mgr.Abels.

3   Chinese Bisschoppen en Priesters.

4   Priester-student van onze congregatie.

5   Kleine bijkerk in Chao-Yang: een of twee maal per jaar was er een H.Mis. Zondagsplicht was: rozenhoedje of kruisweg.

6   Een echt Chinees altaar.

7   Het dorp Soung-chou-tsoeize: op de voorgrond een echt Chinees huis.

8   Chinees dorp (1200 inwoners).

9   Kapel van O.L.Vrouw ter Pijnboom waar de mensen veel gingen bidden en een kleine bedevaart houden

10   De stad Peking.

11   Paleis van de Mongoolse koning.

12   Mongoolse koningin.

13   Foto van een pagode; alles is in houtsnijwerk. Mgr.Abels stuurde

de foto naar Rome.

14   Afgodstempel in Jehol met 500 trappen.

15   Een afgodsbeeld.

16   Hofjes van de Chinezen.

17   Een missie in het noorden; de huizen zijn half boven de grond,

half onder de grond.  

18   Pater van Eygen die de zusters kwam vragen in de Choorstraat.

19   Op missietocht.

20   Deze kapelaan is een Hollander; hij was eerst kapelaan in Utrecht,

ging later naar Scheut.

21   Klaar voor de reis.

22   Chinese familie.

23   Een Chinees echtpaar.

24   Weeshuis in Peking.

25   Het grote zusje laat de kleine drinken uit een kalebas.

26   Een dreumes met een waaier.

27   Een vrouw die de kindertjes gaat verkopen. Deze werden dan opgenomen in onze weeshuizen.

28   Straatcomedie.

29   Een man gehuld in een regenmantel.

30   Een echte Chinese dame met kleine voetjes.

31   Fanfare van de seminaristen in de Pens met P.Albers.

32   Scola van de kathedraal in de Pens.

33   Een "meneer"uit het oude mannenhuis.

34   Een marskramer die zeven verkoopt.

35   Een schoenmaker langs de straat.

36   Een man verkoopt lampenglazen; rechts een Japanese herberg.

37   Een reserve pot.

38   Een draagstoel en een bruiloft.

39   Landverhuizers met hun inboedel.

40   Een echte Chinese put. Met een katrol werd de mand met water omhoog gehaald. 

41   De kinderen zijn aan het water putten.

42   Chinees graan: sorgo groeit heel hoog zodat de rovers er zich  in verborgen. De zusters lijken er klein bij.

43   Zwarte varkens met varkenshoeder: op de achtergrond het hoge graan.

44   Een graanmolen; de ezel, geblinddoekt, trekt de steen in de ronde.

45   Zo bewerkt men het land.

46   Een ossenkar.

47   Een ezel met zijn vracht.

48   Een Chinese ploeg.

49   Een deftig Chinees rijtuig.

50   Een opiumveld.

51   De vrouwen snijden de opium.

52   Dit is de rivier bij de Pens bij hoge waterstand.

53   Deze stakkerd heeft niets meer, maar voelt zich toch gelukkig onder zijn geoliede paraplu.

54   In de bergen.

55   Nog meer stenen bergen waar de zusters langs moesten om in de Pens te komen.

56   Mansoleüm in Moekden.

57   Het station in Moekden.

58   Een straat in Moekden.

59   De grote poort, toegang tot de stad.

60   Ijzeren bruggen over de rivier aangelegd door de Jappen.

61   Het gezicht op de Golf bij Daïren.

62   Een centraal plein.

63   Een straat.

64   De haven bij Daïren.

65   Een open mijn.

66   Staalfabrieken.

67   Een stuk van de grote Chinese muur.

68   Dit hoort bij het paleis van de koning.

69   Het station van Harbin.

70   De kamelen in de woestijn.

71   Een kudde schapen.

72   Bij het ondergaan van de zon.

73   Een trein in Manchourië.

74   Wat een mooie bengels.

75   Geschiedenis van de missie in China.

 

 

Congo

 

Drie fotoalbums van de missie in Kabuluanda, 1959-

doos M (4)  M K 14, M K 15 en M K 16

 

Fotoalbum missie in Kabuluanda en Mashala, vanaf 1959

doos M (5) M K 17

 

Zes fotoalbums van de missie in Mashala, 1959-

doos M (7) M M 26-31

 

 

Websites

www.congregatiedmj.nl

 

Verwijzing naar andere archiefvormers
Opmerkingen

De archieven gaan op termijn naar het Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven.

Informatiewaarde Groot

Geschiedenis

Korte geschiedenis

De congregatie

De congregatie van de Dochters van Maria en Joseph werd in 1820 gesticht in 's-Hertogenbosch door de aan de St. Jacobskerk verbonden kapelaan Jacobus Antonius Heeren (1775-1859) met als doel de zorg voor zogenaamde verlaten kinderen. Dat waren kinderen die niet meer door hun ouders werden verzorgd. De zusters hielden zich vanaf het begin ook bezig met de zorg voor oude, chronisch zieke vrouwen. In 1838 werd het onderwijs daaraan toegevoegd. In de loop der tijd werd dit steeds belangrijker en specialiseerde de congregatie zich op het onderwijs aan dove en slechthorende kinderen. Later kwam daar het onderwijs en de verzorging van gehandicapte kinderen bij. In 's-Hertogenbosch kregen zij al spoedig de naam van Zusters van de Choorstraat, naar de straat waar het moederhuis gevestigd werd.

 

 

Missie

Brazilië

De eerste poging tot missiewerk ondernamen de Zusters in Brazilië. In 1906 werden zij uitgenodigd door de redemptorist P. Beks die in opdracht van zijn provinciale overste optrad als bemiddelaar van de Braziliaanse kardinaal-aartsbisschop J. Arcoverde de Albuquerque Cavalcanti, die op zoek was naar Nederlandse zusters voor de missie van de Redemptoristen. Aanvankelijk droegen de zusters zorg voor kostdames in een pension, later werkten zij in een ziekenhuis, maar aan onderwijs en opvoeding kwamen zij niet toe. Onvoldoende voorbereiding en slechte organisatie leidden er toe dat de uitgezonden zusters na vier jaar ziek en teleurgesteld terugkeerden in Nederland .

 

China

Vanaf 1922 werkten zusters in China. Zij werden door de Scheutisten gevraagd te komen werken in het apostolisch vicariaat Jehol in Oost-Mongolië om contact te leggen met het vrouwelijke deel van de bevolking, tot wie de priester-missionarissen vanwege hun sekse nauwelijks toegang hadden.  De zusters werden ook ingeschakeld voor de opleiding van eigenlandse meisjes tot religieuzen of een afgeleide, de maagden-catechistinnen: Chinese vrouwen die gedurende een bepaalde periode gelieerd waren aan de missie en daarvoor werkten. De Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid (Steyl) hielpen de Zusters van de Choorstraat met de introductie in deze missie. Vanaf 1923 werkten de Bossche zusters vanuit een eigen standplaats. Uitbreiding volgde al snel met de opleiding van inheemse religieuzen en gezondheidszorg vanuit een apotheek, terwijl ook veel kinderen in stervensnood werden gedoopt. De werkzaamheden werden vanaf 1931 uitgebreid tot het onderwijs. Bij hun werkzaamheden in ziekenzorg, bejaardenzorg, meisjesonderwijs en opvoeding van weesmeisjes werkten de zusters samen met ongehuwde vrouwen, aan wie zij leiding gaven. De omstandigheden waaronder zij moesten werken waren moeilijk: oorlog, Japanse bezetting, roversbenden en burgeroorlog, welke laatste tenslotte leidde tot de communistische machtsovername. In de periode 1922-1948 verbleven er in totaal 21 zusters in Oost-Mongolië, waarvan er één ziek terugkeerde, en er drie overleden; de overige zusters werden in 1948 het land uitgestuurd nadat de de communisten de macht hadden overgenomen .

 

Ned. Indië/Indonesië

In 1936 lanceerde mgr. A. Hermus, de priester-directeur van het Doofstommen Instituut in St. Michielsgestel, het plan om in Nederlands-Indië een dergelijk instituut op te richten. Hij vroeg de zusters, die hierin veel ervaring hadden, daaraan mee te werken. Het bestuur van de congregatie reageerde eind 1936 gunstig op zijn verzoek door zusters ter beschikking te stellen voor het onderwijs. In de apostolische prefectuur van Poerwokerto (residentie Banjoemas op Java) begonnen de zusters met een missiehuis in Wonosobo. Zij werkten op een school en internaat voor doofstomme meisjes (aanvankelijk ook jongens) . Na 1960 breidde dit werk zich uit naar andere plaatsen op Java en ontstond er vanaf 1963 een Indonesische tak, de Kongregasi Puteri Maria dan Yosef (afgekort als PMY). Dit werd in 1997 een provincie van de congregatie met 35 leden (Molengraaf, Geroepen en toegewijd, 118-127).

 

Congo

In 1958 maakten de algemeen-overste en priester-directeur Oomens een oriëntatiereis naar Congo. Besloten werd daar een missie op te zetten. De eerste zeven zusters volgden eerst een opleiding aan het Instituut voor Koloniale Sociale Vorming in Brussel in 1958-1959, waarna zij in augustus 1959 vertrokken. Zij werkten in Kabuluanda in de verpleging, de zorg voor moeders en het onderwijs en in Mashala eveneens in de verpleging, de zorg voor moeders, in het onderwijs en huishoudelijke vorming.  Deze plaatsen lagen in de provincie West-Kasai en in het apostolisch vicariaat Luebo. De zorg voor gehandicapte kinderen kreeg prioriteit. In 1999 verlieten de laatste Nederlandse zusters Congo.

 

Alle informatie is, tenzij anders vermeld, ontleend aan: Van Woesik, 68, Willemsen, I, par. 2-7, Pius-almanak 1960/61, 359 en 369, Eijt, Religieuze vrouwen,

Organisatie

Bestuur in de beginfaze

De tot 1848 geldende wetgeving maakte het zeer moeilijk om nieuwe congregaties op te richten en evenmin was er in het beginstadium al pauselijke goedkeuring aan de door Heeren geschreven constituties. Heeren nam de rol van priester-directeur op zich en hoewel de overste, gesteund door twee assistentes, officieel verantwoordelijk was voor het financieel beheer, de dagelijkse gang van zaken en de tucht, had Heeren in de praktijk grote invloed. Naast priester-directeur oefende hij ook de taken van geestelijk leidsman en biechtvader van de zusters uit. Met de uitbreiding van de congregatie met een succursaal in 1838 nam de overste van het moederhuis ook de rol van algemeen overste over de gehele congregatie op zich.

 

Rechtspersoon

De congregatie kreeg rechtspersoonlijkheid in 1843. De rechtspersoon is Het Zedelijk Lichaam van Vrouwen 'In Omnibus Charitas' te 's-Hertogenbosch. In 1843 werd in de notariële akte vastgelegd dat de algemeen-overste door alle leden bij meerderheid van stemmen voor onbepaalde tijd werd gekozen. Zij had als enige de bevoegdheid om ledenvergaderingen te beleggen. Indien bij dergelijke vergaderingen meer dan de helft van de leden aanwezig was, werden besluiten hieruit van kracht. Bij het staken van stemmen gaf de stem van de algemeen overste de doorslag.

 

Onder paus en bisschop

De verhouding tot het kerkelijk gezag werd vastgelegd in de pauselijke goedkeuring van 1850. De congregatie werd geplaatst onder gezag van de bisschop van 's-Hertogenbosch, die zijn gezag uitoefende door een priester-directeur aan te stellen die naast de algemeen overste functioneerde. Vanaf 1866 was de priester-directeur steeds de vicaris-generaal van de bisschop. De algemene overste moest eens per vijf jaar schriftelijk verslag aan Rome uitbrengen over de stand van zaken in de congregatie. Dit verslag moest ondertekend zijn door de bisschop of zijn vicaris-generaal. De congregatie moest aan de bisschop op financieel gebied verantwoording afleggen. Een ander middel om het bisschoppelijk gezag over de congregatie uit te oefenen was de vijfjaarlijkse bisschoppelijke visitatie, die meestal werd uitgevoerd door een door de bisschop aangewezen priester .

 

Bestuur

(dit gedeelte vooral uit: Eyt, Religieuze vrouwen, 97-107)

De overste van het moederhuis was tevens algemeen overste voor de hele congregatie (moederhuis en succursalen). De algemene overste werd gekozen in een algemeen kapittel dat om de zes jaar gehouden werd. Zij kon voor een tweede termijn herkozen worden. Het algemeen kapittel bestond uit de zusters in het moederhuis die de eeuwige geloften hadden afgelegd en uit afgevaardigden uit elk succursaal. Tijdens het kapittel moesten besluiten met absolute meerderheid van stemmen worden genomen, maar deze werden pas van kracht op het moment dat het officieel kapittelverslag was verschenen. Het algemeen kapittel werd voorgezeten door de bisschop of zijn gedelegeerde. Andere bevoegdheden van het algemeen kapittel waren: beheer van het erfgoed, verkiezing van de raadszusters, wijziging van de constitutiën en vaststelling van het beleid voor de komende bestuursperiode. Ook legde het bestuur verantwoording af over het in de afgelopen jaren gevoerde beleid en het financieel beheer. Één van de belangrijkste taken van de algemeen overste was het toezicht op de naleving van de bijzondere regels.

In haar werkzaamheden werd de algemeen overste bijgestaan door vier assistentes, die werden gekozen door het algemeen kapittel. Eén ervan kreeg de functie van speciaal raadsvrouw toebedeeld, wat inhield dat zij de overste verving bij afwezigheid of ziekte en bovendien de taak had de overste op haar fouten te wijzen. Hoewel de congregatie de algemeen overste en haar raadszusters koos, moest de bisschop hier wel goedkeuring aan verlenen. De bisschop had bovendien tot 1918 de bevoegdheid om hen te schorsen of af te zetten als zij hun taken volgens hem niet naar behoren uitvoerden. De algemeen overste benoemde, in overleg met haar assistentes, de oversten van succursalen voor drie jaar en kon hen ontslaan als zij niet voldeden. Elk half jaar moesten de oversten aan de algemeen overste verslag uitbrengen en zij werden ieder half jaar gecontroleerd door de assistentes van de algemeen overste. 

 

Missie

Indonesië

Voor het missiewerk in Ned. Indië werd de stichting 'Werk voor misdeelde kinderen in Nederlands Oost-Indië' opgericht . Voor de dependance op Java werd een overste aangesteld. Het algemeen bestuur benoemde het bestuur voor Indonesië, waarbij de zusters in Indonesië na verloop van tijd wel de gelegenheid kregen een voordracht te doen van geschikte zusters. Het regionaal bestuur diende te zorgen voor een goede geest binnen de congregatie, de opleiding van nieuwe zusters en het uitvoeren van liefdewerken. Het gezag over een plaatselijke communiteit was in handen van een overste, die na overleg met de communiteit benoemd werd door het algemeen bestuur voor een periode van drie jaar. De plaatselijke overste had tot taak het geestelijk en tijdelijk welzijn van de zusters te verzorgen en de communiteit naar buiten toe te vertegenwoordigen.  

 

Andere missiegebieden

Over het bestuur in de missie elders is bijna niets bekend. Het missiegebied China had geen missieoverste, terwijl de plaatselijke stations door oversten werden geleid.

 

 

Oversten

Algemeen overste waren:

 

Anna Catharina van Hees 1820-1825

Catharina van Grinsven 1825-1855

Rosalia Knaapen 1855-1873

Victoria Pauwen 1873-1874

Constantia van Meerwijk 1874-1888

Candida Beijer 1888-1894

Concordia Berendsen 1894-1911

Simplicia Verhuizen 1911-1929

Venantia van Maanen 1929-1947

Elisa van der Westen 1947-1965

In 2010 was algemeen overste Rosa de Lima Wigink.

 

Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 70, Eijt, Religieuze vrouwen en Congregatie der Zusters van Liefde "Dochters van Maria en Joseph".

Doelstelling

Het devies van de congregatie luidde: 'In Omnibus Charitas' waarbij de bedoeling was dat de zusters door hun liefdewerken iedereen voor Christus zouden winnen (Bijzondere Regelen 1852 nummer 2, naar Congregatie der Zusters van Liefde "Dochters van Maria en Joseph" ('s-Hertogenbosch [1988]) d. (sic!). Werken van liefdadigheid werden daarom aangevat, waaronder het opvoeden en onderwijzen van arme meisjes, het verzorgen van oude mannen en vrouwen en het verplegen van zieken, kortom: onderwijs en bejaardenzorg. Een ander doel was pastoraal werk en missiewerk.

Taken en activiteiten
  • Onderwijs (hieronder ook kweekscholen)
  • Gezondheidszorg
  • Pastoraal werk
  • Evangelieverkondiging en catechese
  • Opleiding van (inheemse) werkkrachten (Te denken valt aan zendelingen, missionarissen, assistenten enz.)
  • Uitzending van zendingswerkers en missionarissen
  • Werk van en voor vrouwen en meisjes

Geografie

Continenten
  • Latijns Amerika
  • Afrika
  • Azië
Lokatie
  • China
  • Bisdom Chengde (Rehe, Jehol), Liaoning

Niet-archivalische bronnen

Selectie uit de literatuur
Titel
  • Geroepen en toegewijd : 190 jaar liefdewerk door de zusters van de congregatie dochters van Maria en Joseph / Andries Molengraaf
Auteur
  • Andries Molengraaf
Paginering
  • 183 p
Jaar van uitgave
  • 2010

Titel
  • Tempo doeloe, tempo sekarang; Het proces van Indonesianisering in Nederlandse orden en congregaties
Auteur
  • Joos van Vugt; José Eijt; Marjet Derks; Karel Steenbrink
In
  • Bijdragen tot de taal-, land- en volkenkunde, ISSN 0006-2294
Paginering
  • vol. 164 (2008), afl. 1, pag. 144 (1)
Jaar van uitgave
  • 2008

Titel
  • Kapellen van het Moederhuis : van de Congregatie Dochters van Maria en Joseph : documenten & foto's uit het archief van de Zusters van de Choorstraat / [red.: Oscar Laurens Schrover ... et al.]
Auteur
  • zusters Veronie Franken en Monique Cillessen
Paginering
  • 92 p
Uitgever
  • 's-Hertogenbosch : Ansgar Editions
Jaar van uitgave
  • 2005

Titel
  • Gaan voor God : ideaal en praktijk van missie in historisch perspectief / onder red. van José Eijt, Hester Genefaas, Peter Nissen
Auteur
  • Josepha Maria Antonia Eijt (1948-) ; Hester Genefaas (1972-)
Reeks
  • Metamorfosen ; 2
Paginering
  • 187 p
Uitgever
  • Hilversum : Verloren
Jaar van uitgave
  • 1998

Titel
  • Religieuze vrouwen: bruid, moeder, zuster : geschiedenis van twee Nederlandse zustercongregaties, 1820-1940 / José Eijt
Auteur
  • Josepha Maria Antonia Eijt (1948-)
Paginering
  • 456 p
Uitgever
  • Nijmegen : Katholiek StudiecentrumHilversum : Verloren
Jaar van uitgave
  • 1995

Titel
  • Congregatie der Zusters van Liefde "Dochters van Maria en Joseph"
Paginering
  • [8], 43, [4] bl
Uitgever
  • 's-Hertogenbosch : [S.n.]
Jaar van uitgave
  • [1988]


Periodieken
Titel
  • De Heeriaan : contact-orgaan van de leden der Congregatie der "Dochters van Maria en Jozef"
Paginering
  • 1 (1950/51) - 19XX
Uitgever
  • Den Bosch : Congregatie der "Dochters van Maria en Jozef"
Jaar van uitgave
  • 1950-19XX

Titel
  • De Heeriaan : contactblad van de Zusters van de Choorstraat
Paginering
  • Jrg. 27, no. 1 (Febr. 1998) - ...
Uitgever
  • 's-Hertogenbosch : Zusters van de Choorstraat
Jaar van uitgave
  • 1998-...

Titel
  • Kontakt Kongregatie Choorstraat KKC
Paginering
  • 1972 - vol. 26, nr. 5 (1997)
Uitgever
  • 's-Hertogenbosch : Zusters Dochters van Maria en Jozef
Jaar van uitgave
  • 1972-1997
Interviews

Twee interviews, en wel de nrs.:

321

563


Het archief

Meer over het archief
Beschrijving archief

Het archief van de congregatie bevindt zich in het moederhuis in 's-Hertogenbosch. Hier bevinden zich ook de bibliotheek en een museale verzameling. Een behoorlijke financiële administratie en archiefvorming kwamen binnen de congregatie pas in 1874 op gang met het aantreden van algemeen overste Constantia van Meerwijk (Eijt, Religieuze vrouwen, 101-102). Het archief is bijna helemaal geïnventariseerd door zuster-archivaris Veronie Franken. Dit is gebeurd in samenwerking met de Stichting Kloosterarchieven Nederland (voormalig KAN). De archiefdozen zijn genummerd en voorzien van een lijst met korte omschrijving van de stukken. In december 2010 wachtten alleen nog enkele persoonlijke stukken van zusters op beschrijving. Bij overdracht aan het Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven zullen de beschrijvingen aangepast worden aan de standaard van het Erfgoedcentrum (mededeling zuster Veronie Franken, 20 juli 2010). Het archief bevat zowel originele archiefstukken als kopieën, documentatie, knipsels, boeken en gedrukte artikelen. Een groot aantal van de na ca. 1990 daterende stukken handelt over de Indonesische dochtercongregatie PMY. Over de missie in Congo zijn veel meer stukken aanwezig dan over de drie voorafgaande missies, maar de meeste stukken over Congo waaronder interessante dagboeken en verslagen dateren van na 1960.

 

Alle informatie is, tenzij anders vermeld, verkregen tijdens een bezoek aan het archief door Ton Kappelhof op 15 december 2010.

Bewaarplaats Zusters van de Choorstraat, Papenhulst 5, 5211 LC 's-Hertogenbosch
Periode archief 1820-2011
Openbaarheid beperkt
Opmerkingen openbaarheid

Bezoekers moeten per e-mail of brief een afspraak maken met de archivaris. In 2010 was dat zuster Veronie Franken. Bij afwezig kan men zich het beste wenden tot het bestuur van de congregatie.

Toegang soort
  • Inventaris met inleiding
Bijzondere relevantie

Selectie

 

 

De volgende stukken verdienen bijzondere aandacht:

 

 

 

ALGEMEEN

 

158-161. Kronieken "Aantekeningen van de Congregatie". Met bijlagen. Manuscripten. 1820-1977.

4 delen

 

 


BRAZILIÉ

 

 

Begin

 

Aanmelding van zusters die mee wilden doen, 1906.

doos I Br. 2.1, 2.2.1, 2.3

 

Contract tussen de algemeen overste en het bestuur van het Liefdehuis 'S. Antonio de Curvello, 1907

doos I Br. 3

NB: Nederlandse en Portugese tekst

 

Statuten van de vereniging 'O.L. Vrouw Hulp der Christen' te Rio de Janeiro, 1904.

doos I Br. 3.4

 

 

Ingekomen brieven

 

Brieven van pater Beukers, pater Gualter Perriens, pater Boomaars en andere meestal aan de algemeen overste, 1906-1910

doos I Br. 5.1, 5.4, 6.2, 6.3, 6.4, 6.5, 6.6, 6.7, 6.8, 7.3, 7.4, 7.5, 8.2, 8.3, 8.4, 8.5, 9.1, 9.2, 9,6, 9.7, 9.8, 10.5.

 

 

Geschiedenis

 

Schrift met de geschiedenis van de missie in Brazilië, 1906-1910

doos I Br. 1

 

 

 

CHINA/BINNEN MONGOLIË

 

Formele stukken

 

Overeenkomst tussen het vicariaat Oost-Mongolië en de congregatie, 1921

doos I CH. 2.7

NB: origineel

 

 

Congregatie van Chinese en Mongoolse zusters

 

Historisch overzicht van de congregatie van inlandse zusters, Dochters van Maria, opgesteld door zr. Immaculée (3)

doos I CH. 3.2

 

Lijst van inlandse zusters die ingetreden zijn, z.d.

doos I CH. 3.3

 

Gegevens over de stiichting van de Chinese zustercongregatie van inlandse maagden onder de benaming van Dochters van Maria te Chanwantzu in het vicariaat Jehol (7), met goedkeuring door de apostolisch vicaris mgr. Abels

doos I CH. 3.4

 

Enige wenken over de verhouding tussen de Nederlandse zusters en de inheemse maagden, z.d.

doos I CH. 3.6

 

 

Jaar- en andere verslagen

 

Kort verslag van de visitatiereis over de missie in China (3), 1930-1948

doos I CH. 13.2

 

 

Reisverslagen

 

Reis naar China door zr. Marie Catharina, 1928

doos I CH. 5

 

Reisverslag, 1947

doos I CH. 15.2

 

Reisverslag, 1948

doos I CH. 15.5

 

Naar het land van Chiang-Kai-Shek en Mao-Tse-Tung. Uit het archief van de Congregatie verzameld door: Zr. Pia Maria van de Vall en Zr. Cecilia van der Poel, maart 2005

doos I CH 34

Bundeling van artikelen gepubliceerd in het Kontaktblad Kongregatie Choorstraat. Van dit boek bestaan maar enkele exemplaren. Het is aanwezig in het archief van de congregatie en op het Erfrgoedcentrum Nederlands Kloosterleven.

 

 

Ingekomen brieven over reizen en het missiewerk

 

Bundel brieven over de reis van algemeen overste Venantia en zr. Dominica naar de missies in Ned. Indië en China, 1939.

 

Brieven van zusters aan de algemeen-overste en aan de zusters van de congregatie, 1947-1948

doos I CH. 14.1, 14.2, 14.3, 14.4, 15.1, 15.4, 15.6, `15.7, 15.8

 

 

Dagboeken

 

Dagboek over Chao-yang, eerste afdeling begonnen in 1926

doos I CH. 7

 

Dagboek China van de post Shung-shu-tsuitzu, bijgenaamd de Pens, geschreven door zr. Charitas, 1941-1946

doos I CH. 8.1

 

Dagboek I van Pakeou door zr. Aloysia, oorlogsjaren tot en met 1942

doos I CH. 9.1

 

Dagboek II van Pakeou door zr. Corda, vervolg op dat van zr. Aloysia, 1942-1945.

doos I CH. 9.2

 

 

Andere stukken

 

Priesterstudent Benedictus Chang, 1924-1925

doos I CH. 22.1 en 22.2

 

 

INDONESIË/NEDERLANDS-INDIË

 

 

Formele stukken

 

Circulaire van mgr. Hermus aan de apostolische vicarissen en de apostolische prefecten in Nederlands-Indië over de oprichting van een school voor katholieke doofstomme kinderen, 1927

doos H W 2.1

 

 

Verslagen

 

Reisbeschrijving uit 1938

doos H W 6.

 

Bezoeken aan Wonosobo in 1951, 1956, 1963, 1964, 1966 en 1968

doos H W 7.

 

 

Memoires en dergelijke

 

Herinnering van zuster Geertruida over Centraal-Java

doos H W 8.1

 

Belevenissen van de zusters in Wonosobo tijdens de Tweede Wereldoorlog

doos H W 10.3

 

Gegevens 'uit de kronieken van Wonosobo' bijeengebracht door zuster Alphonse (beheerder van het archief rond 1990)

doos H W 25.1

 

 

Ingekomen brieven van zusters en anderen

 

Brieven (5 stuks) over de toestand van de zusters in Wonosobo, 1948-1949

doos H W 10.4 en 10.5

 

Algemene brieven van zusters uit Indonesië, 1947-1971

doos H W 17.2

 

 

Geschiedschrijving

 

Overzicht van de geschiedenis van de congregatie in Indonesië 1938-1990 opgesteld in naam van alle zusters in Indonesië en ondertekend door zr. Alfonsa Triatmi dmj

doos H W 33.1

 

 

Andere stukken

 

Korte geschiedenis van het Instituut voor Doven Dena-Upakara door zr. Th. Sumarwati, 1988

doos H W 15.3

 

Teksten van pastoor Heeren, een van de stichters van de congregatie, vertaald in het Indonesisch, 1823-1854

doos H W 31

NB: uit deze verzameling teksten blijkt dat men de gedachten en denkbeelden van Heeren nog steeds waardevol achtte voor de Indonesische dochtercongregatie.

 

 

 

CONGO/ZAIRE

 

 

Begin

 

Verslagen van de oriëntatiereis met fotoboeken door algemeen overste zr. Elisa en priester-directeur M. Oomens, 1958

doos M (1) M A 5.1, 6 en 7

 

 

 

Dagboeken en dergelijke

 

Dagboek van zr. Alphonse van den Eerenbeemt over studie in Brussel aan het Instituut voor Koloniale Vorming, 1958

doos M (1) M A 2.2

 

Dagboek over de studie in Brussel, 1958-1959

doos M (1) M A 2.3

 

Dagboek 1 over de missie in Kabuluanda, 1959-1962

doos M (4) M K 2.

NB: beschadigd.

 

 

Verslagen

 

Verslagen uit Mashala, 1959

doos M (6) M M 2

 

 

Geschiedenis

 

De geschiedenis van de Congomissie opgetekend door zr. Birgitta in 2005

doos M A (2) 18.1

 

'Brève histoire des missions catholiques de Muetshi et Mashala' door pater Joseph van Keerberghen cicm, 1995

en 'Brève histoire des paroisses de la ville de Kananga', 1935-1995

doos M A (2), M A 34.1 en 34.2

 

De geschiedenis van het weeshuis in Mashala door zr. Birgitta, opgeschreven in 2004.

doos M (6)  M M 19.1

 

 

Audio-visueel materiaal

 

Selectie

 

Het archief bevat enkele fotoalbums en dia's. Deze zijn alle beschreven en ten dele gedigitaliseerd. Vermeldenswaard zijn:

China, series A en B, series Pater A, B en C en serie R

I d dozen 1-5

 

 

China

Specificatie van de series A (97 stuks) en B (75 stuks):

 

Dia serie A

Geschiedenis van de missie in China

 

 1.      Opschrift  

 2       Mgr. Abels. Hij was al 60 jaar in de missie zonder ooit terug te zijn geweest in Europa.

 3.      P. van Eygen.

         Deze was de bemiddelaar tussen de Paters van Scheut en onze Congregatie. Men vroeg zusters voor de opleiding van jonge meisjes die

zich in dienst wilden stellen van de Kerk.Ze deden geloften van zuiverheid en gehoorzaamheid aan de Bisschop. Ze hernieuwden om de twee jaar hun geloften. Ze zorgden voor de Paters, de weesjes, zieken, ouden van dagen en gaven les op de L.S. enz.

De eerste zusters zouden met Belgische Paters vertrekken vanuit Londen. Mdr. Simplicia en Zr. Ancilla brachten ze over Brussel, Ostende naar Londen. Hier vertrokken ze 20 december 1921 met de boot "Kasykar" vanuit Tilbry op 23 december.

5 februari 1922 kwamen ze in Shangai aan, verbleven daar een week bij zusters Missionarissen en gingen 12 februari naar Yen-chow-fu op karren.

 4.      Moeder Simplicia die toen algemene Overste was en begon met de nieuwe missien in China.

 5.      De 4 eerste zusters: Zr. Casimira, Melanie, Judoca en Crescentia. Ze bleven eerst bij de zusters van Steyl. Het was moeilijk vooral vanwege de taal: Duits en Chinees.

 6.      De zusters van Steyl in Yen-chow-fu.

 7.      Zr. Casimira met een doofstom weesje. De zusters gingen daar mee op ziekenbezoek. Eerst waren de berichten uitstekend. Eind mei kwam er bericht dat Zr.Casimira een paar dagen ziek was. Men dacht wat overwerkt. 8 Juni weer een brief waarin stond dat Zr.Casimira weer wat was opgeknapt.

          12 Juni kwam P.van Eygen met een jobstijding. Zr.Casimira was aan typhus overleden. Ze had nog 4 dagen in coma gelegen.Het was een grote slag. P.Raaymakers schreef: 't kruis is er, nu kunnen we beginnen. Elk groot werk begint met een kruis.’

 8.      Het graf van Zr.Casimira. Toen Zr.Charitas en Zr.Corda per trein Yen-chow-fu passeerden, troffen ze daar per groot toeval aan het station daar, twee zusters van Steyl, die hen als zusters van de Choorstraat herkenden aan de kleding. Ze vertelden dat ze nog dikwijls bij het graf van Zr.Casimira gingen bidden.

 9.      20 oktober vertrokken: Zr.Immaculee, Zr.Dosithea en Zr.Polycarpa.

10.     Met zessen vertrokken ze naar de missie in Soug-chou-tsoei-tze.

         Ze staan hier voor het huis.

11.     In 1925 Zrs.Casparina, Josefo, Marie Magdalena en staande Marie Helena.

12.     In 1928 vertrokken: Zrs. Beata, Aloysia en Catharina.

13.     In 1930 vertrokken: Zrs.Theodosia en Mecheline.

14.     In 1932 vertrokken: Zrs.Charitas en Corda.

15.     In 1934 de laatsten: Zrs.Leonardo, Pauline en Alfrida.

16.     De paters van de Pens.

17.     Bij de visitatie van Zr.Simplicia en Zr.Venantia.

18.     Onze zusters bij de oude vrouwen.

19.     Het pad voor ons huis met de kleurige "potulakken"

20.     Onze kapel met Kerstmis.

21.     Het altaar. Het antipendium is borduurwerk van een Chinese maagd.

22.     De kerststal op onze kapel.

23.     Zr.Judoca begon langzamerhand met het onderwijs en de handwerken.

         Dit laatste deed ook Zr.Dosithea. Hier zien we de handwerkles op de bed-

         oven, de "khang".

24.     In de klassen zijn al banken.

25.     Zr.Crescentia met twee leerlingen die de keuken moeten leren om later voor de paters te koken.

26.     Chinese maagden.

27.     Maagden-leerlingen in de zangles.

28.     Maagden en weesjes; arme verlaten (soms verkochte) kinderen die hier een hemeltje op aarde hebben.

29.     's zomers eten ze buiten. U ziet ze druk manoeuvreren met de stokjes.

          Op de achtergrond de kleintjes. Ziet u de witte kousen hangen?

30.     De kleintjes: het smaakt!!!

31.     De echte Chinese kool. Op de achtergrond het washuis.

32.     Hier ziet men het huis nog beter. Ook de kool!!!

33.     Maagden met de oude mannen.

34.     Maagden met de oude vrouwen; er zijn veel blinden bij.

35.     Zr. Marie Magdalena bij de dispensaire.

36.     Zr. M.Magdalena bij de dispensaire aan de straatkant.

37.     Het Maria-kapelletje. De zusters gingen hier veel naar toe met de kinderen

         om te bidden. Het was meteen een mooie wandeling. De dorpelingen gingen er ook ieder jaar in bedevaart naar toe om te bidden om regen en een goede oogst.

38.     Enige vrouwen zitten bij het kapelletje te bidden.

39.     Christenen op Kerstdag vanuit de kleinere dorpen gekomen om de Mis te

         hebben.

40.     De school in het dorp voor de meisjes: L.S.  De school is later bij de

         maagdenschool gevoegd en erkend door de Staat: L.S. en M.S.

41.     Ieder jaar werd de sacramentsprocessie gehouden. U ziet ook het baldakijn.

42.     Het rustaltaar onder de processie.

43.     Onze kinderen dragen de lijdens-werktuigen.

44.     De weesjes terug na de processie.

45.     Zr.Judoca, de eerste missie-jubilares.

46.     Feest van Zr.Immaculee.

47.     Versiering bij het zilveren feest van Zr.Immaculee.

48.     Zr.Theodosia met haar twee hulp-naaisters: Lotje en ….

49.     Aan het ziekbed van Zr.Judoca. Deze was al een paar keer gevallen.

         Zr.Immaculee is met haar naar de dokter gegaan in Moekden.

         Na een paar weken is ze daar in het ziekenhuis overleden.

50.     Zr.Dosithea vierde in de Pens haar zilveren feest. 's Avonds had ze zo ge-

         feest dat ze viel en een paar weken moest blijven tot ze weer kon lopen.

51.     Zrs.Charitas en Corda vertrekken vanuit de Choorstraat op 6 okt. 1932.

         De leerlingen van Concordia wuiven hen uit.

52.     Zr.Corda in Shangai in een "poes-poes".

         Och arme mensen die zo'n vrachtje moeten trekken.

53.     Zrs.Charitas en Corda krijgen Chinese les van de maagd Han.

54.     Zr.Corda met de leerlingen van de maagdenschool op een vrije middag

         op de berg bij het kapelletje.

55.     Wat een blijdschap! Toch een keer een kist uit Holland. Een "breivlug"

         werd met aandacht bekeken.

56.     Zr.Theodosia viert feest met alle zusters.

57.     Ook de leerlingen feesten mee; in een reidansje lieten ze zien wat ze kenden.

58.     Na de laatste visitatie van Zrs.Venantia en Dominica moesten ze vanwege de op punt staande oorlog in alle haast vertrekken. De reis was geregeld dus ondanks de hevige regen en het hoge water toch maar vertrekken uit de Pens.

         Het was echt met levensgevaar en de paters stonden vol spanning te kijken. Ondanks de kundige koetsiers liep alles goed af.

59.     Ze gingen eerst naar Chao-Yang-Chan-Wanze en weer terug naar Chao-

         Yang. Dan met de trein naar Chin-chow.

60.     Laatste groet op het perron in Chao-Yang. Daar kwam Zr.Immaculee nog

         onverwacht aan om enige zaken te regelen.

61.     De zusters vertrekken om in Chao-Yang de nieuwe missie-post te beginnen. Vol moed vertrokken ze.

62.     Brug over de rivier waar ze over moesten.

63.     Poort waardoor men in de stad kwam.

64.     Een toren bij een afgodstempel in de stad.

65.     Een winkelstraat; men ziet er al een telefoonpaal.

66.     De straten al meer gemoderniseerd.

67.     De eerste zusters in Chao-Yang: Zr.Melanie, waarnemend overste,

         Zr.Dosithea en Zr.Polycarpa. Mr.Immaculee bracht hen weg en

         bleef er een maand om alles te regelen.

68.     De zusters zitten al gezellig in de refter.

69.     ontbreekt.

         De zusters begonnen met ziekenverpleging, opvoeding van de weesjes. Die verhuisden later naar een ander huis onder leiding

         van de maagden. In 1936 begon Zr.Corda daar met de school.

70.     Het altaar in de kapel.

71.     Pater Ampe, pastoor van Chao-Yang.

72.     Het huis van de zusters in Pakeou: kapel, sacristie, naaikamer.

73.     Ook het huis: rechts 3 ramen van de slaapzaal.

74.     De speelplaats van de school; rechts achteraan doorgang

         naar het weeshuis.

75.     De school, achteraan het weeshuis.

76.     De kapel van de zusters met 2 zusters.

77.     Weer de kapel.

78.     De school; het gebouw.

79.     De school van binnen met Zr.Casparine.

80.     Alle leerlingen. In het begin waren er 30 leerlingen,

         langzaam gegroeid tot 100. In 1936  6 klassen L.S. en

         2 klassen M.S.  U ziet ook de papieren ramen. Een klein

         stukje was van glas. In de zomer als het veel regent gaan

         de papieren ramen eruit.

81.     De moderne gymnastiek, voorgeschreven door de Jappen.

         U ziet ook de moderne kleding.

82.     De kerk; opzij ingang naar de tuin van de zusters.

83.     Zr.Beata, altijd vol ijver voor de zieken.

84.     Wegens ziekte moest ze te vroeg vertrekken.

85.     Mdr.Immaculee en Zr.Marie Magdalena in Chan-wan-ze.

86.     De postulanten. Van de maagden in de Pens was het verlangen

         echt religieus te worden in een congregatie.

         Daarmee begon Mr.Immaculee.

87.     De zusters novicen.

88.     Nog eens een noviciaat.

89.     Zusters met tijdelijke geloften.

90.     Zusters met eeuwige geloften een kruisje.

91.     De kapel van de zusters.

92.     Weer de kapel.

93.     Zr.Marie Magdalena in de dispensaire.

94.     Het huis van de zusters.

95.      "      "      "    "      "

96.      "      "      "    "      "

97.      "      "      "    "      "

 

Dia's China  Serie B.

 

1   Opschrift.

2   Mgr.Abels.

3   Chinese Bisschoppen en Priesters.

4   Priester-student van onze congregatie.

5   Kleine bijkerk in Chao-Yang: een of twee maal per jaar was er een H.Mis. Zondagsplicht was: rozenhoedje of kruisweg.

6   Een echt Chinees altaar.

7   Het dorp Soung-chou-tsoeize: op de voorgrond een echt Chinees huis.

8   Chinees dorp (1200 inwoners).

9   Kapel van O.L.Vrouw ter Pijnboom waar de mensen veel gingen bidden en een kleine bedevaart houden

10   De stad Peking.

11   Paleis van de Mongoolse koning.

12   Mongoolse koningin.

13   Foto van een pagode; alles is in houtsnijwerk. Mgr.Abels stuurde

de foto naar Rome.

14   Afgodstempel in Jehol met 500 trappen.

15   Een afgodsbeeld.

16   Hofjes van de Chinezen.

17   Een missie in het noorden; de huizen zijn half boven de grond,

half onder de grond.  

18   Pater van Eygen die de zusters kwam vragen in de Choorstraat.

19   Op missietocht.

20   Deze kapelaan is een Hollander; hij was eerst kapelaan in Utrecht,

ging later naar Scheut.

21   Klaar voor de reis.

22   Chinese familie.

23   Een Chinees echtpaar.

24   Weeshuis in Peking.

25   Het grote zusje laat de kleine drinken uit een kalebas.

26   Een dreumes met een waaier.

27   Een vrouw die de kindertjes gaat verkopen. Deze werden dan opgenomen in onze weeshuizen.

28   Straatcomedie.

29   Een man gehuld in een regenmantel.

30   Een echte Chinese dame met kleine voetjes.

31   Fanfare van de seminaristen in de Pens met P.Albers.

32   Scola van de kathedraal in de Pens.

33   Een "meneer"uit het oude mannenhuis.

34   Een marskramer die zeven verkoopt.

35   Een schoenmaker langs de straat.

36   Een man verkoopt lampenglazen; rechts een Japanese herberg.

37   Een reserve pot.

38   Een draagstoel en een bruiloft.

39   Landverhuizers met hun inboedel.

40   Een echte Chinese put. Met een katrol werd de mand met water omhoog gehaald. 

41   De kinderen zijn aan het water putten.

42   Chinees graan: sorgo groeit heel hoog zodat de rovers er zich  in verborgen. De zusters lijken er klein bij.

43   Zwarte varkens met varkenshoeder: op de achtergrond het hoge graan.

44   Een graanmolen; de ezel, geblinddoekt, trekt de steen in de ronde.

45   Zo bewerkt men het land.

46   Een ossenkar.

47   Een ezel met zijn vracht.

48   Een Chinese ploeg.

49   Een deftig Chinees rijtuig.

50   Een opiumveld.

51   De vrouwen snijden de opium.

52   Dit is de rivier bij de Pens bij hoge waterstand.

53   Deze stakkerd heeft niets meer, maar voelt zich toch gelukkig onder zijn geoliede paraplu.

54   In de bergen.

55   Nog meer stenen bergen waar de zusters langs moesten om in de Pens te komen.

56   Mansoleüm in Moekden.

57   Het station in Moekden.

58   Een straat in Moekden.

59   De grote poort, toegang tot de stad.

60   Ijzeren bruggen over de rivier aangelegd door de Jappen.

61   Het gezicht op de Golf bij Daïren.

62   Een centraal plein.

63   Een straat.

64   De haven bij Daïren.

65   Een open mijn.

66   Staalfabrieken.

67   Een stuk van de grote Chinese muur.

68   Dit hoort bij het paleis van de koning.

69   Het station van Harbin.

70   De kamelen in de woestijn.

71   Een kudde schapen.

72   Bij het ondergaan van de zon.

73   Een trein in Manchourië.

74   Wat een mooie bengels.

75   Geschiedenis van de missie in China.

 

 

Congo

 

Drie fotoalbums van de missie in Kabuluanda, 1959-

doos M (4)  M K 14, M K 15 en M K 16

 

Fotoalbum missie in Kabuluanda en Mashala, vanaf 1959

doos M (5) M K 17

 

Zes fotoalbums van de missie in Mashala, 1959-

doos M (7) M M 26-31

 

 

Websites

www.congregatiedmj.nl

 

Verwijzing naar andere archiefvormers
Opmerkingen

De archieven gaan op termijn naar het Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven.

Informatiewaarde Groot