Nederlands Verbond van Vakverenigingen 1908-1940

 
English | Nederlands

Nederlands Verbond van Vakverenigingen 1908-1940

Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis

Nadere ontsluiting

inventarisnummers 1 tot en met 8

notulen dagelijks bestuur van Verbondsbestuur 1908-1911 en
notulen verbondsbestuur, 1919-1940

Inleiding

Notulen Verbondsbestuur 1908-1911 De notulen uit de periode 1908-1911 zijn met de hand geschreven, vanaf 7 juni 1907 tot 1911 door Jan van den Tempel. Zijn handschrift is zeer slecht leesbaar. Hij duidde de behandelde onderwerpen echter met trefwoorden in de kantlijn aan. Veel over acties, het al dan niet steunen van stakingen van aangesloten bonden, problemen van uitsluiting en ontslag voor NVV-leden, strijd om het kiesrecht, strijd om kortere werktijden en interne organisatorische kwesties zoals het benoemen van de boekhouder en de contributie. De notulen zijn niet uitvoerig.

Notulen verbondsbestuur vanaf 1919 Tussen 1911 en 1919 is er een hiaat in de notulen. Ze gaan verder bij begin 1919, maar dit zijn niet meer de notulen van het dagelijks bestuur. Deze notulen zijn getypt en nog altijd vrij summier. Er wordt gewerkt met punten van een agenda, maar de agenda zelf is niet bewaard gebleven. Daarom is soms niet duidelijk wat er precies bedoeld is. Veel over achturige werkdag, demonstraties, Internationale en de contributie. In de jaren dertig worden de notulen veel uitgebreider.

Hiaten De notulen bevatten de volgende hiaten:
maart 1929 tot februari 1932;
juni 1933 t/m januari 1936;
april 1937 tot en met februari 1938;
januari-maart 1940
Deze notulen zijn vermoedelijk in 1940 met opzet vernietigd om ze niet in handen van de bezetter en zijn medewerkers te laten vallen.

In deze nadere toegang zijn de punten die betrekking hebben op sociale verzekeringen kort samengevat.


4 juni 2002 begonnen
11 december 2002 beëindigd

Inventarisnummer 1

1908, 15 mei

---
1908, 12 juni

---
1908, 26 juni

---
1908, 17 juli

Oudegeest brengt verslag uit over een vergadering georganiseerd door Amsterdamse Bestuurders Bond met de bij het gemeentelijk werklozenfonds aangesloten organisaties over herverzekering. Resultaat van die vergadering: er is een commissie benoemd ter bestudering van de zaak, waarin ook Oudegeest zitting zal nemen.


1908, 24 juli

---
1908, 11 september

---
1908, 25 september

Schuurs vraagt in een brief aan het DB waarom de aangesloten bonden zich niet op het congres voor staatspensionering mogen laten vertegenwoordigen. Antwoord is hem toegezonden.


1908, 5 oktober

---
1908, 6 november

Het NVV wil zich aansluiten bij het Centraal Bureau voor Sociale Adviezen, aangezien dat over een uitgebreide bibliotheek beschikt.


1908, 20 november
---
1908, 4 december

De Rotterdamse Bestuurders Bond vraagt f 50,- subsidie om een onderzoek te beginnen naar de werking van de Ongevallenwet. Oudegeest en Van den Tempel zullen spreken met het bestuur van de RBB, want zij zijn van mening dat het NVV een dergelijke enquête zou moeten houden in plaats van RBB.

De Algemeene [onbekend welke bond bedoeld wordt] zond een afschrift van een door haar aan de regering gezonden adres, waarin zij verbetering vraagt van de positie van de schrijvers bij de Rijksverzekeringsbank.


1908, 18 december

Besluit om verzoek te sturen aan gemeenteraden die steun bij werkloosheid uitkeren, of zij de landelijke bondswerklozenkassen van gemeentewege bijslag willen verlenen op de uitkering bij werkloosheid.


1909, 22 januari

Oudegeest en Van den Tempel hebben gesproken met Rotterdamse Bestuurders Bond over actie Ongevallenwet. Zij moeten wachten met actie tot een lijst opgesteld door Spiekman, van mensen die te weinig of geen rente ontvingen, af is.

Het rapport van de commissie van herverzekering van de Amsterdamse Bestuurders Bond is af. Op de vergadering waar het rapport zal worden besproken, zal Oudegeest het NVV vertegenwoordigen.


1909, 6 februari

---
1909, 23 februari

---
1909, 27 februari

De zuivelarbeidersbond wil op de komende jaarvergadering van het NVV de strijd voor Staatspensionering bespreken. Wordt op de agenda gezet.


1909, 8 mei

Behandeling van de vraag van de Commissie tot het ontwerpen van de statuten van de Nationale Vereniging tegen Werkloosheid, of het NVV-bestuur een lid voor deze commissie wil aanwijzen. Men ziet niets in deze commissie, maar wil ook niet botweg weigeren om de leden niet voor het hoofd te stoten. Besloten wordt in die geest een voorstel aan het bestuur te doen.


1909,7 juni

Besloten wordt aan Spiekman te vragen een vragenlijst te ontwerpen ten dienste van een onderzoek naar de werking van de Ongevallenwet.

Wat betreft de particuliere landbouwongevallenverzekering: het bestuur wil eerst het materiaal bestuderen, overleggen met de landarbeidersbond en pas na de kamerverkiezingen haar standpunt bepalen.


1909, 2 juli

---
1909, 17 juli

---
1909, 10 september

Mededeling dat er een schrijven is binnengekomen van de Meubelmakersbond over opname van de beddenmakers in de Ongevallenwet.


1909, 17 september

De ontwerpvragenlijst door Spiekman voor het onderzoek naar de werking van de Ongevallenwet is binnen. De lijst zal op de volgende vergadering worden vastgesteld.



1909, 1 september

De vragenlijst over de Ongevallenwet is ter perse en zal over enige dagen worden verzonden.



1909, 24 september

---
1909, 1 oktober

---
1909, 15 oktober

Dhr. Duys heeft zeer negatief geoordeeld over de vragenlijst Ongevallenwet. Hij wil dat de risico-overdracht er meer in naar voren komt. Afgesproken is om Duys een nieuwe vragenlijst te laten ontwerpen.


1909, 5 november

De vragenlijst door Duys over de Ongevallenwet is binnen. Nu moet overleg gepleegd worden met Spiekman. Gevreesd wordt wel dat het veel werk zal worden de teruggestuurde gegevens te verwerken. Die zullen tot een omvangrijk geschrift leiden. Oudegeest verklaart zich wel met de verwerking van de gegevens te willen bezighouden.


1909, 12 november

De voorzitter en secretaris hebben een onderhoud gehad met Spiekman en Lindman en de vragenlijst over de werking van de Ongevallenwet is nu vastgesteld, uitgebreid met enkele vragen van Duys. De vragenlijst zal nu worden toegezonden aan enkele commissies en centra.


1909, 19 november

---
1909, 3 december

---
1909, 10 december

---
1909, 24 december

---
1910, 7 januari

---
1910, 4 februari

Het bestuur zal niet deelnemen aan de betoging voor staatspensionering waarover een circulaire is toegezonden. Op een schrijven van de ANOB [waarschijnlijk Algemene Nederlandse Onderwijzers Bond] hoe het NVV staat tegenover meetings van de Bond voor Staatspensioneering, zal worden geantwoord dat het NVV aan dergelijke meetings niet deelneemt.


1910, 19 februari

De Amsterdamse Bestuurders Bond vraagt om een bijdrage van f100,- om het onderzoek naar de Ongevallenwet te voltooien. Verzoek wordt geweigerd; het NVV beschikt niet over voldoende middelen. Zij neemt alleen de algemene kosten en de uitgave van het rapport voor haar rekening. De kosten van het plaatselijk onderzoek moeten gedragen worden door de plaatselijke centrales. Beschikken die niet over voldoende middelen, dan moeten zij zich tot de aangesloten afdelingen wenden. Een en ander zal mondeling aan de Amsterdamse Bestuurders Bond worden medegedeeld.

Er is een vraag binnengekomen van de Timmerliedenbond over deelname aan de betoging voor staatspensionering. Op de vorige vergadering heeft NVV aan de ANOB geantwoord, dat zij niet meedoet aan betogingen van de Bond voor Staatspensionering. Na het verzenden van dit antwoord, publiceerde echter het SDAP een adres, waarin de partijafdelingen werden vrijlaten al dan niet mee te doen. Tevens werd bekend dat de Bond voor Staatspensioneering voornemens is een petitie op te stellen. Daarom is aan de ANOB verzocht het antwoord als niet verzonden te beschouwen. Het bestuur wil nu eerst haar standpunt ten opzichte van de Bond voor Staatspensioneering, eventueel in samenspraak met de SDAP, heroverwegen.


1910, 26 februari

---
1910, 18 maart

---
1910, 25 maart

De voorzitter en secretaris van het NVV hebben met het bestuur van de SDAP gesproken over de Bond voor Staatspensioneering. Besloten is, ook vanwege het voorgenomen petitie van de Bond, de meeting in Den Haag niet te steunen.


1910, 15 april

---
1910, 29 april

---
1910, 24 mei

---
1910, 4 juni

Het onderzoek naar de werking van de Ongevallenwet te Rotterdam is afgerond; een uitgebreid rapport is binnengekomen.



1910, 10 juni

---
1910, 17 juni

---
1910, 1 juli

N.a.v. een schrijven van 29 juni 1910 zal de tegemoetkoming van f50,- in de kosten die de Rotterdamse Bestuurdersbond gemaakt heeft bij het onderzoek naar de Ongevallenwet, niet worden uitbetaald.


1910, 15 juli

Van Zutphen vraagt waarom het NVV zich niet wil bemoeien met de invulling van de enquête, die is opgesteld door de Staatscommissie voor de Werkloosheid. Oudegeest antwoordt, dat de gegevens over voorgaande jaren ontbreken. Men verwacht dat de enquête daarom weinig resultaat zal opleveren. Bovendien is bij de oprichting van de staatscommissie door de minister niet om medewerking van het NVV gevraagd.


1910, 22 juli

Van den Tempel wijst erop, dat de rapporten over de werking van de Ongevallenwet ter bewerking gereed liggen. Als het bureau deze bewerking tot eindrapportage moet gaan doen, kan dat lang gaan duren in verband met de vele werkzaamheden die men al heeft. Dat zou niet verantwoord zijn, gezien de tijd en het geld die de bestuurdersbonden hieraan besteed hebben. Hij stelt voor de bewerking uit te besteden.
Verdorst is het daarmee niet eens, hij vindt dat Oudegeest teveel nevenfuncties heeft en daarom te weinig tijd aan het bureau kan besteden. Oudegeest repliceert, dat zijn nevenfuncties in het belang van de beweging zijn en dat hij niet minder op het bureau is dan Van den Tempel. Bruers meent, dat het verschijnen van het rapport geen haast heeft en beter op het bureau kan blijven. Het voorstel van Van den Tempel wordt afgekeurd.


1910, 13 augustus

---

1910, 9 september

---

1910, 30 september

---

1910, 7 oktober

---

1910, 14 oktober

---

1910, 28 oktober

---
1910, 25 november

---

1910, 2 december

---

1910, 16 december

---

1910, 24 december

ziekteverzekering
De stellingen over de ziekteverzekering, die Van den Tempel wil gaan verdedigen in de vergadering voor vooraanstaanden in de vakbeweging op 22 januari a.s., worden behandeld.
Het dagelijks bestuur heeft er geen bezwaar tegen als bij die vergadering ook een lid van de redactie van Het Volk en een lid van de Tweede Kamer (Schaper) aanwezig zullen zijn.


1911, 6 januari

---
1911, 13 januari

De afdeling Amsterdam SDAP heeft gevraagd of er geen aanleiding is tot bijzondere maatregelen voor wat betreft de ziekteverzekering. Het bestuur vindt dat bijzondere maatregelen in dit geval niet nodig zijn. Oudegeest oppert het denkbeeld een algemeen propagandacongres te houden, uitgaande van SDAP en NVV, waaraan alle arbeidersorganisaties zullen kunnen deelnemen. Verdorst meent dat men hier met een vakbewegingsaangelegenheid bij uitstek van doen heeft en dat het van grote betekenis zal zijn, wanneer het NVV zelfstandig zijn positie bepaalde. Besproken wordt de mogelijkheid dat het NVV eerst in bestuursvergadering en nadien in openbaar congres zijn houding zelfstandig zou vaststellen, terwijl dan wanneer de behandeling van de wet in de Tweede Kamer nadelig zou uitpakken, in samenwerking met de SDAP een algemeen propagandacongres zou kunnen worden georganiseerd. Hierin kan iedereen zich vinden. Deze bespreking droeg een voorlopig karakter, nog geen definitief besluit.


1911, 3 februari

Van den Tempel deelt mee dat hij op 17 januari gesproken heeft voor de Delftse Bestuurders Bond over de ziekteverzekering.


1911, 10 februari

Besloten wordt de Sociaal Democratische Partij bericht van ontvangst te zenden van haar schrijven d.d. 8-2-11 betreffende haar bereidwilligheid tot gemeenschappelijk optreden inzake ziekteverzekering en Ongevallenwet.

Ziektewet Besloten wordt op 25 maart a.s. een bestuursvergadering te houden en daar het standpunt te bepalen inzake het ontwerpziektewet Talma. Vooraf zal met het bestuur van de SDAP overlegd worden. Op een buitengewone algemene vergadering, die enige tijd na de bestuursvergadering georganiseerd zal worden, zullen de voorstellen van het bestuur behandeld worden.


1911, 25 februari

Ziektewet Van den Tempel deelt mee dat, volgens inlichtingen van Schaper, het waarschijnlijk niet tot een behandeling van de ontwerpziekteverzekering van Talma in de Tweede Kamer zal komen, zelfs niet nu de ontwerpen ingrijpend zijn gewijzigd. Er is zelfs sprake van een terzijde schuiven van Talma. Het aanstaande congres van de SDAP zal waarschijnlijk grotendeels gewijd zijn aan de behandeling van het rapport over sociale verzekering en de daartoe opgestelde commissie. Van den Tempel denkt, dat het congres speciale aandacht zal besteden aan de ontwerpen Talma. Misschien moet het NVV de nadere behandeling van de ontwerpen opschorten, omdat haar conclusies wel niet veel verschillend zullen zijn. Besloten wordt nadere inlichtingen in te winnen.


1911, 3 maart

---
1911, 10 maart

Een schrijven van het dagelijks bestuur aan het bestuur van het NVV inzake de behandeling van de ontwerpziektewet van Talma, wordt goedgekeurd.


1911, 24 maart

Staatscommissie Werkloosheid Aan de IIe subcommissie van de Staatscommissie over de Werkloosheid zal op haar circulaire van 17 maart geantwoord worden, dat de gestelde vragen moeilijk te beantwoorden zijn.


1911, 31 maart

Het rapport inzake de werking van de Ongevallenwet zal worden uitgegeven door de uitgeverij van de SDAP in een oplage van 1000 exemplaren a 60 cent per stuk.


1911, 14 april

---


1911, 28 april

---


1911, 5 mei

---


1911, 12 mei

---


1911, 26 mei

---


1911, 12 juni

---


1911, 23 juni

---


1911, 7 juli

---


1911, 21 juli

---


1911, 7 augustus

---


1911, 18 augustus

---


1911, 1 september

Ongevallenwet Medegedeeld wordt een schrijven van de kantoorbediendebond over groepen die niet onder de Ongevallenwet vallen. Besloten wordt een adres aan de Tweede Kamer te richten, waarin de tekortkomingen van de Ongevallenwet onder de aandacht gebracht zullen worden.


1911, 8 september

Van het “Comité ter herinrichting en verbetering bij het ontwerp-Rijksziekteverzekering”, is een overzicht ontvangen van verenigingen bij het Comité aangesloten zijn [niet bijgesloten]. Van den Tempel zal de gevraagde uiteenzetting over de ontwerpwet geven.



Inventarisnummer 2
1919, 18 februari

Ongevallenwet.
Holbein heeft namens zijn organisatie [welke dat is wordt niet vermeld] een adres gestuurd aan minister Aalberse over uitbreiding van de Ongevallenwet. Als aan het verzoek van zijn bond niet voldaan wordt, zal de bond trachten de leden in een particuliere verzekering voor rekening van de werkgevers op te nemen.


1919, 15 maart

---


1919, 1 april

---


1919, 11 april

---


1919, 12 mei

Werkloosheidsraad
Jensch vraagt waarom NVV-vertegenwoordigers in de Werkloosheidsraad niet beslist afwijzend hebben gereageerd op voorstel om werkgeversverenigingen in de Raad op te nemen. Bruens: alle anderen in de Werkloosheidsraad waren ervoor, dus heeft het NVV zich erbij neergelegd.

Kupers merkt op dat onderzoek over het opnemen van NVV-vertegenwoordigers in staatscommissies heeft uitgewezen, dat in de staatscommissies waarin NVV-vertegenwoordiging van belang was, die vertegenwoordiging ook inderdaad is opgenomen. Er is dus geen aanleiding hier de minister op aan te spreken.


1919, 15 juli

---


1919, 11 september

samenstelling voordracht vijf leden van den Hoge Raad van Arbeid
Dit gaat met enige discussie gepaard: moeten er alleen leden van het hoofdbestuur in, of juist meer bestuursleden van de afzonderlijke bonden? Uiteindelijk wordt gekozen voor 2 leden uit DB en drie uit de bonden. De voordracht wordt als volgt: H.J. Bruers, F. v.d. Walle, R. Stenhuis, F. v.d. Wal en Joh. Brautigam. Kupers wordt gevraagd zich kandidaat te stellen, maar doet dat niet, want hij zit al in de Verzekeringsraad, die hij belangrijker vindt dan de Hoge Raad van Arbeid.


1919, 4 november

---


1920, 23 januari

vergadering werkloosheidsraad
Deze vergadering heeft 17 januari plaatsgehad. Het NVV was vertegenwoordigd. Men vermoedt dat de minister van Arbeid de Werkloosheidsraad wil opheffen in verband met het oprichten van de Hoge Raad van Arbeid.

premiebetaling Invaliditeitswet bij werkloosheid
De minister kan niet aan het hierover ingediende verzoek van het NVV voldoen, omdat daarvoor de rechtsgrond ontbreekt.

Er is gecorrespondeerd met de Raad van Arbeid te Sneek over opgave van adressen van afdelingen der bij het NVV aangesloten organisaties.

Van de commissie van voorbereiding betreffende een Populair Maandblad van de Sociale Verzekeringswetten is een verslag ontvangen.


1920, 13 februari

Kupers heeft een minderheidsrapport betreffende de Ziektewet ingediend.

Commissie wachtgeldregelingen Ontvangen is een schrijven van de minister van Arbeid, waarin hij mededeelt voornemens te zijn een ‘Commissie van Bijstand inzake het verlenen van steun voor wachtgeldregelingen’ in te stellen. Het NVV wordt verzocht mee te werken aan de samenstelling van een dergelijke commissie. De minister zal bevestigend geantwoord worden.

De personen, voorgedragen door het NVV in de Commissie van Advies voor de Werkloosheidsverzekering zijn benoemd. Het gaat om J. van den Tempel (plaatsvervanger N. Walop); H.J. Bruens (plaatsvervanger E. Kupers) en G.J.A. Smit (plaatsvervanger P.M. Verdorst).

Met de andere vakcentrales is gecorrespondeerd over hun ledentallen in de 39 Raden van Arbeid.

Met de voorzitter van de Raad van Arbeid Deventer is gecorrespondeerd over het Maandblad voor de Sociale Verzekeringswetten.


1920, 23 februari

Op 14 februari is de installatievergadering van de Hoge Raad van Arbeid gehouden.

Er is een gesprek geweest met minister Aalberse over de indeling van commissies in de Hoge Raad van Arbeid. Door NVV is bezwaar gemaakt tegen de manier waarop de regeling van continuarbeid zal worden besproken. Zij hadden de minister overtuigd, maar die is later door Zaalberg weer bekeerd. Daarop heeft men een onderhoud gehad met Zaalberg, die het NVV alsnog in het gelijk gesteld heeft.


1920, 6 maart

In de Commissie van Bijstand inzake het verlenen van Wachtgeldregelingen zullen één lid en plaatsvervanger uit het NVV worden benoemd. Besloten wordt H.J. Bruers voor te dragen met als plaatsvervanger H.J.J. Echelstein.


1920, 26 maart

De Haarlemse Bestuurdersbond heeft een afschrift gestuurd van een adres, dat door de plaatselijke afdelingen is gezonden aan de vijf gemeenten waaronder hun afdelingen ressorteren. Het adres heeft als onderwerp de uitkering bij werkloosheid aan uitgetrokken leden. Bruers zal een en ander bespreken in de Commissie Werkloosheidsverzekering.

Met de Bestuurdersbond te Leeuwarden en de minister van Arbeid is gecorrespondeerd inzake de aanwijzing van een plaatsvervangend arbeiderslid in de Raad van Arbeid te Leeuwarden.

Het hoofdbestuur van de Fabrieksarbeidersbond heeft gevraagd of het NVV bij de minister wil aandringen op het treffen van maatregelen, waardoor de uitgetrokken leden der werklozenkassen langer een uitkering kunnen houden. Geantwoord zal worden, dat deze zaak al besproken is in de Commissie van Advies en dat het verbondsbestuur zich opnieuw zal beraden en mogelijk een vergadering met vertegenwoordigers van de organisaties zal beleggen.


1920, 19 april

In de Commissie van Bijstand inzake het verlenen van Wachtgeldregelingen zijn Bruers en plaatsvervanger Eichelsheim benoemd.


1920, 30 april

---


1920, 7 mei

De Nationale Vereniging tegen de Werkloosheid houdt op 8 mei haar jaarvergadering. Het NVV zal een vertegenwoordiger sturen.

Er komt binnenkort een bespreking met minister Aalberse inzake de werkloosheidsverzekering. Op 26 april heeft een vergadering met dit onderwerp plaatsgehad met vertegenwoordigers van de aangesloten bonden met werkloosheidskassen. Ook Van den Tempel was daarbij aanwezig.


1920, 21 mei

Verslag bespreking werkloosheidsverzekering met minister Aalberse
Op diens verzoek waren ook de rooms-katholieke, protestants-christelijke en neutrale vakbeweging aanwezig. De minister deelde mee, dat hij wat uitgetrokken vakbondsleden betreft in overleg getreden was met de minister van Binnenlandse Zaken, die voor deze zaak een bedrag van 5 miljoen wilde besteden. In verschillende plaatsen zullen in verband hiermee commissies worden gevormd. Voor de samenstelling van de commissies zal de minister overleg voeren met de gemeentebesturen. Het NVV vind dat deze zaak buiten de werkloosheidsverzekering moet blijven. Wel wil zij overwegen of de vakbeweging in deze commissies moet plaatsnemen. De voorzitter denkt dat deze zaak op een mislukking zal uitlopen en wil daarom dat het NVV erbuiten blijft.

Er is enige malen gesproken met het hoofdbestuur van de textielarbeidersbond. De minister is gevraagd de subsidie op de werkloosheidsuitkeringen door deze bond op 200% te stellen. Dat wilde hij wel doen, als de contributie 15 cent zou bedragen.


1920, 4 juni

werkloosheidsverzekering bouwvakbonden
Bruers deelt mee, dat men in de commissie te weten is gekomen, dat er plannen waren de toeslag op de contributie van werklozenkassen van 200% te verminderen tot 100%. Daarom heeft op 28 mei jl. een bespreking plaatsgehad met de hoofdbesturen van de betrokken bonden. Besloten werd een gesprek met de minister aan te vragen, waarbij ook de rooms-katholieke en protestants-christelijke vakbeweging aanwezig zou zijn. Het gesprek heeft inmiddels plaatsgehad, maar de minister draaide er nogal om heen. Dhr. Folmer zou echter het voorstel in de commissie terugnemen en er nog eens over spreken. Vervolgens bleek hij dat niet gedaan te hebben. Na een lange discussie binnen de commissie, waarbij de gemeentevertegenwoordigers tegenover het NVV stonden, maar Nolens wel aan de kant van het NVV, is bereikt dat een en ander in ieder geval een paar maanden uitgesteld wordt. Misschien is later een compromis mogelijk. Opgemerkt wordt dat iets dergelijks ook speelt bij de Diamantbewerkersbond, wiens regeling in de Raad aanhangig is gemaakt. Tot ongenoegen van het NVV-bestuur heeft de Algemene Nederlandse Diamantwerkersbond de subsidieverlaging en contributieverhoging al geaccepteerd zonder met het NVV te overleggen. Van Zutphen merkt op dat het ANDB in buitengewone moeilijkheden verkeert en daarom wel met de regeling akkoord moest gaan. De regeling kan geen precedent scheppen voor andere bonden. Dat laatste wordt door Bruers betwijfeld.


1920, 18 juni

---


1920, 2 juli

Het NVV zal op 6 juli de algemene vergadering van de gemeentelijke werkloosheidsfondsen bijwonen.

Van de Bestuurdersbond Den Bosch komt het verzoek, of het NVV zich tot de minister wil wenden met de vraag de Radenwet zodanig te wijzigen, dat ook de plaatsvervangende leden de vergaderingen van de Raden van Arbeid bij kunnen wonen. Kupers zal dit aan der orde stellen in de Verzekeringsraad.

Kupers deelt mee, dat hij een gesprek heeft gehad met Keesing, de voorzitter van de Raad van Arbeid in Zaandam. Deze bepleitte nogmaals, dat door NVV een lid aangewezen zou moeten worden in de Commissie van Advies van het blad De Sociale Verzekeringsgids. Alle andere vakcentrales hebben wel een lid in de commissie. Besloten wordt dit verzoek te weigeren.


1920, 9 juli

---


1920, 16 juli

De Schildersgezellenbond vraagt het NVV een adres te doen uitgaan, waarin wordt aangedrongen op het verhogen van de leeftijdsgrens voor een werkloosheidsuitkering van 60 tot 65 jaar. Het NVV is hier niet voor, maar zal de zaak wel voorleggen aan de Bestuursraad.

Uit een circulaire van de minister is gebleken, dat dagen waarop werkloze arbeiders hun loon gedeeltelijk of geheel doorbetaald kregen, niet als wachtdagen kunnen worden aangemeld. Besloten wordt de Minister schriftelijk te verzoeken zijn standpunt te herzien.


1920, 30 juli

---


1920, 6 augustus

---


1920, 27 augustus

---


1920, begin september (eerste bladzijde van notulen met datering ontbreekt)

Voorgesteld wordt om op 4 oktober een algemene vergadering te beleggen van de bestuursraad. Daarin zal o.a. aan bod komen de brief van de schildersgezellenbond omtrent de leeftijdsgrens der werkloosheidsverzekering.
Op 11 en 12 oktober zou dan een tweede algemene vergadering kunnen worden gehouden. Besloten wordt dat daar door Kupers een inleiding gehouden zal worden over de ziekteverzekering.
De voorzitter meldt, dat hij over de ziekteverzekering recentelijk een onderhoud gehad heeft met Posthuma. Ook Posthuma voelt er wel voor om de ziekteverzekering te regelen in het arbeidscontract, omdat dan de ziekenverzorging meer naar voren kan worden geschoven. Kupers zal bepleiten om door Commissie II [waarschijnlijk een commissie van de Hoge Raad van Arbeid] of een kleinere commissie een onderzoek in te laten stellen in hoeverre de uitkeringsverhoudingen bij ziekte veranderd zijn. Daarmee kan het NVV mogelijk bereiken dat de Hoge Raad van Arbeid de minister verzoekt om de invoering van de Ziektewet van Talma uit te stellen tot het onderzoek afgelopen is.

Verder is overwogen een vergadering uit te schrijven, waarbij het Centraal Overleg in Arbeidszaken, Centraal Beheer en de andere vakcentrales aanwezig zijn, over de vraag, of gezamenlijk getracht moet worden van de Ziektewet af te komen en een en ander te regelen in de Wet op het Arbeidscontract. Aan Posthuma is gezegd dat, wanneer men overeenstemming kan bereiken en aan de vakcentrales enige invloed wordt toegekend in Centraal Beheer, de hele ziekteverzekering misschien buiten de Raden van Arbeid kan worden gehouden, “waardoor wij van alle ambtenarij af zijn”. Het NVV meent daarmee te gaan in de richting die de meeste arbeiders willen, te meer, daar zij dan ook geen premie hoeven te betalen. Als het NVV deze weg wil gaan, moet men wel de katholieke en christelijke organisaties meekrijgen. Men zou ook de garantie moeten hebben van werkgeversverenigingen, dat een zodanige organisatie geschapen wordt, dat de uitkering aan losse arbeiders gewaarborgd is. Posthuma heeft toegezegd dat hij een en ander uit zou werken. Wanneer hij gereed is, pleegt hij overleg met het NVV. Daarna zouden uitnodigingen verzonden kunnen worden voor de algemene vergadering.
Brautigam gelooft dat deze plannen bij de werkgevers op volledige instemming kunnen rekenen. Hij stelt voor dat het verbondsbestuur met het partijbestuur en de verzekeringscommissie van de tweede kamerfractie [van de SDAP] spreekt om ze op de hoogte te houden.

Het gaat niet goed met de ledenaantallen. Ook daarover moet gesproken worden op de algemene vergadering. Geopperd wordt meer de nadruk te leggen op de uitvoering van de sociale wetgeving door de vakbeweging; dat zou de band tussen organisaties en leden kunnen versterken.


1920, 10 september

werkloosheidsverzekering
Er is een schrijven binnengekomen van het Nationaal Arbeids Secretariaat over de leemten in de werkloosheidsverzekering en de klachten over de Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en de houding van de minister van Arbeid. Het NAS wil een conferentie beleggen met de verschillende vakcentralen, over de vraag wat verbeterd kan worden en hoe dat moet worden gedaan. Het NVV heeft geantwoord dat verschillende van de bij het NVV aangesloten organisaties de minister inmiddels schriftelijk benaderd hebben over deze materie, maar dat het NVV een conferentie wel wil bijwonen.

Ziektewet Kupers deelt mee, dat hij in Commissie II [waarschijnlijk van de Hoge Raad van Arbeid] gewezen heeft op het feit dat sinds de aanneming van de Ziektewet Talma veel veranderd is en dat grote groepen arbeiders ook via de CAO gratis uitkering bij ziekte ontvangen. Spreker heeft voorgesteld tot den Minister van Arbeid het verzoek te richten, om aan Commissie II opdracht te geven, deze zaak nader te onderzoeken of hiervoor een kleine staatscommissie in het leven te roepen. Uit het onderzoek kan dan blijken, hoeveel arbeiders uitkering bij ziekte ontvangen, terwijl, indien het aantal inderdaad zeer beduidend is, aanbevolen kan worden de Ziektewet niet aan te nemen, maar een andere wet samen te stellen. Posthuma was het met Kupers eens, maar alle anderen waren tegen, deels omdat men bang was dat op deze manier de zaak weer zeer vertraagd zou worden. Opnieuw is er een bespreking met Posthuma geweest. Die heeft toegezegd, een stuk samen te stellen, dat eventueel aan de kamer gezonden kan worden. Daarna zou het NVV een bespreking kunnen hebben met het partijbestuur. De voorzitter deelt nog mede, dat hij Vliegen over het besluit van het NVV bericht heeft. Er komt snel een vergadering met het verbondsbestuur, waarin deze zaak besproken zal worden. Wordt men het eens over het adres van Posthuma, dan gaat men praten met de heren Nygh en Triebels [werkgevers].


1920, 24 september

Ziektewet Er zijn enige bijeenkomsten belegd met Posthuma en daarna met de heren Nygh, Triebels en andere vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties. Door het NVV is het standpunt ingenomen, dat het bereid is een gemeenschappelijk agitatie te voeren voor de plannen door het NVV ontwikkeld, waarin het ziekengeld wordt gesteld op 80% van het loon. Posthuma en Nygh waren voorstanders, Triebels had bezwaren. Besloten is, dat een bestuursvergadering van het Centraal Overleg in Arbeidszaken zal worden gehouden en daarna een ledenvergadering, waarin de heren Posthuma en Nygh het NVV-standpunt zullen verdedigen. Wanneer de werkgevers akkoord gaan, zullen de plannen verder uitgewerkt worden. Daarna zouden werkgevers en NVV plus de andere vakcentrales weer bij elkaar komen, om voor te stellen er bij de regering op aan te dringen, de Ziektewet Talma niet in te voeren.
Brautigam merkt op dat de kwestie deze week in de kamerfractie behandeld is. Duys verzette zich tegen de plannen, daar hij dacht, dat het om een persoonlijke mening van Kupers ging. Brautigam heeft er op gewezen, dat dit niet het geval was. De kamerfractie heeft besloten het NVV voor een conferentie uit te nodigen, waarbij Vliegen er prijs op stelde, dat ook het partijbestuur hierbij aanwezig zou zijn.

Werkloosheidsverzekering Aan de hoofdbesturen van organisaties met werklozenkassen is een vragenlijst gestuurd, betreffende de stand der werklozenkassen en de voorwaarden, die eventueel aan het verlenen van voorschotten door het Rijk zijn gesteld.


1920, 15 oktober

De Nationale Vereniging tegen de Werkloosheid heeft het Verbondsbestuur uitgenodigd op haar ledenvergadering van 30 oktober. Hieraan zal gevolg worden gegeven.

De Nederlandse Werkloosheidsraad houdt eveneens op 30 oktober een vergadering. Hierin zullen de volgende voorstellen worden behandeld, ingebracht door het NVV:
  • voorstel aan de minister van Arbeid om voor de uitgetrokken werklozen een regeling voor verdere uitkering te treffen, voor zover deze werklozen regelmatig werkzaam waren in bedrijven waarin de crisis voortduurt. Deze uitkeringen zouden op zodanig bedrag moeten worden vastgesteld, dat hierin tot uitdrukking komt, dat die werklozen zich tegen werkloosheid hebben verzekerd
  • voorstel betreffende verbetering werkverschaffing.

Ziektewet Kupers deelt mee, dat een aanvullende agenda voor de vergadering van de Hoge Raad van Arbeid ontvangen is, waaruit bleek dat minister Aalberse er prijs op stelde, dat de kwestie van de Ziektewet nog eens in de Hoge Raad aan de orde gesteld wordt. Door het NVV is verdedigd dat onderzoek gedaan moet worden naar het aantal arbeiders, dat reeds een premievrije ziekteverzekering heeft. Dit werd echter door Duys en enige anderen bestreden. De christelijken waren tegen, de katholieken hielden een slag om de arm. Zij waren het wel eens met het NVV, maar dachten, gezien de mentaliteit van de werkgevers, dat de kans op succes klein was. Het resultaat van de besprekingen was dat de Hoge Raad met 17 tegen 14 stemmen besloot, een onderzoekscommissie in het leven te roepen.
Maandag had het NVV een gesprek met een vertegenwoordiger van Posthuma, die vertelde hoe het verloop van de besprekingen in werkgeverskringen was geweest.
De voorzitter van het Centraal Overleg, Triebels, verklaarde tegen het NVV-voorstel te zijn omdat hij van mening was dat de arbeiders moesten meebetalen. Posthuma heeft echter met een aantal belangrijke werkgevers gesproken en denkt dat men wel akkoord zal gaan. De plannen werden door de vertegenwoordigers van de bij het Centraal Overleg aangesloten werkgeversorganisaties met sympathie ontvangen. Verder is met de vertegenwoordiger van Posthuma gesproken over de beste wijze om de zaak verder in te kleden. Resultaat is een conceptcirculaire, die op de huidige verbondsvergadering verspreid is. Verbondsbestuur gaat in grote lijnen met de circulaire akkoord. Deze zal rondgezonden worden aan alle werkgeversorganisaties die verklaard hebben, met de NVV-plannen mee te willen doen. Posthuma had geopperd de circulaire ook door Centraal Beheer te laten ondertekenen, maar dit is door Kupers ontraden. Aan het hoofd der verzekering zou een Centrale Raad of Commissie moeten komen, die voor de helft uit vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties en voor de helft uit vertegenwoordigers der vakcentrales zou bestaan.
Hierover moet een gezamenlijke vergadering belegd worden met werkgevers en andere vakcentrales. Posthuma is echter wat bang voor de christelijken en katholieken. Hij wil daarom eerst met de christelijken spreken. Dit is hem door Kupers ontraden. Hij heeft Posthuma geadviseerd om de heer Spier of de Heer Kortenhorst te sturen om de christelijken te bewerken.

Werkloosheidsverzekering Het hoofdbestuur van de Bouwarbeidersbond laat weten, dat het Rijk voornemens was de subsidie op hun werklozenkas van 200% naar 100% terug te brengen. Men heeft hierover een bespreking gehad met de minister, waarna deze heeft besloten, dat van 1 oktober tot aankomend voorjaar 150% zal worden gegeven. De nieuwe contributie- en uitkeringsvoorstellen, berekend op 100%, moeten dan wel snel aan de Minister worden toegezonden. De vermindering van de toeslag zal een aanzienlijke contributieverhoging ten gevolge hebben. Wanneer de Minister bij zijn plan blijft, zal de vorming van weerstandsvermogen ernstig worden belemmerd. Het hoofdbestuur van de Bouwarbeidersbond vraagt hierover een bespreking aan met het Verbondsbestuur.


1920, 30 oktober

Ziekteverzekering De Voorzitter deelt mee, dat er een bespreking is geweest met een deel van de kamerfractie. Sannes en Schaper willen een congres voor sociale verzekering. Het NVV wil daar wel over spreken. De laatste afspraak was, dat de zaak eerst in het partijbestuur zal komen.

Er is gecorrespondeerd met de bestuurdersbond te Amersfoort in verband met het feit, dat de voorzitter van de Raad van Arbeid daar de meeste zaken zelfstandig afhandelt en de raad zelf overal buiten houdt.


1920, 12 november

Ziektewet Er is een onderhoud geweest met Roelofs over de Ziektewet.
Daarnaast is er een onderhoud geweest de heer L. Rodenhuis van de gemeente Hof van Delft inzake de Ziektewet.

Ziektewet Het bestuur van de Vereniging van Raden van Arbeid zal volgende week een vergadering van de vereniging beleggen, waar een voorstel van het bestuur zal worden behandeld om Minister Aalberse te verzoeken niet in te gaan op het advies van de Hoge Raad van Arbeid. Die laatste heeft geadviseerd om de Ziektewet Talma niet in te voeren. Aan de vertegenwoordigers van het NVV in de Raden van Arbeid is geadviseerd om op de vergadering in kwestie het voorstel niet te ondersteunen, maar het daarheen te leiden, dat de vereniging aan de minister zal verzoeken het advies van de Hoge Raad van Arbeid wel op te volgen.


1920, 17 november

Er is een onderhoud geweest met het hoofdbestuur van de Landarbeidersbond over de ziekteverzekering, omdat de Centrale Vervenersbond de helft van de premie door de arbeiders wil laten betalen.

Bruens heeft binnen de Werkloosheidsraad gesproken over de NVV-voorstellen. Resultaat is dat de voorzitter van de Werkloosheidsraad de minister zal adviseren de NVV-voorstellen uit te voeren.


1920, 3 december

Stenhuis heeft gesproken met vertegenwoordigers van het Nederlands Arbeids Secretariaat en het Neutraal Vakverbond over het congres Kinderbijslag. Door hem is erop gewezen, dat samenwerking pas mogelijk zou zijn als het NVNV zich tegen kinderbijslag verklaart.

Ziektewet Besproken wordt welke houding zal worden aangenomen op de aanstaande vergadering van de Hoge Raad van Arbeid. Besloten wordt dat men zich zal houden aan het besluit van de Raad, waarbij aan de minister geadviseerd is om, alvorens de Ziektewet in te voeren, eerst onderzoek te doen naar het aantal arbeiders, dat nu al hetzij door collectieve contracten, hetzij op andere wijze ziekengeld ontvangt.

Ziektewet Met verschillende bestuurdersbonden, vertegenwoordigers van de vakbeweging in de Raden van Arbeid en met de Mijnwerkersbond is een briefwisseling gevoerd over de houding van het NVV inzake de plannen voor de ziekteverzekering. O.a. is gecorrespondeerd met Melk te Zaandam en W.H. Elink Schuurman te Den Haag. Brautigam is verzocht de onjuistheden die door Duys in de Kamer zijn verkondigd over het standpunt van het NVV, recht te zetten.

Kupers heeft spreekbeurten gehouden over de Ziektewet voor de Bestuurders Bond Tiel en voor het Diamantwerkersziekenfonds.


1920, 17 december

Bond voor Staatspensionering Ontvangen is een circulaire van de petitiecommissie van de Bond voor Staatspensionering (BvS) waarin financiële steun wordt gevraagd voor de protestactie tegen de wetten Aalberse. Men wil actie voeren in de vorm van een volkspetionnement. Van diverse bestuurdersbonden is bericht dat zij een soortgelijke circulaire hebben ontvangen en gevraagd wordt of men hier op in moet gaan. Besloten wordt als NVV f100,- subsidie te verlenen en aan de bestuurdersbonden te laten weten dat het niet nodig is financieel te steunen, maar dat het hen vrij staat dat wel te doen.

Nederlandse Werkloosheidsraad
De Nederlandse Werkloosheidsraad heeft laten weten, dat op 28 december in Den Haag een vergadering zal worden gehouden, waarin prof. G.W.J. Bruins zal spreken over ‘anti-Dumping-maatregelen’. Bruers vindt dat er iemand van het NVV naartoe moet en mogelijk ook zijn stem moet laten horen. Hij acht het gewenst, vooraf te overleggen met Wibaut of Keesing. Smit stelt, dat het NVV dan wel een weloverwogen mening moet hebben. Moltmaker gelooft niet dat het NVV haar standpunt moet meedelen, het is een politieke zaak. Van Hinte en Kupers vinden de zaak wel van groot belang. Uiteindelijk wordt besloten het standpunt in te nemen dat het NVV principieel tegen antidumpingmaatregelen is.

Werkloosheidsverzekering Bruers deelt mede dat er een vergadering is geweest met de andere vakcentrales (behalve de christelijke) over de werkloosheidsverzekering. Er is overeenstemming verkregen over de omvorming tot een bestuur, de administratiekosten, de maximumcontributie en de bijdrage van de werkgevers. Vervolgens hebben de vertegenwoordigers van de vier vakcentrales gesproken met Nolens. Deze dacht dat wat betreft administratiekosten en maximumcontributie wel geen bezwaren bestonden. De bijdrage van de werkgevers was voor hem iets nieuws, dat nog eens moest worden bekeken. Nolens gaf in overweging niet naar de minister te gaan, omdat een wetsontwerp klaar ligt en ook de toelichting bijna klaar is. Als men nu naar de minister zou stappen, zou dat volgens Nolens weer vertraging opleveren. Nolens zou aan Folmer vragen hoe het stond met het wetsontwerp. In de commissie zou nog eens kunnen worden nagegaan hoe de werkgevers erbij betrokken kunnen worden. De vakcentrales hebben beloofd voorlopig niet naar de minister te gaan, maar als het te lang duurt, gaan ze alsnog met hem praten.

Ziektewet Kupers deelt mee dat op de vergadering van de Hoge Raad het vooraf bepaalde standpunt is ingenomen. De discussie is er tenslotte op uitgedraaid dat een voorstel van Veraart, om de minister te adviseren om de beslissing over het al dan niet invoeren van de Ziektewet uit te stellen tot 1 april, is aangenomen. Vervolgens is er een vergadering geweest met de andere vakcentrales, waarin overeengekomen is om op de vergadering met de werkgevers het standpunt in te nemen, dat een kleine commissie benoemd moet worden. Die moet opdracht krijgen binnen zo kort mogelijke tijd reglementen te ontwerpen voor een ziekterisicovereniging en die zo snel mogelijk in werking doen treden; daarnaast moet de commissie een wetsontwerp uitwerken op de door de vakcentrales voorgestane grondslagen. Op de bewuste vergadering met de werkgevers hield de heer Nygh een inleiding waarbij hij de mogelijkheid noemde een wijziging aan te brengen in art. 92 van de Ziektewet, waardoor aan bijzondere kassen zeer veel bewegingsvrijheid wordt gegeven. Ten tweede sprak hij over een privaatrechtelijke regeling van de Ziektewet. Door het NVV is tegen de eerste opmerking geprotesteerd. Men heeft erop gewezen, dat dit half werk zou zijn en dat er volgehouden moest worden tot een geheel nieuwe regeling was doorgevoerd. Met die opvatting gingen uiteindelijk zowel werknemers als werkgevers akkoord. De commissie wordt samengesteld uit vertegenwoordigers van de vakcentrales en vier vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties. Posthuma zal de voorzitter worden.

Werkloosheidsverzekering Bruers deelt mee, dat in de commissie van advies inzake de Werkloosheidsverzekering een voorstel van de minister was binnengekomen om de uitgetrokken leden van de Sigarenmakersbond, die 1 januari weer rechthebbend zouden worden, geen uitkering uit de kassen meer te verstrekken, maar naar de steunbeweging te verwijzen. Hierover is lang gediscussieerd; de gemeentebesturen voelden er wel voor. Ten slotte heeft NVV besloten zich er bij neer te leggen, als de bonden zelf die richting op willen. Zo niet, dan houdt het NVV vast aan de reglementen en zou de regering voorschot moeten geven.. Vervolgens is hierover gesproken met de ANDB, Sigarenmakersbond en Textielarbeidersbond. Besloten is dat het NVV naar de minister zou gaan om te bewerkstelligen dat per 1 januari a.s. weer uitkering uit de kassen kan worden gedaan. Het Nationaal Arbeids Secretariaat is zelf naar de minister gegaan. Het NVV heeft wel overlegd met Nijkamp van het Rooms Katholiek Vakbureau. Hij voelde er wel voor, maar moest eerst overleggen met zijn bestuur. Eventueel zouden vertegenwoordigers van de katholieke vakbeweging met die van het NVV naar de minister kunnen gaan.
Inmiddels is er ook een bespreking geweest van Bruers met Pothuis. Aan hem is voorgelegd, dat Hettinga Tromp steeds met voorstellen komt zoals de minister die gedaan heeft. Hettinga Tromp staat op het standpunt, dat als er geen geld meer in kas is, de werklozen doorverwezen moeten worden naar de steun. Aan Pothuis is gevraagd, of Hettinga Tromp wel het standpunt van de gemeentebesturen weergeeft. Posthuis antwoordde bevestigend. Wibaut echter meent dat het Rijk wel moet helpen, maar dat de kassen zichzelf moeten bedruipen. Misschien is het mogelijk dat het gemeentebestuur van Amsterdam een adres richt aan de minister, waarin gesteld wordt dat de werkloosheidsuitkering moet doorgaan.

Ziektewet De ANDB heeft laten weten dat indien de Ziektewet wordt ingevoerd, de meeste diamantwerkers buiten deze wet zullen vallen. Men wil zich tot de minister wenden met de vraag de wet zo te wijzigen, dat diamantbewerkers en soortgelijken er wel onder vallen. De ANDB vraagt hoe het NVV erover denkt. Geantwoord is, dat dit het NVV niet wenselijk lijkt, dat de ANDB stappen doet om de loongrenzen in de Ziektewet verhoogd te krijgen.
Met verschillende NVV-vertegenwoordigers in de Raden van Arbeid is gesproken over de Ziektewet.

Vrijwillige Ouderdomsverzekering De Rotterdamse Bestuurdersbond heeft er naar aanleiding van de circulaire van de Bond voor Staatspensionering op gewezen, dat NVV-vertegenwoordigers in de Raden van Arbeid voor de moeilijkheid staan of zij moeten doorwerken om de vrijwillige ouderdomsverzekering door te voeren, of dat zij staatspensioen moeten blijven eisen. Als de vrijwillige ouderdomsverzekering slaagt, is de invoering van staatspensioen vrijwel uitgesloten. Indien men de actie van de Raden voor een vrijwillige ouderdomsverzekering niet steunt, staan tal van ouderen de komende jaren in de kou.
Het NVV heeft geantwoord niet te geloven dat de propaganda voor de vrijwillige ouderdomsverzekering zal aanslaan, daar deze verzekering in hoofdzaak aantrekkelijk is voor personen ouder dan 50 jaar die niet onder de Invaliditeitswet vallen. Deze verzekering zal niet veel invloed uitoefenen op het al dan niet inwilligen van de eis van Staatspensionering.


1920, 31 december

Werkloosheidsbesluit Het hoofdbestuur van de Fabrieksarbeidersbond stuurde een overzicht van gemeenten, die zich niet bij het Werkloosheidsbesluit van 1917 hebben aangesloten. Zij vraagt het NVV er bij de minister op aan te dringen, deze gemeenten tot aansluiten te bewegen.

Er is gesproken met het hoofdbestuur van de Bouwarbeidersbond over de beslissing van minister Aalberse om werkloosheidsuitkeringen, gedaan tijdens de uitsluiting van bouwarbeiders, niet terug te betalen. Indertijd is hierover aan de minister een brief gestuurd, waar hij nooit op geantwoord heeft, terwijl inmiddels wederom zulke beslissingen genomen zijn. Besloten wordt de minister een rappel te sturen. Het hoofdbestuur van de Bouwarbeidersbond zal de aandacht op de kwestie vestigen in Het Volk.

Congres tegen kinderbijslagstelsel Het NVV zal aan medeorganisatoren Nationaal Arbeids Secretariaat en Neutraal Vakverbond voorstellen om de BANS, de Onderwijzersbond en de Politiebond ook mee te laten doen.
De drie organisatoren zullen een resolutie opstellen. Hinte stelt voor om daarin aan te dringen op maatregelen die gezinnen ten goede komen, zoals woningwetten en belastingaftrek, in plaats van kinderbijslag.
Uitnodigingen voor het congres op 16 januari zijn verstuurd aan hoofdbestuur en bestuurdersbonden

J.J. van Langen uit Den Haag zond afschrift van een brief, die het hoofdbestuur van CNAB aan de Raden van Arbeid heeft gestuurd. In de brief wordt erop aangedrongen de kinderbijslag ook te geven aan ambtenaren van de Raden van Arbeid. Aan Langen is meegedeeld, dat het NVV het standpunt van de Ambtenarenbond juist acht.

Steun en werkloosheidsverzekering Stenhuis heeft gesproken met Pothuis, secretaris van de Amsterdamse Bestuurders Bond. Deze heeft een adres aan de gemeenteraad van Amsterdam gezonden, over steunverlening door het Rijk aan de bonden om uitkeringen aan uitgetrokken leden mogelijk te laten blijven. Het adres zet daarnaast aan tot verbetering van de steuncomités.
Inmiddels is er een vergadering geweest van de gemeentelijk werklozencommissies en er komt nog een bespreking met de commissie voor arbeidszaken. Daarnaast heeft Stenhuis aan Wibaut gevraagd het NVV-standpunt in te nemen. Daarmee ging hij akkoord. Stenhuis heeft Wibaut gewezen op de houding van Hettinga Tromp en heeft voorgesteld dat het NVV in de commissie van advies vraagt, of de mening van Hettinga Tromp die van het gemeentebestuur Amsterdam weergeeft. Wibaut had daartegen geen bezwaar. Na het gesprek heeft hij een memorie opgesteld die inmiddels in de raad is aangenomen. Verder is met Wibaut afgesproken, dat het NVV contact zal zoeken met socialistische wethouders in de grote steden om te bewerkstelligen, dat zij het schrijven van de gemeente Amsterdam aan de regering ondersteunen.

Vervolgens hebben Stenhuis en Kupers gesproken met Aalberse. Ook Verwey was daarbij aanwezig en De Bruyn en Nijkamp voor de rooms-katholieke vakbeweging. Het NVV heeft betoogd dat reglementaire uitkeringen via de organisaties aan uitgetrokkenen dienen te worden verstrekt. Daarnaast is gewezen op de slechte steunregeling. De minister had grote bezwaren tegen voortzetting van de vertrekking van rijksgelden om de bonden, die daartoe niet in staat zijn, in de gelegenheid te stellen uit te keren. De minister vond dat de werkloosheidsverzekering op die wijze niet meer bestaat, terwijl de arbeider in de waan wordt gelaten dat het wel zo is. Hij vond ook dat de regeling wordt misbruikt en leidt tot verminderde werklust. Volgens de minister was dit ook de mening van de Commissie van Advies. Stenhuis heeft erop gewezen dat dit niet klopte. Verwey zag als compromisoplossing: een regeling waarbij ongehuwden minder krijgen dan gehuwden en waarbij zij, die minder dan 104 weken lid zijn van een organisatie, minder krijgen dan zij die langer lid zijn.
Stenhuis en Kupers hebben de indruk, dat de minister in geen geval door wil gaan met uitkeringen van rijksgeld. Ze verwachten dat een sterk verbeterde steunregeling zal worden ingevoerd, enigszins aangepast aan het stelstel van verzekering. Toezeggingen zijn niet verkregen. Het NVV moet stevig lobbyen bij de regering, al verwacht Stenhuis daar niet veel van.
Verwey wilde ook nog een indeling van de plaatsen naar 3 klassen. In de verdere toekomst wil hij een nieuw systeem van werkloosheidsverzekering opzetten, meer volgens de Engelse wet, waarbij het rijk, werkgevers en werknemers meebetalen en de uitkeringen lager zijn.

Stenhuis stelt dat NVV nu zal trachten de grote gemeenten er toe aan te zetten, bij de regering aan te dringen om geld te geven. Daarnaast zal het NVV standpunt schriftelijk uiteen gezet worden aan de regering. Stenhuis wil daarnaast in de grote steden vergaderingen beleggen met werklozen. Dit dient ten eerste om de druk op de regering te vergroten, en ten tweede wil men de werklozen uit handen van de communisten houden. B&W van Amsterdam hebben toegezegd, zich tot de regering te zullen wenden met de vraag om een beter stelsel van steunverlening.
Na enige discussie worden de volgende besluiten genomen
1. Komende week wordt een hoofdbesturenvergadering belegd waarin de werklozenverzekering en de toestand van de arbeid als gevolg van de depressie besproken zullen worden.
2. Het NVV standpunt wordt schriftelijk uiteengezet aan de regering.
3. Er wordt overleg gepleegd met de grote bestuurdersbonden over openbare vergaderingen voor werkloze leden
4. De socialistische wethouders in Rotterdam, Den Haag en Utrecht worden benaderd
5. Er zal aan de socialistische kamerfractie gevraagd worden of zij het NVV-verzoek kunnen steunen

ziekteverzekering
Kupers zit in een commissie die de statuten voor de ziekterisicoverenigingen, de bedrijfsvereniging en het lichaam, dat boven de verenigingen komt te staan, ontwerpt. Het rapport van de commissie is klaar en zal aan de leden van het verbondsbestuur worden toegezonden.


1921, 14 januari

werkloosheid
Op uitnodiging van de rooms-katholieke vakorganisatie is 5 januari jl. een vergadering geweest met vertegenwoordigers van verschillende vakcentrales. Van Rijsewijck opperde daar het plan om een instantie in het leven te roepen met daarin vertegenwoordigers van de werkgevers en werknemers, die met sanctie van de regering een bedrijfsraad zouden kunnen vormen, om te beraadslagen wat tegen de crisis gedaan moet worden. NVV vindt de tijd daar niet rijp voor. Besloten is het volgende:
  • De vier vakcentrales zullen hun standpunt aangaande de werkloosheidsverzekering schriftelijk aan de minister kenbaar maken
  • Ten aanzien van steun aan uitgetrokkenen zal het oordeel van de minister worden afgewacht.
  • Iedere vakcentrale wijst twee personen aan, die in een gezamenlijke commissievergadering de problematiek zullen bespreken (voor het NVV Kupers en Bruens)
De eerste commissievergadering is inmiddels geweest. Het Christelijk vakverbond heeft nog geen vertegenwoordigers gestuurd. Bruers is tot voorzitter gekozen. Op deze vergadering is het volgende besloten:
  • De vakcentrales gaan proberen in de Nijverheidsraad te komen
  • In de pers zijn berichten vernomen, dat de werkgeversorganisaties van plan zijn zich tot de vakcentrales te wenden. De Bruyn zal informeren, hoe ver deze besprekingen gevorderd zijn.

Er is inmiddels gesproken met de rode wethouders van Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Zij zullen pogingen aanwenden om een adres als dat van Amsterdam door hun gemeenteraad naar de regering te laten sturen.

De resolutie van de hoofdbestuursvergadering van 7 januari jl. is verstuurd naar de pers. De Bestuurdersbonden Den Haag en Utrecht hebben afschriften gestuurd van adressen die zij verstuurd hebben naar B&W in beide plaatsen.
Aan Jan van den Tempel is het verloop van de besprekingen voorgelegd. Hem is verzocht of hij met enige fractieleden Aalberse wil bezoeken om Aalberse nogmaals te vragen de kassen te hulp te komen.

werkloosheidsverzekering
In de commissie is een brief ontvangen van de minister, waarin hij advies vraagt over doorbetaling aan bonden die geen fondsen meer hebben tot 29 januari en over zijn voorstel van wat er moet gebeuren na 29 januari.
Dat voorstel behelst het volgende: betaling van rijksgeld aan de bondskassen op grondslag van een uitkering van f3,- per dag. Met differentiatie voor grote steden, provincie en platteland en voor gehuwden en ongehuwden.
Het voorstel van f3,- per dag is in de commissie aangenomen met 9 tegen 6 stemmen. De NVV-vertegenwoordigers, Bakker, Wolf van het Nationaal Arbeids Secretariaat en Van Aalten, wethouder te Rotterdam, waren tegen.
Met de klassenindeling kon iedereen instemmen, indien de laagste uitkeringen werden verhoogd.

congres tegen kinderbijslag
Er is onenigheid ontstaan over de resolutietekst. Het Nationaal Arbeids Secretariaat (NAS) wil daar in hebben dat er geen arbeidsovereenkomsten mogen worden afgesloten waarin kinderbijslag is opgenomen. Het NVV wil deze zinsnede afzwakken tot ‘krachtig verzet’ tegen een dergelijk contract. Het Algemeen Nederlands Vakverbond wil de tekst van het NAS ook niet omdat daarmee de bonden een te zware verplichting wordt opgelegd.
Het NAS heeft gedreigd niet meer deel te zullen nemen aan het congres als de clausule niet wordt opgenomen. Van Zutphen vindt dat de clausule wel moet worden opgenomen, maar de rest van het bestuur is er tegen.

ziekteverzekering
Kupers zal zitting nemen in een SDAP-commissie voor de ziekteverzekering

De statuten van de vereniging Ziekte-Risico, de bedrijfsvereniging en het reglement voor de ziekteverzekering zullen in een aparte vergadering worden besproken.

Bond voor Staatspensioneering De Diamantwerkersbond heeft gevraagd wat het moet doen met de circulaire van de petitiecommissie van de Bond voor Staatspensioneering (BvS). Hetzelfde is geantwoord als aan de bestuurdersbonden. Inmiddels heeft de commissie van de BvS een bespreking aangevraagd met het NVV bestuur.


1921, 21 januari

werkloosheid
De tweede vergadering van de commissie van verschillende vakverenigingen heeft plaatsgevonden. Het is niet gelukt in de Nijverheidsraad te komen. De Bruyn van de rooms-katholieke vakbeweging heeft wederom gesproken over de oprichting van bedrijfsraden. Het NVV bleef tegen, de neutralen aarzelden.
De werkgevers zullen op 2 februari beslissen of zij de vakbeweging zullen benaderen. NVV moet hierin haar standpunt bepalen.
Smit en Danz vinden het gevaarlijk om te spreken met de werkgevers en vinden dat het NVV niet naar een dergelijke bespreking moet gaan. Het is beter dat iedere bond met zijn eigen werkgevers overlegt.
Echelstein vindt dat NVV wel moet gaan, omdat de zaak anders zonder haar beklonken wordt. Van Hinte en L. v.d. Wal vinden dat het NVV alleen moet gaan als zij door de werkgevers uitgenodigd wordt, maar zij moet beslist zelf de werkgevers niet uitnodigen. Kupers stelt dat het ontlopen van de conferentie struisvogelpolitiek zou zijn. Hij benadrukt dat het NVV zich krachtig zal verzetten tegen voorstellen tot loonsverlaging. Bruens belooft dat men van te voren van de commissieleden zal vragen dat die zich tegen loonsverlaging uitspreken. Doen de rooms-katholieke en christelijke vakbeweging dat niet, dan zal de samenwerking met hen verbroken worden.

ziektewet
Er zijn verschillende wijzigingen voorgesteld in de statuten van de vereniging Ziekte-Risico. Van Hinte stelt voor dat een rechtskundig adviseur om advies wordt gevraagd.

Bruens wordt lid van de Centrale Commissie voor de Statistiek

Er is gesproken met J.J.T. Spaargaren van de Bond voor Staatspensioneering. Die wil graag dat organisaties in het zuiden van het land meewerken aan het petitionnement van de bond, omdat men daar geen steunpunten heeft. Het gaat vooral om morele samenwerking. Het NVV zal goedkeuring aan de zuidelijke afdelingen verlenen.


1921, 28 januari

werkloosheid
Er is een bespreking geweest met de vertegenwoordigers van vijf vakcentrales en Aalberse. Namens het NVV waren Bruens en F. v.d. Walle aanwezig. De bespreking had een vrijblijvend karakter. Bruens vond het eigenlijk nog te vroeg, omdat de vakbeweging haar standpunt nog niet bepaald heeft. Van Rijsewijck begon weer over bedrijfsraden, maar de minister vond dat de Hoge Raad van Arbeid wel advies kon uitbrengen over de crisis; nieuwe instellingen waren niet nodig.
Over de werkloosheidsverzekering zei Aalberse dat die in het kabinet heel wat moeite had gekost. De regeling wordt als volgt: tot 29 januari kunnen de bonden uitkeren met rijksgeld. Daarna komt er een nieuw systeem met drie klassen, waarin de uitkeringen voor gehuwden f3,-; f 2,70 en f 2,40 bedragen en voor uit- en thuiswonende ongehuwden resp. 80 en 60%.
Het geld wordt verstrekt van rijkswege, de helft ‘a fonds perdu’ en de helft als voorschot. De minister moest nog een aanvullende begroting indienen en wist niet zeker of die er door zou komen in de Eerste Kamer. Aalberse ontkende dat de regering de plicht zou hebben te zorgen voor regelmatige uitkeringen, dat stond niet in het regeerakkoord. Hij betwijfelde zelf of alle organisaties de voorschotten zouden kunnen terugbetalen. De Sigarenmakerbond en de ANDB blijven buiten de regeling. Dat vond het NVV zeer onrechtvaardig en zij verwachtte dat het onrust zou veroorzaken. Ook tegen de voorschotregeling protesteerde men, maar er kon niets meer aan veranderd worden. De minister geloofde niet dat het mogelijk was de werkgevers mee te laten betalen aan een werkloosheidsverzekering.

Vervolgens zijn de vertegenwoordigers van de vakcentrales bijeengekomen. Het Nationaal Arbeids Secretariaat was afwezig; zij wijst praten met de werkgevers bij voorbaat af, al wil zij wel samenwerken met de andere bonden voor een premievrije werkloosheidsverzekering. De rooms-katholieke bond is gepolst over haar standpunt inzake de NVV-eisen. De bond bleek bang te zijn dat te zware eisen de ministers die conservatiever zijn dan Aalberse in de kaart zouden spelen. Het NVV heeft gedreigd dan maar zonder de anderen een adres naar de Kamer te sturen.

Verder is gesproken met vertegenwoordigers van de Sigarenmakersbond en de ANDB. J. van den Tempel en J. Gerritsz waren daarbij aanwezig. Mogelijk gaat Henri Polak in zijn functie van kamerlid met de minister praten, want die schijnt de bondsbesturen niet meer te willen ontvangen.
F. v.d. Wal merkt op, dat hij liever mensen naar de steun stuurt dan voorschotten op te nemen.
Danz en L. v.d. Wal vinden het verschil tussen gehuwden en ongehuwden onrechtvaardig, want ze betalen dezelfde contributie.
Bruens ziet deze regeling als zuivere armenzorg. J. van den Tempel heeft beloofd in de Tweede Kamer een interpellatie aan te vragen. Moltmaker wil van de samenwerking met de katholieke en christelijke bonden af.
Kupers vind het Nationaal Arbeids Secretariaat volstrekt onberekenbaar.


1921, 11 februari

Een brochure over de kinderbijslag zal worden uitgegeven bij uitgeverij Ontwikkeling.

steun
Naar aanleiding van het NVV adres heeft de minister van Binnenlandse Zaken geantwoord, dat de vakbondskassen gedurende dit jaar door het departement van Arbeid weer in staat worden gesteld, reglementaire uitkeringen te doen. Over de sigarenmakers en diamantbewerkers is nog geen beslissing genomen. Herziening van de regeling voor uitgetrokken leden is in voorbereiding. De door de minister ingestelde Commissie van Advies inzake ondersteuning van uitgetrokken sigarenmakers heeft al advies uitgebracht.

werkloosheidsverzekering
Het NVV heeft een onderhoud gehad met de vertegenwoordigers van de plaatselijke centrales van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Zij raadden het houden van openbare vergaderingen af, omdat er momenteel in de arbeiders niet veel leven zit. Liever wilden zij zich richten op inwendige zending. De bestuurdersbonden zullen hierover vergaderingen beleggen met lokale bondsbesturen. Er zal aan de bestuurdersbond te Groningen gevraagd worden of een grote vergadering daar wel succes zou hebben.
Van Hinte vraagt of er een manifest opgesteld kan worden. Daartoe wordt besloten. Het manifest zal gepubliceerd worden in Het Volk.

Ook is er een bijeenkomst geweest van de commissie uit de vakcentrales. De christelijke vakcentrale doet nu ook mee. Gesproken is over het al dan niet uitnodigen van de werkgevers. Oorspronkelijk zouden de rooms-katholieke werkgevers overleg plegen met de andere werkgeverscentrales om te overwegen de vakcentrales uit te nodigen. Dit is door de Nijverheidsraad geblokkeerd. Kortenhorst zet zijn pogingen voort om een bespreking met de vakcentrales te organiseren. Verder is afgesproken dat iedere centrale gegevens gaat verzamelen over werkloosheid. Ten aanzien van de werkloosheidsverzekering voor transportarbeiders bestond verschil van mening over de bedoelingen van de minister. Besloten werd de minister schriftelijk om opheldering te vragen.

werkloosheidsverzekering
Met Jan van den Tempel is gesproken over het adres dat het NVV aan de Tweede Kamer gezonden heeft en over zijn interpellatie.

ziekteverzekering
Er zijn twee bijenkomsten geweest over de ziekteverzekering. Een van de kleine commissie, waarin Kupers zitting heeft, en een van de grote commissie, waarin Kupers en Bruens zitten. Kupers heeft in opdracht van het verbondsbestuur mr. Mendels geraadpleegd over de statuten. Deze heeft niets kunnen vinden. De commissie is nu bezig een wetsontwerp op te stellen, waarin ook met de werklozen rekening gehouden wordt. De grondslag wordt, dat voor alle werkgevers die zich aansluiten bij een bedrijfsorganisatie een omslagstelsel komt, terwijl de ongeorganiseerde werkgevers een toeslag moeten betalen op de premie voor de ongevallenverzekering. Alle premies zouden worden beheerd door de TOP [?] zodat de ongeorganiseerde werkgevers niets te zeggen hebben over de besteding van het geld.


1921, 18 februari

ziektewet
Centraal Beheer berichtte, dat er geen bezwaar meer is tegen het openbaar maken van de statuten en reglementen

crisis
Vergadering van de commissie uit de vakcentrales. Voor het christelijk vakverbond waren Kruithof en Amelink aanwezig. Uit de verzamelde gegevens over werkloosheid is gebleken, dat de werkloosheid niet groter was dan op 1 januari 1919, maar wel meer dan het dubbele van 1 februari 1920. De indruk is echter, dat de werkloosheid niet zo schrikbarend hoog is als de pers het voorstelt. Het NVV vond het niet nodig een conferentie met de werkgevers aan te vragen. Lansink was het daar mee eens. De rooms-katholieken en de neutralen wilden dat echter wel graag, het standpunt van de christelijken was onduidelijk. Bakker opperde om de minister te verzoeken de partijen bijeen te roepen. De Bruin zou contact opnemen met de minister en hem voorzichtig polsen. Smit laat weten zich ernstig zorgen te maken over dit gezamenlijk contact opnemen met de minister.

Ziektewet
Er is een onderhoud geweest met de firma Sprenger & Co (assuradeurs) over de Ziektewet.

Staatspensionering
Aan de Bond voor Staatspensioneering, belast met het voeren van een protestactie tegen de verzekeringswetten van Aalberse, is bericht dat indien men moeite heeft met het verzamelen van handtekeningen in het zuiden, het NVV mogelijk de bestuurdersbonden daar bereid kan vinden hulp te verlenen.


1921, 4 maart

Hoge Raad van Arbeid
De minister berichtte, dat het mogelijk is om nieuwe plaatsvervangende leden voor de Hoge Raad van Arbeid en bijbehorende commissies aan te wijzen. Het Dagelijks Bestuur stelt de volgende plaatsvervangende leden voor:
E. Kupers voor R. Stenhuis
P. Danz voor H. J. Bruens
L. v.d. Wal voor F. v.d. Walle
W. Drop voor Joh. Brautigam
N. v. Hinte voor F. v.d. Wal
De voordracht wordt door het verbondsbestuur vastgesteld.

werkloosheidsverzekering
Er is een vergadering geweest van de commissie uit de vakcentrales. Het NVV heeft gepoogd om de discussie over premievrije werkloosheidsverzekering af te breken, maar dat is niet gelukt. Er komt een onderhoud met de minister over de werkverschaffing. Smit dringt er op aan dat het NVV ophoudt zich principieel te verzetten tegen premievrije werkloosheidsverzekering. Stenhuis is het daarmee eens.

Raad van Toezicht op de Rijksverzekeringsbank
Door de leden en plaatsvervangende leden in de Verzekeringsraad te Den Haag is besloten om voor te dragen voor de Raad van Toezicht: Kupers, Ruppert en als plaatsvervangende leden F. v. Walle en Nivard.

Invaliditeitswet
Met de Bestuurdersbond Aalten is gecorrespondeerd over de premiebetaling voor de Invaliditeitswet door arbeiders in de werkverschaffing.


1921, 18 maart

Ziektewet
Ingekomen is een schrijven van de Algemene Nederlandse Diamantbewerkersbond (ANDB), waarin zij meedeelt, dat de ANDB van de Amsterdamse Juweliersvereniging het verzoek heeft ontvangen te berichten of de ANDB genegen is de ziekteverzekering zo te regelen als het NVV met de werkgevers is overeengekomen. De ANDB heeft laten weten daaraan niet mee te werken. Hoewel men destijds heeft meegewerkt aan het genomen besluit, is men nu tot de overtuiging gekomen, verkeerd te hebben gehandeld. Men wil de macht van de werkgevers niet vergroten en betaalt liever meer premie en ontvangt dan minder uitkering, dan deze macht te versterken.
Stenhuis keurt de houding van de ANDB sterk af en wil een onderhoud met de bestuurdersbond van de ANDB aanvragen. Van Hinte stelt voor een hoofdbesturenvergadering te beleggen, waar voor- en tegenstanders nogmaals hun standpunt uiteen kunnen zetten. Stenhuis wijst erop, dat indertijd is besloten dat indien overleg met de werkgevers niet tot het gewenste resultaat leidt, het NVV zal gaan ijveren voor een premievrije ziekteverzekering. De hoofdbesturen mogen later oordelen over het wetsontwerp. Deze aangelegenheid moet los gezien worden van de SDAP. In april kan een hoofdbesturenvergadering belegd worden over het wetsontwerp.
Brautigam stelt dat er eerder iets gedaan moet worden om de onrust weg te nemen; velen vinden de regeling te mooi en denken dat er iets achter zit. Bovendien is volgende week het partijcongres, waar de onrust nog zal worden vergroot. Na enige discussie wordt besloten in de volgende week een hoofdbesturenvergadering te beleggen.

werkloosheidsverzekering
Gesproken is met vertegenwoordigers van de grote bestuurdersbonden. Geen van hen, behalve Amsterdam, zag kans om een grote actie op te zetten voor de werkloosheidsverzekering

Er is weer een vergadering geweest met de commissie uit de vakcentrales. Er is besloten er op aan te dringen, dat alle uitgetrokken werklozen steun zal worden verstrekt. De regering zal gevraagd worden een commissie in te stellen, waarin de vijf vakcentrales vertegenwoordigd zijn. De volgende gemeenschappelijke eisen zullen worden gesteld:
  • de regeling voor uitgetrokkenen moet ressorteren onder Arbeid in plaats van Binnenlandse Zaken
  • in de gemeenten die niet tot de regeling willen toetreden, moet een regeling getroffen worden, waardoor werklozen geen slachtoffer worden van onwil van de gemeentebesturen
  • de bedragen voor ongehuwde thuiswonenden moeten omhoog
  • de kinderbijslag voor alle klassen moet gesteld worden op f1,50
  • een werkloos gezinshoofd moet minimaal f5,- krijgen, ongeacht de hoogte van de gezinsinkomsten
  • het artikel dat bepaald dat wanneer het gezinshoofd steun geniet, andere gezinsleden geen steun kunnen krijgen, moet worden opgeheven
  • de termijn van een eventuele steunregeling voor uitgetrokkenen moet bepaald worden op 13 weken
Deze punten zijn vervolgens besproken met een referendaris van het departement van Binnenlandse Zaken, mr. Hardens. Deze wees er meteen op, dat overbrenging van de regeling voor uitgetrokken naar Arbeid niet mogelijk was. Tegen een commissie van advies van de vijf vakcentrales had hij geen bezwaar. Over de andere eisen kon hij geen uitspraken doen.


1921, 11 april

kinderbijslag
De rede die F. van de Walle gehouden heeft op het congres inzake kinderbijslagstelsel, zal worden opgenomen in De Vakbeweging

Hoge Raad van Arbeid
Op 2 april jl. is een vergadering gehouden van de Hoge Raad van Arbeid, waar het advies inzake de Landbouwongevallenwet besproken is. Deze zaak was eerst behandeld in commissies VI en XI, met wier conclusies die Hoge Raad zich verenigen kon.

Ziektewet
Op 24 maart jl. is een vergadering gehouden met de hoofdbesturen van aangesloten organisaties over de Ziektewet.

Aan de hoofdbesturen, de bestuurdersbonden en de NVV-vertegenwoordigers in de Raden van Arbeid zijn de statuten van de hoofdvereniging en bedrijfsvereniging, alsmede het reglement voor de ziekteregeling en een schema voor een wetsontwerp toegezonden. Er is een persbericht verzonden over de hoofdbesturenvergadering van 24 maart jl.

Raden van Arbeid
Aan de vertegenwoordigers van de moderne vakbeweging in de Raden van Arbeid is het rapport gezonden van het door het NVV ingestelde onderzoek over de verhoudingen binnen de Raden van Arbeid en de werkwijze van deze lichamen.

Met de bestuurdersbond te Roosendaal is gecorrespondeerd over de vraag of het al dan niet wenselijk is dat de Raden van Arbeid worden opgeheven.


1921, 22 april

steun voor uitgetrokken leden
Stenhuis deelt mee, dat de minister alle eisen van de vakcentrales heeft afgewezen. Er zal nu een nieuw schrijven aan de minister gericht worden. Bovendien is aan de minister medegedeeld, welke bedrijven, behalve de door hem genoemde, voor een regeling voor uitgetrokkenen in aanmerking komen.

Ziektewet
Aan de secretaris van de sociaal democratische kamerfractie is meegedeeld, dat het NVV er prijs op stelt voor de hoofdbesturenvergadering van 11 mei een bespreking te houden met de commissie voor de sociale verzekering van de kamerfractie over het ontwerp-Ziektewet.

Kupers heeft op 17 april jl. gedebatteerd over de Ziektewet met de voorzitter van de Raad van Arbeid te Heerenveen op een debatvergadering van de SDAP en bestuurdersbond te Heerenveen.


1921, 6 mei

Ziektewet
Het ontwerpziektewet wordt behandeld. Een aantal formuleringen worden aangepast. Smit vindt dat bij twijfel of iets een ongeval of ziekte is, de arbeider zolang het onderzoek loopt een voorschot moet krijgen. Er zal geïnformeerd worden of dat mogelijk is.
Smit vindt het onrechtvaardig dat een arbeider die langer dan een maand ziek is, zelf premie moet betalen. Kupers merkt op, dat in de Ziektewet Talma bij werkloosheid het recht op uitkering dadelijk vervalt. Bruens legt uit dat hij hierover in de commissie gesproken heeft en heeft voorgesteld, een fonds voor werkloze zieke arbeiders te vormen, waarin de staat en werkgevers bijdragen. Groeneveld heeft meteen gezegd dat dit niet kon. Besloten wordt het voorstel van Bruens alsnog te verdedigen.
Smit merkt op, dat in de Raad van Toezicht de zogenaamde pariteit niet bestaat; de vakbeweging heeft daarin maar een derde van het aantal zetels. Kupers stelt dat dit niet erg is omdat de Raad van Toezicht zich alleen bezig houdt met toezicht op het beheer. De regering vindt zo’n lichaam nodig.

Aalberse heeft Bruens gevraagd zitting te nemen in de commissie bedoeld in art. 25 van het Werkloosheidsbesluit 1917 in de periode juni 1921-juni 1922. Bruens heeft dit toegezegd.


1921, 10 mei

Ziektewet
De hoofdbesturen van de Ambtenarenbond en de Meubelmakersbond vinden de termijn waarop zij het ontwerpziektewet moeten bestuderen, buitengewoon kort. Zij dringen aan op uitstel van behandeling. Op dit verzoek wordt niet ingegaan.
Stenhuis en Kupers hebben op 7 mei jl. gesproken met Vliegen, Duys en Suze Groeneweg, waarbij het NVV heeft medegedeeld dat zij over het principe van de wet niet meer wil debatteren, maar wel over de inhoud. Duys had een brief van Lindner met kritiek. Besloten is een nieuwe vergadering te beleggen op 24 mei met K. Lindner, E. Boekman, Vas Dias, J. van den Tempel, J. Duys, S. Groeneweg, G.W. Sannes, F.W.N. Hugenholtz, W.H. Schaper en W.H. Vliegen. Op die vergadering zullen alleen de amendementen behandeld worden.


1921, 27 mei

---


1921, 17 juni

werkloosheidsverzekering
Er is op 11 juni jl. een vergadering geweest van de Nederlandse Werkloosheidsraad, waarin o.a. aan de orde is geweest de vraag, op welke manier werkgevers kunnen bijdragen aan de werkloosheidsverzekering. Aan het NVV is advies gevraagd over een nieuw systeem. Het verbondsbestuur heeft laten weten dat zij eerst met de hoofdbesturen moet overleggen en heeft uitstel gevraagd tot september. Stenhuis heeft alvast medegedeeld dat wanneer de werkgevers gaan bijdragen, het hele bedrijfsleven moet bijdragen en dat er een fonds moet komen onder beheer van een bestuur. Verder zou er een maximumpremie moeten worden vastgesteld volgens een bepaald percentage van het loon. Wanneer deze premie niet toereikend is, moet uit het fonds worden geput. Op 15 juli zal hierover gesproken worden met de hoofdbesturen. Bruens zal een inleiding houden. Smit maant tot grote voorzichtigheid omdat hij denkt dat het de bedoeling is van de regering om hiermee haar uitgaven te verminderen.

ziekteverzekering
Stenhuis deelt mee dat Posthuma een aantal kleine wijzigingen heeft opgenomen, maar andere voorstellen zijn afgewezen omdat zij in strijd zijn met het compromis.
Ten opzichte van het garantiefonds is men in zoverre tegemoet gekomen, dat de bepaling is overgenomen dat ieder die zich aanmeldt, ook wordt aangenomen. Bij royement heeft men beroep bij de minister. De oninbare premies worden door de bedrijfsvereniging gedragen. Tenslotte heeft men in de grote commissie afgesproken dat de minister erop gewezen zal worden, dat het wenselijk is dat de vrijwillige verzekering in de wet nader wordt geregeld.


1921, 1 juli

Ziektewet
Stenhuis deelt mee, dat op de vergadering van de Hoge Raad van Arbeid het ontwerp Ziektewet is aangenomen. Hij heeft echter de indruk gekregen, dat de regering toch met de wet Talma zal komen. Het lijkt hem het beste, dat werkgevers en werknemers al beginnen met het uitvoeren van de plannen, zonder wettelijke sanctie. Kupers wil liever wachten. Brautigam stelt dat dan eerst de werkgevers officieus gevraagd moet worden of zij hierop in willen gaan.

werkloosheidsverzekering
Het dagelijks bestuur heeft hierover overlegd. Zij is tot de conclusie gekomen, dat aan een bijdrage van de werkgevers niet te ontkomen valt. Het gaat echter om de vorm. Er moet een wet komen, waarin wordt vastgesteld dat als regel de inkomsten van de werklozenkassen bestaan uit premies van de arbeiders met toeslag van rijk en gemeente, met de beperking dat aan de premies een maximum grens gesteld wordt op basis van het loon. De toeslag moet minstens 100% bedragen. In plaats van een commissie van advies zou er een bestuur moeten komen, waarin ook de werkgevers vertegenwoordigd zijn. Verder zou door de werkgevers een premie moeten worden betaald, die aan het bestuur ter beschikking wordt gesteld. Wanneer de arbeiderspremie plus 100% toeslag niet voldoende is kan uit dit fonds geput worden. Op deze manier ontloopt men een verplichte werkloosheidsverzekering en blijven de vakbonden de draagsters van de verzekering.
F. v.d. Wal vindt dat de bedrijven niet moet bijdragen; het geld moet bijeen gebracht worden door de belastingbetalers.
Smit zegt, dat hij her en der beluisterd heeft dat de werkloosheidsverzekering in gevaar komt, omdat de bonden zich er zo sterk door laten beïnvloeden. Hij is wel voor een verplichte verzekering. Het staat voor hem vast dat als de werkgevers premie gaan betalen, ze zullen eisen dat ook de ongeorganiseerden een uitkering krijgen. Ook dient men niet uit het oog te verliezen dat bedrijven al sterk belast worden door de premies voor de Ongevallenwet, Ziektewet, Invaliditeitswet, de bedrijfsbelasting etc. Het lijkt hem beter dat de staat de verzekering draagt. De werkgevers zullen anders teveel medezeggenschap eisen.
Danz wil de werkloosheidsverzekering in de handen van de bonden laten. Hij is tegen een omslagstelsel voor het werkgeversrisico. Die moeten er een direct belang bij hebben dat werkloosheid wordt voorkomen. Hij wil een regeling zoals bij de ziekteverzekering, zonder staatscontrole maar wel met staatstoeslagen.
Brautigam denkt dat aan een werkgeversbijdrage niet te ontkomen is. Hij vindt dat er een algemene kas moet komen voor crisis, omdat anders altijd het probleem blijft bestaan, dat in bepaalde bedrijfssectoren de kas ontoereikend wordt. Een omslagstelsel is moeilijk, omdat iedereen daarvoor moet betalen terwijl het alleen ten goede komt aan arbeiders die verzekerd zijn in een werklozenkas. Dat zal op verzet van de werkgevers stuiten. Toch voelt Brautigam wel voor de regeling zoals het dagelijks bestuur die voorstelt. Hij vindt dat de vakbeweging bij de werkloosheidsverzekering betrokken moet blijven.
Kupers vindt dat alle belastingbetalers moeten meebetalen aan de sociale verzekering. Maar het is bij de sociale verzekering regel, dat werkgevers meebetalen. Waarom zouden ze dat dan bij de werkloosheidsverzekering niet doen? Bij het voorgestelde systeem zal de vakbeweging naar Kupers oordeel de minste schade lijden. Bij invoering van een verplichte verzekering zou het NVV een groot deel van haar leden kwijtraken.
Bruens denkt dat wanneer de arbeiders werkelijk gaan letten op waar ze het meest krijgen voor de minste contributie, dat ook niet verholpen wordt door een verplichte verzekering, want het verschil in contributie blijft dan bestaan. Verder denkt hij dat een verplichte verzekering zou leiden tot een sterkte nivellering, waarbij de uitkeringen zouden dalen. Aan meebetalen van de werkgevers is niet te ontkomen, omdat niet alle bonden hun uitkeringsstelsel nog kunnen bekostigen.
Na de discussie wordt gestemd, waarbij echter de stemmen staken. Het dagelijks bestuur zal een ontwerpregeling aan de hoofdbesturen zenden. De verbondsbestuurders hebben volledige vrijheid om op de hoofdbesturenvergadering tegen het voorstel stelling te nemen.


1921, 7 juli

Extra vergadering, ingelast om alsnog een bestuursstandpunt te bepalen ten opzichte van het meebetalen van werkgevers aan de werkloosheidsverzekering. Het dagelijks bestuur doet een compromisvoorstel: de helft van de werkgeverspremies wordt ter beschikking gesteld van de bedrijfswerklozenkassen, de andere helft wordt gestort in een crisisfonds. Eerst wordt gestemd over een verplichte verzekering. Iedereen is tegen, behalve Smit. Daarna wordt gestemd over het compromisvoorstel. Het wordt aangenomen met 2 stemmen tegen, van Smit en van F. v.d. Wal.


1921, 22 juli

Ziektewet
Van Hinte heeft er bezwaar tegen, dat Stenhuis een artikel over de Ziektewet heeft geschreven, waarin hij bepaalde standpunten uiteen zet zonder dat daarover in het verbondsbestuur beslist is. Andere bestuursleden zien het probleem niet; de geest van de besprekingen op de vorige verbondsbestuursvergadering ging in de richting van hetgeen Stenhuis in De Strijd geschreven heeft.

werkloosheidsverzekering
De hoofdbesturen hebben het standpunt van het verbondsbestuur, behoudens een kleine wijziging, goedgekeurd.

De Grondwerkersbond heeft laten weten, dat haar inziens de werkgevers in geen enkel bestuur van de organen van de werkloosheidsverzekering zitting dienen te hebben.

Er is een convocatie ontvangen voor de vergadering van de Werkloosheidsraad op 16 augustus a.s. Op de agenda staat onder andere de bespreking van het schrijven van minister Aalberse over de werkloosheidsverzekering.


1921, 12 augustus

Ziektewet
Centraal Beheer heeft een brief gestuurd, waarin zij voorstelt dat de commissie van acht in september bijeen komt. Ook wordt verzocht na te denken over stappen die kunnen worden gedaan indien de minister het advies van de Hoge Raad van Arbeid niet opvolgt. Besloten wordt dat de ziekteregeling zo spoedig mogelijk in werking moet treden. Alleen Van Hinte is tegen.

Congres Sociale Verzekering
Begin oktober organiseert de vereniging Raden van Arbeid een congres over de sociale verzekering. Namens het NVV zullen F. v.d. Wal en Echelsheim aanwezig zijn.


1921, 26 augustus

werkloosheidsverzekering
Op de vergadering van de Werkloosheidsraad is door Nolens voorgesteld, dat de vakcentralen met elkaar proberen tot gelijke voorstellen te komen. Inmiddels is een bespreking geweest en is gebleken dat het mogelijk is, dicht tot elkaar te komen. De verschillen zaten voornamelijk in de kwestie van de verplichte of vrijwillige verzekering en de toelating van ongeorganiseerden tot de vakverenigingen. Besloten is een nieuwe vergadering in kleine commissie te houden om te proberen overeenstemming te verkrijgen. Stenhuis stelt enkele wijzigingen voor in de stellingen van het NVV. Besloten wordt de bestuursraad te laten beslissen.

steun
Aan de minister van Binnenlandse Zaken is een scherp gestelde brief gezonden over het stopzetten van de steunverlening aan uitgetrokkenen.


1921, 8 september

werkloosheidsverzekering
Het NVV heeft aan de andere vakcentrales voorgesteld, een gemeenschappelijk schrijven aan de minister van Arbeid te sturen om, hangende de besprekingen over de wettelijke regeling, geen verhoging van de contributies voor de werklozenkassen uit te schrijven.

Aan de Werkloosheidsraad en aan de hoofdbesturen zijn de gemeenschappelijke stellingen over de werkloosheidsverzekering van het NVV, RKV en ANV gezonden. Inmiddels zijn door tussenkomst van de werkloosheidsraad de stellingen van het CNV ontvangen.


1921, 23 september

werkloosheidsverzekering
Het Nationaal Arbeids Secretariaat heeft laten weten niet in te zullen gaan op het voorstel van het NVV om een gemeenschappelijk schrijven aan de minister van Arbeid te zenden over de contributie aan de werklozenkassen. Het schrijven is vervolgens gezonden namens het NVV en het ANV.

Ziektewet
Kupers deelt mee, dat op 19 september een vergadering heeft plaatsgehad van de kleine commissie inzake de ziekteverzekering. Het NVV heeft voorgesteld zo snel mogelijk met de regeling van start te gaan. De werkgevers wilden echter wachten op het fiat van de minister. De heer Posthuma heeft geïnformeerd bij de ministers van Arbeid, van Binnenlandse Zaken en van Financiën. Minister Aalberse heeft geantwoord, dat hij persoonlijk veel voor de nieuwe regeling voelde en dat de invoering van de wet Talma geen voorwaarde is geweest voor herstel van de coalitie. Binnen enkele weken zal er een vergadering zijn met de rechtse fracties, waarbij Aalberse zal zien of hij op zijn partijgenoten en coalitiegenoten kan rekenen. Aalberse heeft erop gewezen, dat Duys hem had medegedeeld dat de sociaal democratische kamerfractie niets van het plan moest hebben.
Het dagelijks bestuur vindt, dat nu aan de gehele kamerfractie de vraag gesteld moet worden, of Duys namens hen gesproken heeft. Brautigam merkt op dat dit niet het geval kan zijn, omdat de kamerfractie nog geen standpunt bepaald heeft en verdeeld is. Hij heeft wel de indruk, dat al het mogelijke gedaan wordt om het plan neer te sabelen op het congres van de Raden van Arbeid. Besloten wordt de kamerfractie schriftelijk om haar standpunt te vragen.

Werkloosheidsraad
17 september jl. was er weer een vergadering van de Werkloosheidsraad. De instelling van een crisisfonds stuitte op algemeen verzet bij de vakorganisaties. Er is een begin gemaakt met de bespreking van de andere punten, waarbij de werkgevers zich niet erg welwillend hebben getoond. Er was hierdoor nog een incident tussen de voorzitter en Van Spaendonck.


1921, 6 oktober

Plaatsvervangende leden Hoge Raad van Arbeid
Het Nationaal Arbeids Secretariaat heeft aan de minister van Arbeid het verzoek gericht, of plaatsvervangende leden ook alle stukken kunnen krijgen en of zij de vergaderingen van de Hoge Raad kunnen bijwonen. Zij vraagt het NVV hetzelfde te doen. Geantwoord zal worden dat wat betreft het verkrijgen van stukken al eens actie is ondernomen door het NVV en dat men voor het tweede voorstel niets voelt.
Aan dhr. Drop zal gevraagd worden zijn functie van plaatsvervangend lid op te geven omdat hij benoemd is tot bestuurder van de SDAP. G.J.A. Smit jr. zal dan benoemd worden als nieuw plaatsvervangend lid.

werkloosheidsverzekering
Op 25 september jl. was er een vergadering van de Werkloosheidsraad. De werkgevers kwamen met een voorstel dat erop neer kwam, dat een vrijwillige particuliere verzekering werd ingevoerd voor ieder bedrijf met privaat-publiekrechtelijke autonomie. Alleen in dat geval zouden de werkgevers willen bijdragen. Het NVV heeft laten weten dat over dit voorstel niet te praten viel. Gerritsz gaat trachten een advies te maken, om de twee stromingen bijeen te brengen

Ziektewet
Van Sannes is bericht gekomen dat indien Duys zich heeft uitgelaten als door het NVV wordt beschreven, dat zonder overleg met de kamerfractie is gebeurd en dat de uitlatingen dus geheel voor zijn rekening komen.


Inventarisnummer 3

1921, 21 oktober

Congres Vereniging Raden van Arbeid
Smit heeft een slecht gevoel aan dit congres overgehouden. Bij de bespreking van de moederschapszorg zijn de NVV-vrouwen weggevaagd. Bij de kwestie van de kinderbijslag heeft haast niemand begrepen, dat het preadvies van prof. Aengenent in de lijn van het NVV lag. In het vervolg moeten bij dergelijke congressen betere woordvoerders aangewezen worden. Daarnaast wil Smit graag voor wat betreft de Ziektewet onderzoek naar de cijfers van Posthuma die aangevallen zijn.
Kupers vindt die cijfers voor het NVV niet belangrijk. Hij betreurt wel de manier waarop de behandeling van de kindertoeslag is gelopen.
Van Hinte vindt dat in het vervolg meer tijd gegeven moet worden voor de debatten. Een betere voorbereiding is noodzakelijk. De cijfers voor de Ziektewet vindt hij wel van belang.
Ook Echelsheim, F. v.d. Wal en Moltmaker betreuren de gang van zaken en vinden dat in het vervolg debaters moeten worden aangewezen. Aan Kupers wordt verzocht, nadere inlichtingen over de cijfers te krijgen.


1921, 11 november

verweer cijfers Ziektewet
Centraal Beheer heeft bericht, dat het verweer tegen de cijfers door Duys genoemd op het congres van de Raden van Arbeid tegelijk zal verschijnen met de notulen van het congres.

De bestuurdersbond te Arnhem heeft gevraagd of het NVV meer bekendheid kan geven aan de plannen Posthuma/Kupers.

werklozenzorg
Stenhuis heeft gesproken met de kamerfractie in verband met de aanstaande interpellatie van J. van den Tempel. Afgesproken werd welke vragen aan de minister zullen worden gesteld. Hierover zal nog een nadere bespreking met Van den Tempel gevoerd worden.


1921, 25 november

Bond voor Staatspensionering
Door de Bond voor Staatspensioneering is een commissie gevormd met het doel actie te voeren voor het staatspensioen en om het staatspensioen los te maken uit de Invaliditeitswet. De commissie heeft het NVV gevraagd steun te betuigen aan het adres dat de Bond aan de regering zal zenden. Hieraan wordt gevolg gegeven.

werkloosheidsverzekering
Het hoofdbestuur van de Sigarenmakersbond heeft de mogelijkheid geopperd, om de plannen van de regering over de werkloosheidsverzekering te bekritiseren via openbare agitatie. Men vreest dat, als deze aangelegenheid binnen de verzekeringscommissie blijft, de uitkomst slechter zal zijn. Het NVV heeft geantwoord dat zij dit plan in geen geval wil uitvoeren, zolang de zaak niet publiek is. Mededelingen die hierover gedaan zijn waren vertrouwelijk.


1921, 9 december

petitionnement inzake staatspensionering
Smit deelt mee dat zijn organisatie geen steun zal betuigen aan het adres van de Bond voor Staatspensionering, omdat er een aantal punten in staan, waarmee zijn bond niets te maken heeft.


1921, 19 december

---


1921, 31 december

premiebetaling Invaliditeitsverzekering voor werklozen
De bestuurdersbond te Rotterdam heeft een bespreking gehad met wethouder Meester, waarin bovengenoemd onderwerp ook ter sprake kwam. Meester dacht, dat als de bonden wilden meebetalen, misschien wel een oplossing gevonden zou kunnen vonden waaraan de minister zou willen meewerken. De uitkeringen zouden bijvoorbeeld met 60 cent verhoogd kunnen worden, waarvoor dan een zegel verstrekt zou worden.

werkloosheidsverzekering
Er is een bespreking geweest tussen vertegenwoordigers van de vakcentrales en de minister van Arbeid. In de uitkeringsbedragen komen geen veranderingen en ook niet in de kwestie van de betaling door gemeenten. Mochten een aantal gemeenten weigerachtig blijven, dan kunnen de bonden in contact treden met de Dienst. Wel vond ook de minister de termijn van 78 dagen onbillijk. De vakcentrales mogen voor dit punt een nieuw voorstel indienen, wat ontworpen zal worden door het NVV. Hetzelfde geldt voor de bepaling van de gedeeltelijk werklozen. Hiervoor zal een nieuw voorstel gemaakt worden door Wolf van het Nationaal Arbeids Secretariaat.
Over de aansprakelijkheid had Stenhuis al van tevoren met Van den Tempel gesproken, die een voorlopig antwoord op zijn vragen had gekregen. De minister had hem geantwoord, dat de zaak opgelost zou worden.

Op 15 december is gesproken met vertegenwoordigers van de werklozenkassen over de door de minister voorgestelde nieuwe regeling. Besloten is te proberen in overleg met de ander vakcentrales verbeteringen in de regeling aan te brengen en een audiëntie aan te vragen.


1922, 13 januari

premiebetaling Invaliditeitsverzekering voor werklozen
Aan de Rotterdamse bestuurdersbond zal geantwoord worden dat het verbondsbestuur tegen de door hen voorgestelde regeling is. Deze kwestie is ook behandeld in de commissie van advies en daar kwam men tot het inzicht, dat iets dergelijks niet mogelijk is, omdat er twee verschillende verzekeringen door elkaar gegooid worden. De commissie van advies heeft de minister dan ook eenstemmig geadviseerd een dergelijke regeling niet te treffen.


1922, 19 januari

---


1922, 3 februari

werkloosheidsverzekering
Aan de minister van Arbeid is nogmaals om een onderhoud verzocht. Die heeft echter voorlopig geen tijd, maar zou nog nader bericht laten horen.

Aan de hoofdbesturen van aangesloten organisaties met gesubsidieerde werklozenkassen is gevraagd op te geven hoeveel leden zij hebben in gemeenten die niet zijn toegetreden tot de regeling 1922.

ondersteuning uitgetrokkenen
De minister van Binnenlandse Zaken berichtte niet te kunnen voldoen aan het NVV-verzoek om het tarief van ondersteuning voor uitgetrokkenen, dat gold in december 1921, voor het jaar 1922 te handhaven.


1922, 17 februari

---


1922, 3 maart

werkloosheidsverzekering
De Minister van Arbeid heeft het voorstel van de vakcentralen, inzake de 78 dagen afgewezen. Hij gaat ook niet in op het voorstel om, als de werktijd daalt, de uitkering te brengen op 8/9 deel van het loon in plaats van 5/6. Hij is wel bereid tot een bespreking, maar het NVV ziet de zin daarvan niet meer in.


1922, 17 maart

---


1922, 31 maart

Ziektewet
De Bestuurdersbond te ’s-Gravenhage geeft gevraagd of het verbondsbestuur nog gaat proberen aan de huidige toestand van onzekerheid over de Ziektewet een einde te maken.
Kupers heeft geantwoord officieus te hebben vernomen, dat minister Aalberse overweegt het plan Posthuma-Kupers in te voeren bij bedrijven waar de werknemers en werkgevers tot overeenstemming zijn gekomen. De ongeorganiseerde werkgevers zouden dan bij de Raden van Arbeid worden ondergebracht. Voor deze laatsten zouden echter wel ook collectieve verzekeringen worden ingevoerd; het garantiefonds zou vervallen. Misschien komt er ook de gelegenheid om voor de Invaliditeitswet collectieve verzekeringen te sluiten. Kupers zal de heer Posthuma naar het laatste nieuws vragen.

ziekenfondsen
Kupers heeft gesproken met Dr. Wesley, Dr. Bertran en Dr. Bettink-Wevers over de vraag of er meer eenheid gebracht kan worden in het ziekenfondswezen. Er zijn momenteel meerdere ziekenfondsen in iedere plaats, waardoor de kosten hoog zijn en de geneeskundige hulp niet altijd voldoende is. Doel van de bespreking was om na te gaan of het NVV in samenwerking met de andere vakcentrales en de Maatschappij tot bevordering van de Geneeskunst in iedere plaats één ziekenfonds zou kunnen stichten.


1922, 14 april

---


1922, 9 mei

uitgetrokken werklozen
De Bestuurdersbond Haarlem zond een motie, waarin zij vraagt of het NVV zoveel mogelijk wil samenwerken met andere vakcentrales om zo te komen tot verlichting van het bestaan van uitgetrokken werklozen. Het verbondsbestuur zal antwoorden, dat zij reeds verschillende pogingen tot samenwerking heeft ondernomen, die echter op niets zijn uitgelopen.

steun
Aan de bestuurdersbonden is de inhoud meegedeeld van een circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken. Deze deelt daarin mee, dat hij besloten heeft de steunregeling voor uitgetrokken arbeiders met ingang van 4 juni in te trekken voor de bedrijfstakken, die in de circulaire worden genoemd. Verlenging van de steunregeling zal na 3 juni slechts kunnen geschieden in die gemeenten waar nog crisiswerkloosheid heerst. De gemeenten moeten voor 15 mei laten weten, of dat in hun gemeente nog het geval is. Het NVV adviseert de bestuurdersbonden om er op aan te dringen bij de gemeentebesturen, een dergelijk verzoek in te dienen.


1922, 19 mei

ziekenfondsen
NVV gaat een onderhoud aanvragen met de Maatschappij ter bevordering van de Geneeskunst. Als die geïnteresseerd is, zullen het Rooms Katholiek Vakverbond en het Christelijk Nederlands Vakverbond worden benaderd. Smit en Hinte zijn huiverig; als er per plaats maar één fonds is, zijn de arbeiders aan de doktoren overgeleverd. Kupers zegt dat in de huidige situatie de arbeiders helemaal niets te zeggen hebben.


1922, 2 juni

Werkloosheidsraad
Op de jaarvergadering van de werkloosheidsraad zal het NVV het volgende voorstel indienen: “De Werkloosheidsraad besluit tot het instellen eener commissie, aan wie wordt opgedragen te onderzoeken, op welke wijze de werkloosheidszorg in den a.s. winter van 22/23 dient te worden geregeld”.


1922, 16 juni

Werkloosheidsraad
Het NVV voorstel is aangenomen op de jaarvergadering van de Werkloosheidsraad. Nolens zal in overleg met Gerritsz een commissie benoemen.



Inventarisnummer 4


1922, 30 juni

ziekenfondsen
Kupers heeft een onderhoud gehad met de Maatschappij t.b.v. Geneeskunst, over de mogelijkheid de nu bestaande ziekenfondsen onder te brengen in een grote federatie. Bij NCV en RKV zal gevraagd worden of zij voelen voor dit plan. Dan zal een commissie worden gevormd van doktoren der vakcentralen en de bestaande ziekenfondsen. Het vraagstuk zal nog nader worden behandeld in de vergadering van het verbondsbestuur.

Werkloosheidsraad
De Nederlandse Werkloosheidsraad heeft medegedeeld dat zij een commissie gaat vormen, die onderzoek gaat doen naar de werklozenverzekering en werklozenzorg. Deze commissie zal voorstellen maken en zo nodig indienen bij de regering. Het NVV besluit Stenhuis in deze commissie te benoemen. Stenhuis wil graag in een volgende verbondsbestuursvergadering overleggen over het standpunt dat hij in de commissie zal innemen.


1922, 7 juli

---


1922, 14 juli

Commissie Werkloosheidsverzekering
Stenhuis deelt mee, dat de commissie inzake de werkloosheidsverzekering het standpunt heeft ingenomen, dat de werkloosheidsverzekering intact moet blijven. De Borde stelde in de commissie, dat er evenwicht moest komen tussen inkomsten en uitgaven, maar hij stemde ermee in, dat er in deze crisis een hogere subsidie van het rijk moet komen. Gerritsz sprak van 150%, maar Stenhuis heeft het standpunt ingenomen, dat zoveel moet worden gegeven, dat de bonden reglementaire bepalingen kunnen nakomen. Daarnaast heeft hij gezegd, dat de uitgetrokkenen ook via de vakbonden geholpen moeten worden. Op 22 juli zal de commissie opnieuw bijeenkomen om te trachten een definitief voorstel te formuleren.


1922, 28 juli

Werkloosheidsraad
Het advies van de kleine commissie over werklozenzorg in de aanstaande winter zal op 26 augustus behandeld worden in de Werkloosheidsraad.

Werkloosheidsverzekering
De werkloosheidskassen van de Fabrieksarbeidersbond hebben bericht ontvangen van de minister, waarin deze meedeelt dat leden van de kassen die langer dan 6 maanden in een ander bedrijf hebben gewerkt, verplicht moeten bedanken voor de kas en tevens hun rechten verliezen. Dit leidt tot moeilijkheden voor de Fabrieksarbeidersbond. Veel leden werken wegens slapte in andere bedrijven, zodat niet kan worden vastgesteld tot welke organisatie zij behoren. Bovendien nemen andere bonden de leden niet zomaar over. Veelal wordt door fabrieksarbeiders losse arbeid verricht, zonder dat dit transportarbeid kan worden genoemd. Arbeiders veranderen niet van beroep, maar pakken alles aan wat ze kunnen krijgen. De regeling van de minister leidt er dus toe, dat velen bij werkloosheid geen uitkering zullen ontvangen. Voor het NVV is het moeilijk hier iets aan te doen, aangezien dergelijke gevallen zich hoofdzakelijk voordoen bij de Fabrieksarbeidersbond.


1922, 1 september

werkloosheidsverzekering
Op 26 augustus is in de Werkloosheidsraad het advies aan der regering inzake de werkloosheidsverzekering vastgesteld.
In verband met het advies van de Werkloosheidsraad was er op 31 augustus een vergadering met de hoofdbesturen van de aangesloten bonden met gesubsidieerde werklozenkassen.


1922, 18 september

---


1922, 22 september

ziekenfondsen
Er is een bespreking geweest met de andere vakcentrales over meer eenheid in het ziekenfondswezen. Het RKV wil haar ziekenfondsen in ieder geval niet opgeven.

werkloosheidsverzekering
Op een onderhoud met het RKV is bepaald welk gezamenlijk standpunt ingenomen zal worden bij de conferentie met de minister over de werkloosheidsverzekering. Deze conferentie is inmiddels achter de rug. Het standpunt is nogmaals schriftelijk aan de minister medegedeeld.


1922, 6 oktober

Werkloosheidsraad
De subsidie voor de Werkloosheidsraad wordt in de begroting sterk verminderd. Besloten wordt er bij de gemeenten op aan te dringen een buitengewone vergadering van de Werkloosheidsraad bijeen te roepen.


1922, 20 oktober

werkloosheidsverzekering
Er is op 18 oktober een bespreking geweest met de kamerfractie inzake de eisen die Van den Tempel zal eisen in zijn interpellatie. Voor wat betreft de werkloosheidsverzekering zal het volgende geëist worden:
1. de subsidie voor de werklozenkassen wordt verhoogd van 100 tot 200% als zij hun reglementaire verplichtingen niet kunnen nakomen
2. er wordt een regeling getroffen waardoor de verzekerde arbeiders niet minder krijgen dan de niet-verzekerden
3. kassen die ook met 200% subsidie niet toekunnen, zullen op bijzondere wijze worden gesteund.
Over de steun zal geëist worden dat van rijkswege een algemene steunregeling wordt ingevoerd, krachtens welke uitgetrokkenen en niet-verzekerden worden gesteund en waarbij gemeenten zich kunnen aansluiten. De regeling van de uitkeringen moet door de regering worden vastgesteld en deze moet minimaal 50% van de kosten van de regeling dragen. De gemeenten kunnen voor eigen rekening een toeslag op de uitkering verstrekken.

gemeentelijke werkloosheidsfondsen
Op 19 oktober is er een vergadering geweest met de Vereniging van Gemeentelijke Werkloosheidsfondsen. Daar is gesproken over de vraag, wat er moet gebeuren als er in 1923 nog altijd buitengewone werkloosheid blijft heersen. De kassen zullen dan niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen.


1922, 3 november

---


1922, 17 november

Nationale Vereniging tegen de Werkloosheid
Bovengenoemde organisatie heeft laten weten, dat in kleine commissie een schema zal ontwerpen voor de wettelijke regeling van de werkloosheidsverzekering. Op die manier zou zij, indien de Minister van Arbeid weer om advies komt vragen, er een plan zijn dat bij de Raad kon worden ingediend. De commissie bestaat uit E.M. Meyers (voorzitter), J. Gerritsz (secretaris), J.Th. Nykamp, F.J.H. Spier, M. Triebels, C.J. baron van Tuyll van Serooskerken en F. v.d. Wal.

ziekenfondsen
Kupers deelt mee dat er weer een overleg is geweest met de vertegenwoordigers van de vakcentrales, het Centraal Overleg in Arbeidszaken, de Landelijke Federatie ter behartiging van de belangen van het Ziekenfondswezen en de Maatschappij tot bevordering der Farmacie over het ziekenfondswezen. Besloten is tot het vormen van een kleine commissie, die de zaak nader zal bestuderen.

werkloosheidsverzekering
Er zal een vergadering met de kassen worden gehouden over de circulaire die de minister aan de Commissie van Advies heeft gezonden. In deze circulaire wordt het standpunt dat de minister in de Kamer heeft ontwikkeld, nader uiteengezet.

interpellatie Van den Tempel
In verband met de interpellatie van Van den Tempel is op 16 november gedemonstreerd in Den Haag. Kupers en Van de Walle hebben bij deze demonstratie het woord gevoerd.


1922, 1 december

Nationale Vereniging tegen de Werkloosheid
De commissie van bovengenoemde vereniging heeft rapport uitgebracht over de werkloosheidsverzekering. Zij is tot eenzelfde systeem gekomen als de vakcentrales, maar dan zonder een crisisfonds. Inmiddels is wel gebleken dat de werkgevers niet mee willen doen, maar Triebels ging het toch nog een keer proberen

werklozenzorg
RKV en NVV zullen gezamenlijk een onderhoud aanvragen bij de minister van Arbeid over de kassen die aan 200% subsidie niet voldoende hebben.


1922, 14 december

---


1922, 22 december

werkloosheidsverzekering
Het RKV en NVV hebben schriftelijk aan de minister gevraagd hulp te bieden aan kassen die met 200% subsidie geen uitkeringen kunnen doen.

Commissie van Advies werkloosheidsverzekering
De minister van Arbeid heeft verzocht op te geven wie het NVV wil aanwijzen om deel te nemen in bovengenoemde commissie. Gekozen is voor: H.J. Bruens, plaatsvervanger E. Kupers; G.J.A. Smit Jr., plaatsvervanger F.M. Verdorst; J. v.d. Tempel, plaatsvervanger N. Walop.


1923, 5 januari

werklozenzorg
Het partijbestuur van de SDAP is bereid samen met het NVV provinciale vergaderingen te beleggen over de nieuwe circulaire van de regering.

reorganisatie sociale verzekering
Er is voor dit onderwerp een commissie benoemd uit SDAP en NVV. Deze is nog niet bij elkaar geweest, omdat Van den Tempel niet was benaderd door het partijbestuur en vervolgens geen tijd bleek te hebben. Nu heeft Schaper zitting in de commissie genomen in zijn plaats.

werkloosheidsverzekering
Op 4 januari is vergaderd met de bondsbesturen met gesubsidieerde werklozenkassen over de circulaire van de minister van Arbeid. Besloten is aan de andere vakcentrales voor te stellen, dat als de minister zich zo weinig aan de vakbondskassen gelegen laat liggen, men zich moet beraden over de vraag of de werklozenkassen wel in stand kunnen worden gehouden.


1923, 19 januari

congres werkloosheidsverzekering
Op 17 januari heeft in Den Haag een demonstratief congres plaatsgehad van het NVV, RKV, ANV en NAS inzake de werkloosheidsverzekering. Er is een gezamenlijke resolutie aangenomen en er is een onderhoud aangevraagd met de ministers van Binnenlandse Zaken, Financiën en Arbeid.
Moltmaker betreurt het, dat Stenhuis heeft toegelaten dat het RKV zo’n grote rol heeft gespeeld op dit congres. Stenhuis legt uit dat dit bewust gedaan is; men wilde het RKV in een positie brengen dat zij sterk stelling moest nemen tegen de regering. Dat is ook gebeurd. Nu zal eerst de audiëntie worden afgewacht. Levert dat te weinig op, dan zullen afzonderlijke kamerleden benaderd worden. Ook kan een al dan niet gezamenlijke demonstratie worden overwogen.

Op 16 juni hebben Stenhuis en Nykamp van het RKV een officieuze bespreking gehad met Triebels. Deze had namelijk op de laatste bijeenkomst van de Werkloosheidsraad terloops te kennen gegeven, dat hij wel iets voelde voor een regeling waarbij de werkgevers aan de werkloosheidsverzekering zouden bijdragen. De naam crisisfonds zou dan echter gewijzigd moeten worden in Centraal Reservefonds. Zij bezwaar was echter dat de ongeorganiseerden zich niet konden verzekeren. Hij wilde een regeling waarbij ook de ongeorganiseerden zich konden aansluiten, terwijl leden van de vakbonden dan een hogere uitkering zouden krijgen. Stenhuis heeft beloofd deze kwestie op de bestuursraadsvergadering en op de volgende verbondsbestuursvergadering aan te snijden

reorganisatie sociale verzekering
Vanavond zal bovenstaande kwestie worden besproken met het partijbestuur en de kamerfractie van de SDAP. Het wordt een vrijblijvende bespreking. Hierna zal het NVV haar standpunt bepalen.

werklozenzorg
Op 10 januari is er een bespreking geweest met NVV (v.d. Walle), RKV en de minister van Binnenlandse Zaken over de door de vakcentrales aan de minister gezonden brieven.


1923, 23 januari

---


1923, 9 februari

---


1923, 21 februari

werkloosheidsverzekering
Op 15 februari heeft het NVV een brief ontvangen van de minister van Arbeid. Daarin verklaart deze, dat de regering bereid is mee te werken aan de tegemoetkoming van de wensen van de vakbeweging, voor zover dat mogelijk is binnen haar financiële beperkingen. Ook wil de regering met sommige bepalingen soepeler omgaan, dan oorspronkelijk gepland was. Daarnaast wil de regering geld beschikbaar stellen voor kassen die niet voldoende hebben aan 200% subsidie. Aan de andere wensen kon de regering niet voldoen. Naar aanleiding van dit schrijven is er een onderhoud geweest met de minister. Het NVV kon er niet veel meer aan veranderen, omdat verschillende bonden al vergaande toezeggingen hebben gedaan. NVV zal weer overleg voeren met de andere vakcentrales, maar verwacht niet dat het RKV nog iets wil proberen en in een optreden met allen het NAS en het ANV ziet men niet veel heil. Het liefst wil zij samen met het RKV de kwestie nogmaals in de Kamer aan de orde stellen. Vermoedelijk wil het RKV dat niet. Dan moet het NVV erover nadenken, of men het alleen aandurft.
V.D. Walle stelt dat hij het gevoel heeft dat het de regering niet veel kan schelen of de kassen worden opgeheven. Hij stelt wel dat een optreden in het parlement toch van zeer groot belang is voor de uitgetrokkenen. Stenhuis meent dat een parlementair optreden alleen onvoldoende is. Besloten wordt bij enige grote bonden te polsen of zij iets voelen voor een demonstratief congres.


1923, 8 maart

werkloosheidsverzekering
Op 22 februari is weer gesproken met de andere vakcentrales. De Rooms Katholieke Vakcentrale (RKV) wilde alleen aandringen op meer subsidie, wanneer dit kon binnen de grens van het uitgetrokken bedrag van 6,1 miljoen. NVV heeft nagegaan dat de subsidie nog lang niet zo hoog is. Daarom heeft men de regering nogmaals om een onderhoud verzocht. Het Nationaal Arbeids Secretariaat (NAS) ging akkoord met het voeren van werklozenagitatie. RKV en ANV namen nog geen beslissing. In een tweede bespreking is het volgende actieplan opgesteld:
  • optreden in het parlement van de kamerleden Kuiper, Van Rysewijk, Van den Tempel, Brautigam en eventueel Oud
  • gemeenschappelijk congres
  • gemeenschappelijke openbare vergaderingen in de grote steden en provinciesteden
Het RKV stelde dat zij kamerleden niet kon dwingen namens de vakbeweging het woord te voeren in de Kamer. Zij kon er wel om vragen. RKV wilde echter liever de verbeteringsvoorstellen van de minister van Binnenlandse Zaken afwachten. ANV antwoordde dat Oud bereid zou zijn actie in het parlement te voeren.
NVV besluit om een congres te beleggen in samenwerking met de SDAP, indien de kamerfractie bereid is in het parlement op te treden.

reorganisatie sociale verzekering
Stenhuis deelt mee dat er weer een oriënterende bespreking is geweest met de SDAP en Lindner. Kupers blijft voorlopig in de Hoge Raad van Arbeid het standpunt verdedigen, dat tot nu toe door het NVV werd ingenomen. Danz merkt op, dat vaak gedaan wordt alsof het de schuld van het NVV is dat de ziekteverzekering er nog niet is. Daar moet tegenin worden gegaan. Kupers belooft dat hij over de zaak zal schrijven.


1923, 23 maart

werkloosheidsverzekering
Op 19 maart is er een onderhoud geweest van de vakcentrales met Folmer. Namens het NVV was Stenhuis aanwezig. Folmer liet weinig los. Het NVV heeft verzocht haar schrijven door te sturen naar de commissie van advies. Het Nationaal Arbeids Secretariaat (NAS) wil graag verder samenwerken zonder het Rooms Katholiek Vakverbond (RKV), maar het NVV ziet daar niets in.
Vervolgens is er een onderhoud geweest met de SDAP. Van den Tempel en de leden van het partijbestuur wilden geen actie voeren in het parlement. Het NVV wil dan ook geen congres organiseren met de SDAP. Besloten wordt een vergadering te beleggen met een aantal bestuurdersbonden, hoofdbesturen en districtsbestuurders.

Sociale verzekering
Er is op 12 maart wederom een bespreking geweest tussen SDAP, NVV en Lindner. Besloten is een kleine commissie te vormen, bestaande uit Vliegen, Kupers en Lindner, om te trachten overeenstemming te verkrijgen.


1923, 13 april

steun
Er doen geruchten de ronde, dat de minister van Binnenlandse Zaken voornemens zou zijn de steun tijdens de zomer stop te zetten. Het NVV heeft een brief gestuurd waarin gevraagd wordt dat niet te doen.
Naar aanleiding van de interpellatie-Van den Tempel is er een vergadering geweest met een aantal bestuurdersbonden, hoofdbesturen en districtbestuurders. Besproken is hoe de werklozenzorg in verschillende gemeenten precies is geregeld en op welke manier de voorwaarden die de minister stelt de autonomie van de gemeenten aantasten.


1923, 27 april

steun
De minister van Binnenlandse Zaken heeft bericht dat er geen plannen bestaan om de uitkeringen van de regering aan werkloze arbeiders stop te zetten. Slechts in die gemeenten waar de omstandigheden stopzetting rechtvaardigen, zal daartoe worden overgegaan.

reorganisatie sociale verzekering
Kupers deelt mee, dat een kleine commissie bijeen is gekomen in de Tweede Kamer. Besloten is dat Lindner en Kupers zullen trachten een gezamenlijk standpunt te formuleren. Gepoogd wordt nu overeenstemming te bereiken over een plan, om landelijke bedrijfsorganisaties te vormen met in iedere plaats een eigen afdeling. In grote plaatsen zou dan, indien noodzakelijk, voor ieder bedrijf een organisatie komen, terwijl door een federatie onderling verband tot stand zou worden gebracht. Alles zal staan onder leiding van een hoofdvereniging. Lindner en Kupers zullen dit verder uitwerken.


1923, 15 mei

werkloosheidsverzekering
De conceptmemorie inzake de wettelijke regeling der werkloosheidsverzekering wordt besproken. Stenhuis licht toe dat de werkgevers alleen bereid zullen zijn premie te betalen, indien de ongeorganiseerden tot de kassen worden toegelaten. Doet het NVV niet mee, dan vreest Stenhuis dat er een regeling tegen de wil van het NVV komt, of een ambtelijke regeling. Een andere overweging is dat de bonden de contributie moeten verlagen en dat kan alleen als de werkgevers meebetalen aan de werkloosheidsverzekering. Het RKV heeft verder geargumenteerd dat de werkloosheidsverzekering een belangrijke factor is tegen loondruk. Daarom is het ook belangrijk dat ook de ongeorganiseerden een uitkering krijgen.
Danz is bang dat deze regeling het niet-georganiseerd zijn zal bevorderen. Hij wil dat men zich tot het uiterste verzet en als het niet anders kan, moet de werkloosheidsverzekering buiten de organisaties om geregeld worden, zodat die dan een toeslag aan leden kunnen geven. Smit is ook tegen; zo worden alle bonden over één kam geschoren. Smit voelt meer voor de verplichte werkloosheidsverzekering. Stenhuis denkt dat als ongeorganiseerden toetreden tot de kassen, zij ook wel voor de organisatie te winnen zijn. Van de Walle is bang dat de regering de werkgeverspremie zal willen misbruiken om zelf minder te betalen. Bruens is van mening dat de regeling er toch wel komt, met of zonder het NVV. Hij meent dat gezien deze omstandigheden de voorgestelde regeling de beste is. Uiteindelijk wordt geen overeenstemming bereikt en de beslissing uitgesteld naar een volgende vergadering


1923, 8 juni

Invaliditeitswet
De bestuurdersbond Assen berichtte dat sinds maart geen rentezegels worden geplakt voor arbeiders in de werkverschaffing, vermoedelijk als gevolg van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bij een soortgelijk geval in de gemeente Eindhoven. Er is een schrijven gezonden naar de kamerfractie van de SDAP, waarin gevraagd wordt erop aan te dringen dat het plakken van zegels bij de werkverschaffing verplicht gesteld wordt. Inmiddels heeft ook de Verzekeringsraad zich tot de minister gewend met het verzoek om, wanneer van regeringswege subsidie wordt verstrekt aan werkverschaffing, daarbij te verzoeken zegels te plakken voor de arbeiders. De minister heeft aan de Verzekeringsraad laten weten dat hij daar niet toe bereid is.

werkloosheidsverzekering
Opnieuw komt de voorgestelde regeling ter sprake. Een meerderheid van het verbondsbestuur (F. van de Wal, L. van de Wal, F. van de Walle, Smit, Van Zutphen, Echelsheim) is tegen.


1923, 6 juli

werkloosheidsverzekering
Er is op 28 juni een bespreking geweest met het Rooms Katholiek Vakverbond (RKV), het Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV) en het Algemeen Nationaal Vakverbond (ANV) over de bekende memorie. De bonden aangesloten bij het RKV, CNV en ANV zijn akkoord gegaan. Nu blijkt dat het NVV tegen is, zullen zij hun standpunt heroverwegen. Inmiddels heeft het ANV zich bij het NVV aangesloten.

Stenhuis deelt mee dat het NVV in de Werkloosheidsraad heeft voorgesteld, dat men zich zou uitspreken over de werklozenzorg in 1924 en daarover advies zou uitbrengen aan de minister. NVV staat op het standpunt dat de situatie van 1923 gehandhaafd moet blijven, maar dat er meer gedaan moet worden voor groep C. Ook moeten enkele hiaten in de regeling worden opgevuld.

reorganisatie sociale verzekering
Kupers deelt mee dat de kleine commissie tot overeenstemming is gekomen. Binnenkort zal een communiqué aan de bladen worden verstrekt.
Op 4 juli is er een hoofdbesturenvergadering geweest ter bespreking van het preadvies van Commissie XI van de Hoge Raad van Arbeid. Daarbij is een inleiding gehouden door Kupers. De vergadering heeft zich met het standpunt van Kupers en Duys verenigd, zodat de leden van de Hoge Raad bij de bespreking in dit college hetzelfde standpunt zullen innemen.


1923, 20 juli

ziekteverzekering
De Bestuurdersbond Den Haag heeft gevraagd of de grote bestuurdersbonden kunnen worden uitgenodigd voor de besprekingen tussen NVV en SDAP inzake de ziekteverzekering. De meeste bestuurdersbonden hebben leden in de Raden van Arbeid en hebben daarom ervaring opgedaan met het onderwerp. Het NVV heeft geantwoord dat dit niet kan, maar dat men zal overwegen bij een hoofdbesturenvergadering over dit onderwerp ook de bestuurdersbonden van de grote steden uit te nodigen.

werkloosheidsverzekering
RKV en CNV hebben een nota met hun standpunten inzake de werkloosheidsverzekering verzonden naar de Nederlandse Werkloosheidsraad. Dit is voor kennisgeving aangenomen.

Sociale Verzekering
Ingekomen is een schematisch wetsontwerp van de kleine commissie waarin in grote lijnen is aangegeven, op welke wijze de sociale verzekering dient te worden uitgevoerd. Het schema zal aan de leden van het Verbondsbestuur worden toegezonden en in september worden besproken. Het heeft Smit verbaasd dat genoemd schema al in de pers verschenen is.


1923, 3 augustus

samensmelting Verzekeringsraad Den Haag en Arnhem
Met de besturen van het RKV, het CNV en het ANV is gesproken over deze samensmelting, waardoor zowel bezoldigde als onbezoldigde leden zullen aftreden. De onbezoldigde leden dienen nu gekozen te worden door de Raden van Arbeid. Omdat het slechts een formaliteit betreft, is afgesproken om aan alle onbezoldigde leden van de Raden van Arbeid een schrijven te richten, met het verzoek de door de vakcentrales voorgestelde kandidaten te kiezen.

reorganisatie sociale verzekering
Op 24 juni is er een bespreking geweest met de NVV-leden in de Hoge Raad van Arbeid. Gesproken is over het standpunt dat zij dienen in te nemen op de vergadering van de Hoge Raad van Arbeid waarin het rapport van Commissie XI besproken zal worden. Ook Wibaut was bij deze bespreking aanwezig. Er werd overeenstemming bereikt. Op de vergadering van de Hoge Raad hebben de NVV’ers allen het standpunt ingenomen, dat er in ieder bedrijf één bedrijfsvereniging moet komen, waaraan publiekrechtelijke bevoegdheid moest worden toegekend. Hierover staakten de stemmen. Het voorstel tot verplichte toetreding tot de ziekenfondsen is wel aangenomen.


1923, 17 augustus

werkloosheidsverzekering 1924
Naar aanleiding van de antwoorden die van de bonden zijn ontvangen inzake hun klachten over de huidige werkloosheidsverzekering wordt besloten, dat het NVV zich in hoofdzaak zal richten op de huidige regeling en alleen verbeteringen te vragen in plaats van nieuwe eisen te stellen.


1923, 31 augustus

werkloosheidsverzekering 1924
Er is een bijeenkomst geweest met de besturen van de werkloosheidskassen. Naar aanleiding daarvan zijn voorstellen gedaan aan de Werkloosheidsraad.


1923, 14 september

sociale verzekering
Het schema van de kleine commissie wordt besproken. Kupers heeft nog een bespreking met Lindner gehad. Zij achten het wenselijk de kleine commissie een permanent karakter te geven, al moet de commissie dan wel worden uitgebreid met een medisch deskundige. Stenhuis stelt voor het standpunt te bepalen inzake premiebetaling. De rooms-katholieke werkgevers willen geen premievrije verzekering meer. Smit vindt dat het NVV op dit punt niet kan toegeven. Kupers stelt dat dit geldt voor de ziekteverzekering, maar niet voor de invaliditeitsverzekering. Deze is nu premievrij, maar daar is het dan ook de verzekering naar. Het zou zo moeten zijn dat deze regeling ook in particuliere bedrijven wordt toegepast. Dat kan echter niet als NVV op het standpunt blijft staan, dat deze verzekering premievrij moet blijven. Wil men een behoorlijke verzekering, dan zullen de arbeiders moeten meebetalen. Moltmaker vindt het gevaarlijk van standpunt te veranderen. Voor een goede verzekering zoals Kupers die wil zouden de arbeiders een premie moeten betalen, die zij onmogelijk kunnen opbrengen. Bovendien moet men er rekening mee houden dat er nog altijd een Bond van Staatspensionering is.
Besloten wordt het oude standpunt te handhaven.


1923, 5 oktober

sociale verzekering
Op 21 september is er een bespreking geweest tussen het bestuur van NVV en het bestuur van de SDAP. Er werden op het schema geen aanmerkingen gemaakt. Binnenkort zal de kleine commissie weer bijeen komen.

werkloosheidsverzekering 1924
Op 28 september is er een vergadering geweest van de Werkloosheidsraad. Op de vergadering daarvoor was er vrij grote instemming met het plan om een adres te sturen waarin wordt gevraagd de regeling van 1923 te continueren. Nu is echter de miljoenennota verschenen en blijkt de regering van plan de werklozen die niet verzekerd zijn of uit de werklozenkas geen uitkering krijgen, door te sturen naar de armenzorg. Daarop is een nota van de vier werkgeversorganisaties gevolgd, die het daarmee eens zijn. De vakcentrales zijn nu genoodzaakt amendementen in te dienen. Dit alles betekent, dat de Werkloosheidsraad zijn functie heeft verloren; het is een dispuutcollege geworden. In het nieuwe advies, opgesteld door de secretaris van de Werkloosheidsraad, wordt voorgesteld dat slechts in uiterste noodzaak meer dan 100% moet worden gegeven. Ook daartegen zal het NVV zich verzetten.


1923, 26 oktober

werklozenzorg
Omdat de Werkloosheidsraad dit jaar geen advies uitbrengt inzake de werklozenzorg in 1924 heeft het NVV haar standpunten uiteengezet in een schrijven aan de regering. Het is ook aan de pers en de hoofdbesturen gezonden.


1923, 31 oktober

---


1923, 7 november

---


1923, 16 november

---


1923, 30 november

Vereniging gemeentelijke werkloosheidsfondsen
Ontvangen is een uitnodiging tot bijwoning der algemene vergadering van bovengenoemde vergadering. De preadviezen van de heren J. Bakker, J.G .Keesing en A. v.d. Steen zullen behandeld worden. Deze gaan over de vraag: moet de controle op de werklozen verbeterd worden door de werkgevers op de een of andere wijze bij de controle in te schakelen waarbij aangenomen kan worden dat de werkgevers in de verzekering bijdragen? Zo ja, op welke wijze?


1923, 21 december

---


1924, 11 januari

---


1924, 15 februari

---


1924, 7 maart

Werkloosheidsraad
1 maart is er een vergadering geweest van de Werkloosheidsraad. De Vereniging van Gemeentelijke Werkloosheidsfondsen had een voorstel ingediend inzake de wettelijke regeling van de werkloosheidsverzekering. Nolens stelde voor een commissie van rapporteurs aan te stellen, om de verschillende meningen te formuleren. Het NVV heeft betoogd, dat de organisaties dat beter zelf kunnen doen, waarna overeengekomen is dat de verschillende organisaties hun standpunten nog eens op schrift stellen. Stenhuis meent dat er geen reden is af te wijken van de eerste memorie van het NVV. Eventueel kan die eerst nog besproken worden in de bestuursraad.


1924, 21 maart

werkloosheidsverzekering
Naar aanleiding van de conceptmemorie inzake de wettelijke regeling van de werkloosheidsverzekering stelt Smit, dat het NVV altijd op het standpunt gestaan heeft, dat ook wanneer de arbeiders niet meebetalen, zei toch medezeggenschap moeten hebben. Hij ziet dat in deze memorie niet terug. Besloten wordt de tekst enigszins aan te passen.


1924, 4 april

---


1924, 18 april

steun
In Amsterdam is de steunregeling verslechterd. Gesproken is met de bestuurdersbond Amsterdam en met de betrokken wethouders. Wibaut en De Miranda zagen geen aanleiding de regeling niet door te voeren, omdat alle plaatselijke bonden akkoord zijn gegaan. Vervolgens is er een conferentie geweest met de bestuurdersbonden van Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht. Het bleek, dat overal wijzigingen aan de orde zijn, maar minder ingrijpend dan in Amsterdam. De maatregelen dienen vooral om misbruik tegen te gaan. Werklozen die langer dan een jaar werkloos zijn, zouden geen uitkering meer krijgen. Het NVV vindt echter dat nu ook de goeden de dupe worden en heeft een minder ver reikend tegenvoorstel gedaan.


1924, 2 mei

werkloosheidsverzekering
De minister van Arbeid heeft aan de Werkloosheidsraad meegedeeld, dat hij opdracht heeft gegeven tot het maken van een schema ontwerpwet. De minister zal te zijner tijd hierover het advies van de Werkloosheidsraad inwinnen. Het gaat vooral om de vraag of er een vrijwillige of een verplichte verzekering moet komen.

Van de Walle heeft een bespreking gehad met Gerritsz over de mogelijkheid tot herstel van de werkloosheidsverzekering. Dat zou mogelijk zijn door hogere subsidies en een langere uitkeringsduur. De steunregeling zou dan geliquideerd kunnen worden. Het NVV heeft erop gewezen dat de regering hier niet in zal meegaan. Besloten wordt een circulaire aan de bestuurdersbonden te richten met de vraag, of er verslechteringen zijn opgetreden in de steunregeling.


1924, 4 mei

rapport inzake sociale verzekering
Smit is het niet eens met het deel over beleggingen en zal schriftelijk formuleren, hoe het volgens hem wel zou moeten luiden.


1924, 23 mei

Nationale Vereniging tegen de Werkloosheid
Op 14 juni aanstaande zal een vergadering plaatshebben van de bovengenoemde vereniging over de preadviezen van I.G. Keesing en A.A. van Rhijn over de vraag: moeten de beginselen, waarop de tegenwoordige regeling van de werkloosheidsverzekering in Nederland berust, veranderd worden? Met in het bijzonder de vraag of een werkgeversbijdrage verplicht moet worden gesteld en of moet worden teruggekomen op het systeem van toeslagen op de contributies.

verplichte werkloosheidsverzekering
Het Dagelijks Bestuur van het NVV gaat over bovenbenoemd onderwerp enkele stellingen opstellen, die dan op de volgende verbondsbestuursvergadering behandeld zullen worden en vervolgens op de hoofdbesturenvergadering.


1924, 13 juni

Landelijke vereniging tot bestrijding van de gevolgen van de Werkloosheid
Stenhuis vraagt zich af of men zich zorgen moet maken over deze vereniging, die her en der leden tracht te winnen. Volgens Smit stelt deze vereniging niets voor.

Werkloosheidsverzekering
De Nederlandse Vereniging van Glas- en Aardewerkers heeft een schrijven ontvangen van de minister van Arbeid, waarin deze verzoekt om een gezegelde schuldbekentenis af te geven, waarin voornoemde vereniging verklaart een bedrag van f 111.000,- schuldig te zijn, als subsidie verstrekt over 1921 en 1922. Vermoedelijk hebben ook andere bonden een dergelijke brief ontvangen. Besloten wordt daarover inlichtingen in te winnen en dan de bonden bijeen te roepen om een gezamenlijk standpunt te bepalen. Indertijd is met minister Aalberse afgesproken, dat de bonden niet aansprakelijk gesteld zouden worden, maar dat is nog steeds niet geregeld. Er zal een onderhoud met minister Aalberse worden aangevraagd.

verplichte werkloosheidsverzekering
De conceptcirculaire voor de hoofdbesturen over bovengenoemd onderwerp wordt besproken. A. F. van de Wal stelt is tegen de verplichte verzekering als die inhoudt, dat vakverenigingen gedwongen worden ongeorganiseerden op te nemen. Ook is hij tegen een algemene kas, want als het een sociale verzekering wordt, moet iedereen meebetalen en moet het geld uit de belastingopbrengsten komen. Smit acht een werkloosheidsverzekering betaald door de staat uitgesloten. Hij acht het onmogelijk dat er voor Nederland een uniforme regeling komt. Ook denkt hij dat het niet mogelijk is om kantoorbedienden of technici in de industrie op te nemen in de regeling.
Stenhuis stelt dat het in ieder geval belangrijk is dat het NVV zich bij voorbaat uitspreekt en niet pas als de wet er al is. Stenhuis voelt wel voor een algemene kas, omdat de werkgevers meebetalen en de premie voor de arbeiders dus kan worden verlaagd. De burgers betalen mee in de vorm van een staatsbijdrage. Stenhuis meent dat ook overheidspersoneel moet meebetalen. Het toeslagstelsel moet worden afgewezen. Er zullen loonklassen moeten komen, en er zal geen rekening gehouden moeten worden met de werkloosheidsfrequentie. L. van der Wal wil wel een toeslagregeling, dat is wenselijk als bindmiddel. De uitkeringsbijdragen bij een wettelijke regeling zullen minimaal zijn. Van Hinte vreest dat overheidspersoneel niet zal willen meebetalen, omdat dan hun loonsvoorwaarden in het gedrang komen. Van Hinte wil deze kwesties liever eerst in het hoofdbestuur bespreken. Moltmaker zegt dat hij de richting die het NVV nu opgaat met man en macht zal bestrijden. Er moeten niet op groepen meerdere lasten gelegd worden, daar is geen rechtsgrond voor. Brautigam meent dat de groepen niet het belangrijkste zijn, en dat men zich moet concentreren op het bestrijden van de werkloosheid. Het is belangrijk dat de zekerheid bestaat, dat bonafide werklozen genoeg uitkering ontvangen om in hun levensonderhoud te voorzien. Wat F. van der Wal wil, is ten aanzien van verschillende bedrijven niet mogelijk. Wel moeten de risico’s gespreid worden. Brautigam sluit zich aan bij L. van der Wal inzake het bijslagstelsel. F. van der Wal meent dat wat Stenhuis wil, niet uitvoerbaar is. Men zal later aangewezen zijn op bedrijfsformaties. Wanneer de verplichte verzekering er komt, zal zij zich in eerste instantie beperken tot enkele bedrijven. Het is zelfs de vraag of het niet beter is vast te houden aan de bestaande situatie. Stenhuis is het eens met Brautigam. Organisaties zullen opkomen voor de belangen van hun leden, maar moeten wel verder zien dan eigenbelang. Als het overheidspersoneel niet meedoet, dan kunnen de anderen het standpunt innemen, dat de wachtgeldregeling afgeschaft moet worden. Daarvoor betalen anderen ook. De circulaire moet echter anders gesteld worden, als de eigen organisaties er tegen zijn.
Kupers meent, dat allereerst de vraag dient te worden gesteld, of de arbeiders verantwoordelijk zijn voor de werkloosheid. Dat is niet het geval. Daarom moet de overheid de verzekering betalen. Besloten wordt, dat punt A van de ontwerpcirculaire, als volgt geformuleerd zal worden:
“De verplichte verzekering moet worden opgebouwd op iedere industrietak afzonderlijk (met uitzondering van het administratieve en technische personeel).”
F. van der Wal meent, dat er beroepskassen moeten komen. Stenhuis wil dat open laten voor latere uitwerking.

punt D. Wanneer besloten wordt tot een verzekering per bedrijf, zal dan begonnen moeten worden met een beperkt aantal bedrijven, of zullen dadelijk voor alle bedrijven gelijke kassen met verplicht lidmaatschap moeten worden opgericht? Besloten wordt te antwoorden: “voor alle bedrijven”.

punt E. Wanneer besloten wordt tot het oprichten van een beperkt aantal kassen, zullen deze dan gebouwd moeten worden op het beroep, de industrie of de industrietak? Besloten wordt: “de industrie-tak (met uitzondering van kantoorpersoneel)”.

punt F. Zullen in dit geval in de bedrijven, waarvoor de verplichte verzekering niet wordt ingevoerd, vrijwillige werklozenkassen moeten blijven bestaan? Antwoord: “de verplichte verzekering moet voor alle bedrijven worden ingevoerd, maar wanneer de invoering slechts voor een deel geschiedt, dan moet de vrijwillige verzekering daar waar de verplichte verzekering niet is ingevoerd, gehandhaafd blijven”.

punt G. Zal bij de verplichte verzekering ook de staat of de gemeente bijdragen? Antwoord: “zowel de werkgevers als de overheid moeten bijdragen en wel op basis van 3/10 arbeiders, 3/10 werkgevers en 4/10 overheid”.

punt H. Welke positie moeten de vakverenigingen bij de verplichte verzekering vervullen? Antwoord: “aan de vakverenigingen moet een behoorlijke vertegenwoordiging worden toegekend in de plaatselijke uitvoeringorganen en in het Nationaal Bestuur”.

punt I. Is de verplichte verzekering mogelijk zonder dat daaraan een wettelijke regeling van arbeidsbemiddeling vooraf is gegaan? Antwoord: “Ja”.
Voorts wordt het standpunt ingenomen, dat er goede uitkeringen moeten komen en dat er dan geen toeslagkas mag zijn. Ook zal worden aangedrongen op de stichting van een crisisfonds, hetgeen gevormd zou moeten worden door de storting van een bepaald percentage van de bijdragen met een extra toeslag van het rijk

commissies Bruens
Omdat Bruens is overleden, moeten verschillende plekken in commissies worden opgevuld. Kupers wordt voorgedragen voor de Rijkscommissie van advies inzake de werkloosheidsverzekering en F. van de Walle als plaatsvervangend lid. Voorts P. Danz als lid van de Hoge Raad van Arbeid en K. de Jonge als plaatsvervangend lid. R. Stenhuis als lid van de Centrale Commissie voor de Statistiek en L. van der Wal als plaatsvervanger van Smit in de commissie van advies inzake de werkloosheidsverzekering.


1924, 4 juli

Voorontwerp nieuwe Ziekte- en Ongevallenwet
De Hoge Raad van Arbeid berichtte dat de Minister van Arbeid een nieuw wetsontwerp Ziekte- en Ongevallenwet aanhangig heeft gemaakt. De Hoge Raad van Arbeid heeft preadvies gevraagd bij Commissie XI. Dit preadvies zal op 10 september in de Hoge Raad behandeld worden.

werkloosheidsverzekering
Smit deelt mee, dat in de Commissie van Advies een voorstel aan de orde komt van de minister, om over het tweede halfjaar sommige bonden niet meer dan 100% te geven, op grond van de uitkomsten van het eerste halfjaar. Smit zal zich hiertegen verzetten. F. van der Wal klaagt dat voor zijn bond niets gedaan wordt ten aanzien van de werkloosheidsverzekering. Stenhuis antwoordt, dat dit aan de typografenbond zelf ligt.


1924, 18 juli

reorganisatie Hoge Raad van Arbeid
De minister heeft een commissie gevormd om te onderzoeken of een reorganisatie van de Hoge Raad nodig is. Ook Stenhuis zit in die commissie. Stenhuis zegt dat het verbondsbestuur hier binnenkort over moet spreken. Naar zijn oordeel moet er een betere evenredige vertegenwoordiging komen van de vakbeweging. De vakbeweging en werkgevers zouden mede het budget moeten betalen. Voorts zou iedere groep een eigen secretaris moeten kunnen aanwijzen, terwijl de vakbeweging zijn eigen leden moet kunnen kiezen. Besloten wordt er later op terug te komen.

Commissie XI Hoge Raad van Arbeid
Kupers deelt mee, dat Commissie XI vergaderd heeft. Men wilde niets weten van het rapport Sociale Verzekering NVV-SDAP en was ook gekant tegen verplichte toetreding. Dit zou grote verbrokkeling betekenen, waartegen het NVV, wanneer deze zaak in de Hoge Raad komt, sterk moet ingaan.


1924, 1 augustus

---


1924, 5 september

Reorganisatie Hoge Raad van Arbeid
Stenhuis heeft een reorganisatieschema ontworpen. Hij wil de Hoge Raad het recht geven aanbevelingen op te stellen en zijn taak uit te breiden met advies over economische aangelegenheden. De Nijverheidsraad kan dan worden opgeheven. Smit denkt dat de uitwerking van Stenhuis niet goed is. De Hoge Raad blijft daarin een tussenschakel in het parlementaire werk. Men zou van de Hoge Raad een economisch parlement moeten maken, met werkgevers, werknemers en politici. Het ambtenarenelement hoort er niet in thuis. L. van der Wal meent, dat de taak van de Hoge Raad te veel omvattend is. Ook hij vindt dat de ambtenaren eruit moeten. Stenhuis heeft daar geen bezwaar tegen, maar vindt dit een zaak van ondergeschikt belang. De strijd moet uitgevochten worden op het terrein van bevoegdheden. Hij verzet zich tegen een begrenzing van de taken van de Hoge Raad; de Hoge Raad moet zelf bepalen wat er te doen valt. De Hoge Raad moet een lichaam worden, dat past in het kader van de bedrijfsorganisatie. Kupers verwacht dat er geen steun te krijgen is voor een voorstel om alle ambtenaren eruit te gooien. In het voorstel van Stenhuis wordt het aantal ambtenaren al flink verminderd.
Stenhuis stelt voor, twee voorzitters te laten benoemen, een uit de arbeiders en uit de werkgevers. Wil men dat niet, dan kan Stenhuis altijd nog de concessie doen een regeringsvoorzitter te kiezen uit kandidaten van werkgevers en werknemers.

Ziekte- en Ongevallenwet
Kupers zet de bezwaren uiteen, die kleven aan het wetsvoorstel dat nu aanhangig is gemaakt. Hij acht het een slecht voorstel, omdat het versnippering in de hand werkt. Ook werkgeversorganisaties krijgen het recht, bedrijfsverenigingen op te richten, waarvan het bestuur voor de helft uit werkgevers en voor de helft uit werknemers zou bestaan. Dat zou kunnen leiden tot vreemde combinaties. Bovendien wordt de Ongevallenwet uit elkaar gehaald. De medische controle blijft in deze opzet hetzelfde.
Stenhuis acht het wenselijk, dat Kupers en Duys een tegenvoorstel doen. Kupers wil trachten, door amendering de verplichte toetreding voorgeschreven te krijgen. De Landarbeidersbond is tevreden over de Landbouwongevallenwet, waar acht bedrijfsverenigingen bestaan. Wanneer het minimum loonbedrag wordt opgevoerd tot 40 miljoen per bedrijfsvereniging, kan versnippering worden voorkomen. Het NVV was overeengekomen dat 80% zou worden uitgekeerd, maar in het voorstel staat 70%. Dat is niet een succes van de werkgevers, maar eigen initiatief van de minister, om de industrie niet te zwaar te belasten. Kupers zal hiertegen stelling nemen in de Hoge Raad. Stenhuis vraagt of Kupers in de plenumzitting van de Hoge Raad een grote rede wil houden, waarin het NVV-program verdedigd wordt. Dat wil Kupers wel, maar zijn rede mag niet gepubliceerd worden in Het Volk, want de vergaderingen zijn niet openbaar. Wel zal hij er in Het Volk enkele artikelen aan wijden. Smit zegt, dat de kantoorbedienden momenteel 100% van hun loon ontvangen bij ziekte. Kupers zal daar in de Hoge Raad de aandacht op vestigen.


1924, 19 september

werkloosheidsverzekering
Het dagelijks bestuur stelt voor om met de kasbesturen te bespreken, of er een actie begonnen moet worden om de uitkeringsduur weer te herstellen zoals die vroeger was. Zij wil de hele werkloosheidsverzekering weer in de oude banen terugbrengen. Dan moeten wel de crisisregelingen worden opgeheven. F. van der Wal denkt dat dit voor de typografen een verslechtering betekent. Stenhuis wijst erop, dat het nu zo is, dat zij die zich verzekerd hebben, een jaar van de crisiscommissie trekken en daarna naar de armbesturen worden doorverwezen. Kupers stelt, dat de propaganda van de bonden belemmerd wordt, omdat de ongeorganiseerden soms hogere uitkeringen krijgen dan de georganiseerden. Besloten wordt de kwestie in een vergadering met de kasbesturen te bespreken.

Ziekte- en Ongevallenwet
Moltzer heeft een afdruk gestuurd van zijn artikel in de Sociale Gids, waarin hij pleit voor de instelling van een commissie, die bovengenoemd vraagstuk in zijn geheel bestudeert. Besloten wordt Moltzer te antwoorden dat het verbondsbestuur hier geen heil van verwacht. Het Verbondsbestuur wil ook niet het hele wetsontwerp verwerpen, maar zal trachten de leemtes daaruit te verwijderen


1924, 10 oktober

werkloosheidsverzekering
Stenhuis deelt mee, dat eind oktober de kwestie van herstel van de werkloosheidsverzekering aan de orde zal komen in de Werkloosheidsraad. Voor die tijd moet het NVV dus haar standpunt bepaald hebben. Daarom wordt op 20 oktober een hoofdbesturenvergadering belegd.


1924, 17 oktober

werkloosheidsverzekering
Op 25 oktober zal in de Nederlandse Werkloosheidsraad vergaderd worden over het voorstel van de Vereniging van Gemeentelijke Werkloosheidsfondsen om de reglementen van 1922 weer van kracht te laten worden. Stenhuis deelt mee dat het dagelijks bestuur er voor is, de situatie van 1922 te herstellen. De plaatselijke regelingen die nu bestaan komen vooral de ongeorganiseerden ten goede en doen afbreuk aan de werfkracht van de vakbonden. Echelsheim denkt dat de regering geen hogere bijdragen zal willen verstrekken. Stenhuis geeft toe dat de regeling van 1922 meer zal kosten. F van der Wal is tegen, omdat teruggang naar de oude regelingen de typografen zal benadelen. Stenhuis stelt dat dit niet geldt voor andere groepen. Kupers betoogt dat de huidige crisisregeling in ieder geval zal verdwijnen. Daarom moet een poging gedaan worden de regeling van 1922 te behouden. Ook zou het NVV ervoor kunnen ijveren, dat de uitkeringen van het Burgerlijke Armbestuur voortaan door bemiddeling van de bonden worden gedaan. Stenhuis stelt, dat de nieuwe regeling in een keer voor alle bonden moet gelden. Voor industrietakken met een structureel teveel aan arbeiders moet een tijdelijke regeling getroffen worden, maar deze arbeiders moeten geleidelijk aan overgaan naar andere bedrijven. Van de Walle merkt op, dat de huidige regelingen steeds verder verslechteren en dat dit erop wijst, dat de regering en de gemeenbesturen er vanaf willen. Daarom moet actie gevoerd worden om de vroegere toestand te herstellen. Danz ziet het voordeel er niet van in. Men wil door herinvoering van de oude regeling ongeorganiseerden trekken, maar deze zullen op deze manier juist vijandig tegenover de bonden komen te staan. Stenhuis meent dat wanneer de regering de steunregeling opheft, de bonden daar niets tegen kunnen doen. Hij wil daarom pogingen aanwenden, de kassen weer op peil te brengen. Echelsheim constateert meningsverschil. Dat zal nog groter zijn in de hoofdbesturenvergadering. Hij acht het daarom het beste dat in die vergadering wordt meegedeeld, welke standpunten de leden van het verbondsbestuur innemen.

Hoge Raad van Arbeid
De minister van Arbeid heeft voorgesteld, de zittende leden tot 1 januari in functie te laten in plaats van 1 november in verband met de reorganisatieplannen. Stenhuis is de enige die in de Hoge Raad voorstellen heeft ingediend. Deze werken afgekeurd door de werkgevers; zij willen alleen zelfstandigheid van de Hoge Raad in sociale zaken, de Nijverheidsraad intact houden en de Werkloosheidsraad opheffen.


1924, 31 oktober

werkloosheidsverzekering
Stenhuis deelt mee, dat het NVV zich in de vergadering van de Werkloosheidsraad achter het voorstel heeft geschaard om de regeling van 1922 te herstellen. Wel heeft het Verbond zich verzet tegen opheffing van de huidige plaatselijke regelingen. Over het eerste voorstel is gestemd; de meerderheid van de Werkloosheidsraad ging ermee akkoord. De werkgevers wilden de steunregelingen opheffen, maar daarover is niet gestemd. Vervolgens is een concept opgesteld, bestemd voor de minister, waarin staat dat de Werkloosheidsraad de regeling van 1922 wil herstellen en de steunregelingen wil opheffen. Dat is niet het standpunt van het NVV en zij stelt dan ook enige wijzigingen in het concept voor.


1924, 14 november

steun
Er is een bespreking geweest met de Vereniging van Sociaal Democratische Gemeenteraadsleden, over de werkloze arbeiders. Overeengekomen is, dat de gemeenteraadsleden zullen trachten een regeling te treffen, waardoor de georganiseerden voorsprong hebben op de ongeorganiseerden. Ook zal erop worden aangedrongen, dat wanneer geen steunregeling wordt ingevoerd, de steunverlening aan de georganiseerden door het Burgerlijk Armbestuur op een minder grievende manier te organiseren.


1924, 28 november

---


1924, 19 december

werkloosheidsverzekering
Stenhuis deelt mee, dat in de vergadering van de Werkloosheidsraad door het NVV is opgetreden tegen de werkgevers. Deze hebben beterschap beloofd. Danz vraagt of er ook beslissingen zijn genomen over de voorstellen. Kupers antwoordt dat minister Aalberse het officiële bericht van de Werkloosheidsraad afwacht.


1924, 24 december

---


1925, 9 januari

sociale verzekering in Nederland
Het dagelijks bestuur wil een boekje uitgeven over sociale verzekering en de vakbeweging, waarin ook wordt aangegeven wat er in de toekomst moet gebeuren. Het voorstel wordt aangenomen.

Hoge Raad van Arbeid
Stenhuis deelt mee, dat een compromis is bereikt over de bevoegdheden van de Hoge Raad van Arbeid. Deze zal voortaan het recht hebben ongevraagd aanbevelingen op te stellen. Wanneer de minister de aanbevelingen negeert, heeft de Raad het recht van petitie. De werkgevers hebben er mee ingestemd, dat de Raad ook economische onderwerpen mag behandelen, zolang die betrekking hebben op arbeid.
Voor de samenstelling van de Raad zal NVV het volgende voorstel doen: alle vakcentrales moeten een vertegenwoordiging krijgen, categorale bonden mogen geen vertegenwoordiger aanwijzen en een kandidaat moet om gekozen te worden 1/20 van de uitgebrachte stemmen hebben verkregen.


1925, 2 februari

steun
De minister heeft een antwoord gestuurd op de vraag over de schuldbekentenissen door de bonden. Naar aanleiding hiervan zal het NVV de bonden adviseren in de schuldbekentenis een clausule op te nemen, waaruit blijkt dat niet de bondskassen maar de werkloosheidskassen de schuld zijn aangegaan en er dus voor verantwoordelijk zijn.
F. van der Wal klaagt nog, dat zijn organisatie de subsidie van het ministerie niet ontvangt, maar dat deze wordt omgezet in schatkistbiljetten. Hij zal informeren of andere organisaties daar ook last van hebben.


1925, 16 februari

Ziekte- en Ongevallenwet 1925
De afdeling Rotterdam van de Algemene Bond van Verzekeringsagenten, Ziekenfondsboden en Incasseerders is van plan een agitatie op te zetten om te trachten in de Ziekte- en Ongevallenwet te worden opgenomen. Het dagelijks bestuur is van mening dat aan deze zaak niets te doen is; de wet geldt alleen voor loonarbeiders en niet voor zelfstandigen. Besloten wordt daarom de agitatie niet te steunen.


1925, 2 maart

Internationaal Congres voor Ongevallengeneeskunde
Kupers deelt mee, dat het Internationaal Congres voor Ongevallengeneeskunde dit jaar gehouden zal worden te Amsterdam. Het congres wordt voor het eerst sinds 1914 weer georganiseerd. De Rijksverzekeringsbank zal subsidiëren, maar om die reden wil Centraal Beheer niets bijdragen. Het NVV besluit wel te subsidiëren.

Ongevallenwet
Lindner deelt mee, dat Schaper bij Boekman om inlichtingen heeft gevraagd over de Ziekte- en Ongevallenwet 1925. Boekman wendde zich vervolgens weer tot Lindner, als ex-lid van de commissie van NVV en SDAP van de sociale verzekering. De ex-commissie heeft aan Schaper laten weten dat zij meenden dat Schaper met beide leden een onderhoud zou moeten hebben. Schaper heeft dit afgewezen, omdat hij zelf wilde bepalen met wie hij zou praten. Het Verbondsbestuur zal Schaper het verkeerde van zijn optreden onder het oog brengen.


1925, 16 maart

---


1925, 6 april

steun
Er is een bespreking geweest met de bestuurdersbonden van de vier grote steden over de steunregeling. De wethouder te Rotterdam had zelf al het denkbeeld geopperd, de werkloosheidsregeling te herstellen in die zin, dat de bedragen die meer zouden worden uitgekeerd dan reglementair was voorgeschreven, door de gemeente zouden worden betaald. Daartegenover zou staan dat wanneer de uitkeringstermijn afliep, de uitgetrokkenen zonder meer naar het Burgerlijk Armbestuur (of Maatschappelijk Hulpbetoon) zouden worden verwezen. Over dit voorstel heeft de Rotterdamse Bestuurdersbond overlegd met het gemeentebestuur. Van tevoren heeft zij overlegd met het verbondsbestuur. Lührs nam het standpunt in, dat men niet akkoord kon gaan met verwijzing van alle betrokkenen naar maatschappelijk hulpbetoon. Verder heeft hij er op aangedrongen, dat de vier grote steden onderling overleg zouden plegen. Dat is gebeurd en waarschijnlijk komt nu van het plan van Rotterdam niets meer terecht.


1925, 28 april

Nationale Vereniging tegen de Werkloosheid
Op de Algemene Vergadering van de Nationale Vereniging tegen de Werkloosheid zullen de preadviezen van J.M. de Bosch Kemper, H.F. van Leeuwen en J. Oudegeest behandeld worden over de vraag: “is het gewenst uitvoering te geven aan het denkbeeld van de Staatscommissie over de Werkloosheid omtrent een z.g Barometer-Commissie en zo ja, op welke wijze moet dit geschieden?”

Hoge Raad van Arbeid
In de Hoge Raad is gesproken over de financiën. De arbeidersvertegenwoordigers staan op het standpunt dat de regering de Hoge Raad moet subsidiëren. Stenhuis is daartegen, omdat dan de zelfstandigheid van de Hoge Raad verloren gaat. Kupers vindt wel dat de regering moet betalen. Minister Aalberse heeft de Raad zelf ingesteld en er toen niet bijgezegd, dat de leden de kosten zouden moeten betalen. Dat gebeurt ook niet voor bijvoorbeeld de Tweede Kamer. Verder meent hij, dat het economisch parlement een afspiegeling is van de machtsverhoudingen. Hij verwacht weinig resultaat van de Raad. Moltmaker voelt er wel voor de organisaties te laten betalen, omdat het op die manier mogelijk is de financieel zwakke vakcentrales er buiten te houden. Stenhuis deelt mee, dat al besloten is dat alleen algemeen erkende centrales recht hebben op een plek in de Raad. Besloten wordt het standpunt in te nemen dat het Rijk alles moet betalen.


1925, 8 mei

Internationaal Congres voor Ongevallengeneeskunde
De congresorganisatie heeft laten weten dat het conflict met de werkgevers uit de weg is geruimd en dat zij nu wel bijdragen. Men wil nu overgaan tot de benoeming van een financiële commissie en vraagt of het NVV zich in verbinding wil stellen met het ANV, om te bepalen, wie de vertegenwoordiger van de vakbeweging wordt. Dat weigert het NVV. De congresorganisatie moet maar een vertegenwoordiger aanwijzen.

steun
Van de Walle doet verslag van een bijeenkomst met vertegenwoordigers van de gemeentebesturen van de vier grote steden. Men wil in al deze steden de steunregeling verslechteren. Men wilde de crisissteunregeling vanaf 1 juli 1925 alleen nog laten gelden voor uitgetrokken werklozen die lid zijn van een bond met een functionerende gesubsidieerde werklozenkas. Indien in bepaalde bedrijfstakken geringe werkloosheid heerst, wordt daar de crisissteunregeling opgeheven. De steun duurt langer naarmate de verzekerden zelf meer voorzorgsmaatregelen hebben genomen. Afgevoerd naar Maatschappelijk Hulpbetoon worden:
1. werklozen georganiseerd in een vereniging die niet in het bezit is van een functionerende gesubsidieerde werklozenkas
2. werklozen nog niet reglementair recht hebbende leden van gesubsidieerde werklozenkassen.
Van de Walle acht deze voorstellen een verslechtering. Hij heeft de gemeenten aangeraden met de regering te overleggen over werkverschaffing. Als daar niet toe wordt overgegaan, moet de huidige situatie worden gehandhaafd. Het verbondsbestuur keurt deze zienswijze goed.

onrechtmatige steun
De minister heeft een circulaire rondgestuurd, waarin hij voorschrijft dat niemand tot de werklozenkas mag worden toegelaten, tot het gemeentebestuur heeft bepaald dat de kandidaat geen verplichting heeft tot terugbetaling van onrechtmatig verkregen uitkering uit een andere werklozenkas. Stenhuis vindt dat de Dienst van het ministerie hier een poging doet meer invloed in de vakverenigingen te krijgen. Aan de minister zal geantwoord worden dat de bonden bereid zijn diens voorstellen te overwegen, maar geen voorschriften.


1925, 29 mei

arbeiderspensionering
De Algemene Nederlandse Diamantwerkers Bond heeft besloten, voor leden een pensioen op 65-jarige leeftijd in te voeren. Sindsdien is deze zaak in meerdere bonden aan de orde gekomen. Het dagelijks bestuur zal zich tot Lindner wenden met de vraag hoeveel premie betaald moet worden indien een staatspensioen van f 9,- door de bond wordt uitgekeerd, waarvan de werkgevers f 6,- voor hun rekening nemen.


1925, 12 juni

---


1925, 17 juli

---


1925, 31 juli

steun
De heer Smulders heeft namens de gemeentebesturen van Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en ’s-Gravenhage meegedeeld dat de gemeentebesturen afzien van het plan dat ze aan de landelijke vakcentrales hadden voorgesteld. Besloten wordt aan Smulders afschriften te vragen van de antwoorden die de andere vakcentrales naar aanleiding van het plan hebben gezonden

schuldbekentenis werklozenkas
Echelsheim deelt mee dat de Fabrieksarbeidersbond bereid is de schuldbekentenis te ondertekenen, doch zij zal nooit een verklaring ondertekenen, waardoor de regering het recht zou krijgen aanspraak te maken op de middelen van de bondskas.


1925, 7 augustus

---


1925, 21 augustus

---


1925, 2 oktober

---


1925, 16 oktober

bank voor Ongevallenverzekering
Een lid van de Bond van Handels- en Kantoorbedienden heeft voorgesteld een Bank voor Ongevallenverzekering op te richten. Er zal hierover met hem gesproken worden.


1925, 6 november

werkloosheidsverzekering
Op 1 januari 1926 zal de verkiezing plaatsvinden van nieuwe leden in de Rijkscommissie van advies voor de Werkloosheidsverzekering. Van den Tempel zat hierin namens het NVV, maar omdat hij geen deel meer uitmaakt van de moderne vakbeweging, wil het dagelijks bestuur graag dat hij zich terugrekt. In zijn plaats zou dan Van de Walle benoemd kunnen worden. Besloten wordt te overleggen met Van den Tempel.


1925, 20 november

---


1925, 11 december

---


Inventarisnummer 5


1926, 8 januari

---


1926, 29 januari

steun
Het afwijzen van de door het gemeentebestuur Schiedam voorgestelde steunregeling door de bestuurdersbond Schiedam wordt door het verbondsbestuur goedgekeurd.


1926, 12 februari

steun
Het dagelijks bestuur heeft een brief gestuurd aan de Schiedamse sociaal-democratische wethouder om te melden dat zij het niet eens is met de door hem voorgestelde steunregeling. De wethouder heeft vervolgens die brief gepubliceerd in Voorwaarts. Het bestuur betreurt dit.

Nederlandse Werkloosheidsraad
Stenhuis brengt de door hem ontworpen statutenwijziging van de Nederlandse Werkloosheidsraad in behandeling. Doel van deze wijziging is de kleine vakcentrales minder invloed toe te kennen. De statutenwijziging wordt door het verbondsbestuur goedgekeurd en zal worden voorgelegd aan de Werkloosheidsraad.


1926, 26 februari

steun
De Stratenmakersbond wil geld terugvorderen van een werkloze die de reglementaire 26 weken gecontribueerd heeft, maar, naar later bleek, niet 26 weken gewerkt heeft. Deze vordering werd door de kantonrechter afgewezen. De Stratenmakersbond vraagt of het NVV wil bijdragen in de proceskosten. De bond wordt doorverwezen naar de Dienst der Werkloosheidsverzekering, omdat die de modelreglementen van de werkloosheidskassen heeft opgesteld.

kleine commissie inzake de werkloosheidsverzekering
De minister heeft aan Kupers gevraagd in bovengenoemde commissie zitting te nemen, maar die heeft dat afgewezen met het argument dat Van de Walle op dit gebied de specialist is. Folmer schreef naar aanleiding daarvan dat de minister wel bezwaar zou hebben tegen Van de Walle, omdat die minder goed ingevoerd zou zijn in het onderwerp. Omdat het slechts om een eenjarig lidmaatschap gaat, heeft Kupers toch toegezegd.

bezuinigingscommissie sociale verzekering
Stenhuis deelt mee, dat de regering een commissie heeft ingesteld die zal nagaan op welke wijze op de administratie van de sociale verzekering kan worden bezuinigd. In deze commissie zit o.a. Molenaar van het Werkgeversverbond. Er is geen vertegenwoordiger van arbeiderszijde benoemd. Het dagelijks bestuur stelt voor een bericht in de bladen te plaatsen om hiertegen te protesteren. Besloten wordt de minister een brief te sturen en een afschift van deze brief naar de pers te sturen.


1926, 19 maart

---


1926, 2 april

Commissie sociale verzekering
De minister deelde mee niet terug te zullen komen op de beslissing van zijn ambtsvoorganger, om geen arbeidsvertegenwoordiger in de commissie te zullen benoemen. Wel heeft hij de commissie verzocht het NVV te horen. Het dagelijks bestuur wil hierop antwoorden dat men hier geen prijs op stelt. Dit antwoord wordt goedgekeurd.

steun
Er is een bespreking geweest met de besturen van de werklozenkassen naar aanleiding van een door de Minister van Arbeid gevraagd advies aan de Rijkscommissie van Advies inzake het instellen van een uniforme wachttijd voor de werklozenkassen. Op deze vergadering werd besloten dat de NVVleden in deze Rijkscommissie de volgende standpunten zullen verdedigen:
  • dat het voor het NVV geen principe is dat er een wachttijd wordt ingesteld en dat indien de financiële situatie van de kas het toelaat het niet nodig is een wachttijd in te stellen
  • dat het niet mogelijk is voor alle kassen een uniforme regeling te treffen
  • dat het wel gewenst is dat voor alle kassen in eenzelfde bedrijfstak dezelfde wachttijd wordt voorgeschreven.


1926, 23 april

---


1926, 3 mei

---


1926, 7 mei

---


1926, 21 mei

Nederlandse Werkloosheidsraad
Het voorstel van het NVV om de statuten zo te wijzigen dat kleine vakcentrales minder invloed krijgen is verworpen. Men wil iedere stroming aan het woord laten.


1926, 11 juni

---


1926, 2 juli

---


1926, 23 juli

---


1926, 11 augustus

---


1926, 3 september

steun
Er is gesproken met de Algemene Nederlandse Diamantwerkers Bond over het voorstel van de Dienst om een deel van het indertijd geleende bedrag uit de bondskas kwijt te schelden. Hierover zal een onderhoud gevraagd worden met de Minister van Arbeid.


1926, 6 september

---


1926, 9 september

---


1926, 24 september

---


1926, 1 oktober

Congres bestuurdersbonden
Bestuurdersbond ’s-Hertogenbosch heeft voorgesteld te confereren over de Invaliditeits- en Ongevallenwet. Er zullen meer inlichtingen worden gevraagd.

Hoge Raad van Arbeid
Danz wil dat het Verbondsbestuur bij de minister protesteert tegen de manier waarop deze de Hoge Raad van Arbeid behandelt inzake de collectieve contracten. Stenhuis deelt mee dat het hele wetsontwerp hieromtrent door Commissie XII uit de Hoge Raad van Arbeid is verworpen. De minister neemt echter de opvattingen van Goudriaan over. Stenhuis zal in de openingsrede van de algemene vergadering van het NVV iets zeggen over de opvattingen van Goudriaan.


1926, 29 oktober

werkloosheidsverzekering
Er is een bijeenkomst geweest met hoofdbesturen van een aantal bonden over de uniforme wachttijd bij het ingaan van het recht op werkloosheidsverzekering. De bonden zijn het oneens. Dooyes deelt nog mee dat in het schildersbedrijf steeds meer gezellen voor zichzelf beginnen en dan onder andere geen premies hoeven te betalen voor sociale verzekering. Het hoofdbestuur van de schildersgezellenbond heeft daarom gevraagd of het mogelijk zou zijn deze wetten ook op zelfstandige ondernemers van toepassing te verklaren. Het verbondsbestuur denkt van niet, omdat de hele sociale wetgeving is gebouwd op bescherming van de loonarbeid. Beschermende maatregelen voor zelfstandigen zijn door opeenvolgende regeringen afgewezen. Men heeft de bond geadviseerd contact op te nemen met Stenhuis. Mogelijk kan hij bij de Begroting van de Arbeid een voorstel doen. Ook zal de zaak besproken worden met de werkgeversbonden.

congres bestuurdersbonden
Kupers deelt mee, dat op het congres van de bestuurdersbonden een groot aantal leemten in de Invaliditeits- en Ongevallenwet naar voren zijn gebracht. Het Dagelijks Bestuur stelt voor een commissie te vormen samen met de SDAP om deze zaak te onderzoeken. Door het verbondsbestuur worden in deze commissie Pothuis en Kupers benoemd.

Algemene Vergadering Verbond
Kupers denkt dat op deze vergadering niet over de Ziektewet gesproken hoeft te worden, omdat de Minister van Binnenlandse zaken heeft laten weten dat hij een Ziektewet wil invoeren. Diens wetsvoorstel moet eerst afgewacht worden.


1926, 3 december

Nederlandse Werkloosheidsraad
De jaarvergadering heeft plaatsgehad op 20 november. Er zijn geen onderwerpen behandeld die betrekking hebben op sociale zekerheid.


1926, 24 december

---


1927, 11 januari

Ziekteverzekering
Het partijbestuur van de SDAP deelt mee, dat zij deelneemt aan het congres over het wetsontwerp-Slotemaker de Bruïne inzake de ziekteverzekering. Kupers wil op het congres een lezing houden, waarin hij nog geen eindoordeel geeft over het wetsontwerp. Het NVV heeft wel veel bezwaren, maar wil eerst afwachten of de minister daarin tegemoet komt. Smit vindt het een prulontwerp, maar denkt dat het NVV toch moet meewerken, omdat anders bij de arbeiders het gevoel ontstaat, dat het NVV de ziekteverzekering tegenhoudt. Als het ontwerp wordt uitgevoerd, gaat men vanzelf wel inzien dat verbetering noodzakelijk is. Brautigam is van mening dat het wetsontwerp onuitvoerbaar is en dat er vele kostbare jaren verknoeid mee zullen worden. Toch wil Kupers in zijn rede het wetsontwerp niet verwerpen.


1927, 21 januari

Ziektewet
De Vereniging van Raden van Arbeid houdt een congres ter behandeling van het wetsontwerp-Slotemaker de Bruïne. Kupers zal daar spreken.


1927, 4 februari

Ziektewet
Smit heeft in de Nederlandse Werkgever gelezen, dat dit blad het oneens is met het plan Posthuma-Kupers. Hij wil dat het Verbond de werkgevers om een nadere verklaring vraagt. Kupers is het daarmee niet eens. De werkgevers hebben hun instemming met het plan betuigd. In de commissie van de Hoge Raad van Arbeid zijn verschillende verbeteringen in het voorontwerp aangebracht. Zo is het begrip ‘arbeider’ ruimer omschreven. Stenhuis stelt dat er bij de werkgevers op aangedrongen moet worden, dat zij vasthouden aan de met het NVV overeengekomen regeling, in plaats van het voorontwerp van Slotemaker de Bruïne.


1927, 18 februari

Ziektewet
Het verbondsbestuur zal aanwezig zijn bij het congres over het voorontwerp Ziektewet georganiseerd door de Vereniging van Raden van Arbeid. Zij heeft er geen bezwaar tegen als er ook hoofdbesturen aanwezig zijn.

Ongevallenwet
Het hoofdbestuur van de Ambtenarenbond wil graag een lid van deze bond zitting laten nemen in de commissie van de Hoge Raad van Arbeid die onderzoek gaat doen naar de werking van de Ongevallenwet. Het dagelijks bestuur van het NVV heeft hiertegen geen bezwaar. Van Hinte vreest echter dat nu allerlei groepen in dergelijke commissies benoemd willen worden. Stenhuis stelt echter dat het hier om een speciaal geval gaat, het wordt geen systeem.


1927, 11 maart

---


1927, 19 maart

---


1927, 25 maart

---


1927, 22 april

Vergadering Werkloosheidsraad
Van der Walle deelt mee dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten voor de Vergadering van de Nederlandse Werkloosheidsraad voorstellen heeft ingediend over het verlengen van de uitkeringstermijn van de werklozenkassen en over werkverruiming. Stenhuis gaat niet akkoord met het eerste voorstel, omdat bij het aanvaarden van iedere termijn het gevaar erin zit, dat de overheid geen verplichting meer heeft als de uitkeringstermijn is afgelopen. Met het tweede voorstel gaat het bestuur wel akkoord.


1927, 6 mei

Nationale Vereniging tegen de Werkloosheid
Op 21 mei zal de jaarvergadering van deze vereniging plaats hebben. De preadviezen van de heren M.C.E. Bongaerts, A. van Doorninck en F.M. Wibaut over werkverruiming door middel van de bevordering van openbare werken zullen daar behandeld worden.

Nederlandse Werkloosheidsraad.
De vergadering heeft plaatsgehad. Nolens stelde daar voor een commissie te benoemen naar aanleiding van een voorstel van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Stenhuis had daartegen geen bezwaar, maar heeft wel gezegd dat het NVV er geen behoefte aan heeft.


1927, 20 mei

---


1927, 17 juni

---


1927, 1 juli

werkloosheidsverzekering
Er is een onderhoud geweest met de Minister van Arbeid. Die heeft voorgesteld om op kosten van de overheid de uitkeringstermijn te verlengen met 50% voor een proeftijd van een jaar. Het NVV gaat akkoord, maar heeft wel gesteld dat deze regeling niet na een jaar weer teruggedraaid kan worden, maar moet blijven bestaan tot er een wettelijke regeling is.


1927, 15 juli

Werkloosheidsraad
De commissie uit de Nederlandse Werkloosheidsraad die onderzoek deed naar het voorstel van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten is tot een negatief resultaat gekomen.


1927, 2 september

Raden van Arbeid
Het hoofdbestuur van de CNAB heeft gevraagd of het NVV kan bevorderen dat er meer samenwerking komt tussen vertegenwoordigers in de Raden van Arbeid en de moderne vakbeweging. Noordhoff wijst erop dat er in Winschoten een scherp conflict is en wijst op het geval Groningen. Toen Zuidema, die bestuurslid is van de Raad van Arbeid aldaar, ziek was nam zijn plaatsvervanger een tegengesteld standpunt in. Besloten wordt aan de Bestuurdersbonden een circulaire te zenden met de vraag of hun vertegenwoordigers in de Raad van Arbeid, Arbeidsbeurs of andere gemeentelijke instellingen geregeld contact onderhouden en verslag uitbrengen van hun werkzaamheden.


1927, 30 september

---


1927, 7 oktober

Hoge Raad van Arbeid
De opkomst van NVV’ers op de vergaderingen van de Hoge Raad van Arbeid is slecht. Stenhuis erkent dit en wil als lid bedanken. Het verbondsbestuur besluit dit ook aan Brautigam voor te stellen. Danz vindt de gang van zaken in de Hoge Raad van Arbeid vaak niet goed. Van discussiëren komt weinig omdat de vertegenwoordigers onvoorbereid ter vergadering komen. Hij meent dat deze van tevoren hun gemeenschappelijke houding moeten bepalen. Besloten wordt uit de NVV-vertegenwoordigers binnen de Hoge Raad van Arbeid een voorzitter aan te wijzen, met wie de subcommissies kunnen overleggen.


1927, 21 oktober

steun
Stenhuis heeft aan de minister van Arbeid geschreven dat het verbondsbestuur zich niet kan verenigen met diens voorstel om de uitkeringsduur van de werklozenkassen tot 90 dagen te verlengen en daarvoor 125% subsidie te geven.


1927, 4 november

werklozenkas Algemene Nederlandse Diamantbewerkersbond
Met de ANDB is een onderhoud geweest over de terugbetaling van voorgeschoten gelden door het ANDB aan zijn werklozenkas.

novembercongres werklozenzorg
De op dit congres aangenomen stellingen zullen naar de regering en de leden van de Tweede Kamer worden toegezonden. Het congresverslag zal gedrukt worden. In Den Haag zal een openbare vergadering belegd worden, waaraan een werklozendemonstratie zal worden verbonden.


1927, 9 december

Ongevallenverzekering
De Meubelmakersbond is het opgevallen dat de laatste tijd zieke leden door de Rijksverzekeringsbank zeer snel weer deels geschikt tot werken worden bevonden. Zij vermoedt hierin een opdracht van hogerhand en vraagt het NVV een onderzoek in te stellen. Het NVV heeft geantwoord dat zij reeds een commissie had opgericht met de SDAP, met als doel de leemten in de Ongevallenwet te onderzoeken. De gesignaleerde misstand is waarschijnlijk een gevolg van de opvattingen van medisch adviseur Dr. van Eden, die enkele jaren geleden een nieuwe koers heeft ingeluid. Ook het NVV is van mening dat er veel te vaak renteherzieningen plaatshebben. Zodra het rapport van de commissie af is, zal het Verbondsbestuur besluiten hoe verder te gaan.

werkloosheidsverzekering
Er is een onderhoud geweest met Van den Tempel over de werkloosheidsverzekering. Van den Tempel wilde bij de begroting van Arbeid een motie stellen: “De Kamer, van oordeel dat het wenschelijk is, de verzekering tegen de geldelijke gevolgen der werkloosheid wettelijk te regelen: noodigt de Regeering uit, een daartoe strekkend voorstel voor te bereiden”. Inmiddels is de motie ingediend en door de Kamer aangenomen. De minister was bereid met een wetsvoorstel te komen, maar wilde eerst de Ziektewet geregeld hebben.

Hoge Raad van Arbeid
De Minister van Arbeid heeft gevraagd of de NVV-leden in de Hoge Raad van Arbeid kunnen worden herbenoemd tot en met 31 december 1928, of dat een wijziging wenselijk is. Besloten wordt te antwoorden dat men graag R. Stenhuis wil vervangen door E. Kupers. Aan Brautigam is voorgelegd dat het gezien zijn Tweede Kamerlidmaatschap beter zou zijn als hij terugtrad uit de Raad, maar hij voelde daar niet voor.

werkloosheidsverzekering
Naar aanleiding van de vergadering van Kasbesturen is aan de minister van Arbeid een verzoek gezonden de steunregelingen te verbeteren.


1927, 25 december

Invaliditeitswet
De Bond van Verzekeringsagenten wil proberen haar leden onder de Invaliditeitswet te laten vallen. Kupers heeft hen erop gewezen, dat de leden niet in loondienst zijn. De bond zal nagaan of er mogelijkheden zijn, deze moeilijkheid te ondervangen.

Leemten Invaliditeits- en Ongevallenverzekering
Het rapport van de commissie van NVV en SDAP zal binnenkort verschijnen.

Hoge Raad van Arbeid
Namens het NVV zal Kupers voorgedragen worden als lid en De la Bella als plaatsvervangend lid.


1928, 6 januari

Werkloosheidsraad
Heeft 9 januari een vergadering over werkverruiming.


1928, 3 februari

Werkloosheidsraad
Van der Walle is benoemd in de commissie voor werkverruiming van de Werkloosheidsraad.

Raden van Arbeid
Iets over de ambtenarenbond. Een bladzijde (p. 1627) ontbreekt, waardoor onduidelijk is wat bedoeld wordt.

Hoge Raad van Arbeid
Noordhoff wil pogingen in het werk stellen om te voorkomen dat het Algemeen Nederlands Vakverbond een vertegenwoordiger mag aanwijzen in de Hoge Raad van Arbeid. Stenhuis zegt dat dit al eerder is geprobeerd, maar dat het merendeel van de Hoge Raad van Arbeid van mening is, dat ook kleine vakcentrales vertegenwoordigd moeten zijn. Noordhoff vraagt of een openbare actie niet meer resultaat zou opleveren, maar Stenhuis gelooft dat niet.


1928, 17 februari

Raden van Arbeid
Dit jaar heeft de benoeming van leden en plaatsvervangende leden van de Raden van Arbeid plaats. De minister heeft de vakcentralen verzocht hierover te overleggen. Het verbondsbestuur vindt het oneerlijk dat het VVH en het ANV hier wel bij betrokken worden, maar het NAS en het NSV niet. Het dagelijks bestuur wil overleggen met de christelijke en katholieke vakcentrales over het maken van een overzicht van ledentallen. Daaruit zou moeten blijken dat het ANV en het VVK te klein zijn. Noordhoff wil dat voor het aanwijzen van leden voor de Raden van Arbeid een minimum ledental wordt vastgesteld. De voorzitter verwacht niet, dat het NVV daarbij medewerking van de confessionele vakcentrales zal krijgen.

werkloosheidsverzekering
De minister van Arbeid wil naar aanleiding van de motie van Van den Tempel een commissie instellen en verzoekt het NVV een vertegenwoordiger aan te wijzen. Besloten wordt dat Kupers in de commissie zal plaatsnemen.

Congres inzake Ziekteverzekering en Ouderdomsverzekering
Dit congres zal gehouden worden op 25 februari. Het NVV zal enkele resoluties indienen.


1928, 2 maart

---


1928, 12 maart

---

> 1928, 16 maart

werkloosheidsverzekering
Met de Minister van Arbeid zal worden gesproken over de samenstelling van de commissie van onderzoek inzake de wettelijke regeling van de werkloosheidsverzekering. Noordhoff merkt op dat in commissies voor overheidspersoneel de neutralen meer vertegenwoordigers krijgen dan het NVV. Daar moet tegen worden opgetreden. De la Bella meent dat het NVV de zaak niet te scherp moet zetten omdat zij anders het risico loopt uit de commissie te worden gegooid. Hij stelt voor het voorlopig te laten bij publicaties in de pers. Stenhuis merkt op dat wanneer het NVV een systeem van evenredige vertegenwoordiging wil, de commissies erg groot zullen worden. Hij wil de audiëntie met de minister afwachten.


1928, 30 maart

werkloosheidsverzekering
In een bespreking met Scholtens is aangekaart dat ook Van den Tempel zitting moet hebben in de Commissie tot onderzoek naar de mogelijkheid tot wettelijke regeling van de werkloosheidsverzekering. Scholtens was het daar mee eens. Het NVV wil ook dat Hiemstra en Wibaut in de commissie worden benoemd. Inmiddels is aan Van de Tempel voorgesteld om zitting te nemen in de commissie, maar hij heeft dat geweigerd omdat de commissie naar zijn mening is ingesteld om de zaak te saboteren.


1928, 6 april

---


1928, 13 april

---


1928, 27 april

Raden van Arbeid
Het VVH vraagt of er bij de andere vakcentrales behoefte is aan een conferentie over de kandidaatstelling voor de Raden van Arbeid. Besloten wordt de confessionele vakcentrales te vragen met het NVV te overleggen om tot een gezamenlijke voordracht te komen, om zo de kleine vakcentrales uit te schakelen.

Vereniging Raden van Arbeid
Op 3 en 4 mei is er een vergadering van deze vereniging. Daaraan voorafgaand zal er een bijeenkomst zijn van de vertegenwoordigers van de besturen van de Raden van Arbeid. Hierbij zal Kupers aanwezig zijn namens het NVV.


1928, 11 mei

Raden van Arbeid
Aan de confessionele vakcentrales is een verzoek gestuurd om tot een gezamenlijke voordracht te komen inzake de aanwijzing van werknemersleden en plaatsvervangende leden in de Raden van Arbeid. Er is een bijeenkomst geweest aan de vooravond van de Algemene Vergadering van de Vereniging van Raden van Arbeid met de vertegenwoordigers der moderne vakbeweging in de Raden van Arbeid. Kupers doet hiervan verslag. Besloten is dergelijke vergaderingen vaker te houden.


1928, 25 mei

Hoge Raad van Arbeid
Het dagelijks bestuur stelt voor de volgende leden voor te dragen voor de Hoge Raad van Arbeid: J. Brautigam, P. Danz, E. Kupers, S. de la Bella jr., E. van der Wal, F. van de Walle en G.J.A. Smit jr. Als plaatsvervangende leden zullen worden voorgedragen C. van der Lende, K. de Jonge, W. van der Hoeven, J. Hilgenga, N. van Hinte, L. van der Wal en T. van der Heeg.

Ziektewet
Kupers heeft gesproken met Schaper over de wijzigingen in het ontwerpziektewet. Nolens wil de uitvoering in handen geven van de bedrijfsverenigingen. Daarbij wil men de ondernemingsziekenkassen tot afdelingen van de bedrijfsverenigingen maken. Zij zouden echter haar eigen risico dragen. Schaper heeft zich tegen dit plan verzet. Nolens heeft gesteld dat hij over de kwestie overleg heeft gehad met de katholieke arbeiders. Kupers is echter gebleken, dat dit niet waar is. Kupers heeft Schaper op de nadelen van de plannen van Nolens gewezen. Hij wil, dat het risico wordt ondergebracht bij de bedrijfsvereniging.

Raden van Arbeid
De confessionele vakcentrales hebben laten weten dat zij niet willen overleggen met het NVV en niets zien in een uitsluitingspolitiek van de kleine vakcentrales. Het dagelijks bestuur heeft daarop besloten, de bestuurdersbonden uit te nodigen in de verschillende districten samen te werken en zoveel kandidaten op te geven als er plaatsen in de Raden van Arbeid bezet moeten worden. Het is namelijk niet bekend, hoeveel kandidaten door de confessionele vakcentrales zullen worden opgegeven.

werkloosheidsverzekering
De minister heeft aan het NVV verzocht haar mening te geven over het verhogen van de subsidie aan de werklozenkas van de landarbeiders. Het NVV zal voorzichtig positief antwoorden.

Nederlandse Vereniging tegen de Werkloosheid
Op de jaarvergadering van deze vereniging zullen de preadviezen van Mees en Raaymakers behandeld worden over de vraag of het aanbeveling verdient om voor de wettelijke regeling voor werkloosheidsbestrijding art. 163 al. 2 van de Duitse grondwet als uitgangspunt te nemen.

Nederlandse Werkloosheidsraad
De jaarvergadering zal gehouden worden op 7 juli.

Werkloosheidsverzekering
Met de besturen van de werklozenkassen zal een vergadering worden om de klachten te inventariseren over het optreden van de Dienst voor Werkloosheidsverzekering.

Hoge Raad van Arbeid
Gesproken wordt over de voordracht van het dagelijks bestuur. De la Bella trekt zijn kandidatuur in. In plaats van hem wordt Hinte gekozen.


1928, 29 juni

Hoge Raad van Arbeid
In totaal zijn er 16 plaatsen beschikbaar voor leden van de vakcentrales. Het NVV krijgt er 7. Daarover is men tevreden. Er zal niet aangedrongen worden op meer plaatsen.


1928, 27 juli

sociale verzekering
Noordhoff deelt mee dat er in De Rotterdammer van 19 juli een stuk is geschreven over de commissie-Van IJsselsteyn, waarin gesteld werd, dat de regering de vakcentrales niet moet raadplegen. Kupers beloofd een stuk te schrijven over het rapport van de commissie-Van IJsselstein.

steun
Er is een vergadering geweest met de werklozenkassen over het optreden van de Dienst voor Werkloosheidsverzekering. Sommige kasbesturen hadden klachten, andere niet. De klachten betreffen voornamelijk de rechtspraak: de controleurs van de Dienst winnen niet altijd inlichtingen in bij de bonden. Het NVV zal er bij de minister op aandringen het daarheen te leiden, dat bij belangrijke beroepskwesties de bonden door de rechtspraakcommissies zullen worden gehoord. Ook zal worden aangedrongen op evenredige vertegenwoordiging in deze commissies.


1928, 31 augustus

---


1928, 14 september

Ziektewet
Met de werkgevers zal binnenkort gesproken worden over onder andere de Ziektewet. Minister Slotemaker de Bruïne wil de Ziektewet binnenkort indienen bij de Tweede Kamer.


1928, 28 september

Hoge Raad van Arbeid
De Hoge Raad van Arbeid verzoekt het NVV een vertegenwoordiger aan te wijzen in de Commissie voor reorganisatie van de sociale verzekering. Het verbondsbestuur wil eerst weten hoe de commissie wordt samengesteld, opdat niet dezelfde toestanden ontstaan als bij de Commissie inzake wettelijke regeling der werkloosheidsverzekering.


1928, 12 oktober

werkloosheidsverzekering
In de vergadering van de Hoge Raad van Arbeid is het preadvies inzake de werkloosheidsverzekering vastgesteld. Ook de vertegenwoordigers van het NVV hebben zich ermee verenigd.

sociale verzekering
In de door de Hoge Raad van Arbeid ingestelde commissie voor sociale verzekering is Kupers benoemd. Omdat in deze commissie alleen de drie grote vakcentrales een vertegenwoordiger hebben, gaat het verbondsbestuur akkoord met slechts één vertegenwoordiger. Ook Van den Tempel zit in deze commissie.


1928, 26 oktober

---


1928, 9 november

Rijkscommissie van advies inzake de werkloosheidsverzekering
Dezelfde leden en plaatsvervangers worden aangewezen voor het volgende jaar. Als Kupers in de Kamer wordt gekozen en daarom uit de commissie treedt, zal in zijn plaats een ander lid van het dagelijks bestuur worden gekozen.


1928, 23 november

---


1928, 21 december

uitvoering Ongevallenwet
De Rijksverzekeringsbank (RVB) wordt naar het gevoel van het NVV steeds strenger in het controleren van blijvende rentetrekkers. Besloten is een fonds te stichten om daaruit tegen-adviezen te kunnen bekostigen van andere deskundigen dan van de RVB. De Centrale Raad van Beroep gaat uitsluitend af op deskundigen die namens de RVB advies uitbrengen. Het verbondsbestuur wil de zaak gaan onderzoeken als de Bureaus voor Arbeidsrecht worden uitgebouwd. De juiste toedracht zou hun inziens zijn, dat een toegekende rente in de eerste vijf jaar nog gewijzigd kan worden, maar daarna niet meer.
Besloten wordt aan de aangesloten organisaties bij het NVV te vragen na te gaan of zij gevallen kennen van leden bij wie de rente is verminderd of ingetrokken. Ook zal bij de eerstvolgende herziening van de Ongevallenwet overleg gepleegd worden met de SDAP Kamerfractie.


1929, 18 januari

werkloosheidsverzekering
Kupers heeft een bespreking gehad met Folmers, Directeur-Generaal van de Dienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling. Hij heeft er op aangedrongen dat de kasbesturen meer gehoord worden in de kleine commissie uit de Werkloosheidsraad in geschillen tussen kasbesturen en het rijk of gemeenten. Verder is er op aangedrongen de kasbesturen inzage te geven in de processen-verbaal. De kasbesturen zullen van de resultaten van de bespreking op de hoogte worden gebracht.

Ziektewet
Brautigam vraagt of vertegenwoordigers van het NVV aanwezig kunnen zijn bij de bijeenkomst waarop een commissie uit de SDAP Kamerfractie haar standpunt zal bepalen inzake de Ziektewet. Kupers zal dit voorstellen aan de commissie. Hij heeft ook al overleg gepleegd met Albarda over enkele wijzigingen in de Ziektewet.


1929, 1 februari

Rijkscommissie van Advies voor de Werkloosheidsverzekering
In deze commissie hebben zitting voor het NVV:
W. Drees, plaatsvervanger F.W.R. Wittewaal Lochem; G.W. Sannes, plaatsvervanger H. Polak; E. Kupers, plaatsvervanger V. van den Berg; G.J.A. Smit, plaatsvervanger L. van der Wal; F. van de Walle, plaatsvervanger N. Walop.

Uitbreiding Hoge Raad van Arbeid
De Minister van Arbeid heeft laten weten dat hij het niet onterecht vindt dat ook de kleinste vakcentrales een vertegenwoordiger in de Hoge Raad van Arbeid hebben. Het NVV zal haar bezwaren opnieuw aan de minister kenbaar maken en ook in de pers hierover publiceren.

steun
Op 14 februari stond in de ochtendkrant dat de Minister van Binnenlandse Zaken een verlenging van 12 dagen van de uitkering van uitgetrokken arbeiders, die vanwege de vorst werkloos zijn, goed zou keuren indien de desbetreffende kassen daartoe een verzoek indienden. De Landarbeidersbond en Transportarbeidersbond hadden berekend dat deze regeling hen veel geld zou gaan kosten. Er was algemene ontstemming dat de minister niet eerst met de vakcentrales overlegd had. Uiteindelijk werden een aantal eisen opgesteld waaraan de regeling zou moeten voldoen. In een audiëntie met de minister is bereikt, dat de uit deze regeling voortvloeiende kosten betaald worden door het rijk. In verband met de aanhoudende vorst is de periode inmiddels van 12 tot 18 dagen verlengd.

bijzondere steun aan werklozenkassen
Kupers, Van de Walle en Smit hebben in hun hoedanigheid als lid van de Rijkscommissie van Advies inzake de werkloosheidsverzekering een spoedvergadering bijeengeroepen van deze commissie, in verband met de moeilijkheden die de werklozenkassen hebben. Wegens de langdurige werkloosheid komen zij in financiële problemen. Kupers stelde voor de overheid er borg voor te laten staan dat op 31 december 1929 het vermogen van de kassen niet minder zou bedragen dan 50% van het vermogen op 1 januari 1929. Dit bleken veel kasbesturen ontoereikend te vinden. Besloten is dat de NVV vertegenwoordigers zouden trachten het volle vermogen gewaarborgd te krijgen.


inventarisnummer 6


1932, 21 maart

benoeming leden Hoge Raad van Arbeid
De leden van de Hoge Raad moeten opnieuw gekozen worden. Smit is er principieel op tegen dat er Kamerleden in de Hoge Raad zitten, omdat zij daarmee in feite zichzelf adviseren. F. van der Wal en Kupers zijn het daar wel mee eens, maar voeren aan dat er voor de andere richtingen ook kamerleden in de Hoge Raad zitten en dat het de positie van het NVV zou verzwakken om alle kamerleden er nu demonstratief uit te laten stappen. Besloten wordt de huidige leden te handhaven.


1932, 4 april

---


1932, 18 april

---


1932, 2 mei

Rapport Commissie inzake toepassing Ongevallenwet
Dit rapport is verschenen. Het zal in een komende vergadering aan de orde worden gesteld.


1932, 17 mei

toepassing Ongevallenwet
Het NVV heeft een schrijven gestuurd aan de Minister van Economische Zaken en Landbouw waarin zij erop aandringt kinderen die in dienst zijn van hun ouders, wel onder de Ongevallenwet te laten vallen. Blijkens een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep gebeurt dat nu niet.


1932, 30 mei

Bedrijfsverenigingen voor Ziekengeldverzekering
In de Gemengde Bedrijfsvereniging voor Ziekengeldverzekering heeft J. van der Weyden de plaats ingenomen van H.J.J. Echelsheim.
In de Algemene Bedrijfsvereniging voor Ziekengeldverzekering heeft B. Roeg de plaats ingenomen van J.J. v.d. Blij.
In de Bedrijfsvereniging voor Ziekengeldverzekering voor de Verbruikscoöperaties heeft N. Etman de plaats ingenomen van J.J. v.d. Blij.

Rapport inzake de toepassing der Ongevallenwet
Het dagelijks bestuur wil contact leggen met een medicus om te vragen wat de kosten zijn van het verkrijgen van medische adviezen. Ook wil men overleggen met Mr. Mok en Mr. Waslander over centralisatie van de juridische hulp. Verder wil men het rapport nog wat stelliger maken voor wat betreft versterking van het lekenelement in de Centrale Raad van Beroep. De wet moet daarvoor veranderd worden.

preadviezen Hoge Raad van Arbeid
Noordhoff deelt mee dat de Hoge Raad van Arbeid gedurende haar bestaan 74 adviezen heeft uitgebracht. Aan 66 daarvan is geheel of grotendeels gevolg gegeven.


1932, 13 juni

werklozenzorg
Er is een bijeenkomst geweest van de Vereniging van Sociaal Democratische Raads- en Statenleden. Op die vergadering is geconcludeerd dat de crisislasten veel gemeenten financieel ontwrichten. Naar aanleiding van deze vergadering zijn het NVV en de SDAP kamerfractie uitgenodigd voor een bespreking. Op die bespreking heeft E. Polak een somber beeld geschetst van de toestand waarin veel gemeenten verkeren. De vergadering ging in hoofdzaak akkoord met de stelling, dat 5/6 van de crisisuitgaven door de regering hoort te worden gedragen. Deze zaak zal aan de orde worden gesteld bij de interpellatie van Kupers.
Verder is gesproken over de vraag of raadsfracties uitkeringsverlagingen opgelegd door de regering moeten accepteren. In Amsterdam en Rotterdam zou dat betekenen dat de uitkeringsverlaging wordt afgewezen en dat de gemeenten het risico lopen helemaal geen subsidie meer te krijgen. Albarda was bang dat de schuld daarvoor dan geheel bij hem zou worden gelegd en vroeg de raadsfracties voor de verlagingen te stemmen. Hij stond daarin echter alleen. Den Haag, Amsterdam en Utrecht zullen demonstreren tegen het regeringsbeleid. Afgesproken is dat indien de regering daadwerkelijk de uitkeringen zal verlagen, het hele land in rep en roer zal worden gebracht.


1932, 27 juni

werklozenzorg
Kupers deelt mee dat met zijn interpellatie bereikt is dat de uitkeringen niet voor het eind van het jaar verlaagd zullen worden. Voor de bouwarbeiders is de toestand verslechterd en de motie-Kortenhorst zal daaraan niet veel kunnen veranderen. Het dagelijks bestuur zal in de Algemene Raad voorstellen over de interpellatie-Kupers een manifest te verspreiden en de interpellatie zelf als brochure uit te geven. Bovendien zullen er een groot aantal meetings worden gehouden. De eis om de kostenverdelingen tussen gemeenten en rijk 5/6-1/6 te doen zijn, is verworpen.
Van der Lende deelt mee dat de kwestie van de bouwarbeiders besproken is in de Commissie van Advies voor de Werkloosheidsverzekering. Besloten is met algemene stemmen om aan Ruys mee te delen, dat de bouwarbeiders onder de crisisregeling moeten vallen en de stopzetting van de kassen per 1 juli moet worden voorkomen. De voorzitter en de secretaris van de commissie zullen hierover met de minister beraadslagen. Slotemaker de Bruïne wil de politiek erbuiten laten, maar toch de motie-Kortenhorst als uitgangspunt nemen. Van der Walle heeft zich hiertegen verzet. Van der Lende deelt nog mee dat Zaalberg en Verschuur vrede hebben gesloten.


1932, 11 juli

---


1932, 27 augustus

---


1932, 5 september

administratiekosten werkloosheidsverzekering
Het NVV heeft de minister van Binnenlandse Zaken gevraagd om een hogere tegemoetkoming in de administratiekosten van de werklozenkassen. De minister wilde niet op zijn standpunt terugkomen. Smit meldt dat de minister hierover geen advies gevraagd heeft aan de Commissie van Advies inzake de Werkloosheidsverzekering. Besloten wordt om de minister alsnog te vragen om advies aan de commissie te vragen.

steun
De minister van Binnenlandse Zaken wil een commissie oprichten om na te gaan of, gelet op de moeilijke tijdsomstandigheden, de steun beter geheel of ten dele in natura kan worden verstrekt. De minister heeft NVV verzocht te overleggen met RKWV en CNV om een vertegenwoordiger aan te wijzen in de commissie. Inmiddels is bekend geworden dat zowel Drees als Warmolts niet in de commissie zullen plaatsnemen. Besloten wordt dat ook het NVV niet op de uitnodiging van de minister zal ingaan.

uitvoering Ongevallen- en Invaliditeitswet
Naar aanleiding van een voorstel van de Rijksverzekeringsbank is er een bespreking geweest met een aantal werkgevers-, werknemers-, en middenstandsorganisaties. Op deze vergadering is afgesproken dat er een permanente commissie van overleg wordt ingesteld, bestaande uit drie vertegenwoordigers van werkgeversorganisaties, drie vertegenwoordigers van werknemersorganisaties en even veel plaatsvervangende leden. De commissie heeft ten doel de centrale organisaties nauwer te betrekken bij de uitvoering van de Ongevallenwetten en de Invaliditeitswet. (zie ook Afdeling Arbeidersverzekering, inv. nr. 99, nadere toegang).


1932, 19 september

steun
Kupers deelt mee dat in het dagelijks bestuur van het NVV overwogen wordt, een interpellatie aan te vragen in verband met de verlaging van de werklozensteun in de vier grote gemeenten. Deze vraag zal aan de orde worden gesteld in de SDAP Kamerfractie.


1932, 3 oktober

werkloosheidskassen
De minister heeft laten weten dat de kassen voor 1933 200% subsidie zullen ontvangen. Dat was voor 1932 nog 300%. Ook hebben de kassen bij aanvang van 1933 geen vermogen meer. Een aantal kassen zal met 200% subsidie niet kunnen functioneren. Ook de Rijkscommissie voor Advies inzake de werkloosheidsverzekering vindt dat de subsidie 300% moet bedragen. Zij zou zich tot de minister wenden en hem vragen hierover te overleggen.


1932, 17 oktober

---


1932, 31 oktober

---


1932, 14 november

Ziektewet
Het NVV heeft aan de minister van Economische Zaken en Arbeid gevraagd, of bij de herziening van de Ziektewet de arbeiders in de werkverschaffing buiten de Ziektewet zullen vallen. De minister heeft laten weten dat hij bij het nemen van zijn beslissing over dit wetsontwerp, rekening zal houden met het schrijven van het NVV.


1932, 28 november

---


1932, 12 december

werkloosheidsverzekering
Van der Lende treedt uit de Rijkscommissie van Advies voor de Werkloosheidsverzekering. Zijn plaats wordt ingenomen door Lindeman.


1932, 31 december

---


1933, 9 januari

Ziektewet
Er is een wetsontwerp ingediend tot technische herziening der Ziektewet. Volgens Smit wordt het vraagstuk van de provisiereiziger door dit wetsontwerp niet opgelost. De la Bella zegt dat het ontwerp aan iedereen zal worden toegezonden en dat er nog een hoofdbesturenvergadering zal volgen over deze aangelegenheid.


1933, 23 januari

Ziektewet
De hoofdbesturen zijn uitgenodigd voor een vergadering over de technische herziening van de Ziektewet op 8 februari 1933. Ratté zal daar een inleiding houden over het ingediende wetsontwerp.

Verzekeringsraad
De la Bella deelt mee, dat er een wetsontwerp aankomt dat inhoudt dat de Verzekeringsraad wordt opgeheven en dat zijn taken worden overgedragen bij de Rijksverzekeringsbank. Bedoeling van het wetsontwerp ook om alle Raden van Arbeid onder te brengen bij de Rijksverzekeringsbank. Over dit wetsontwerp is het advies gevraagd van de Verzekeringsraad. De la Bella heeft geadviseerd om, indien dit doorgaat, de arbeiders en de werkgevers een rechtstreekse vertegenwoordiging te geven in het bestuur van de Rijksverzekeringsbank. De Verzekeringsraad was voorzichtiger; de meerderheid wilde adviseren de Raad van Toezicht van de Rijksverzekeringsbank te veranderen in een Verzekeringsraad met een vrij grote bevoegdheid.
Het wetsontwerp hield verder een inkrimping in van de Raden van Arbeid als colleges. De minister heeft voorgesteld de Raden op te heffen en te volstaan met een bestuur bestaande uit een werkgever, een arbeider en een voorzitter. De la Bella heeft voorgesteld: twee arbeiders, twee werkgevers en een voorzitter. Dit voorstel is door de Verzekeringsraad overgenomen.
Ten derde stelt het wetsontwerp voor de Raden van Arbeid te verplichten de beslissingen van de Verzekeringsraad op te volgen. Tot nog toe gaan de Raden van Arbeid hun eigen gang ondanks de beslissingen van de Verzekeringsraad.

Steun
De Bouwarbeidersbond heeft een voorschot gekregen van de Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling van 200%. De bond had daaraan niet genoeg en heeft een nieuw voorschot gevraagd. De dienst wilde daaraan wel voldoen, indien de bond of effecten als onderpand deponeerde of indien door het NVV een garantie werd gegeven. De bond heeft gevraagd of het NVV zich garant wil stellen. Het Verbondsbestuur is bang voor precedentwerking en heeft daarom aan de Bouwarbeidersbond laten weten dat zij wel garant wil staan, maar de bond zich bereid moet verklaren effecten te deponeren. Besloten wordt over deze zaak zo snel mogelijk audiëntie aan te vragen met de minister, in overleg met het RKW en het CNV.


1933, 31 januari

---


1933, 6 februari

steun
De Algemene Raad van het NVV heeft aan de minister van Binnenlandse Zaken een telegram verstuurd met de vraag extra uitkering aan de werklozen toe te kennen in verband met de felle kou.

Ziektewet
Ook de ambtenaren van de belangrijkste Bureaus voor Arbeidsrecht en de arbeidersvertegenwoordigers van een aantal Raden van Arbeid zijn uitgenodigd op de vergadering van 8 februari over de technische herziening van de Ziektewet.


1933, 20 februari

steun
Maatschappelijk Hulpbetoon Rotterdam heeft van de Rotterdamse vakbondsafdelingen een garantie geëist voor het bedrag, dat door de penningmeester van de bond ontvangen is voor steun, met name omdat een penningmeester fraude blijkt te hebben gepleegd. Het hoofdbestuur ging hiermee niet akkoord. Lindeman en Melk zijn gaan bemiddelen en hebben gedaan gekregen dat de hoofdbesturen kunnen volstaan met een schriftelijke verklaring, dat zij de verantwoordelijkheid op zich nemen voor het geld dat zij van Maatschappelijk Hulpbetoon hebben ontvangen. Het verbondsbestuur gaat akkoord, wel wordt besloten na te vragen wat het zou kosten om de bonden tegen fraude te verzekeren.


1933, 6 maart

---


1933, 20 maart

---


1933, 3 april

---


1933, 21 april

---


1933, 15 mei

werklozenkassen
Op 18 mei wordt een hoofdbesturenvergadering belegd inzake de eis van het gemeentebestuur Rotterdam betreffende garantiestelling voor voorschotten ten behoeve van de werklozen. Wanneer de meerderheid van de hoofdbesturen niet wil tekenen, moet de rest zich daarbij neerleggen. Nadeel is wel dat men de werkloze leden dan kwijtraakt; die worden dan rechtstreeks bedeeld door Maatschappelijk Hulpbetoon. De christelijke en katholieke organisaties hebben de eis wel aanvaard.


1933, 2 juni

---


17 februari 1936

werkloosheid
Aan de Hoge Raad van Arbeid zal gevraagd worden een onderzoek in te stellen naar de blijvende werkloosheid.

invaliditeits- en ouderdomsverzekering
De minister van Sociale Zaken heeft laten weten dat het sluiten van een verdrag met Duitsland inzake de verplichte invaliditeits- en ouderdomsverzekering zijn aandacht heeft.


2 maart 1936

steunverlaging
De stukadoorsbond is met de werkgevers overeen gekomen om een 40-urige werkweek in te voeren, met de bedoeling meer arbeiders aan het werk te helpen. Nu blijkt dat de consequentie te hebben, dat ook de steun verlaagd wordt van een uitkering op basis van een 45-urige naar een 40-urige werkweek. Het NVV zal protest aantekenen.

Ziektewet
De Federatie van Bedrijfsverenigingen heeft laten weten dat zij het oneens is met de toepassing van artikel 6 van de Ziektewet. Zij zal een circulaire naar alle bedrijfsverenigingen sturen om te vragen billijkheid te betrachten bij de toepassing van dit artikel Een gemeenschappelijke commissie uit de Federatie van Bedrijfsverenigingen en de Vereniging van Raden van Arbeid heeft geadviseerd dat er regelingen getroffen moeten worden op grond van artikel 6, lid 4 en 5.

Federatie van Bedrijfsverenigingen
Omdat Ratté zich terugtrekt als lid van het bestuur van de Federatie van Bedrijfsverenigingen, benoemt het dagelijks bestuur H. van Dugteren in zijn plaats en als plaatsvervanger I. Voet.

Het CNV is gegriefd dat zij slechts één vertegenwoordiger heeft in het dagelijks bestuur van de Federatie van Bedrijfsverenigingen. De Bruyn van het RKW heeft ook een dergelijke opmerking gemaakt. ER zitten nu in het dagelijks bestuur twee werkgeversvertegenwoordigers en een NVV’er. Het NVV zal voorstellen het dagelijks bestuur daarom uit te breiden, maar in spoedeisende gevallen alleen het oude dagelijks bestuur te raadplegen.


30 maart 1936

Ziektewet
Er is een vergadering geweest met de hoofdbesturen in verband met de antwoorden van de minister van Sociale Zaken op de vragen van De la Bella inzake art. 6, sub 3 van de Ziektewet. Dit artikel gaat over dagloonberekening. Besluit van de vergadering is dat de bedrijfsverenigingen die een goede regeling hebben zullen proberen die regeling voor hun bedrijf bindend verklaard te krijgen. Lukt dit niet binnen enkele maanden, dan zal alsnog op een wetswijziging worden aangedrongen.

sociale verzekering
Op 8 april 1936 zal een commissie inzake de voltooiing van de sociale verzekering worden geïnstalleerd [niet vermeld staat waar deze commissie van uitgaat].


27 april 1936

Commissie van Advies inzake werkloosheidsverzekering
Door overlijden van Mr. Gerritsz is het secretariaat van deze commissie vacant. Het verbondsbestuur kan niemand uit eigen gelederen bedenken die een kans maakt hem te mogen vervangen. Kupers vindt dat er toch namen genoemd moeten worden, zodat het NVV later niet verweten kan worden dat zij niemand had.

Hoge Raad van Arbeid
In plaats van Meurs wordt L.J. Bakker aangewezen als plaatsvervangend lid van de Hoge Raad van Arbeid.


11 mei 1936

Hoge Raad van Arbeid
G. Klein zal worden voorgedragen als plaatsvervangend lid voor F. van der Wal.

werklozenzorg
Kupers en Lindeman hebben een onderhoud gehad met de minister van Sociale Zaken. Zij hebben met name gesproken over werkverschaffingsproblematiek, maar ook over het in mindering brengen van de premie voor de werkloosheidsverzekering van gezinsleden op het door hen verdiende loon. De minister heeft beloofd hierover snel een beslissing te nemen.

Ziektewet
In de commissie voor de ziekenfondswet is er op gewezen dat artikel 50 van de Ziektewet in geen geval in werking moet worden gesteld zolang dat ook niet gebeurd met artikel 26. Dit denkbeeld is met algemene stemmen overgenomen.


1936, 25 mei

Ziektewet
Aan de NVV-vertegenwoordigers in de besturen van de Raden van Arbeid is een circulaire gezonden waarin er bij hen op aangedrongen is, al het mogelijke te doen om te bewerkstelligen, dat artikel 6 lid 3 der Ziektewet door de Raden van Arbeid op een voor de arbeiders billijke wijze wordt uitgevoerd.


1936, 8 juni

---


1936, 22 juni

---


1936, 6 juli

---


1936, 20 juli

werklozenzorg
Kupers en Lindeman hebben een onderhoud gehad met minister Slingenberg van Sociale Zaken over de moeilijkheden waarin de werklozen verkeren. Daarop is een nieuwe bespreking gevolgd, waarbij ook de minister van Binnenlandse Zaken en Financiën aanwezig waren. Zij konden geen toezeggingen doen, maar zeiden de ernst van de situatie in te zien.


1936, 31 juli

steun
Lindeman heeft een vergadering van de contactcommissie bijgewoond, waarin de minister van Sociale Zaken heeft meegedeeld dat hij verbeteringen in de steun zal aanbrengen, als de huurtoeslag wordt afgeschaft. Lindeman heeft hiertegen krachtig geprotesteerd. Ook Kupers heeft hierover de minister benaderd. De minister heeft inmiddels vergaderd met de vereniging van Nederlandse Gemeenten en daar laten weten, dat hij het eigenlijk wel eens was met de vakbeweging. NVV heeft overlegd met CNV en RKWV over de te volgen koers. Daarin werd geen overeenstemming bereikt. De minister heeft toch besloten de afschaffing van de huurtoeslag door te zetten. De regering zal hierover een persbericht sturen. Zodra het communiqué in de pers verschijnt, zal het NVV een telegram naar de minister sturen met het verzoek de huurtoeslag niet in te trekken. Er zullen interpellaties aangevraagd worden. Kupers zal overleggen met Albarda, Vorrink en Mendels. Ook zal een circulaire worden rondgestuurd naar de bestuurdersbonden en aan alle raadsfracties van de SDAP.


1936, 17 augustus

werkloosheidsverzekering
De BTO heeft er bezwaar tegen gemaakt dat de NVV vertegenwoordigers in de Rijkscommissie van advies voor de werkloosheidsverzekering zich niet hebben verzet tegen het toestaan van een werklozenkas aan apothekersassistenten. De BTO is namelijk bezing de bond voor apothekersassistenten over te hevelen naar de eigen bond. Een eigen werklozenkas vergroot het bestaansrecht van de bond voor apothekersassistenten. Het verbondsbestuur vind het feit dat de ene bond probeert een andere over te nemen, nooit een reden mag zijn om die andere bond een werklozenkas te ontzeggen.

steun
Het NVV heeft een adres gestuurd aan de minister van Sociale Zaken en de minister-president waarin wordt aangedrongen op steunverbetering zonder afschaffing van de huurtoeslag. Bij de bestuurdersbonden is er op aangedrongen zich tot de gemeenten te richten, eventueel in samenwerking met de katholieke en christelijke bonden, om er bij de gemeentebesturen op aan te dringen dat zij zich tot de minister wenden met het nadrukkelijke verzoek op zijn eigen beslissing over de huurtoeslag terug te komen. Ook zijn protestvergaderingen gehouden in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht.

wijziging Ongevallenwet
Het voorontwerp van de wet tot wijziging van de Ongevallenwet-1921 is nog niet besproken in het dagelijks bestuur. Het zal daarom pas op de volgende vergadering aan de orde komen. Ook zal het besproken worden op de hoofdbesturenvergadering van 18 september.


inventarisnummer 7a


1936, 31 augustus

steun
De Nederlandse Vakcentrale heeft voorgesteld gezamenlijk op te treden tegen de voorgestelde steunverslechtering. De minister handhaaft nog altijd zijn standpunt. Het NVV wil nu het verloop van interpellaties afwachten. Leveren die niets op, dan wil men werklozen adviseren de huiseigenaren om huurverlaging te vragen. Ook zal juridisch advies gevraagd worden over het voorkomen van woninguitzetting.

voorontwerp Ongevallenwet
Besproken wordt het voorontwerp tot wijziging van de Ongevallenwet-1921.
Hiemstra vind het kwalijk dat de ziekte- en ongevallenverzekering niet in één hand worden gebracht. Voorts vraagt hij zich af of de genoemde 50 miljoen wel voldoende zullen zijn en hoeveel daarvan ten goede komt aan de bedrijfsverenigingen. Hij vindt dat er de nadruk op moet worden gelegd dat het risico op een ongeval groter is dan het risico van ziekte.
Brouwer is het met Hiemstra eens dat de ziekte- en ongevallenverzekering door dezelfde instantie moeten worden uitgevoerd. Hij is het daarnaast oneens met de in het ontwerp voorgestelde maatstaf van verzekerd inkomen voor bedrijfsverenigingen. De hoogte van het verzekerde inkomen zegt niets over het functioneren van de bedrijfsvereniging. Ook wijst hij op het gevaar van onderlinge concurrentie, die fnuikend is voor de uitvoering van de Ziektewet.
Van der Heeg is bang dat door dit ontwerp de kleine vakbedrijfsverenigingen het loodje zullen leggen. Daarnaast vindt hij dat het zelf risico dragen nadelen heeft; hoe bedrijven die zelf risico dragen de wet uitvoeren, ontrekt zich aan de waarneming. De christelijken hebben een slechte bedrijfsvereniging maar kunnen volgens dit ontwerp blijven functioneren. De Bedrijfsvereniging voor de Kledingindustrie moet echter volgens dit ontwerp bij Centraal Beheer worden ondergebracht, terwijl zij wel goed functioneert. Dit betekent een ondermijning van de goed werkende bedrijfsverenigingen. Wanneer het NVV akkoord gaat met dit ontwerp, gaat zij akkoord met een systeem van algemene bedrijfsverenigingen. Van der Heeg wil dat ook vakbedrijfsverenigingen met een verzekerd loonbedrag van 8 a 10 miljoen de gelegenheid krijgen de Ongevallenwet uit te voeren.
Bakker is tegenstander van het wetsontwerp. Dit ontwerp zal bij de uitvoering dezelfde problemen opleveren als de uitvoering van de Ziektewet. De Rijksverzekeringsbank voert de Ongevallenwet al 35 jaar uit en daarbij hebben zich nooit moeilijkheden voorgedaan. Daarom is er geen aanleiding voor een andere manier van uitvoering te kiezen. Bakker vindt het een teken aan de wand dat alleen het Verbond van Nederlandse Werkgevers, dat niet bekend staat als een pionier op het gebied van de sociale verzekering, enthousiast is over het ontwerp. Ook Bakker verwacht concurrentie tussen de Rijksverzekeringsbank en de bedrijfsverenigingen.
De Jonge acht het eveneens niet wenselijk de uitvoering van de Ongevallenwet over te hevelen naar de bedrijfsverenigingen.
La Bella vindt de problemen bij de uitvoering van de Ziektewet niet zodanig, dat geconcludeerd kan worden dat de bedrijfsverenigingen niet functioneren. Het NVV staat op het standpunt dat de uitvoering door de bedrijfsverenigingen een goede zaak is. Ook de uitvoering van de Ongevallenwet zou daarom in principe door de bedrijfsverenigingen moeten geschieden. De la Bella heeft echter wel bezwaren tegen dit ontwerp, waarin aan een aantal voorwaarden niet is voldaan.
Noordhoff vindt dat de minister teveel heeft toegegeven aan de werkgevers, die zouden vinden dat de vakcentrales teveel invloed hebben op de Rijksverzekeringsbank. Hij is bang dat dit ontwerp tot gevolg zal hebben, dat de invloed van de arbeidersorganisaties wordt uitgeschakeld
P. van der Wal stelt dat in de bedrijfsvereniging van zijn bedrijfstak de Ziektewet goed wordt uitgevoerd. Toch heeft hij bezwaar tegen het wetsontwerp.
Van der Lende is het eens met Bakker en gelooft niet dat de uitvoering door de bedrijfsverenigingen beter zal zijn dan door de Rijksverzekeringsbank. Aan de andere kant denkt hij dat door uitvoering door de bedrijfsverenigingen de invloed van de vakbeweging op dit gebied wordt versterkt. Hij is dan ook wel voor uitvoering door de bedrijfsverenigingen. Wel moeten maatregelen voorgesteld worden tegen grote firma’s die zelf het risico dragen, waardoor de arbeiders geen invloed kunnen uitoefenen op de gang van zaken.
Danz voelt niets voor het ontwerp, omdat de arbeidsbeweging geen invloed heeft op de arbeidsvoorwaarden van de ambtenaren van Centraal Beheer. Zij worden door de directie aangesteld. Onder deze omstandigheden is Danz er tegen, de uitvoering van de ongevallenverzekering op te dragen aan de bedrijfsverenigingen. Ook het stellen van voorwaarden ten aanzien van het verzekerd loonbedrag acht spreker onjuist, omdat juist de kleine bedrijfsverenigingen goed functioneren.
Kupers stelt dat het bij de Ongevallenverzekering niet mogelijk is zelf het risico te dragen zoals bij de Ziektewet en dat het risico waarop Brouwers wijst zich dus niet zal voordoen. Hij merkt op dat aan het eigen risico dragen ook voordelen verbonden zijn. Er zijn namelijk bedrijven, die bij ziekte het volledige loon doorbetalen zonder premie in te houden. Door hen te dwingen zich te verzekeren bij een bedrijfsvereniging, zullen zij ertoe genoodzaakt zijn wel premie te heffen. Hij vraagt of er daadwerkelijk voorbeelden van misstanden zijn.
Van der Heeg kent verhalen over Jamin. Daarnaast vindt hij het een nadeel dat bij zelf risico dragende bedrijvend de controlerend arts in dienst is van het bedrijf en dus niet onafhankelijk zijn werk kan doen. Kupers stelt dat er altijd verschil van mening kan bestaan tussen controlerend arts en patiënt. Hij wijst erop dat de verzekerde werkgevers slecht 80 procent van het loon uitkeren. F. van der Wal deelt mee dat in zijn bedrijfstak ondernemingen uit de bedrijfsvereniging treden en zelf het risico gaan dragen wegens de problemen die zich voordoen bij de uitvoering. Kupers stelt dat als het bestuur meent dat misbruik van het dragen van eigen risico zodanig is, dat dit systeem moet worden afgeschaft, hiertoe voorstellen gedaan kunnen worden. Dit zal echter wel een verslechtering voor de arbeiders tot gevolg hebben. Hij merkt daarnaast op dat het nadeel waarop Van der Wal wees, een gevolg is van onderlinge concurrentie. Door de premieverlaging door de Raden van Arbeid worden de bedrijfsverenigingen vermoord. Bij de uitvoering moet rekening worden gehouden met wat de wet bepaalt. De arbeidersvertegenwoordigers kunnen in de bedrijfsverenigingen geen hogere eisen stellen. Verbeteringen kunnen allen worden nagestreefd middels collectieve contracten. Kupers deelt niet de vrees van Noordhoff dat de arbeidersorganisaties in het gedrang zullen raken. Zij hebben steeds de helft van de invloed.
Kupers vindt dat door de bedrijfsverenigingen de arbeidersorganisaties meer invloed kunnen krijgen op de uitvoering van de sociale wetgeving. Men moet de grote lijn van de reorganisatie van de sociale verzekering in het oog houden. Kritiek op details mag niet de doorslag geven. Toch meent het dagelijks bestuur dat het ontwerp niet aan de verlangens van het NVV voldoet. In plaats van de Rijksverzekeringsbank komen er meerdere uitvoerenden. Daarnaast wordt het principe van de vakbedrijfsvereniging geweld aangedaan. Het NVV is tegen een systeem van algemene bedrijfsverenigingen. De vakbedrijfsverenigingen moeten worden gehandhaafd op grond van het verplichte lidmaatschap, zodat werkgevers niet naar een andere bedrijfsvereniging kunnen overgaan. Voor een goede Ongevallenverzekering zouden kleine ongevallen ten laste van de Ziekteverzekering kunnen worden gebracht. De grens van 50 miljoen acht het dagelijks bestuur te laag om de onderlinge concurrentie uit te schakelen.
Bakker vindt dat de arbeidersorganisaties ook meer invloed kunnen verwerven via de Rijksverzekeringsbank. Hiemstra is voor uitvoering door de bedrijfsverenigingen, zijn ervaring is dat de bedrijfsverenigingen veel meer soepelheid betrachten dan de Rijksverzekeringsbank. Hij is het er mee eens dat het verzekerde looncijfer niet het grootste belang is.
Kupers vindt het stellen van een grens ten aanzien van een verzekerd loonbedrag wel gewenst. Het risico op ongevallen is groter dan het risico op ziekte en bovendien kan iemand veel langer ongevallenrente krijgen dan ziekterente. Er is dus meer geld voor nodig en dus een hoger loonbedrag. Wanneer de grens wordt verlaagd, wordt het aantal bedrijfsverenigingen te groot. Kievit merkt op dat zijn bedrijfsvereniging de grens van 50 miljoen niet zal halen, terwijl de bedrijfsvereniging wel goed functioneert.
Uiteindelijk concludeert Kupers dat het ontwerp in ieder geval van tafel moet omdat het toch niet voldoende geamendeerd kan worden in de geest van de arbeidersbeweging. Daarvoor is het teveel een concessie aan de werkgeverslobby. Aldus wordt besloten.


1936, 14 september

steun
Op 13 september is er een vergadering geweest met de vertegenwoordigers van de 45 grootste bestuurdersbonden, de Federaties van bestuurdersbonden en de provinciale werkcomités. In deze vergadering zijn instructies gegeven over wat zij dienen te doen in verband met de steunverslechteringen. Aan de redacteuren van de vakbladen zal een verslag worden gegeven van het verloop van de discussie bij de interpellatie-La Bella in de Eerste Kamer.


1936, 28 september

---


1936, 5 oktober

steun
Op basis van de hoofdbesturenvergadering van 5 oktober is een resolutie vastgesteld, waarin de hoofdbesturen hun afkeuring uitspreken over het beschouwen van de huurtoeslag als een overgangsmaatregel. Afschaffing keurt zij ten zeerste af, helemaal nu de gulden is gedevalueerd.


1936, 12 oktober

Ongevallenwet
De Hoge Raad van Arbeid heeft laten weten dat een commissie zal worden ingesteld die preadvies zal uitbrengen over de wijziging van de Ongevallenwet en de Land- en Tuinbouwongevallenwet, speciaal met betrekking tot beroepsziekten. Besloten wordt Van den Bilt als vertegenwoordiger aan te wijzen in deze commissie.

staatspensioen
De Commissie Sociale Verzekering uit het NVV en de SDAP heeft zich op verzoek van de voorzitter van de SDAP Tweede Kamerfractie bezig gehouden met het vraagstuk van het staatspensioen. In een schrijven d.d. 2 oktober 1936 heeft zij hiervoor een richtlijn uitgezet.


1936, 26 oktober

Ziektewet
De la Bella heeft bedankt voor het College van Toezicht op de uitvoering der Ziektewet. In zijn plaats is F.S. Noordhoff benoemd.

Ongevallenwet
Het verbondsbestuur heeft een nota ontvangen over het verzwijgen van ongevallen en een verslag van de vergadering van de Commissie van Overleg inzake de uitvoering der Sociale Verzekeringswetten, waarin over de verzwijging van ongevallen uitvoering gesproken wordt.
Verder heeft de Commissie van Overleg aan de hoofdbesturen een overzicht van de wijzigingen in de Ongevallenwetten in verband met de gewijzigde Ziektewet gestuurd en een overzicht van de opleidingen die rentetrekkers hebben gevolgd.


1936, 9 november

---


1936, 23 november

Hoge Raad van Arbeid
Op 21 november 1936 vond de 45ste vergadering plaats van de Hoge Raad van Arbeid. Het presidium, bestaande uit P.J.M. Aalberse (voorzitter), H.P. Gelderman en E. Kupers (vervangende voorzitters) is voor twee jaar herkozen.
De Raad heeft o.a. gediscussieerd over een voorstel van Kupers en acht andere leden om te onderzoeken of Nederland rekening moet houden met een omvangrijke blijvende werkloosheid. De Raad heeft de voorzitter opgedragen een studiecommissie samen te stellen.


1936, 7 december

Rijkscommissie van Advies voor de Werkloosheidsverzekering
Smeding zal L. van der Wal vervangen als plaatsvervanger van H.J. van den Born in deze commissie. F. van der Wal vraagt zich af of deze commissie nog wel nut heeft, aangezien zijn bond op zeer onheuse wijze is behandeld door de Rijksdienst voor de Werkloosheidsverzekering. Hiemstra sluit zich er bij aan dat de Rijksdienst er zich bij onenigheid vaak vanaf maakt met de mededeling dat met de vakbeweging overlegd is via de Rijkscommissie van Advies. Dat maakt het moeilijk om nog wat gedaan te krijgen.

Hoge Raad van Arbeid
In plaats van F. van de Walle is C. van der Lende benoemd tot lid van de Hoge Raad van Arbeid. Als plaatsvervanger is H. Lindeman aangewezen.


1936, 21 december

---


1937, 4 januari

Kinderbijslag
Er is een bespreking geweest met een vertegenwoordiging van de ACOP in verband met een polemiek gevoerd in Het Volk over kindertoeslag. Het ACOP vindt het NVV-standpunt onduidelijk. Het NVV heeft voorgesteld een commissie in te stellen om het vraagstuk te onderzoeken. Daarmee is het ACOP akkoord gegaan. Verder zal gepubliceerd worden dat het NVV tegen het bestaande kinderbijslagstelsel is.


1937, 18 januari

werkloosheid
Kupers is benoemd in de commissie van de Hoge Raad van Arbeid die de blijvende werkloosheid gaat onderzoeken.

Hoge Raad van Arbeid
In de plaats van P. Danz wordt K. de Jonge benoemd tot lid van de Hoge Raad van Arbeid. T. van der Heeg wordt benoemd als plaatsvervangend lid.


1937, 15 februari

Nederlandse Werkloosheidsraad
Op de laatste vergadering van de Nederlandse Werkloosheidsraad is door de Kring van Werkgeverscentrales de vraag aan de orde gesteld of deze raad nog wel bestaansrecht heeft. Deze vraag zal in een commissie onderzocht worden. Namens het NVV heeft H. Lindeman zitting in deze commissie.


1937, 1 maart

---


1937, 15 maart

---


inventarisnummer 8


4 juli 1938

werkloosheidsverzekering
[niet volledig, notulen beginnen midden in een bladzijde].Het wetsontwerp-Romme inzake de werkloosheidsverzekering wordt besproken. Het standpunt van het dagelijks bestuur voor wat betreft de uitvoering is dat er te weinig bedrijfsraden zijn en dat zij derhalve niet met de uitvoering belast moeten worden.
Klein vindt dat het wetsontwerp-Romme niet moet worden uitgevoerd, maar de inschakeling van bedrijfsraden vindt hij juist positief. Het is de enige manier om de versnippering die men bij de bedrijfsverenigingen voor de Ziektewet vindt, tegen te gaan.
Hilgenga vindt het nadeel dat er dan weer nieuwe uitvoeringsorganen bijkomen. Voordeel is dat er voor ieder bedrijf slechts één uitvoerend orgaan komt. Van der Heeg merkt op dat het mogelijk is dat het bestuur van de bedrijfsraad ook het bestuur van de bedrijfsvereniging wordt. Er moeten echter ook vakbedrijfsverenigingen komen en als minister Romme in die richting wil gaan, zijn vakbedrijfsverenigingen de aangewezen organen. Ook bij de bedrijfsraden is versnippering dus niet uitgesloten.
Bakker meldt dat dit vraagstuk ook besproken is in de Commissie uit de Hoge Raad van Arbeid, die het voorontwerp inzake Kinderbijslag in behandeling heeft. In deze commissie bestaan grote bezwaren tegen de drieledige uitvoering van de wet onder de vertegenwoordigers van alle kringen. Men wil voorlopig de bedrijfsraden niet inschakelen en voor dat denkbeeld stemden ook de NVV-vertegenwoordigers. Een drieledige uitvoering zou een stap achteruit betekenen in het streven naar meer centralisatie in de uitvoering van de sociale verzekering.
Van Dugteren is bang dat de voorkeur van Romme voor de bedrijfsraden er toe zal leiden, dat een groot aantal werkgevers zich aansluit bij de Rijkskas. Dit dient voorkomen te worden en het NVV moet daarom zijns inziens aansturen op bedrijfsverenigingen met verplicht lidmaatschap voor alle ondernemers. Bij de huidige opzet bestaat het gevaar dat de ‘goede’ risico’s straks naar de bedrijfsraad gaan en de ‘slechte’ risico’s naar de Rijkskas.
Kupers stelt dat het NVV niet principieel tegen de uitvoering door bedrijfsraden is. Het ligt verschillend per bedrijfstak.
Klein is van mening dat als nu niet meteen wordt besloten de uitvoering onder te brengen bij bedrijfsraden, het zeer moeilijk zal worden de uitvoering later weer weg te krijgen bij de bedrijfsverenigingen. Dat is ook gebleken bij de uitvoering van de Ziektewet. Hij ziet de bedrijfsraden juist als een bevordering van de centralisatie. Daarbij komt dat de arbeidersverenigingen meer invloed hebben in de bedrijfsraden dan in de bedrijfsverenigingen. Kupers ziet niet in waarom. Klein houdt vol. Het is zijn organisatie bijvoorbeeld nooit gelukt invloed te krijgen bij de aanstelling van personeel voor de bedrijfsvereniging. Voor de uitvoering van de werkloosheidsverzekering zal een zeer groot apparaat opgezet moeten worden. Klein ziet dat liever in handen van de bedrijfsraden dan in handen van de bedrijfsverenigingen. Het verbaast Klein dat de Commissie inzake de Kinderbijslag al een standpunt heeft ingenomen. Hij is het volslagen oneens met het voorstel de uitvoering in handen te geven van de bedrijfsverenigingen.
Van der Heeg vindt dat Kleins uitgangspunt dat er één bedrijfsraad komt voor een hele bedrijfstak, onjuist is. Dat zal verschillen per bedrijfstak. De invloed in deze organen hangt af van personen en niet van het orgaan op zich. Binnen het stelsel-Romme zullen er administratieve moeilijkheden ontstaan. Nu eenmaal het principe van de bedrijfsverenigingen is aanvaard, is het beter alle wetten door de bedrijfsverenigingen te laten uitvoeren. Daarvoor zijn verplichte vakbedrijfsverenigingen noodzakelijk, waardoor de uitvoering van de sociale zekerheid een veel overzichtelijker karakter krijgt.
Van der Lende corrigeert Bakker inzake zijn mededelingen over de Commissie Kindertoeslag. Het wetsontwerp voor de Kinderbijslag stelt als uitvoerder de bedrijfsraden, de bedrijfsverenigingen en de Raden van Arbeid. De vertegenwoordigers van de confessionele vakbeweging willen de uitvoering in handen brengen van de bedrijfsraden. Van der Lende heeft zich in de commissie op het standpunt gesteld, dat de bedrijfsraden geen behoorlijke administratie kunnen waarborgen. Er moet een centraal orgaan komen en in de ogen van het NVV moet dat de Rijksverzekeringsbank zijn. Dit voorstel is verworpen. In het advies van de commissie, waarover nog gestemd moet worden, staat nu dat de uitvoering van de Kinderbijslagregeling in de eerste plaats in handen moet komen van de bedrijfsverenigingen. Waar bedrijfsraden staan, kunnen deze aan het hoofd van de bedrijfsvereniging worden gesteld. Van der Lende vindt dat het NVV hier mee akkoord moet gaan, omdat de bedrijfsraden nog onvoldoende capaciteiten hebben om de uitvoering te kunnen doen. Van Dugteren sluit zich daar bij aan, Hij is bang dat uitvoering door de bedrijfsraden verbrokkeling in de hand zal werken.
Kupers begrijpt de bezwaren van Klein niet. Er zijn pas dertien bedrijfsraden en in sommige bedrijfstakken wensen de werkgevers principieel hieraan niet mee te werken. Minister Romme schijnt bereid te zijn de Ziektewet op de helling te zetten, om ook daar tot vakbedrijfsverenigingen te komen. Daarmee vervalt het bezwaar van versnippering. Komt er dan nog verplichting tot aansluiting bij de bedrijfsverenigingen, dan is bereikt wat het NVV wil.
Klein merkt op dat op deze manier alleen een bedrijfsraad met de uitvoering belast kan worden, als de bedrijfsvereniging dat goed vindt. Hij geeft het voorbeeld van een bedrijfsraad in het bouwbedrijf waar een bepaalde werkgeversvereniging niet inzit. Deze zit wel in de bedrijfsvereniging en zal zich dus zeker tegen uitvoering door de bedrijfsraad verzetten. Krijgen bedrijfsraden in de wet de voorkeur als uitvoeringsorganen, dat zal deze werkgeversvereniging zich zeker bij de bedrijfsraad aansluiten, omdat zij anders geen zeggenschap over de verzekering heeft. Opheffing van de bedrijfsverenigingen zal op grote tegenstand stuiten. Daardoor zullen de bedrijfsraden geen kans krijgen.
Van der Lende vat samen dat Klein dus eigenlijk wil dat, indien er een geschikte bedrijfsraad bestaat, deze het bestuur van de bedrijfsvereniging moet vormen. Dat wil de confessionele vakbeweging ook. Maar deze mogelijkheid is ook in de bestaande wet aanwezig.
Kupers stelt dat hij er niet in gelooft, dat met de methode van Klein het verzet van liberale werkgevers tegen bedrijfsraden gebroken kan worden. Intussen zijn er nu te weinig bedrijfsraden om de verzekering te kunnen uitvoeren. De invloed in bedrijfsvereniging en bedrijfsraad is volgens hem hetzelfde.
Klein stelt echter dat in de bedrijfsraad de confessionele werkgevers met het NVV meewerken en daarom kan zij meer gedaan krijgen.
Kupers vindt dat geen argument, want diezelfde situatie ontstaat als er één verplichte bedrijfsverzekering komt per bedrijfstak.
De discussie wordt gesloten. Het voorstel van het dagelijks bestuur is om de bedrijfsverenigingen bij de uitvoering voorrang te geven, met dit voorbehoud, dat in die bedrijven waar dat door de verhoudingen gewenst is, de bedrijfsraad de uitvoering op zich kan nemen. Het voorstel wordt met 1 stem tegen aanvaard.
Afgesproken wordt dat Klein niet aanwezig zal zijn bij de vergadering van de Hoge Raad van Arbeid waarin over het advies inzake het voorontwerp Werkloosheidsverzekering gestemd wordt. Hij zal zijn plaatsvervanger sturen.


1938, 29 augustus

werklozenkas huispersoneel
Minister Romme heeft geweigerd een werklozenkas toe te kennen aan de Bond voor Huispersoneel. Zijn argumenten zijn dat er onder huispersoneel geen werkloosheid heerst, dat het moeilijk te beoordelen is waarom iemand ontslagen is en dat niet mag worden ingegrepen in het huisrecht. Van Dugteren heeft geprobeerd de zaak te verdedigen in de Rijkscommissie voor de werkloosheidsverzekering, maar hij stond daarin alleen. De positie van de Bond voor Huispersoneel is niet sterk omdat het huispersoneel in andere landen ook niet tegen werkloosheid is verzekerd.

Nederlandse Werkloosheidsraad
Door een commissie is onderzocht of de Nederlandse Werkloosheidsraad anders zou kunnen werken. De commissie heeft geadviseerd tot een Commissie van Bijstand. Daarin zitten een vertegenwoordiger van de Nationale Vereniging tegen de Werkloosheid (Wittewaal), van de Stichting Landverhuizing (Hartland), van de Vereniging van Nederlandse Arbeidersbeurzen (Folmer) en van het NVV (Lindeman).


1938, 12 september

werkloosheidsverzekering
Lindeman heeft een nota gezonden aan het Verbondsbestuur over de werkloosheidsverzekering. Deze zal behandeld worden in een volgende vergadering.

rapport inzake wijziging Ziektewet
Het rapport is opgesteld door minister Romme. Hij doet hierin voorstellen om het aantal uitvoeringsorganen van de Ziektewet te verkleinen en de onderlinge concurrentie van de uitvoeringsorganen te verminderen.
Van den Born heeft kritiek op het rapport. Hij stelt dat er al zoveel vakbedrijfsverenigingen zijn, dat alle werkgevers daarbij kunnen. Hij ziet ook niet in waarom de vakcentrales een aanvraag tot oprichting zouden moeten doen per groep. Het bestuur van de Federatie van Bedrijfsverenigingen is dan wel samengesteld uit vakcentrales, maar de vraag of er een vakbedrijfsvereniging moet komen moet worden beantwoord door de vakgenoten uit de betreffende bedrijfstak en die door de vakcentrales.
De Jonge is bang dat de consequentie van de uitvoering van dit rapport zal zijn, dat de vakbedrijfsverenigingen oplossen in algemene bedrijfsverenigingen. Ook worden een aantal kwesties in het rapport niet opgelost, bijvoorbeeld die van de zieke werkloze arbeiders.
Brouwers sluit zich aan bij de bezwaren en stelt daarnaast dat de Centrale Onderlinge niet op dezelfde wettelijke basis kan worden geplaatst als de bedrijfsverenigingen.
Van der Heeg begrijpt de bezwaren niet. Hij is juist van oordeel dat in dit rapport de oprichting van vakbedrijfsverenigingen wordt bevorderd. Wel kunnen er problemen ontstaan in bedrijfstakken waar noch de werkgevers, noch de werknemers goed georganiseerd zijn. Maar de uiteindelijke bedoeling van het rapport moet zijn dat kleine bedrijfsverenigingen opgaan in grote vakbedrijfsverenigingen.
Klein vraagt zich af wat er in de praktijk van het rapport terecht zal komen, want wat een bedrijf precies is, is niet duidelijk. Daarin schuilt een gevaar.
Noordhoff stelt dat minister Romme in de Eerste Kamer heeft meegedeeld dat hij de algemene bedrijfsverenigingen alleen wil laten bestaan waar vakbedrijfsverenigingen het werk niet kunnen overnemen. De opmerking van de Jonge stemt dus niet overeen met de bedoelingen van de minister. Noordhoff vindt wel dat in het rapport moet worden opgenomen, dat algemene bedrijfsverenigingen verplicht zijn mee te werken aan de oprichting van vakbedrijfsverenigingen. Bij de behandeling van de jaarverslagen moet ieder jaar worden nagegaan, of er aanleiding is een vakbedrijfsvereniging te stichten. Verder is Noordhoff van mening dat de aanwijzing van bestuurders zo moet worden opgevat, dat het NVV drie vertegenwoordigers aanwijst, het RKWV twee en het CNV één. De vakcentrales dienen betrokken te worden bij de totstandkoming van bedrijfsverenigingen. Ook de Centrale Onderlinge zal goedkeuring moeten vragen. Een vakbedrijfsvereniging zou erkend kunnen worden als representatief op dezelfde manier als bij de Ongevallenverzekering gebeurd is, namelijk bij een percentage van 75%.
De Jonge is tegen de in het rapport genoemde oprichting van een bedrijfsvereniging van de voedings- en genotmiddelenindustrie, want die twee hebben niets met elkaar te maken en vormen dus weer een algemene bedrijfsvereniging. Wanneer men bedrijfsverenigingen in het bouwbedrijf samenvoegt moet men tegelijk verbieden, dat werkgevers zich aansluiten bij de Raden van Arbeid.
Van den Born is tegen het opheffen van kleine bedrijfsverenigingen, want die zijn vaak soepeler in hun uitkeringsbeleid dan de grote bedrijfsverenigingen. Hij vindt ook dat de vakcentrales zich niet moeten bezig houden met de totstandkoming van de bedrijfsverenigingen. Dat is een zaak van de vakgenoten zelf.
Noordhoff merkt op dat dit rapport een andere geest zou ademen, wanneer er bij de toepassing van de Ziektewet geen problemen waren geweest. Men kan niet volhouden dat er daarbij geen moeilijkheden zijn. Er is op het ogenblik teveel concurrentie tussen de bedrijfsverenigingen.
Kupers is verwonderd over de geopperde bezwaren. De minister stelt voor dat er van de 55 bedrijfsverenigingen bijvoorbeeld 30 gemaakt worden. Kupers snapt niet waarom er daartegen zoveel oppositie is. Hij vindt het onzinnig dat het bouwbedrijf verdeeld is over 10 bedrijfsverenigingen en 30 Raden van Arbeid. Het Dagelijks Bestuur is van mening dat het rapport vergezeld moet gaan van een brief, waarin gesteld wordt dat het NVV van mening is dat de algemene bedrijfsverenigingen en de Raden van Arbeid moeten verdwijnen. Het bestaan van uitsluitend vakbedrijfsverenigingen acht het NVV het beste. De combinatie van voedings- en genotmiddelen vindt Kupers niet zo gek. Het past niet bij de organisatorische verhoudingen binnen de vakbeweging, maar die hebben niets te maken met de Ziektewet. Kupers stelt zich voor dat om te beginnen in het bouwbedrijf grote opruiming gehouden zal worden.
Kupers is het met Klein eens dat er een gevaar schuilt in die bedrijfstakken waarin de werkgevers en de arbeiders niet in hoge mate georganiseerd zijn. De tekst van het rapport zou op dat punt iets aangepast moeten worden. Ontkend kan niet worden dat het rapport in de richting gaat die het NVV graag wil. Nu moet men eerst het concrete wetsontwerp van minister Romme afwachten. Dit rapport geeft slechts de richting aan, waarin hij wil gaan.
Het Verbondsbestuur verenigt zich met het rapport. Alleen Van den Born stemt tegen en Moltmaker stemt blanco.

rapport inzake Sociale Verzekering
Het NVV is van plan om samen met de SDAP een congres te beleggen over het rapport inzake de Sociale Verzekering en wel voor de behandeling van de begroting van Sociale Zaken in de Tweede Kamer. Als sprekers zullen worden uitgenodigd: S. Mok, F.S. Noordhoff, J. van de Kieft en J. van den Tempel. Het congres zal worden gehouden op 5 november 1938 en zal een demonstratief karakter dragen. Delegaties van de Hoofdbesturen en de Bestuurdersbonden zullen worden uitgenodigd.

nota werkloosheidsverzekering
Lindeman heeft een nota geschreven over de werkloosheidsverzekering.
Bakker vindt dat uit deze nota blijkt, dat men wil gaan in de richting van het Engelse stelsel. Probleem van het Belgische systeem is dat mensen in vaste overheidsdienst ook moeten meebetalen aan de werkloosheidsverzekering. Dat past niet bij de historisch gegroeide verhoudingen in Nederland.
Van Dugteren stelt dat in het Engelse stelsel het overheidspersoneel niet verzekerd is. Men heeft er echter een aantal Naamloze Vennootschappen, waar de overheid in belangrijke mate bij betrokken is. Ook in het stelsel van minister Romme zal het overheidspersoneel worden uitgesloten.


1938, 10 oktober

congres Sociale Verzekering
Naast de al eerder genoemde genodigden zullen ook de SDAP-kamerfractie, het ministerie van Sociale Zaken, de Centrale Bond van Ziekenfondsen, de moderne Middenstandsorganisatie, het bestuur van de Rijksverzekeringsbank, de Federatie van Bedrijfsverenigingen en de Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst uitgenodigd worden. Woudenberg wil ook de andere politieke partijen uitnodigen. Het NVV voelt daar niet veel voor, maar zal niet weigeren als de SDAP uitnodigingen wil versturen.

rapport inzake sociale verzekering
Het rapport geeft aanleiding tot uitvoerige discussie [niet in de notulen opgenomen]. In het algemeen kan het Verbondsbestuur zich ermee verenigen.


1938, 7 november

Jaarvergadering voor Armenzorg en Weldadigheid
Deze jaarvergadering is bijgewoond door Lindeman. Het Verbondsbestuur besluit dat het NVV als lid tot deze vereniging zal toetreden.

congres Sociale Verzekering
Kupers deelt mee dat overwogen wordt de redevoeringen die op het congres zijn uitgesproken, in brochurevorm uit te geven.
Ponstein vond het congres mat.
Van der Heeg vindt het jammer dat op het congres geen resoluties zijn aangenomen en dat er weinig gelegenheid tot discussie was
Lindeman vraagt of het niet beter zou zijn de inleidingen van de sprekers van tevoren te verspreiden in de vorm van een preadvies, zodat het congres gewijd kan worden aan de discussie.
Bakker viel op dat het rapport inzake Sociale Verzekering door de SDAP ongelukkig is behandeld. Het leek helemaal niet aan de orde geweest te zijn in het partijbestuur. Bovendien was het partijbestuur slecht vertegenwoordigd: Vorrink, Woudenberg en Albarda waren er niet. Er waren alleen Drees en mw. De Vries-Bruins. De SDAP heeft weinig belangstelling getoond. Bakker heeft het gevoel dat de SDAP het congres heeft gebruikt om voor de verkiezingen bepaalde dingen naar buiten te brengen, maar dat zij verder geen interesse heeft in de organisatie van de sociale verzekering. Het NVV zou beter zonder hen deze zaak kunnen behandelen. De SDAP heeft slechts belangstelling voor middenstandsverzekering en staatspensioen, waar toch niets van terecht komt.
Kupers zegt dat dit congres meer uitging van de SDAP dan van het NVV. De SDAP wilde een daad stellen in verband met de actie van de christen-democraten voor staatspensioen. Wanneer men op een congres als dit vier inleidingen laat houden, blijft er weinig tijd over voor discussie. Kupers is het eens met de stelling van Lindeman. In de volgende vergadering van het Dagelijks Bestuur van het NVV met de Algemene Raad van de SDAP zal aan de orde gesteld worden dat de geringe aanwezigheid van SDAP-bestuurders een slechte indruk heeft gemaakt


1938, 21 november

---


1938, 5 december

---


1938, 19 december

---


1939, 2 januari

Staatscommissie inzake financiering Invaliditeits- en Ouderdomsverzekering
Van de Minister van Sociale Zaken is een uitnodiging ontvangen, een aanbeveling te doen voor twee personen voor een benoeming in bovengenoemde commissie. Deze commissie zal de regering adviseren over een regeling van de financiering van overheidsverplichtingen, verband houdende met de verplichte Invaliditeits- en Ouderdomsverzekering die zou komen te gelden na het aflopen van de huidige wettelijke regeling inzake de financiering. F.S Noordhoff en H. van Dugteren zijn voorgedragen.

voorontwerp verplichte werkloosheidsverzekering
Van Dugteren deelt mee, dat in de subcommissie alleen de vertegenwoordigers van het NVV en prof. de Vries voorstander waren van het Engelse systeem. Dit systeem zal dus niet in de grote commissie worden aanvaard. Het denkbeeld van minister Romme inzake de financiering van de werkloosheidsverzekering is afgewezen. De minister zal dus of het ontwerp intrekken of de grondslag geheel wijzigen.
Klein merkt op dat de minister zijn plannen toch ook daar kan zetten.
Brouwer stelt dat een deel van de Commissie de regeling van de Ziektewet wenselijk acht voor wat betreft de loongrens, terwijl een ander deel de voorkeur geeft aan de regeling van de Ongevallenwet. Brouwer zou liefst zien, dat de hele commissie zich uitspreekt voor de Ongevallenwet-regeling. Verder maakt hij nog een opmerking over provisiereizigers.
Van der Heeg vraagt of het noodzakelijk is dat de Commissie akkoord gaat met de vorming van werkgeverskassen. Daaraan zitten verschillende bezwaren.
Kievit memoreert dat er in Rotterdam een fascistische vereniging is opgericht die leden tegen werkloosheid verzekert. Hoe zal met dergelijke organisaties worden omgegaan?
Van Dugteren stelt dat Van der Heeg twee zaken verwart. Gekozen is voor bedrijfsgewijze uitvoering van de verzekering. Daarnaast is er de kwestie of de arbeidersorganisaties daarbij betrokken konden worden. Dit kon het NVV alleen voor elkaar krijgen, door de concessie te doen dat ook de werkgeversorganisaties bij de uitvoering betrokken zouden worden. Op de vraag van Kievit kan Van Dugteren nog geen antwoord geven. Wel geeft hij aan, dat er per bedrijfstak slechts een uitvoerder kan zijn en dat een werkgever dus geen eigen kas kan oprichten. Tal van mensen die nu voor de werkloosheidsverzekering van de vakbonden werken, zouden in de nieuwe organisatie kunnen worden ingezet. Dit zal van Dugteren nog aankaarten in de Hoge Raad van Arbeid.
Kupers zou het liefst zien dat men niet speculeert op de gedachte dat afzonderlijke werkgevers geen kans zullen krijgen hun eigen kassen op te richten. Gezien de ervaringen met de Ziektewet is Kupers daar niet geheel gerust op. Nu zal nog een conceptrapport van de commissie volgen. Dit zal aan het Verbondsbestuur worden gezonden voordat het behandeld wordt in de Hoge Raad van Arbeid. De kwestie zal dan definitief besproken worden.


1939, 30 januari

uitbreiding aantal loonklassen Invaliditeits- en Ouderdomsverzekering
Het Verbondsbestuur verenigt zich met het standpunt van het Dagelijks Bestuur.


1939, 13 februari

sociale zorg
Er is een brief binnengekomen van de Vereniging van Modern georganiseerde Gezinsvoogden, van de Sociaal Democratische Vereniging tot Bevordering van Reclassering en Kinderbescherming en van de Vereniging van Modern georganiseerde Vrijwillige verzorgers. Zij verzoeken om een bespreking met de Algemene Raad van het NVV over de vraag welke rol de vakbeweging kan vervullen op het gebied van de sociale zorg. Aan het verzoek zal worden voldaan.

nota uitvoering sociale verzekering door bedrijfsraden of bedrijfsverenigingen
Besproken wordt de nota uitvoering sociale verzekering van Van der Lende, naar aanleiding van de discussie over de uitvoering van de Kinderbijslagverzekering. Van der Lende leest een brief van Hilgenga voor, waarin deze alle meningen op een rijtje zet. De vertegenwoordigers van de confessionele vakbeweging pleiten voor een uitvoering door bedrijfsraden, die van het NVV voor uitvoering door de Rijksverzekeringsbank en de Raden van Arbeid. Minister Romme wil uitvoering door bedrijfsraden en waar die er nog niet zijn, uitvoering door bedrijfsverenigingen, de Rijksverzekeringsbank en de Raden van Arbeid. Kupers en De la Bella pleiten voor uitvoering uitsluitend door de bedrijfsverenigingen. Hilgenga is van mening dat alle vier de voorgestelde stelsels de chaos in de uitvoering van de sociale verzekering zullen vergroten. Hij pleit voor het opdragen van de uitvoering van de Kinderbijslagverzekering aan de reeds bestaande uitvoeringsorganen van het bedrijfsleven, in dit geval aan de bedrijfsverenigingen belast met de uitvoering van de Ziektewet. Hij zou alleen de werkgevers die nu zijn aangesloten bij een algemene bedrijfsvereniging, willen verplichten zich aan te sluiten bij een vakbedrijfsvereniging.

Kupers deelt mee, dat de Tweede Kamerfractie van de SDAP nog geen standpunt heeft bepaald in deze discussie. Verder deelt hij mee dat er discussie is over de vraag, of de bedrijfsraden een sociale of een economische taak moeten krijgen. In het officiële rapport van het NVV en de SDAP hierover wordt gesproken over een economische taak. De vrees van Kupers en De la Bella is, dat wanneer men de bedrijfsraden daarnaast belast met de uitvoering van de sociale verzekering, er van de afgebakende economische taak niets terecht komt. In de Tweede Kamer heeft Kupers zich op het standpunt gesteld dat het aanbeveling verdient de uitvoering van de kinderbijslagverzekering voorlopig op te dragen aan een overheidsorgaan (Rijksverzekeringsbank en Raden van Arbeid) tot de reorganisatie van de Ziektewet is voltooid. Dan kan de uitvoering worden overgedragen aan de bedrijfsverenigingen.
Klein stelt dat het bedoelde rapport op dit punt veel vager is dan Kupers het doet voorstellen. Hij staat zeer negatief tegenover de nota van Kupers en De la Bella. Hij meent dat het onmogelijk is de sociale en economische taak van de bedrijfsraden te scheiden. De bedrijfsraden zullen hoofdzakelijk leiding geven en voor de uitvoering bepaalde instanties in het leven roepen. Daarom zal hun economische taak niet in het gedrang komen. Bij de bedrijfsraden zijn de werkgevers verplicht aangesloten en dat is een groot voordeel. Het is maar de vraag of het zal lukken de werkgevers te verplichten zich aan te sluiten bij een bedrijfsvereniging. Als de nota van Kupers en De la Bella wordt uitgevoerd, zal er ook van de economische functie van de bedrijfsraden weinig terecht komen. Als de bedrijfsraden de sociale verzekeringen gaan uitvoeren zullen zij daardoor ook over een groot aantal economische gegeven gaan beschikken. Klein meent dat momenteel de uitvoering door de bedrijfsverenigingen beter is dan door de Raden van Arbeid. Nadeel is wel de onderlinge concurrentie tussen de bedrijfsverenigingen. Klein staat volledig achter de opstelling van de confessionele bonden. Kleins organisatie [bouwbedrijf] zal zich er niet bij neerleggen als de nota van Kupers en De la Bella wordt aanvaard.
Bakker vindt dat de bedrijfsraden er moeten zijn voor economisch-technische zaken en de bedrijfsverenigingen voor sociale zaken.
Brouwer staat achter Kupers en De la Bella.
Noordhoff vraagt waarom er niet geconcludeerd wordt in de nota van Kupers en De la Bella, dat de bedrijfsverenigingen de uitvoering kunnen doen mits de uitvoering van alle sociale verzekeringswetten aan één bedrijfsvereniging per bedrijfstak wordt opgedragen. Kupers stelt dat dit niet aan de orde is, omdat het alleen gaat om de uitvoering van de kinderbijslagverzekering.
Van der Lende vraagt of de bezwaren van Klein niet ondervangen kunnen worden door de besturen van de bedrijfsverenigingen te laten benoemen door de besturen van de Raden van Arbeid.
De la Bella betreurt het dat Klein nu al aangeeft dat zijn hoofdbestuur openlijk een ander standpunt in zal nemen. Hij is van mening dat het NVV moet vasthouden aan de functie van de bedrijfsraden zoals die is vastgesteld in het rapport NVV-SDAP. Dat betekent dat ook de overheid in de bedrijfsraden vertegenwoordigd moet zijn, wat nu nog niet het geval is.
Men kan zeggen dat op dit moment de bedrijfsraden op economisch gebied weinig te zeggen hebben. Dat zal alleen maar minder worden wanneer men hen de uitvoering van de sociale verzekering in handen geeft. Dan krijgen zij het immers daar druk genoeg mee. In 75% van de bedrijven bestaan nog geen bedrijfsraden. Als de bedrijfsverenigingen worden geconcentreerd zoals het NVV wil, krijgt Klein ook de economische gegevens die hij nu via de Bedrijfsraden wil verkrijgen.
Kupers stelt voor de besprekingen op te schorten naar een volgende vergadering.


1939, 27 februari

uitvoering sociale verzekering
Klein vindt dat de zaak waar het om gaat door het hoofdbestuur te theoretisch wordt voorgesteld. Het NVV moet niet uitgaan van de bedrijfsraden, zoals zij naar haar mening moeten zijn, maar van bedrijfsraden zoals die op het ogenblik bestaan. Het NVV staat op het standpunt dan een derde van het bestuur moet bestaan uit arbeiders, een derde uit werkgevers en een derde uit ambtenaren. Nu bestaan de bedrijfsraden voor de helft uit werkgevers en voor de helft uit werknemers. Daar moet het NVV van uitgaan. Klein blijft er van overtuigd, dat de bedrijfsraden niet aan hun economische taak zullen toekomen als zij niet ook een sociale taak te vervullen krijgen.
Van der Heeg constateert dat het dagelijks bestuur er bezwaar tegen maakt de bedrijfsraden te belasten met de uitvoering van de sociale zekerheidswetten. Hij vraagt zich af of Klein bedoeld dat de bedrijfsraden die dat willen de sociale zekerheid moeten uitvoeren of dat alle bedrijfsraden dat moeten. Tegen het eerste standpunt heeft hij geen bezwaar.
Hilgenga wil de uitvoering van de sociale zekerheid opdragen aan de organen die de Ziektewet uitvoeren. Andere stelsels leiden slechts tot meer verwarring en jagen werkgevers op kosten. Hij meent dat men niet de bedrijfsverenigingen die er nu zijn de nek om kan draaien om tot grotere concentratie te komen.
Ponstein meent dat het streven om in elk bedrijf tot een bedrijfsvereniging te komen niet snel verwezenlijkt zal kunnen worden. Wanneer men de bedrijfsraden de kinderbijslagverzekering laat uitvoeren, staat vast dat deze zaak bij één orgaan blijft. Een financieel voordeel is dat de kosten per bedrijf worden omgeslagen.
Van den Born stelt dat uit de praktijk blijkt, dat het aantal bedrijfsverenigingen slechts van zeer geringe omvang zal blijven. Hij vraagt zich af of er niet een middenweg te vinden is door niet zo abstract aan de bedrijfsverenigingen vast te houden.
Kupers stelt dat het uitgangspunt moet blijven dat de bedrijfsraden een economische taak hebben. Hij wil dit principe niet meteen bij de eerste de beste mogelijkheid laten vallen. Romme wil juist de uitvoering van de sociale verzekering aan de bedrijfsraden geven om te voorkomen dat zij zich teveel gaan bemoeien met economische zaken. Hij vindt dat de bedrijfsraden eerst maar eens moeten laten zien wat zij kunnen.
Minister Romme heeft onlangs in de Eerste Kamer opgemerkt, dat hij een reorganisatie van de Ziektewet beoogt, waarbij de vakbedrijfsverenigingen de eerste verantwoordelijke worden. Hij stelt in zijn wetsontwerp voor de kinderbijslagverzekering dat als hij een vakbedrijfsvereniging representatief verklaart, alle werkgevers zich daarbij aan moeten sluiten. Als dat gebeurt, geldt voor de bedrijfsverenigingen hetzelfde als voor de bedrijfsraden. Ponstein denkt dat werkgevers dan naar de Raden van Arbeid zullen vluchten, maar Kupers stelt dat dit niet kan.
Verder denkt hij dat het bezwaar van versnippering net zo goed op gaat voor het plan met de bedrijfsraden.
Klein merkt op dat in het door Kupers genoemde ook staat dat werkgevers zich kunnen aanmelden bij de Raden van Arbeid. Volgens de nota-Kupers zullen er altijd twee uitvoeringsorganen blijven bestaan.
Kupers zegt dat het onmogelijk is om binnen de Kinderbijslagwet ook een reorganisatie van de Ziektewet tot stand te brengen.
Klein stelt echter dat nu de minister aangeeft dat hij wil dat de Kinderbijslagwet door één orgaan wordt uitgevoerd, hij dat op termijn ook voor de Ziektewet zal gaan eisen. Nu is een eenheidsfront mogelijk met de confessionele vakbeweging om iets te bereiken. Voor wat betreft bedrijven waar geen bedrijfsraad is, vindt ook Klein dat de uitvoering in handen van een verplichte bedrijfsvereniging moet komen. Door Kupers is gezegd dat de bedrijfsraden pas aan hun economische taak kunnen beginnen, als ook de overheid erin vertegenwoordigd is. Dat is nu niet het geval. Klein begrijpt niet waarom het hoofdbestuur een theoretisch principe verkiest boven de praktijk.
De la Bella vindt het gemakkelijk om kleinerend over theorie te spreken, terwijl die theorie wel van grote betekenis is. Hij is van oordeel dat het NVV als sinds 1920 bezig is met het ontwikkelen van de gedachte, dat er twee uitvoeringsorganen moeten komen: een voor de sociale zekerheid en een voor sociaal-economische aangelegenheden. Bij dat laatste heeft men de overheid nodig en dus moet die in de desbetreffende organen vertegenwoordigd zijn.
Van Dugteren wijst nog eens op het feit dat er heel weinig bedrijfsraden zijn in Nederland
Ponstein vraagt zich af of het verschil van mening niet voortkomt uit een verschil van opvatting over de vroeg hoe het economisch leven moet worden opgebouwd. De Ziektewet is niet gebaseerd op individuele verzekering, de Kinderbijslag wel. De bedrijfsverenigingen zullen voor de kinderbijslagverzekering dus sowieso een aparte administratie moeten opzetten. Kupers stelt dat de bedrijfsverenigingen in ieder geval al wat hebben, de bedrijfsraden hebben nog niks. Ponstein blijft van mening dat de arbeiders alles in een hand krijgen door de uitvoering op te dragen aan de bedrijfsraden. Dat zal meteen een goede stimulans zijn om bedrijfsraden op te richten. In het systeem van Kupers en De la Bella kunnen werkgevers bovendien uitwijken naar de Raden van Arbeid en daarin zitten nu juist de elementen waarover de bonden meer controle willen hebben. Het is steeds het streven van de bonden geweest om alles in een hand te krijgen en die mogelijkheid doet zich nu voor.
Kupers denkt dat niet meer dan 10% van de werkgevers naar de Raden van Arbeiders zal gaan. Moet men nu daarvoor het principe laten vallen? Wanneer de Ziektewet georganiseerd wordt op dezelfde manier als de Kinderbijslagwet, verdwijnt een aantal bezwaren van Klein.
Uiteindelijk wordt gestemd over de vraag of men akkoord gaat met de conclusie van De la Bella en Kupers dat het NVV er bezwaar tegen heeft de bedrijfsraden te belasten met de uitvoering van de sociale zekerheid. De conclusie wordt aanvaard met 5 stemmen tegen.


1939, 13 maart

---


1939, 27 maart

---


1939, 14 april

---


1939, 8 mei

Invaliditeits- en Ouderdomsverzekering
S. Noordhoff heeft een nota samengesteld over de werkzaamheden van de op 1 maart 1939 ingestelde Staatscommissie inzake de financiering van de Invaliditeits- en Ouderdomsverzekering.

sociale hulp
Er is een bespreking geweest met de Vereniging van modern georganiseerde Gezinsvoogden over een te organiseren weekend. Tijdens dat weekend zullen drie inleidingen worden gehouden:
1. Algemene overheidszorg of overheidszorg en particulier initiatief? Inleider Mr. Moltzer.
2. Wat kunnen sociaal-democraten doen in het particulier initiatief? Inleider Mr. L.A. Donker
3. De praktische en financiële zijde van het vraagstuk. Inleider P.C. Faber
Doel van de bijeenkomst is te komen tot het organiseren in Nederland van een zgn. Sociale Hulpdienst. Volgens een raming zullen de kosten van deze hulpdienst ca. f 20.000,- bedragen. Door Faber zullen de bronnen worden uitgegeven waaruit dat geld moet komen. Uitgenodigd zullen worden de leden van de Algemene Raad van het NV en 80 tot 100 personen die actief zijn in het sociaal werk.


1939, 22 mei

werkloosheidsverzekering
Er is een communiqué verschenen van de Hoge Raad van Arbeid naar aanleiding van haar vergadering van 20 mei 1939. Het was de 50ste vergadering van de Raad en zij werd geleid door P.J.M. Aalberse. De Raad nam kennis van een rapport, samengesteld door een commissie uit zijn midden onder voorzitterschap van Th. van der Waerden over het vraagstuk van de blijvende werkloosheid en haar bestrijding. Vervolgens heeft de Raad haar advies vastgesteld met betrekking tot het voorontwerp wettelijke regeling inzake de verzekering tegen geldelijke gevolgen van de werkeloosheid.
De Raad heeft zich allereerst eenstemmig uitgesproken voor een wettelijke regeling van verplichte werkloosheidsverzekering, maar verklaarde zich in grote meerderheid tegen het betrekken van kleine zelfstandigen bij deze verzekering. Vervolgens sprak de Raad zich in overgrote meerderheid uit voor een verdeling van de lasten tussen werkgevers, werknemers en overheid. Over de vorm van de overheidsbijdrage bestond verschil van mening. Eenstemmig was de Raad van oordeel, dat het voorontwerp terecht de mogelijkheid openlaat dat de helft van de premie, voor zover gedragen door het bedrijfsleven, door de werkgevers op de arbeiders kan worden verhaald. Een meerderheid van de Raad was voor een in de wet op te nemen maximum voor de op te leggen last. Een deel van deze leden dacht aan een uniform maximum, terwijl anderen wensten te differentiëren. De Raad is van mening dat de kosten belangrijk hoger zullen uitvallen dan in het voorontwerp wordt aangenomen. De meerderheid van de Raad vond dat de regeling in het voorontwerp waarbij in ieder bedrijf hetzij de bedrijfsraad, hetzij de bedrijfsvereniging met de uitvoering wordt belast, in het algemeen aanvaardbaar is. De meerderheid vond tevens dat het op grond van het voorontwerp niet mogelijk is een wettelijke verplichting voor de bedrijfsorganen op te nemen om de vakorganisaties met een deel van de uitvoering te belasten. Een meerderheid van de Raad wilde wel de bevoegdheid van de bedrijfsorganen om zulks te doen, uitdrukkelijk in het ontwerp opnemen. Andere leden vonden dit echter overbodig. De vergadering werd bijgewoond door de minister van Sociale Zaken.

Kupers meldt dat de NVV mensen bijna overal tegen hebben gestemd, in verband met de grote versnippering die dit ontwerp ten gevolge zou hebben. Er was ten aanzien van het ontwerp maar één punt van overeenstemming, namelijk dat de overheid moet meebetalen.


1939, 19 juni

Staatscommissie voor financiering sociale verzekering
Noordhoff doet enkele mededelingen omtrent de werkzaamheden van deze commissie.

Sociale Hulpdienst
Het partijbestuur van de SDAP heeft besloten een commissie op te richten om nader onderzoek te doen naar dit onderwerp. Het Verbondsbestuur wacht nog op het verslag van de bijeenkomst over het stichten van een Sociale Hulpdienst.


1939, 17 juli

---


1939, 8 augustus

formatie nieuw kabinet
De SDAP is gevraagd zitting te nemen in de nieuwe regering. De SDAP heeft aan het NVV advies gevraagd. Om die reden is deze vergadering belegd. Kupers en De La Bella zijn niet aanwezig. Voorzitter is C. van der Lende.
Men heeft gehoord dat, behalve aan Van den Tempel, nu ook een portefeuille is aangeboden aan Albarda. Het zou in zijn geval gaan om een keus tussen Onderwijs en Waterstaat. Van der Lende heeft vanmorgen telefonisch aan Kupers gevraagd of die vond dat er sociaal-democratische minister in dit kabinet zitting moeten nemen, terwijl onder andere het werkloosheidsbeleid hetzelfde blijft en er slechts vage toezeggingen gedaan zijn voor de zorg voor ouderen. Kupers meent dat het NVV de SDAP toch moet adviseren zitting te nemen, terwijl zij in de propaganda van haar teleurstelling blijk geeft en de actie voor een urgentieprogram voortzet.
Kievit en Hilgenga doen verslag van de zojuist beëindigde vergadering van de SDAP Tweede Kamerfractie. Aanvankelijk wilde De Geer alleen Van den Tempel voor Sociale Zaken in zijn kabinet opnemen. Dit is door de SDAP afgewezen. Voor de tweede portefeuille wil men een uitgesproken politieke figuur uit de fractie kiezen.
Al bij de eerste bespreking heeft De Geer aan Van den Tempel een soort schema van de werkzaamheden van het toekomstige kabinet voorgelegd. Sommige punten waren nogal vaag. Van den Tempel en Albarda hebben ook een aantal wensen geformuleerd. Inmiddels is ook aan Albarda een portefeuille aangeboden. Joekes had ook graag de portefeuille van Sociale Zaken gewild, maar die was al toegezegd aan Van den Tempel.
De Geer wilde de bestrijding van de werkloosheid voorop zetten voor wat betreft de werkzaamheden van dit kabinet. Van den Tempel heeft daarnaast gewezen op een aantal andere zaken, waaronder de werkloosheidsverzekering. De Geer heeft toegezegd dat de verwezenlijking van deze wensen door hem niet geblokkeerd zou worden. Maar de regeerperiode zal kort zijn; men stelt zich voor dat dit kabinet slechts tot 1941 zal aanblijven.
Van der Lende wil graag een algemeen standpunt vaststellen. Het NVV zou er op kunnen aandringen, dat bepaalde wensen die Van den Tempel genoemd heeft, in het regeringsprogram worden opgenomen. Albarda heeft echter al gesteld dat de ouderdomsverzorging een moeilijke zaak zal worden.
Van der Heeg wil liever een paar concrete punten op het regeringsprogram dan een groot aantal vage toezeggingen. Brouwer en Van den Born sluiten zich daarbij aan.
Van Dugteren vindt dat het niet aan de vakbeweging is om dergelijke eisen te stellen; de partij draagt de verantwoordelijkheid. Bakker sluit zich daarbij aan maar wil wel eisen dat de sociaal democratische minister nauw overleg zullen voeren met de vakbeweging. Noordhoff meent dat de vakbeweging wel verantwoordelijkheid draagt en dat het NVV het recht heeft over deze zaken mede te beslissen. Hij acht het van belang dat een aantal NVV-wensen niet geblokkeerd worden. Verder sluit hij zich aan bij Van der Heeg. Hilgenga deelt mee dat De Geer heeft gesteld dat nieuwe maatregelen de overheidsfinanciën zo weinig mogelijk mogen belasten. De Geer is wel bereid verder te gaan met de werkloosheidsbestrijding dan Colijn. Kievit vindt dat men ook iets aan de minister moet durven overlaten.
Van der Lende is het eens met Noordhoff en zal een gezamenlijk standpunt in die geest formuleren.


1939, 28 augustus

Commissie Sociale Hulp
Op 20 mei 1939 is er een gezamenlijke vergadering geweest van NVV, SDAP en de Vereniging van modern-georganiseerde Gezinsvoogden, de Sociaal Democratische Vereniging tot bevordering van reclassering en kinderbescherming en de Vereniging van modern-georganiseerde vrijwillige Verzorgers. Op deze bijeenkomst heeft Faber een lans gebroken voor financiële steunverlening van de vakbeweging aan sociaal werk. Men meent twintigduizend gulden nodig te hebben. Deze zaak is in het dagelijks bestuur aan de orde geweest. Het dagelijks bestuur meent, dat reclassering en hulp aan voogdijkinderen niet tot de taken van de vakbeweging behoren. Alleen de sociale steunverlening behoort tot haar taken, maar daarin is de vakbeweging al actief.
Bakker vraagt zich af of het NVV geen taak heeft bij het centraliseren van de lokale sociale hulpdiensten. Daarin zijn ook veel leden van de vakbeweging actief.
Kievit vindt dat sociale hulpverlening wel een taak van het NVV is, omdat de confessionele vakbeweging wel actief is op dit gebied. Leden van het NVV laten zich door hen helpen en komen op die manier onder hun invloed.
Kupers stelt dat het NVV toch niet kan concurreren met de lokale katholieke en christelijke instellingen van liefdadigheid, omdat zij over zeer ruime middelen beschikken. Kupers ziet ook niet veel in centralisering van de lokale sociale hulpdiensten. Dat kost geld. Wel zou onderzocht kunnen worden hoe deze sociale hulpdiensten werken om na te gaan, wat verder op dit gebied zou kunnen worden gedaan. Aldus wordt besloten.

Financiering sociale verzekering
Noordhoff heeft drie nota’s geschreven over bovenstaand onderwerp. Hiervan wordt kennis genomen. Als over enige tijd het rapport over de financiering van de sociale zekerheid verschijnt, zal deze zaak opnieuw worden besproken.


1939, 11 september

Sociale Hulpdienst
Aan het partijbestuur van de SDAP is meegedeeld dat het NVV geen zitting zal nemen in de Commissie voor Sociale Hulp. Het partijbestuur heeft daarop meegedeeld dat zij wel in de commissie plaats wil nemen, maar dat zij daar vanwege de politieke situatie voorlopig vanaf ziet.


1939, 25 september

Overleg vakcentrales
Noordhoff brengt verslag uit van het overleg tussen de vakcentrales. Besloten is onder andere dat er contact opgenomen zal worden met de Rijksverzekeringsbank over de positie van gemobiliseerden in verband met de sociale verzekeringswetten.


1939, 9 oktober

---


1939, 23 oktober

Overleg vakcentrales Kupers deelt mee, dat het NVV de vraag onder ogen moet zien, hoe nauw men wil samenwerken met de andere vakcentrales. Toen de oorlog uitbrak achtte men het noodzakelijk, omtrent enkele concrete punten met elkaar te overleggen. Inmiddels is de samenwerking zo nauw geworden, dat het NVV eigenlijk niets meer kan doen zonder overleg te plegen met de andere vakcentrales. Er zijn verschillende meningen over deze samenwerking binnen het bestuur. De ene groep vindt dat het in de eerste plaats gaat om belangenbehartiging van de arbeiders en zij acht het wenselijk met de samenwerking door te gaan. De andere groep zou het toch goed vinden als het NVV bepaalde zaken afzonderlijk naar voren zou brengen, zowel bij de regering als bij andere autoriteiten. Het blijkt dat vooral Kupers en De la Bella twijfelen of het NVV geen hinder zal ondervinden van de samenwerking, omdat zij niet meer als de motor van de vakbeweging beschouwd wordt. De overige verbondssleden zien dit bezwaar niet en de samenwerking wordt dus op dezelfde voet voortgezet.


1939, 6 november

uitvoering sociale verzekering
Binnenkort zullen nieuwe besprekingen gevoerd worden over de uitvoering van de sociale verzekering door bedrijfsraden dan wel bedrijfsverenigingen. De verschillende partijen zullen een aantal stellingen op papier zetten en die aan de Hoofdbesturen zenden. Klein zal voor de ene partij een aantal stellingen formuleren, De la Bella voor de andere partij.


1939, 30 november

---


1939, 4 december

Instelling Oorlogs-Risico-Bank
De werkgevers gaan een Oorlogs-Risico-Bank instellen. De werknemers hoeven hiervoor geen premie af te dragen. Noordhoff legt uit, dat hiermee een grote groep arbeiders uit de Ongevallenwet verdwijnt. Het gaat dan om arbeiders uit zeer specifieke bedrijfstakken die beschermd dienden te worden tegen de oorlogsomstandigheden.


1939, 18 december

wijziging Ongevallenwetten in verband met oorlogsmolest
De regering is niet overgegaan tot wijziging van de Ongevallenwetten per half december, zoals was aangekondigd. De datum is nu bepaald op 1 maart 1940. Inmiddels is een Ministeriële Commissie inzake oorlogsrisico ingesteld onder leiding van J.H. Donner, die advies zal uitbrengen.

Oorlogs-Risico-Bank
Noordhoff deelt mee, dat voor de Oorlogs-Risico-Bank een paritair bestuur is samengesteld. B.C. Slotemaker is voorzitter, De Bruijn is tweede voorzitter, Noordhoff is secretaris en Smulders is tweede secretaris. Omdat de wijziging van de Ongevallenwet is uitgesteld, is ook het in werking treden van de Oorlogs-Risico-Bank uitgesteld tot 1 maart 1940.

Staatscommissie financiering Sociale Verzekering
Noordhoff deelt mee dat bovengenoemde commissie klaar is. Het uit te brengen rapport zal begin januari door de leden worden getekend.

Duurtetoeslag werklozen
Mensen in de steun en in de werkverschaffing krijgen een duurtetoeslag van 5%. Er volgt discussie over hoe men dit moet duiden en hoe nu de actie voor duurtetoeslag voor kastrekkenden gevoerd moet worden. Men komt er niet uit en besluit de zaak met de kasbesturen te bespreken.


1940, 8 april

Ziektewet
Aan de leden van het verbondsbestuur is een nota gezonden van E. Kupers inzake het ontwerp tot wijziging van de Ziektewet. Kupers stelt dat de moeilijkheid niet zit bij de vakbedrijfsverenigingen, maar bij de algemene bedrijfsverenigingen.
Ponstein vraagt aandacht voor de koppeling met de Kinderbijslagwet. Moet deze worden uitgevoerd door de meest representatieve bedrijfsvereniging of door andere bedrijfsverenigingen? Ook Centraal Beheer weet het niet. Deze zaak is niet in het wetsontwerp geregeld. Ponstein waarschuwt tegen de bepaling, dat voor het oprichten van een bedrijfsverenigingen medewerking nodig is van werkgevers- en werknemerscentralen. Wanneer niet alle werkgevers medewerking verlenen, kan dus geen bedrijfsvereniging worden opgericht.
Brouwer vindt dat, nu de vakcentrales een grote macht krijgen in verband met het opnieuw aanvragen van de erkenning der bedrijfsverenigingen, het provisiestelsel tegengegaan moet worden. Klein wil streven naar één uitvoeringsorgaan. De Raden van Arbeid beschouwt hij als concurrenten bij de uitvoering.
Kupers antwoordt Ponstein dan nog niemand weet hoe de verrekening van de kinderbijslag zal geschieden. Een commissie uit de Federatie van Bedrijfsverenigingen onderzoekt deze zaak. Kupers verwacht niet dat het mogelijk zal zijn, niet-aangesloten werkgevers tot aansluiting te dwingen. Met de wens van Brouwer zal hij rekening houden. Klein gaat volgens Kupers te ver. De wijziging heeft betrekking op de samenstelling van de bedrijfsverenigingen. Het NVV kan er niet op aandringen, dat aan de Raden van Arbeid de uitvoering van de Ziektewet wordt ontnomen.


1940, 23 mei

Overleg vakcentrales
Noordhoff brengt verslag uit van het gepleegde overleg tussen de werkgevers- en de werknemersvakcentrales. Getracht zal worden de uitvoering van de sociale zekerheidswetten voort te zetten.


1940, 27 mei

---


1940, 3 juni

---


1940, 6 juni

---


1940, 1 juli

---


1940, 15 juli

---