Landdagen en andere landelijke bijeenkomsten van Staten en steden in Gelre en Zutphen 1423-1584

 
English | Nederlands

Details van document 17

Nummer 17
Datum 04-06-1441
Documenttype bede
Plaats [Nijmegen]
Vergadering 31-05-1441
Archief
archief archieffonds vormcode inv. nr. folio druk pdf
Gelders archief OA Arnhem Origineel 5458 Nijhoff IV nr. 199 geen afbeelding beschikbaar
Stads- en streekarchief Zutphen OA Zutphen Origineel 2343 Regest 672 geen afbeelding beschikbaar
Gelders archief OA Arnhem Afschrift 1075 45v-46v Regest 804 pdf
Incipit Wij Arnolt, van der genaden Gaits hertoge van Gelre ende van Gulich ende greve van Zutphen doin kont, alsoe als ons nu onse lieve ende getruwe ritterscap ende stede der drijer vierdel ons lants als Nymegen, Zutphen ende Arnhem, anderhalve pontschattinge gegeven hebben, te weten die eene onsen renten als dat tolhuys ende die renten van Veluwen mede te loissen
Explicit dan alleyn die halve schattinge tot sulken orber gekeert te weden als voirscr. steit sonder argelist.
In orkonde der wairheit ende gantser vaster stedicheit hebben wy onsen segel an desen onsen brieff doin ende heiten hangen, in den jair onss Heren duisent vierhondert een ende veertich des vierden daiges in der maent junio.
Regest Hertog Arnold verklaart dat de kwartieren Nijmegen, Zutphen en Arnhem hem een "anderhalve pontschattinge" gegeven hebben en uit vrije wil ook een "halve schattinge". Hij zal de eerste gebruiken voor de lossing van de renten op het tolhuis en de renten van de Veluwe en belooft deze niet opnieuw bezwaren buiten medeweten van de ridderschap en steden van genoemde kwartieren.
De halve schatting zal hij gebruiken om schuldenaren af te betalen, waarbij hij regels opstelt voor de bewaring van de gelden.
Opmerking tekst Hertog Arnold verwijst in deze tekst naar "die notulen tusschen ons ende onser ritterscap ende steden geraempt ende ons van hoin besegelt". De plaats van uitvaardiging is ontleend aan de verklaring van de afgevaardigden van het kwartier Arnhem (Databank nr. 974).