Landdagen en andere landelijke bijeenkomsten van Staten en steden in Gelre en Zutphen 1423-1584

 
English | Nederlands

Details van document 810

Nummer 810
Datum tussen 26-11-1583 en 13-12-1583
Documenttype reces
Plaats Arnhem
Vergadering 26-11-1583
Archief
archief archieffonds vormcode inv. nr. folio druk pdf
Gelders archief Handschriftenverz. Afschrift 18e eeuw 54e 187v-196 geen afbeelding beschikbaar
Regionaal archief Nijmegen OA Nijmegen Afschrift 17e eeuw 3336 315v-358v pdf
Gelders archief OA Arnhem Gelijktijdig afschrift? 4694 460-487 pdf
Incipit Den 26 en novembris heeft doctor Elbertus Leoninus cantzeler (nae dat hij die jonckeren ende stedegesanten van wegen oerer aencompste bedanckt hadde) geproponiert, dat tho wunschen geweest Godt der Heer hierbevoerens die genaede gegeven hadde, damit guede ordre gestalt und des landes saecken in desen bedruefden unde gefarhlicken staet nijet geraden en waeren, dan oevermitz bij haestich vertreck der afgesanten, slappicheijt der resolutien, eijgen sinlicheijt ende particuliere affecte des landes wolfaeren geheel tho rugge gestalt
Explicit Unnd wesende alsoe die up denn vuergedragenen poincten unnd articulenn bij der landtschap genommene resolutiones nochmaels van anfanck tenn eijnde resumirtt, daertho die credents unnd instructie fur denn gesandtenn, soe in den Hage wederumb keeren sullenn verlesenn unnd approbirtt, iss treces einhellich geslotenn unde guedt gefundenn, denn vurs. gesandten neffens idt vurs. reces, credents unnd instructie datt verbaell oick mit tho gevenn, overmidts darinn ennige verscheidene poincten und resolutienn annotirtt die den reces niett sijnn inverliefft unnd is hiermitt die vergaderungh des landtdaechs gescheidenn.
Actum op dach unnd datum wie obgemeltt.
Regest Verslag van de vergadering te Arnhem, waarin onder meer wordt gesproken over:
Op 26 november klaagt kanselier Leoninus over de algehele nood en de besluiteloosheid van de landdag en verzoekt de vergadering eensgezind en doortastend te handelen nu de afgevaardigden naar de Staten Generaal te Dordrecht hun rapport presenteren.
Hendrik van Brienen de jonge, Gerhart van Oij burggraaf en Johan Kellefken, burgemeester van Nijmegen, doen verslag van de Statenvergadering te Dordrecht. De kwartieren overleggen apart over de meegebrachte stukken en besluiten zoals in stukken A en B wordt gemeld.
Op 28 november wordt besloten om de prinselijke excellentie te verzoeken de zes vendels Engelse soldaten die op weg naar de Veluwe zijn, terug te roepen.
Van 29 november t/m 3 december apart overleg van de kwartieren. Het kwartier Arnhem belooft 8048 gulden te leveren om het wegtrekken van de troepen op de Veluwe te verzekeren.
Op 4 december stelt de landschap de heer van Oij als "directeur" aan, aangezien de kanselier en raden en magistraat van Arnhem de graaf van den Berch, de stadhouder, hebben gearresteerd.
Voorlezen van brief van Staten Generaal van 12 januari 1583 om quota van 841 lb. te leveren van de 11.682 lb. voor de graaf van Meurs; van bericht van afzegging van Venlo; van machtiging van Geldern aan Dirck van Westrum en commissies van Nijmegen, Doesburg, Harderwijk, Wageningen, Hattem en Elburg. Bespreking arts. 1-9 van artikelen uit Dordrecht meegenomen.
Op 5 december komen Leoninus en de andere raden terug in de vergadering. Zij vragen voor zichzelf en de magistraat van Arnhem goedkeuring voor hun arrestatie van de graaf van den Bergh. Zij verklaren dat de jonge graaf van den Bergh onschuldig is en zich juist bij het ontzetten van Lochem als goed en getrouw landsman heeft gemanifesteerd. De vergadering stelt zich achter hen op en bedankt hen voor hun ingrijpen. Zij wil dat de graaf van den Bergh door de kanselier en raden zal worden berecht, maar kanselier wil dit door de Staten Generaal laten doen. De vergadering keurt goed dat haar instemming in een akte wordt vastgelegd.
Op 6 december stelt kwt. Arnhem voor om een alliantie aan te gaan met de keurvorst van Keulen en andere vorsten en steden van het Duitse rijk. De kwt. Nijmegen en Zutphen zullen zich op dit voorstel beraden, waarvan acht punten over de inhoud van het verbond nader gespecificeerd worden. De vergadering buigt zich daarna over de contributie, of de regering één of twee raden moet hebben, de reconciliatie met de hertog van Alençon.
Het kwt. Nijmegen wil dat de afgezanten naar de Staten Generaal in Den Haag aandringen op één algemene muntregeling en één dag om alle rekeningen af te horen.
Op 7 december doet kwt. Arnhem voorstel over bekostiging van middelen van contributies met verwijzing naar lijst van de hertog gemaakt op 4 oktober 1582 te Antwerpen. Behandeling brieven van de graaf van Stirum en diens moeder, die door secretaris van de Landraad worden gepresenteerd. Aanwijzing van zeven personen (twee uit kwt. Nijmegen, Zutphen en Arnhem en één uit Overkwartier) om onopgeloste landszaken af te handelen.
De vergadering besluit dat de Raad van Staten een college zijn zal naast de landsheer en bepaalt zijn bevoegdheden.
Op 8 december stelt vergadering instructies voor afgezanten naar Den Haag vast inzake het aantal leden en bevoegdheden van de Raad van Staten, waarbij een Secrete Raad wordt afgewezen. Behandeling memorie met zeker 10 punten over convooien en licenten. Vergadering begrijpt niet waarom instructies voor de Landraad die in Delft waren opgericht, moeten worden vervangen door instructies opgesteld in Middelburg. Voorstel kanselier en raden inzake de Marienweertsche goederen.
Op 9 december verzoekt de vergadering aan de Landraad om maatregelen tegen vijandelijke activiteiten langs de Rijn.
Op 10 december behandeling klachten van Doesburg en drost van Wageningen. Besluit om Frederik van Uttenham in alle heerlijke landen te vervolgen. Kwt. Nijmegen draagt jonker Cornelis van Gent voor als gedeputeerde als opvolger van jonker Gerhart Ingen Nulant. Behandeling verzoening met de hertog van Alençon. Kwt. Zutphen zegt in resolutie dat de koning van Frankrijk zich achter de Verenigde Provincies moet stellen tegen de koning van Spanje. Kwt. Arnhem wijst in resolutie verzoening af, met name omdat Holland, Zeeland, Friesland, Utrecht en Overijssel hier tegen zijn. Besluit van kwt. Nijmegen, Roermond en Zutphen over instructie van afgevaardigden naar Den Haag. Brienen verzoekt als afgevaardigde ontslagen te worden, aangezien hij in dienst is van de graaf van den Bergh. Discussie over aanwijzing leden van landsregering, waarbij kwt. Nijmegen en Arnhem elk één en Overkwartier en kwt. Zutphen samen één zouden nomineren. Aanwijzing personen om bij Landraad te verzoeken dat de ruiters van Elderborn het huis van Johan Bentinck verlaten.
Besluit dat ridderschap en stedegezanten elk een lid voor de landsregering kiezen en dat door loting zal worden vastgesteld wie van hen het derde lid mag kiezen. Gekozen worden jonker Johan van Gent (ridderschap), jonker Johan van Arnhem (stedegezanten) en Rutger van Harzolten (stedegezanten via loting).
Op 11 december protesteren afgevaardigden van Doesburg dat zij als enigen van kwt. Zutphen aanwezig zijn en niemand in landsregering hebben gekregen; besluit dat kwt. Zutphen ook kandidaten mag nomineren voor het college van het vorstendom. Toekenning vergoeding aan Frederik van Marhulsen. Protest tegen verkiezing Rutger van Harholten omdat hij geen Geldersman is. Besluiten inzake Frederik van Uttenham en Marienweertsche goederen.
Op 12 december besluit de vergadering om via de gezanten naar Den Haag aan de Staten Generaal kenbaar te maken, dat zij graaf Adolf van Nuener als nieuwe stadhouder willen en monseigneur de Villiers als veldmaarschalk. Ook zullen afgezanten plan van Duitse alliantie presenteren. Men zal de hertog van Kleef en de stad Emmerich aanschrijven inzake Frederik van Uttenham. Afhandeling enige particuliere supplicaties.
Op 13 december voorlezen van reces van deze vergadering, problemen rond volmacht Dirk van Westrum van stad Geldern, geschil Nijmegen met Zaltbommel, Bommelerwaard, Beesd en Renoij die weigeren bijdrage te betalen die op landdag in maart te Arnhem was goedgekeurd. Goedkeuring van reces, instructies voor gezanten naar Den Haag en andere vergaderstukken.
Opmerking tekst Het gedeelte van GA Arnhem, OSA 4694, f. 463v-465v is gedrukt in BM Gelre IV (1901), p. 257-259.