Notulen van de vergaderingen der Staten van Holland 1620-1640 door N. Stellingwerff en S. Schot

 
English | Nederlands

Aantekeningen op 24 maart 1637

ZITTING B

Staten van Holland en Westfriesland, Zitting van 10 maart tot 10 april 1637.

Dinsdag 24 maart 1637

108. Is gelesen een brieff van de heer ambassadeur Beveren in date den 13en dito uyt Londen, inhoudende dat de secretaris Masiet uyt Engelant in Vranckrijck gecomen sijnde bevonden heeft dat Sijne Ma.t was vertrocken nae Rowaen, sulcx dat men soo haest als wel verhoopt was geen uytcoompste op 't tractaet tusschen Vranckrijck ende Engelant sal connen becomen. Ondertusschen heeft Sijn Ma.t van Engelant 32 schepen, daeronder 6 galeyen boven de 15 voor den keurvorst aen de hant omme in see te doen gaen, soo haest ['t] tractaet met Vranckrijck, daer men nae wacht, sal sijn geslooten. Sijn Maj.t heeft oock aen alle sijne onderdaenen geschreven omme sooveel scheepen te willen uytmaecken als [s]e sullen connen omme Maj.t dienst te doen gelijck sij vermach volgens 't advijs van alle sijn rechtsgeleerden omme haer te constringeren, oock volck ende munitiën daerbij doen om het dangier van sijn lant te verhoeden tegen dengenen die de zee tegen sijn wille bevisschen sonder recognitie te betalen. Geeft oock acten van represaliën uyt omme haerselffs te rechten tegen dengenen die ongelijck hebben gedaen. Heeft insgelijcx 40 à 50 articulen uytgegeven omme te mogen visschen onder betalinge van recognitie. De volontare vloot van parthiculiere is aldaer mede van seer goede apparentie, denckende dat Sijn Ma.t tegen Spanjen sal willen breecken, omme dan haer voordel te mogen doen. D'gemelte heer Beveren versoeckt alsnoch tehuys te mogen comen.

Is goedtgevonden het besoigne op 't last- ende veylgelt metten eersten te vorderen ende prepareren tegen dat de gedeputeerden van Zeelant hier sullen comen omme alsoo indien 't mogelijcken ten eynde te brengen, opdat alsoo door dese macht het voornemen van Engelant mach werden gestuyt tegen de visschers.

109. Op de missive van de Raden van Staten daerbij sij versoecken dat 2 ritmeesteren omme haer volck in ordre te houden mogen werden betaelt, als geen ordre nogh sijnde omme de betalinge uyt de contributie te connen vinden, daerop sij nochtans ordre sullen stellen, is goedgevonden dat de heeren Gecommitteerde Raden staet sullen maecken wat men aen dese ende andere troupen voor de affectatie ten achteren sijn geweest, omme d'selve gesien alsdan ordre op de betalinge te mogen stellen.

110. Die van Rotterdam clagende dat die van Wijck te Duerstee haer bieren boven andere beswaren met 1-4-0 per ton, versoecken dat daertegen als strijdende mette Unie ordre mach werden gestelt.

Is goedtgevonden dat aen die van Utrecht ende van Wijck te Deursteed sal werden geschreven omme dese laste als tegen de Unie opgestelt te willen affschaffen op hoope dat het effect sal volgen.

111. De heeren van Rotterdam versoecken noch dat ordre mach werden gestelt tot convoy voor 17 schepen, die gereet leggen omme soo nae Nantis als elders te gaen, wachtende simpel op convoy.

Is goedtgevonden hierover met Sijn Hoocheyt, alsmede met de verdere saecke van de zee, te communiceeren of de scheepen van de admirael Dorp het versochte convoy niet sullen connen doen.

112. Sijn Genade graeff Willem van Nassau, veldmarschalck, versoeckt als de outste van dien huyse vrijdom van de middelen van consumptie, gemerckt hij sijnde dan hier ende dan daer, den pachters daerop geen staet connen maecken ende mitsdien met minveerde middelen sullen uytlooven.

Is goedtgevonden hierop te hooren 't advijs van de heeren Gecommitteerde Raden, hoewel veel leeden meynden sonder communicatie van haer principalen hierin niet souden connen veranderen.

113. De admirael Dorp in de vergaderinge gehoort sijnde waeromme hij met de scheepen in 't Goeresche Gadt niet in zee en gaet ende verclaert hebbende dat de victualie verleden weeck eerst aen boort ingenomen, dat de ceelen van behoefte noch niet sijn voldaen, off moesten gisteren gedaen sijn, vorders dat oock de monsteringe eenige dagen te laet is gedaen, vermits al eenich volck verloopen was, daervan noch eenige resteeren. Heeft oock noch geen commissie noch instructie van Sijn Hoocheyt om in zee te mogen gaen.

Is goedtgevonden hierover met Sijn Ex.cie off nu Sijn Hoocheyt te communiceeren, omme nae rapport te disponeeren ten meesten dienste.

Naenoen heeft de heer raetpensionaris uyt den name van de andere mede-gedeputeerden, als Edelen, Dort, Delft, Amsterdam, Rotterdam, Hoorn ende Enchuysen, rapport gedaen dat aldaer bij Sijn Hoocheyt in consideratie waren gecomen principalijcken VI poincten:

1. off men de nieuwe beraemde ordre souden laten bij denselven voet off daerinne eenige veranderinge maecken. Sijn Hoocheyt meynde dat men d'selve niet door directeurs, maer door eenige parthiculiere, doch rijcke ende machtige coopluyden, gelijck de eerste inleydinge is geweest, behooren te doen effectueeren.

2. dat men tegen de aencoompste van Brouwer met sijne scheepen uyt de …, den lieutenant-admirael Dorp met sijn 8 scheepen noch deese weeck uyt het Goeresche Gadt in zee sullen connen doen gaen, die haer dan souden vervoegen bij de vier scheepen van Zeelant, ende gesamentlijcken de scheepen van Rotterdam convoyeeren t’ende ‘t Canael, ende voorts met eenige weynige ...

3. dat Brouwer met sijn schepen uyt zee gecomen sijnde in alder haest weder gereet sal connen werden gemaeckt ende affgevaerdicht.

4. wat te doen tegen degene die haer vervorderen op de visscherie van de buysen met betalen van recognitie off te nemen acten tot haer bescherm van Sijn Ma.t van Engelant, die een groote vloot apparent teghen onwillige visschers gereet daer maecken.

5. wat tegen de Duynkerckers die den voet van wisselen der gevangenen nu schijnen te willen voorbijgaen ende die sij gevangen crijgen niet anders als om gelt sullen ontslaen, dat dan mette schootel hier te lande wort gecollecteert, gelijck op eenige plaetsen daervan de droeve exempelen sijn gesien.

6. wat aengaet de saecke van de admirael Dorp off men de besoigne beroerende sijn comportement ende wandevoor sullen beginnen te examineren, meynt Sijn Hoocheyt dat men hem ditmael in zee behooren te laten gaen, op 't vertrouwen dat hij hem getrouwelijcken ten dienste van 't landt sal quijten, in welcken gevalle 't gepasseerde in vergeetelheyt soude werden gestelt, off anders dat men dan 't besoigne sal voltrecken.

Waerop sijnde gedelibereert is 't Ie poinct goedtgevonden vooralsnoch te laten bij den jegenwoordigen voet sonder veranderinge, het IIe en 3e geconformeert, sooals voorss. is, het 4e nopende de visscherie vooralsnoch in bedencken gehouden, totdat 't besoigne van last- ende veylgelt sal wesen voltrocken, het vijffde tegen de Duynkerckers weder in see te brengen de nieuwe geusen van Zeelant, die dan veel gevangenen opbrengen daerdoor den wissel bevordert wert, ende het laetste dat het besoigne tegen Dorp sal werden bevordert, soo nochtans dat hij daerdoor in sijn reys niet sal werden opgehouden.

114. Is gelesen een brieff van de heer ambassadeur Lier den 17en martii 1637 uyt Parijs onder anderen dat Sijn Ma.t eenige troupes gesonden hebbende nae Rowaen omme de ongerustheyt daer ontstaen te stillen, ende in persoon gevolcht, is alles wel affgelopen, de conincklijcke authoriteyt onverkrenckt gebleven ende sullen de geëyschte schatten opgebracht werden. Sijn Maj.t  doet 3 leegers gereet maecken omme metten eersten te velde te gaen tot affbreuck van de vijant. Meynt oock sijne banden vaster te maecken met Engelant, Dennemarcken ende Sweeden.

115. Sijn oock gelesen extracten uyt de resolutie van Stadt ende Landen, daerbij blijckende dat sij voorgenomen hebben haer quote tot de vloot ter see volgens de nieuwe ordre ende equippagie metten eersten herwaertsaen sullen senden. Hebben insgelijcx goedtgevonden dat mette gesanten van Sweeden te treden in naerder alliantie, met belofte van subsidie op aggreatie sal mogen werden gehandelt.

116. Jacob Don, burger tot Delft, is op 't advijs van de magistraet aldaer toegestaen seureté du corps voor ses maenden.