Notulen van de vergaderingen der Staten van Holland 1620-1640 door N. Stellingwerff en S. Schot

 
English | Nederlands

Aantekeningen op 9 april 1637

ZITTING B

Staten van Holland en Westfriesland, Zitting van 10 maart tot 10 april 1637.

Donderdag 9 april 1637

259. Die van de Westindische Compagnie dat de moyenneurs van Dordrecht, Delft ende Amsterdam, in voorgaende jare gecommitteert over het different van de soutvaert ten aensien van de recognitie, dat doemaels opengelaten is, daervan nu 5 jaren verloopen sijn, bij den anderen mogen comen ende de saecke affdoen, is gestelt in handen van de voorss. moyeneurs omme te examineeren ende te dienen van bericht wat best vorders hierinne sal dienen gedaen.

260. De gemene boeckhouders, reders ende visschers tot Rotterdam clagende over de groote schade van de Duynkerckers van tijt tot tijt gedaen, die niet langer sonder totale ruïne can geleden werden, versoecken daeromme met meerder convoyen versien te werden, off sullen alle de zee moeten laten. Gelijcke clachten is oock gedaen bij de heeren van Delft, Schiedam ende Briel, die daertoe gelijcke versoeck doen, ende oock dat de 5 fregatten voor de Cleyne Visscherie spoedelijcken mogen werden gereet gemaeckt, met furnissement van de penningen daertoe nodich.

Daertoe oock is gelesen een brieff van de heeren Staten-Generael van den 4en april omme de quote in 60.000 £ tot de voorss. 5 fregatten aen de ontfanger-generael Doblet in minderinge van de staet van oirloge.

Is goedtgevonden dat hiernae op meerder convoy sal werden gelet, ende dat de heeren Gecommitteerde Raden d'quote deser provincie tot de voorss. fregatten sullen versorgen uyt de gereetste midden die haer ter hant sullen werden gestelt.

261. De heer Broeckhoven heeft vanwegen heeren Gecommitteerde Raden gerapporteert dat de voerluyden van de wagens ende treckpaerden van 't jaer 1635 ende 1636 t'samen moeten hebben ontrent 800.000 gulden, ende niet seeckerder connen werden betaelt als uyt de verpondinge, gelijck tot noch toe altijt is geschiet, maer dat dan omme de affectatie te connen voldoen, het cort soude moeten maentelijcken werden genegocieert.

Is geconsidereert dat op de voorgeslagen voet de affectatie lichtelijcken soude connen werden gediverteert, ende mitsdien niet geraden gevonden die [te] volgen, maer bij resomptie naerder te letten hoe best dese luyden haestich, gelijck het bilck is, sullen connen werden betaelt.

262. Is wederom bij resomptie in deliberatie geleyt het middel van 't haertsteedgelt, gemerckt sonder dat consent niet mogelijcken sal sijn de saecke in ordre te houden off oock de vergaderinge van den anderen te laten scheyden.       Â

De heeren van Delft ende Schiedam, hoe serieuselijcken haer de groote ende roepende noot van de finantie beneffens de andere leeden wierde voorgedraen, ja soodat men duchte d'selve sal barsten eer men het weet, conden echter tot geen consent bewogen werden.

263. Insgelijcx het middel van 't opleggelt van de grainen, daer men nu soolange besich is geweest ende een affscheyt van dient gemaeckt te werden, opdat de gedreychde confusie mach werden verhoet.

De heeren van Amsterdam mede versocht sijnde als vooren omme de groote noot bij provisie te consenteeren over greynen van buyten comende, onder conditie dat de reste in de naest volgende beschrijvinge sal werden gebracht, hebben gesecht dat men haer sulcx niet behoort te vergen, gemerckt sonder de inlantsche greynen mede te beswaren niet practicabel wesen sal.

264. Bij den heer raetpensionaris Cats voorgedragen sijnde off alle de leeden gereet sijn omme voorslaginge van bequame, habile, getrouwe ende in 's lants saecken wel ervarene persoonen te doen, ende dan sonder tusschencomen van tijt te proceren tot nominatie van een uyt deselve persoonen te nomineeren tot het vacerende tresorierampt-generael van de Geünieerde Provinciën, ende daerop geantwoort sijnde bij alle ja, sijn dienvolgende voortgegaen tot de voorss. saecke ende eerst tot voorslaginge van de naevolgende persoonen:

de commijs Johan Verhaer met

XI

de tresaurier Volbergen met

III

Cornelis van Beveren, ambassadeur extraordinaris, met

XVII

d'pensionaris Govert Brasser met

XVII

d'pensionaris Beaumont van Rotterdam met

XI

d'burgemeester Jan van Foreest met

III

d'rekenmeester Nannigh van Foreest met

VII stemmen

Daernae procederende tot nominatie van een persoon uyt d'selve, is bij de heeren Edelen genomineert de commis Verhaer; bij Dordrecht, Haerlem, Amsterdam, Gorcum ende Schoonhoven d'heer Beveren, ende bij alle d'andere leeden de pensionaris Brasser, ende is voorts goedtgevonden dat de gemelte Brasser Sijn Hoocheyt sal werden voorgedragen, met versoeck omme de goede hant te willen bieden dat deselve persoon bij de andere provinciën voor aengenaem mach werden gehouden ende tot het voorss. tresorierampt geëligeert; dat de voorss. communicatie met Sijn Hoocheyt gehouden sijnde, den persoon van Brasser oock ter Generaliteyt sal werden gepresenteert ten fijne voornoemt, omme alle 'twelcke te doen sijn gecommitteert een uyt de ordre van de heeren Edelen, van Haerlem, Delft, Amsterdam ende Alckmaer metten raetpensionaris, d'welcke datelijcken sijn gegaen om haer commissie te verrichten.

265. Daernae gelesen sijnde een missive van de 20en martii uyt Venetiën van de secretaris Sonnevelt, dat de Fransche vloot heeft aengedaen het eylant van Sardeinge ende aldaer gelandt hebbende 6.000 man te voet met 300 paerden, het casteel Orestant bemachticht, verseeckert ende groote buyt becomen, daerop vanwege Vranckrijck groot seecours derwaers wert gesonden omme de victorie te vervolgen.

Meynt voorts nodich te sijn dat daer notificatie mach werden gedaen dat de Nederlantsche schepen haer niet en geven in dienst van Spangiën, daer haer het groot proffijt toe aenlockt ende wel bitter soude connen opbreecken; dat insgelijcx mach werden belet de vaert op Archipellago, gemerckt den Grooten Heer anders 'tselve dreycht aen de hooffden van de ambassadeurs te verhalen. Daerop geen deliberatie gevallen is.

266. Is noch gelesen een brieff van de heer ambassadeur Lier den 3en april uyt Parijs, dat hij gister sijn affscheyt van de coning heeft genomen, d'welcke verclaerde sijn goede affectie tot desen Staet ende omme het tractaet heylichlijck te onderhouden, dat de mareschalck de Sattillion in 't leste van april met sijn leger tot onser assistentie gereet sal sijn, versoeckende wij van onser sijde van gelijcken willen doen. Voorts dat den gemelten ambassadeur wijders sijn affscheyt sal nemen omme binnen 4 Ã 5 dagen over Diepen een keer herwaerts te mogen doen.

Dat het tractaet tusschen Vranckrijck ende Engelant noch niet geslooten is, maer den secretaris reyst gestadich over ende weer, ende soude den keurvorst oock een keer uyt Engelant nae Hollant doen.

Voorts dat den grooten vice-roy van Napels ontrent het eylant S.t Margrieta door Sijn Ma.ts ordre verbrant is, heeft oock heenegesonden omme 'tselve lant ende generale met uytgehongert Spaens garnisoen beset, te vermeesteren.

267. Is rapport gedaen van de examinatie van de stucken bij de advocaet Vijanen wegen de heeren van Wtrecht opte gelegentheyt van de Ooster Vechtdijck overgegeven, dat daerinnen niet en is omme 't voorss. werck te beletten, als spreeckende van de lange possessie van de eygenaers van de dijck, sonder welckers consent die nae rechten niet can werden geopent, van haer octroy ende interes, meynende daeromme dat het voorss. werck sijn voortganck behoort te hebben.

Is goedtgevonden dat dit werck sijn voortganck sal hebben ende mitsdien op de requeste van de matselaer ende timmerman te appostileeren haer aengenomen sluys te voltrecken. Ende sal de keur ende schou van de Ooster Vechtdijck gelaten werden alsoo d'selve tot noch toe is geweest aen de waerschappen.

268. Heyndrick Jansz. d'Lange nochmaels te kennen gevende dat hij voor Schenckenschans het fort Imelia heeft gemaeckt onder belofte van prompte betalinge, daervooren onder anderen hebben geteyckent d'heer van Noortwijck, de heer Beaumont, burgemeester tot Dordrecht, d'burgemeester Oetges van Amsterdam ende de heer Harberts van der Goude, ende can nae lange sollicitatie aen geen betalinge geraecken, onaengesien hij sijn werck met groot perickel ende veel bloets van over de hondert persoonen tegen 't gewelt van de vijant heeft voltrocken, daervan hem noch rest 46.000 £, versoeckt venia agenda omme de voorss. 4 persoonen voor 't Hoff van Justitie te mogen betrecken.

Is goedtgevonden dit versoeck van veniam agendi als onredelijcken ten aensien van de persoonen die vanwegen dese provincie getekent hebben, sal affslaen ende letten wat quote Hollant in de voorss. somma noch schuldich is, omme dan op de betalinge te resolveeren ende de rest aff te wijsen aen de Generaliteyt.

269. Is voorts bij resomptie in deliberatie gebracht omme den orateur Haga alsnoch van sijn resteerende tractement, verschooten gelt ende andersints mach werden betaelt, gelijck de gelegentheyt van een out-minister van den Staet sijnde onder een barbarische natie op 't hoochste vereyscht, opdat hij met lieff nae 't vaderlant mach keeren, 'twelck bij Sijn Hoocheyt wert gerecommandeert.

De leeden verstaen alle eenpaerlijcken dat meer als tijt is dat desen heer moet werden geholpen, maer waer de penningen te vinden sal naerder moeten werden geresolveert.

270. De stadthouder van de leenen advijserende opte requeste van Cornelis van Sijbesteyn, onlangs hiervooren gedient, sal men sijn versoeck wel mogen consenteeren, mits dat de leenen die hij in erffpacht sal uytgeven, van de Graeffelijckheyt sullen werden te leen gehouden, gelijck in regard van anderen wel is geschiet. Fiat als 't voorss. advijs.

271. Sijn binnengestaen de heer raetsheer De Wit ende d'advocaet-fischael proponerende vanwegen Sijn Hoocheyt ende geassumeerde heeren op 't redres generael omme de doleantiën met ordre te beginnen ende op een goeden voet te voltrecken, gaerne souden weten de intentie van de vergaderinge op de naevolgende drie poincten:

1. off sij de besoigne sullen beginnen op deselve voet als de heeren commissarisen volgende haer instructie hebben gedaen, bij steeden ende quartieren van Dordrecht eerst ende soo voorts vervolgens off andersints;

2. off, soo wanneer een stadt, quartier off plaetse 't besoigne sal wesen voltrocken, daervan openinge sal werden gedaen publijckelijcken, off bekent gemaeckt, off 'tselve ophouden totdat 't besoigne in 't geheel over alles sal sijn voltrocken ende gedecideert;

3. bijaldien eenige parthijen souden mogen wesen overgeslagen ende sulcx niet beswaert sijn, off sij d'selve sullen mogen beswaren ende die te laech gestelt sijn, vorder beswaren tegen een 5en en 8en penning respective.

Eenige leeden hebben hiervan versocht copie omme met haer principalen te communiceeren ende daernae haer last in te brengen.