Notulen van de vergaderingen der Staten van Holland 1620-1640 door N. Stellingwerff en S. Schot

 
English | Nederlands

Aantekeningen op 13 mei 1639

ZITTING K

Staten van Holland en Westfriesland, Zitting van 4 mei tot 26 mei 1639

Vrijdag 13 mei 1639 voor- en nanoen

53. Is mede raport gedaen bij die gedeputerde gecomminiseert hebbende met Sijn Hocheyt aengaende die missive bij Jochijmij uyt Engelant geschreven, over die 12 schepen aldaer in ’t rick van Spaense copluyden gehuiert om volck en gelt uyt Spaniën naer Vlaenderen te brengen, mende Sijn Hocheyt nodich te sijn dat Jochijmij soude mogen werden aengeschreven om aen Sijn M.t te versoecken dat hetselve soude mogen werden geweert, ende dieselve coninck te moete soude werden gevoert, soo wij schepen aen die Schotsen quamen te verhuieren, of hetselve bij hem wel soude connen werden genomen. Hierop gedilibereert sijnde is verstaen dat door dieselve gedeputerde sal werden gemaeckt een instrucksij om Jochijmij dieselve toe te seynden om den coninck daertoe te bewegen.

54. Is mede in diliberasij geleyt omme te consenteren op het versoeck van de gedeputerde bewijnthebbers van de cameren van de Westindise Compenij in 500.000 £ eens en 700.000 £ jaerlicks en continuasie voor 25 jaren van haer octroey, mits die cappitalen van die perticipanten voor een derde soude werden verhocht ende genietende renten tegen 6 ten hondert voor het oude en nieuw cappitael.

Hierop gedilibereert sijnde werden bij veele leden daerin geconsenteert, maer die Eedelen menden sij behoorden eerst en alvoren te werden gedaen contentement dat uyt haer ordere een bewinthebber soude moeten werden gestelt. Amsterdam conde in 500.000 £ jaerlicks en voor vier jaren consenteren, Rotterdam mende het lant behorde te genieten renten en uytgifte als andere perticipanten, Monckedam geen last, in mijn laste mede ophouden, sijn eyndelick grote dispuyten tegen die Edelen gevallen, is eyntelick dese saeck opgehouden tot morgen en die Edelen versocht haer hier nader op te doen lasten dat hetselve sijn vortganck soude mogen nemen.

55. Is wederom in resomsij gebracht om te consenteren in de twee milioenen te negotsiëren, hebben alle die leden verclaert in een milioen te connen consenteren, alhoewel enige leden gelast waren om wel hooger te connen gaen, is bij den raetpensonaris niet geconcludert gewerden, omdat het lant daermede niet en was te helpen door die menichfuldighe schulden die daer sijn, dat den eenen wat en den anderen niet souden crijgen, is seer sterck aengedrongen om die twee milioenen te consenteren, verclaerden verscheyden leden niet hooger te sijn gelast of ten ware eerst ingewillicht en vastgestelt die loopende middelen die alrede soo nae sijn gebracht. Is der Gouw versocht op die schepsbieren te willen consenteren, die verclaerden daertoe niet te sijn gelast. Is eyndelick verstaen dat die van der Gouw sullen doen devoor om haer princepalen te bewegen en last inne te brengen tegen dinsdach in toecomende weeck om op ’t een en ’t ander alsdan te resolveren en consenteren.

56. Jan Grenuw[?] brugmester versochte te mogen werden gedaen contentement van sijn achterstal van den jare 1637, dat bedragende is 37.000 £ en gelast om met die bruggen hooger aen te gaen, dat hij niet conde doen noch optrecken voor en aleer hem enichsints contentement soude sijn gedaen. Hierop gedilibereert sijnde is verstaen dat Comterde Raden werden gelast desen man te helpen uyt die eerste en geretste penningen die sij daertoe sullen connen vijnden.

57. Albert Sijmmensoon Plaech van Munckendam, heeft versocht surté die kors, dat hem vergunt en toegestaen is voor den tijt van ses maenden.

58. Is mede versocht continuasij van surté die kors bij Jacop Wricht, t’Amsterdam, en Benedictus Calander, mede tot Amsterdam, dat haer is toegestaen en vergunt voor den tijt van ses maenden.