Verzekeringsfondsen

Voorzover de provincie het aantal zieken- en begrafenisbussen afzonderlijk per gemeente meldde, bestonden er in Hilversum vanaf 1828 steeds 5 en vanaf 1851 zes bussen. De namen van de in 1827 bestaande bussen zijn bekend. Twee fondsen, waarvan de reglementen waren ingestuurd kwamen niet meer voor in de verzameltabel over 1827. Van Hengel gaf in zijn geneeskundige plaatsbeschrijving een tabel over zieken- en begrafenisbussen, die duidelijk ontleend was aan de opgaven voor het armverslag. Voor de jaren 1869-1872 geeft hij tevens de totalen voor Hilversum. De in de tabel 1872 genoemde bussen komen slechts gedeeltelijk overeen met die uit 1827. De beide katholieke bussen hadden blijkbaar een afzonderlijke vrouwenafdeling, die vanaf het begin van de jaren dertig als afzonderlijke bussen werden opgegeven. Het is aannemelijk, dat de groei van het aantal bussen in 1851 werd veroorzaakt door een splitsing in de protestantse bus.
Bij de tabel 1869-1872 (zie Van Hengel) staat de opmerking, dat de bussen in een voordelige staat verkeren en dat de meeste landerijen of effecten bezitten.
Volgens Slokker bestonden er ten tijde van de Enquête 1812 drie bussen, allen verbonden aan drie christelijke sekten. Geen verdere bijzonderheden vermeld.
Leden volgens Armverslag: 1829 874; 1833 919; 1835 992; 1837 1046; 1869 1441; 1872 1520.