Verzekeringsfondsen

 
English | Nederlands

Vagteblootersknegtsbeurs

Gegegevens

Naam Vagteblootersknegtsbeurs
Plaats Leiden
Provincie Zuid-Holland
Aard werklieden
Datum 1692-1833
Jaar van oprichting 1692
Jaar van opheffing 1833
Bestaansduur > 50 jaar
Ziekengeld ja
Begrafenisgeld ja
Leden
Jaar Aantal
1789 120
1816 72
1820 59
1827 48
1830 35
1833 26
Tekst

Vagteblootersknegtsbeurs. 1692-1833.

Oprichting: Bij een verzoek om ampliatie, goedgekeurd 19 sept. 1702 werd verwezen naar de goedkeuring van het reglement op 7 febr. 1692. (stadsarchief inv. 94, F. 148 vsº). Op die datum is in de gerechtelijke dagboeken echter geen reglement aangetroffen. Reglement gedrukt in 1738 vermeldt eveneens goedgekeurd 7 febr. 1692, geampl. 19 juni 1738. Enquête 1812: vernieuwd 2 april 1789. In het register van de beurzen worden pas in 1816 gegevens over deze beurs verstrekt. De beurs had toen 30 weduwen.

Opheffing: in het register lopen de opgaven tot en met 1833, er wordt echter niets gezegd over opheffing. Volgens het armverslag werd er in Leiden in 1833 een bus opgeheven, terwijl een ander verdween als gevolg van fusie.

Gezindheid: gereformeerd.

GAL: reglement 1738; 1789

Voorzieningen: ziekengeld reglement 1738 1 week ƒ1,50, erna ƒ2,50; reglement 1789 ƒ3,- als ƒ1000 bij kas is (½ jaar, erna nog ½ jaar ƒ1,50), bij minder dan ƒ500 in kas geen ziekengeld; in ampl. 1806 bepaald dat bij minder dan ƒ800 geen ziekengeld meer wordt gegeven. Begrafenisgeld bij wijziging 1702 van ƒ6,- en bier voor de dragers, wat te weinig bleek, verhoogd naar ƒ12; reglement 1738 ƒ24, weduwe ƒ20; reglement 1798 ƒ33, waarvan wordt afgehouden geld voor bier, 14 dragers, tabak en pijpen en 2 kruidkoekjes en geld voor de knecht. Weduwen krijgen volgens oud reglement ƒ20; begrafenisgeld in 1827 ƒ36; ziekengeld 1812 als meer dan 2100Fr in kas 6Fr30, anders 3Fr15, bij minder dan 1050Fr geen ziekengeld, begrafenis 69Fr30.

Leden: reglement 1789 maximaal 120; 1816 72 (30); 1820 59 (29); 1827 48 (11); 1830 35 (13); 1833 26 (12).

Contributie: reglement 1789 10 cent. Als de reserve minder dan ƒ500 wordt (volgens ampl. 1806 ƒ800) moet `zo 't de nood vereischt' twee maal per week contributie worden betaald. Ampl. 1806 gedurende de winter naar oordeel van deken en hoofdmannen twee maanden vrijstelling van contributie.

Bezit: 1816 ƒ530; 1820 ƒ381; 1830 ƒ122; 1833 ƒ139.

Bijzonderheden: reglement 1738 Als iemand naar het oordeel van de arts ongeneeslijk ziek is wordt hij na 6 maanden `afgeset met een vereering van zes guldens'. Volgens reglement 1789 onderzoeken deken en hoofdmannen een ziekmelding. Het reglement 1789 stelt een boete op iemand verwijten van de beurs getrokken te hebben.

Bronnen: Armverslag 1827; GAL reglement 1733, 1765, 1789, ampl. 1806; Stadsarchief; enquête 1812; S. 52, 7 febr. 1692