Verzekeringsfondsen

Linnenweversbos. 1622-1949 naar HAV-bank (899 begrafenisdeel)

Reglement niet opgestuurd, te veel gewijzigd, naar gebruik toegepast. Enquête 1812 opgericht 11 dec. 1622, volgens Visser 1 maart 1622. Volgens V.d. Wiel pas in 1662 ordonnantie.

Opheffing: Volgens Visser werden er al in 1918 geen nieuwe leden meer aangenomen, omdat mensen steeds meer naar gespecialiseerde ziekenfondsen gingen, maar ook door de terugslag agv de Spaanse griep. Verslag Verzekeringskamer 1949 meldt opgaan in HAV-bank; volgens V. d. Wiel opgeheven in 1962. In het onderzoek uit 1926 wordt meegedeeld, dat sinds 1 juli 1917 geen nieuwe leden meer werden aangenomen. Gegeven alle andere informatie is voortzetting tot 1962 weinig waarschijnlijk.

Voorzieningen: 1812 ziekengeld 6Fr30; begrafenisgeld 105Fr, arts en medicijnen; 1827 ziekengeld, begrafenisgeld, medische verzorging. ±1892 (Reglement1875) arts, medicijnen, ziekengeld ƒ3,-, begrafenisgeld ƒ80 mannen, ƒ70 vrouwen en ƒ50 weduwen, tevens dragers ed.

Contributie: 1812 17Fr74, intree 63 cent; in 1850 werd vanwege de cholera de contributie van 15 op 17 cent gebracht; 1892 16 cent. Was brengschuld, maar in 1874 werd een bode aangetrokken omdat betaling te wensen overliet.

Leden: 1812 160; 1826 340; 1827 334; 1830 320; ±1890 1000-5000; 1892 1214; 1893 1200; 1901 ±1250; 1925 1069; 1930 852; 1935 666; 1940 491; 1945 312 (aantal 1925-1945 betreffen de begrafenisverzekering).

NB: 1925 836 in ziekenfonds.

Bezit: 1770 ƒ3500; 1830 ƒ2324; 1859 ƒ27.000 2½% NWS; 1895 32.500 2½% en 8.100 3½%; 1925 ƒ48.210.

Bronnen: Armverslag 1827; S. 11, 11 dec. 1622*- nog in wezen; Financiën, 2.08.41, inv. nr 720; Begrafenisrapport Nut, 84; Ziekenfondsrapport Nut, 112; Fondsenenquête, 345; NMG-rapport, p. 470; departementale lijst; enquête 1812; CCS 1894, no. 157, opgericht: 1603; CBS 1936; Verslagen Verzekeringskamer, 1925, bijlage 18 (stand begrafenisfondsen), 29; niet goedgekeurd, uitsterven.

NB Visser, 'Linnenweversbus' stelt ten onrechte, dat de bus ook wel Vlaamse bus wordt genoemd.