Aafjes, Sijtje Antje Agatha Johanna (1893-1972)

 
English | Nederlands

AAFJES, Sijtje Antje Agatha Johanna (geb. Amsterdam 22-8-1893 – gest. Rotterdam 16-4-1972), kleuterleidster, illustratrice. Dochter van Anthonius Pieter Aafjes (1864-1934), winkelchef, en Margje van der Heijden (1871-1934). Sijtje Aafjes bleef ongehuwd.

Sijtje Aafjes werd geboren als jongste van twee dochters in een niet-kerkelijk kruideniersgezin. Na in 1899 kort in Zaandam te hebben gewoond, verhuisde ze in 1913 met haar ouders en zus Jo (1891-1972) van Amsterdam naar Rotterdam, waar ze gingen wonen aan de Noordblaak (nr. 55). Sijtje was toen twintig en vond er een baan als kleuterleidster. Vanaf 1919 was ze werkzaam aan de Openbare Bewaarschool aan de Tolhuisstraat op Katendrecht. Tegelijk ontwikkelde zij zich als beeldend kunstenares: ze aquarelleerde, illustreerde, tekende en schilderde. Sijtje Aafjes was vooral autodidact.

Prentenboeken

Aafjes illustreerde voornamelijk kinder- en meisjesboeken. Haar vroege werk (1912) signeerde ze met haar naam voluit. Niet lang daarna ging ze steeds vaker over op het gebruik van haar monogram, met de initialen S en A. Uitgeverij Van Goor te Gouda bezorgde haar in 1917 een contract voor vijf jaar. Ze verdiende een vast kwartaalbedrag. Uitgever J.M. van Noothoven van Goor begeleidde haar in haar ontwikkeling als illustratrice, en bracht haar in contact met de wat oudere illustratrice Berhardina Midderigh-Bokhorst, die haar aanwijzingen gaf. De waardering voor het werk van Aafjes groeide in de loop der jaren. Behalve voor Van Goor nam Sijtje Aafjes ook opdrachten aan van andere uitgeverijen, zoals Kluitman te Alkmaar – dit tot teleurstelling van Van Goor, die meende een exclusief contract met haar te hebben. Naast haar werk op school volgde Sijtje Aafjes twee jaar een cursus anatomie bij Alexander Henri Robert van Maasdijk aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam. Ze nam dan een van haar leerlingen mee om bijvoorbeeld de anatomie van de handjes en voetjes te bestuderen. Tevens maakte Sijtje Aafjes veel bloemen- en plantentekeningen en bezat ze een uitgebreide wilde plantenverzameling.

De stijl van Sijtje Aafjes was verwant aan die van Rie Cramer. Dat gold onder andere voor de kindermodeprenten die tot 1938 verschenen in het tijdschrift De vrouw en haar huis. Ook maakte Aafjes illustraties voor ansichtkaarten en ontwierp ze boekbanden en stofomslagen, zoals voor het vele malen herdrukte Pas op school. Leeslesjes voor het eerste leerjaar (1928), geschreven door Wilhelmina Blokker. Meestal illustreerde ze teksten van anderen, maar ze heeft ook enkele eigen titels van kinderboeken op haar naam staan: Voor broertjes en zusjes (1921) en Wie leest en kijkt mee, de versjes en prentjes van ’t ABC (1923). In datzelfde jaar won ze de tweede prijs in een wedstrijd die het tijdschrift De vrouw en haar huis had uitgeloofd voor het kerstnummer. In de jaren 1930-1933 was Aafjes een van de belangrijkste illustratrices van Kie-ke-boe. Weekblad voor de jeugd van 5-8 jaar, een uitgave van De Haan.

Het gezin Aafjes was in 1931 naar de Rochussenstraat (nr. 393a) verhuisd. In januari 1934 overleed moeder Aafjes, in november van datzelfde jaar de vader. Sijtje en haar zus Jo, die in Schiedam als lerares werkzaam was aan een industrieschool, verhuisden kort hierna naar de Schiedamschesingel (nr. 132b). Dit huis werd getroffen bij het bombardement op Rotterdam (14-5-1940). Na een korte tijd op een ander adres te hebben gewoond, verhuisde ze met Jo naar de Dr. De Visserstraat (nr. 159), waar ze tot haar dood zou wonen. Bij het bombardement ging onder meer haar plantenverzameling verloren. In een interview uit 1944, afgenomen ter gelegenheid van haar zilveren jubileum aan de bewaarschool aan de Tolhuisstraat, noemde ze het ‘een levenswerk dat men niet zo gauw weer opneemt’. De journalist merkte op dat ze op vijftigjarige leeftijd nog steeds ‘de frischheid van de jeugd’ had behouden en dat ze goed op de hoogte was van de gezinssituatie van haar leerlingen – vaak had ze ook de ouders in haar klas gehad. Het 25-jarig jubileum van Sijtje Aafjes ging bijna onopgemerkt voorbij, aldus het krantenbericht. Alleen de kinderen mochten slingers plakken en kregen een gebakje. Het illustreert de bescheidenheid van Aafjes.

In de collectie van het Letterkundig Museum bevinden zich 34 ansichtkaarten met een eigenhandige illustratie van Aafjes die ze tussen 1914 en 1970 schreef aan enkele vriendinnen. De meeste kaarten waren bestemd voor onder meer mej. T.J.A.C. Mammen, hoofd van de school in de Roggeveenstraat te Amsterdam. De aanleiding was meestal de verjaardag van de geadresseerde, aangevuld met ditjes en datjes over gezondheid, vakantie, het weer en het werk op school. Op de vroege kaarten zijn haar tekstjes meestal opgewekt van toon. Zo vertelt ze dat ze de muren van het leslokaal had beschilderd. Later klinken er vooral klachten over de gezondheid, maar ook over de kinderen op school. Nadat ze op uitnodiging van een oud-collega in 1953 een poppenkastvoorstelling had bijgewoond, schreef ze niet te begrijpen dat ze vroeger het lawaai van de kinderen heeft kunnen verdragen.

Sijtje Aafjes stierf op 16 april 1972 in haar woonplaats Rotterdam, op 78-jarige leeftijd, anderhalve maand na zus Jo. De pers besteedde geen aandacht aan de dood van de maakster van de ooit zo bekende kinderboekenillustraties.

Betekenis

De prentenboeken van Sijtje Aafjes geven een beeld van de wereld waarin zij leefde. Zo is de toen heersende mode in tuinen terug te vinden in haar werk, met inheemse, goed herkenbare bloemsoorten. Haar werk is ook illustratief voor de wijze waarop boek- en andere illustraties voor de jeugd in de eerste decennia van de twintigste eeuw vorm kregen. De publicaties verschenen in steeds grotere oplagen en werden een product voor de massa. De inhoud draaide om een ideale wereld met klein kinderleed dat goed afliep. Met haar illustraties volgt ze nauwkeurig de tekst. Bijna een eeuw later heeft het werk van Aafjes aan waarde gewonnen omdat het, dankzij de realistische weergave, een spiegel is van de tijd waarin het ontstond.

Naslagwerken

Groot; Jacobs; Scheen.

Archivalia

  • Letterkundig Museum Den Haag: Archiefmap ‘Onverwerkte Collectie Aafjes, S.34 [Ansichtkaarten met illustratie van Sijtje Aafjes, geschreven tussen 24-4-1914 en 17-4-1970, met hiaat 1940-1949].
  • Rijksbureau Kunsthistorische Documentatie, Den Haag: o.a. enkele krantenknipsels, een ingevulde vragenlijst van kunsthandel Pieter A. Scheen met CV van S. Aafjes, zonder datum, zonder jaar.
Werk
  • De catalogus van de Koninklijke Bibliotheek bevat ongeveer zestig titels (1917-1933) met illustraties van Sijtje Aafjes. Zie ook de DNBL voor een opsomming van haar werk.
  • Letterkundig Museum Den Haag: 33 originelen, drukwerk met illustraties en 5 foto’s van ingelijste kleurtekeningen (Archiefmap Illustraties Aafjes, Sijtje (NG-I) 15.004).
  • Meermanno Museum, Den Haag: Originele tekeningen zwart/wit en gekleurd voor verschillende publicaties, uitgeverij Van Goor Gouda (VG 001-014).

Literatuur

  • ‘Zilveren jubileum Sijtje Aafjes’, Rotterdamsch Nieuwsblad, 16-2-1944.
  • M. van Wijk-Sluyterman, Van anonieme boekversierders tot erkende kunstenaars. Twee eeuwen boekverzorging en illustraties van het Nederlandse Jeugdboek (Den Haag 1982) 48.
  • Saskia de Bodt en Jeroen Kapelle, Prentenboeken. Ideologie en illustraties 1890-1950 (Amsterdam 2003) 60, 69-73, 80-81, 113, 121, 173, 174, 212.
  • Saskia de Bodt, De Verbeelders. Nederlandse boekillustraties in de twintigste eeuw (Nijmegen 2014) 72, 73, 81, 82-85, 107.

Illustratie

  • Sijtje Aafjes, Ontwerp voor illustratie voor uitgave “De paaschhaas” - Gouda : Van Goor, 1927 (Museum Meermanno Den Haag, Archief van Goor [014 A 4]).
  • Sijtje Aafjes, inzending kerstprijsvraag De vrouw en haar huis 18 (1923).

Auteur: Loes A. Peeperkorn-van Donselaar

laatst gewijzigd: 08/09/2016

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.