Baart, Maria Elize (1854-1879)

 
English | Nederlands

BAART, Maria Elize (geb. Middelburg 20-6-1854 – gest. Groningen 13-10-1879), feministe, schrijfster en voordrachtskunstenares. Dochter van Kornelis Baart (1842-1897), winkelier in manufacturen, en Wilhelmina Maria Beunke (1812-1896). Elize Baart trouwde op 15-2-1879 in Middelburg met Bastiaan Pieter Korteweg (1849-1879), leraar aan de Koninklijke Militaire Academie, later redacteur en effectenhandelaar. Dit huwelijk bleef kinderloos.

Elize Baart werd geboren als derde van vier dochters in een ontwikkeld middenstandsgezin in Middelburg. Haar vader kwam van het Zeeuwse platteland; hij was met manufacturen de boer op geweest en had zich weten op te werken tot winkelier in Middelburg. Hij speelde een opmerkelijke rol in het Middelburgse culturele leven en gaf zijn dochters een goede opvoeding. Zo liet hij hen moderne talen leren. Toen de Belgische schrijver Charles de Coster in 1873 een rondreis door Zeeland maakte en ook de familie Baart bezocht, meldde hij verbaasd in zijn reisverslag dat Elize auteurs als Corneille, Molière, Shakespeare, Schiller en Goethe in hun eigen taal las (Brouwer, 8-9). Vader Baart vond dat zijn dochters moesten leren op eigen benen te staan, zodat zij nooit tegen hun zin hoefden te trouwen.

‘Geëmancipeerden’

Waarschijnlijk bevonden Elize en haar zus Lucy zich in december 1873 onder het gehoor van Mina Kruseman toen deze in Middelburg voorlas uit haar Echtscheiding. De negentienjarige Elize had net haar eerste novelle voltooid: een verhaal over drie zussen die alle drie het huwelijk afwijzen en een loopbaan kiezen als respectievelijk vertaalster, zangeres en onderwijzeres. Vermoedelijk heeft Elize de gelegenheid aangegrepen om met de spreekster in contact te komen en haar de novelle in handen te spelen. Deze verscheen dankzij Krusemans bemiddeling onder de titel ‘Geëmancipeerden’ in het maandblad Europa (1874); Elize ontving er 36 gulden voor. In datzelfde jaar gaf ze voor eigen rekening nog twee novellen uit: Koket en Een oude jongejuffrouw. Beide las ze, ingeleid door Kruseman, in november voor in het Amsterdamse Frascati.

In het voorjaar van 1875 speelde Elize Baart de rol van Hanna in Multatuli’s Vorstenschool – Mina Kruseman speelde de rol van koningin. De kritieken waren welwillend en het publiek was in het algemeen enthousiast over Baarts optreden, maar Multatuli was ontevreden. Na 26 optredens liet hij Kruseman en haar ‘leerlinge’ Baart vervangen. Kruseman en Baart op hun beurt maakten bekend dat zij naar het buitenland vertrokken – daarmee werd waarschijnlijk Brussel bedoeld. In november 1875 ging Baart met Kruseman en een andere leerlinge (Hélène Gerritsen) op tournee door Nederland met Krusemans dramatische schets Een blik in de kunstenaarswereld. Het stuk werd matig ontvangen, maar Baarts optreden geprezen. Zo raakte ze ervan overtuigd dat de weg naar ‘het grote toneel’ voor haar openstond. Zij werd daarin bevestigd door een uitnodiging van het Nederlandsch Tooneel (maart 1876), dat haar een engagement van vijftienhonderd gulden per jaar aanbood, maar door de onmogelijke voorwaarden die zij van haar leidsvrouwe moest stellen – slechts twee optredens per week, alleen in de stadsschouwburgen van grote steden, geen stukken van Multatuli, et cetera –, liepen de onderhandelingen stuk.

Het leven van Elize Baart nam een nieuwe wending toen zij in het voorjaar van 1876 Bastiaan Korteweg ontmoette, een leraar aan de Koninklijke Militaire Academie in Breda en vrijdenker. Zijn antimilitaristische ideeën kostten hem zijn baan. In augustus maakten de twee hun verloving bekend. Toen de pers schreef dat Baart nu voor het toneel verloren was, reageerde Korteweg met een ingezonden brief in de Provinciale Groninger Courant: een getrouwde vrouw kon een zelfstandig bestaan hebben. Deze affaire trok de aandacht van Multatuli, die Korteweg uitnodigde bij hem in Wiesbaden te komen wonen en werken. Waarschijnlijk was dit de genadeklap voor de toch al wankele relatie van Elize Baart met Mina Kruseman.

Eind 1876 ging Elize Baart zelfstandig op tournee, maar de reacties van het publiek waren lauw. Haar laatste openbare optreden was waarschijnlijk op 9 december 1877: in de Concertzaal van de Nederlandsche Schouwburg te Antwerpen droeg ze haar novelle Mathilde van Molenbeek voor, over een rijke jonge vrouw die na een ongelukkige liefde kiest voor de verpleging van krankzinnigen maar bezwijkt aan het zware werk. In het vrijdenkersblad De Tolk van den Vooruitgang, waarvan Korteweg redacteur was, publiceerde zij in 1877 ‘Twee verwoeste levens’, een melodramatisch verhaal over een graaf die het leven van een dorpsmeisje verwoest en te laat wroeging krijgt. Zij publiceerde verder Drie novellen (1878) en in het maandblad Europa (1879) ‘Uit ’s levens strijd’. Opmerkelijk is haar pleidooi in De Werkmansbode (16-4-1879) voor voorbehoedmiddelen. Volgens de historicus Hugo Röling was zij de eerste vrouw in Nederland die dit publiekelijk deed.

‘Verwoeste levens’

Op 15 februari 1879 traden Elize Baart en Bastiaan Korteweg in Middelburg in het huwelijk. Ze verhuisden naar Groningen, waar Korteweg in de effectenhandel ging. Van zijn familie hadden ze wat geld gekregen. Zij woonden er op kamers en lieten al hun eten aan huis brengen. Naar het schijnt leed Korteweg aan depressies. Acht maanden later dronk het paar een glas met cyaankali vermengde wijn en stierf in elkaars armen. In een afscheidsbrief schreven zij het leven moe te zijn en het nirwana te willen binnengaan. Het commentaar van de Provinciale Groninger Courant: ‘Arme Elize! Beklagenswaardige echtgenoot, die niet alleen scheen te kunnen sterven’. Ook Kruseman legde de schuld bij Korteweg: Elize had nooit met hem moeten trouwen.

Elize Baart is bekend geworden als de mislukte leerlinge van Mina Kruseman: een feministe die met emancipatoire novellen en voordrachten streed voor de vrouwenzaak, maar vooral naam maakte door haar opmerkelijke levenseinde. In 1993 schreef Jeroen Brouwers Twee verwoeste levens, een boekje over de levensloop en zelfmoord van het echtpaar Korteweg-Baart. Hierin noemt hij het werk van Elize Baart – negen novellen en een onvoltooide roman – ‘geen van alle het lezen waard’.

Naslagwerken

BWSA; Frederiks/Van den Branden; Ter Laan; NNBW.

Publicaties

Zie titels in tekst hierboven.

Literatuur

  • Mina Kruseman, Mijn leven, deel 2 en 3 (Dordrecht 1877).
  • P.J. Meertens, ‘Een Middelburgse burgerfamilie uit de negentiende eeuw. Kornelis Baart en zijn dochters’, Archief Zeeuws Genootschap der Wetenschappen (1970) 68-99 [herdrukt in: P.J. Meertens, In het voetspoor van Henriette Roland Holst (Alphen a/d Rijn 1982) 160-204].
  • H.Q. Röling, De tragedie van het geslachtsleven (Amsterdam 1987) 46.
  • Jeroen Brouwers, Twee verwoeste levens. De levensloop en de dubbelzelfmoord van Elize Baart (1854-1879) en Bastiaan Korteweg (1849-1879) (Amsterdam 1993).

Illustratie

Portretfoto, door Albert Greiner, ongedateerd (Theater Instituut Nederland, Amsterdam). 

Auteur: Redactie

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 792

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.