Bruggen, Coosje van (1942-2009)

 
English | Nederlands

BRUGGEN, Jacoba Wilhelmina Hendrika van (geb. Groningen 6-6-1942 – gest. Los Angeles 10-1-2009), kunsthistorica, beeldend kunstenares en kunstcritica. Dochter van Jacobus Adriaan Rijkel (Koos) van Bruggen, arts en beeldend kunstenaar (1914-1979), en Elisabeth Maria Andriessen (1911-2002), onderwijzeres. Coosje van Bruggen trouwde (1) in 196? met Paulus Johannes Hero Kapteyn, socioloog (geb. 1942); (2) na echtscheiding gehuwd in 1977 met Claes Oldenburg (geb. 1929), beeldend kunstenaar. Uit huwelijk (1) werden 1 zoon en 1 dochter geboren.

Coosje van Bruggen was de oudste dochter in een doopsgezind gezin van vier kinderen. Ze groeide op in het centrum van Groningen, waar haar vader een drukke dokterspraktijk had en salons organiseerde voor schrijvers en schilders; ook zijn kinderen namen hieraan deel. Coosje deelde de culturele bevlogenheid van haar vader, maar gaf daar een geheel eigen invulling aan. In haar jeugd deed ze aan ballet en na het gymnasium studeerde ze kunstgeschiedenis en Franse literatuur aan de Universiteit van Groningen. In 1967 studeerde ze af. Ze trouwde met de socioloog Paulus Kapteyn en vestigde zich met hem in Amsterdam. Samen met hem kreeg ze in 1970 een zoon en enkele jaren later een dochter.

Van 1967 tot 1971 werkte Coosje van Bruggen als curator bij het Stedelijk Museum Amsterdam. In deze periode beleefden de conceptuele kunst, landschapskunst en Arte Povera een doorbraak: stijlen waardoor ze sterk beïnvloed zou raken. In 1971 werkte ze mee aan de samenstelling van de catalogus van Sonsbeek 71: een expositie van hedendaagse moderne beeldhouwwerken op buitenlocaties in Nederland. Van 1971 tot 1976 doceerde Van Bruggen aan de Academie voor Kunst en Industrie (AKI) in Enschede. Aan het eind van deze periode liep haar huwelijk op de klippen en kreeg ze een relatie met de Zweeds-Amerikaanse Claes Oldenburg, een toonaangevende popartkunstenaar die ze al in 1970 had leren kennen. Vanaf het moment in 1976 dat Oldenburg op haar verzoek de grijze sculptuur Trowel I, bestemd voor de tuin van het Kröller-Müller Museum, in blauw overschilderde – de kleur van de overall die arbeiders droegen – signeerde Oldenburg zijn sculpturen ook met haar naam.

Gigantische veiligheidsspeld

Coosje van Bruggen trouwde in 1977 met Oldenburg en verhuisde met haar kinderen naar diens woonplaats New York. Samen maakten ze meer dan veertig werken voor de openbare ruimte, verspreid over de wereld. Oldenburg tekende en ontwierp, Van Bruggen bepaalde de kleuren en de locatie en begeleidde de totstandkoming van het kunstwerk. Het echtpaar werd bekend door alledaagse voorwerpen, zoals een wasknijper, een badmintonshuttle, een tuinschepje of een ijsje, uit te vergroten en in een nieuwe ruimtelijke context te plaatsen. Het Stedelijk Museum heeft een enorme zaag van het stel, Museum Boijmans Van Beuningen bezit een kromme reuzenschroef en in de beeldentuin van het De Young Museum in San Francisco balanceert hun gigantische blauwwitte veiligheidsspeld gracieus op het gras.

Het opvallende werk van Coosje van Bruggen en Claes Oldenburg trok internationaal veel aandacht. Hun beelden stonden centraal in tientallen tentoonstellingen, waarvoor het echtpaar de wereld over reisde. Vanaf het begin van de jaren tachtig was Van Bruggen ook werkzaam als onafhankelijk curator en kunstcritica. Zo was ze lid van de selectiecommissie voor documenta 7 in 1982 in Kassel en publiceerde ze onder meer over het Guggenheim Museum (Bilbao) en over het werk van Bruce Nauman, John Baldessari en Hanne Darboven. Van Bruggen en Oldenburg woonden afwisselend in New York en Los Angeles. In 1993 nam Van Bruggen de Amerikaanse nationaliteit aan, maar ze bleef verlangen naar het oude continent. In 1992 kocht het stel daarom een kasteel in de Franse Loire-vallei, waar ze een belangrijk deel van hun kunstcollectie onderbrachten en voortaan enkele maanden per jaar verbleven. Coosje van Bruggen werd echter ziek, en na een jarenlange strijd overleed ze op 10 januari 2009 in Los Angeles aan de gevolgen van borstkanker. Ze was 66.

Reputatie

Coosje van Bruggen werkte door tot het eind: een paar maanden na haar dood werd het laatste gezamenlijke kunstwerk van Van Bruggen en Oldenburg geplaatst in Noorwegen. Tijdens haar leven kregen zij en haar man verschillende onderscheidingen voor hun oeuvre, waaronder in 2002 de Partners in Education Award van het Solomon R. Guggenheim Museum in New York, en in 2004 de Medal Award van de School of the Museum of Fine Arts in Boston. Ze ontvingen ook meerdere eredoctoraten van onder meer de California College of the Arts in San Francisco en het College for Creative Studies in Detroit, Michigan. In februari 2015 schonken haar nabestaanden het Stedelijk Museum Amsterdam in haar naam 175 kunstwerken van kunstenaars als Anselm Kiefer, Bruce Nauman en Jeff Wall. Het aanbod van een aparte tentoonstelling wezen haar weduwnaar en dochter echter af. Van Bruggen zou niet graag op die manier de aandacht op zichzelf hebben gevestigd, aldus haar dochter: ‘Ze was altijd deelnemer, zowel als conservator, kunsthistoricus en kunstenaar’ (NRC Handelsblad, 6-2-2015).

Publicaties

Een selectie van de volledige bibliografie op oldenburgvanbruggen.com:

  • Claes Oldenburg. Mouse Museum/ Ray Gun Wing (Otterlo: Kröller-Müller Museum/Cologne: Museum Ludwig 1979).
  • Large Scale Projects 1977-1980. Case histories of projects by Claes Oldenburg and Coosje van Bruggen (New York 1980).

Werk

Een selectie, meer titels op oldenburgvanbruggen.com:

  • Trowel I, 1971-76, Rijksmuseum Kröller-Müller, Otterlo.
  • Screwarch, 1983, Museum Boymans-Van Beuningen, Rotterdam.
  • Free Stamp, 1991, Willard Park, Cleveland, Ohio.
  • Houseball, 1996, Bethlehemkirch-Platz, Mauerstrasse, Berlijn.
  • Spring, 2006, Cheonggyecheon Stream, Seoul, Zuid-Korea. 
  • Tumbling Tacks, 2009, Kistefos-Museet, Kistefos, Noorwegen.

Literatuur

  • Necrologieën in New York Times, 13-1-2009 en Los Angeles Times, 13-1-2009.
  • Michael Peppiat, ‘The Art of Inspiration. Claes Oldenburg and Coosje van Bruggen engage the Unexpected in the Loire Valley’, Architectural Digest, april 2005 [URL: http://www.architecturaldigest.com/decor/archive/oldenburg_article_042005, geraadpleegd 03/07/2015].
  • Arjen Ribbens, ‘Herinneringen aan Coosje Oldenburg’, NRC Handelsblad, 6-2-2015.
  • Biografie van Coosje van Bruggen op Blouin Artinfo [http://www.blouinartinfo.com/artists/coosje-van-bruggen-370].
  • Websites

    Website van Coosje van Bruggen en Claes Oldenburg [URL: http://oldenburgvanbruggen.com/index.htm, geraadpleegd 03/07/2015].

    Illustratie

    • Coosje van Bruggen en Claes Oldenburg, door onbekende fotograaf, 1984 (AGE fotostock/Imageselect).
    • Flying Pins in Eindhoven, door Coosje van Bruggen en Claes Oldenburg, 2000 (Foto Hollandse Hoogte / Berlinda van Dam).

    Auteur: Emma Los

    laatst gewijzigd: 11/02/2018

    De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.