Clercq, Helen Regina Chrétienne le (1932-1989)

 
English | Nederlands

CLERCQ, Helen Regina Chrétienne le (geb. Utrecht 19-5-1932 – gest. Weesp 23-8-1989), danseres en choreografe. Dochter van Henri Willem Antoine le Clercq (1897-1984), beroepsmilitair, en Johanna Cornelia Ekelmans (1911-1988). Helen le Clercq trouwde (1) op 7-2-1953 in Amsterdam met André Roelofs (1931-2017), journalist; (2) na echtscheiding (5-8-1960) op 2-6-1964 in Amsterdam met Samuel Matthews Middleton (1927-2015), kunstschilder; (3) na echtscheiding (29-4-1966) in 1970 in Amsterdam met James Edward Mathews (geb. 1945), militair; (4) na echtscheiding in Kenia met Arnold Safari Muramba (geb. 1946). Uit huwelijk (1) werden 2 dochters geboren.

Helen le Clercq had een moeilijke jeugd. Haar vader, tot 1938 werkzaam bij de Militaire Administratie, was al voor de Tweede Wereldoorlog lid van de NSB en vocht met de Waffen-SS aan het oostfront. Haar moeder verwaarloosde het gezin en als oudste probeerde Helen voor haar vijf broertjes en twee zusjes te zorgen. Het gezin woonde tot 1943 op verschillende plaatsen, maar vestigde zich toen in Amsterdam. Toen de ouders na de oorlog scheidden, werden de kinderen in tehuizen geplaatst, met uitzondering van Helen: zij kwam in huis bij een joodse vrouw. Op haar zestiende lukte het haar om modetekenares te worden, met slechts drie jaar lagere school maar een talent voor tekenen. Helen le Clercq trouwde in 1953, twintig jaar oud, met André Roelofs, CPN-lid en verslaggever bij De Waarheid. Ze trokken in bij Roelofs’ moeder en kregen twee dochters: Saskia (1954) en Andrea (1955). Le Clercq deed aan volksdansen en maakte zo kennis met de flamenco. In 1956 besloot ze zich in Spanje verder toe te leggen op die dans. Haar kinderen liet ze achter bij haar man en schoonmoeder. In 1960 werd het huwelijk ontbonden en kreeg haar man de voogdij – Le Clercq hield wel altijd contact met haar dochters.

Helen’s Dance Centre

Na in het seizoen 1959-1960 met de Afro-Amerikaanse dansgroep van Katherine Dunham op tournee te zijn geweest ging Le Clercq naar Parijs. Ze studeerde er een half jaar Spaans ballet en danste er met de balletgroep van Lele de Triana zeven maanden in Carmen. In de hierop volgende jaren stond ze met een Amerikaans gezelschap in de West Side Story in Berlijn – vanwege haar donkere uiterlijk danste ze in de Porto Ricaanse groep –, werkte ze kortstondig in acts met olifanten en paarden bij Circus Knie in Zwitserland en toerde ze door Europa met het nationaal ballet van Senegal.

In 1964 vestigde Helen le Clercq zich weer in Amsterdam en trouwde ze met de Amerikaanse kunstschilder Sam Middleton – het huwelijk duurde slechts twee jaar. Eind 1966 opende ze aan de Keizersgracht Helen’s Dance Centre, waar zijzelf en Amerikaanse professionals lesgaven in onder andere jazz, Afro-Cuban en beat dance. Later volgden soul en disco en werd er ook tapdansles gegeven. De studio kon de toestroom van leerlingen nauwelijks aan. Le Clercq gaf bovendien workshops in binnen- en buitenland.

Helen le Clercq leidde professionele dansers op en droomde van een grote tv-show, waarin haar meisjes ook zouden zingen. Omdat tv-regisseurs vooral Engelse danseressen inzetten, organiseerde ze met haar eigen danseressen in januari 1967 een demonstratie met teksten als ‘Ik ben te dik’, ‘Ik ben te lui’ en ‘Ik ben ongedisciplineerd’ – zoals de regisseurs hen blijkbaar kwalificeerden. Daarna sloot ze een contract voor een tv-show van Adèle Bloemendaal en later voor een tv-show van Willeke Alberti. Beide sterren volgden ook zelf lessen bij Le Clercq. Met haar dansgroepen trad Helen le Clercq op in onder meer Duitsland, het Midden-Oosten en achter het IJzeren Gordijn. Omdat ze niet alleen de dansers trainde en de choreografieën maakte, maar bijvoorbeeld ook optredens regelde en kostuums ontwierp, had ze zelf nauwelijks nog tijd om mee te dansen. In 1970 trouwde Le Clercq de veel jongere Amerikaanse militair James Mathews, die ze in het Amsterdamse uitgaansleven had leren kennen. Ze hadden een tumultueuze relatie, die waarschijnlijk in 1974 spaak liep.

In 1977 had Le Clercq haar ‘Dance Explosion’: met deze twee uur durende show stond ze drie weken in het Nieuwe de La Martheater in Amsterdam. Van de 24 choreografieën op muziek van onder andere Leonard Bernstein, Quincy Jones en The Animals, waren er 11 van haar hand. Een recensent beschrijft hoe de dansen uitgingen ‘van de negroide danstechniek’, ‘waarbij elk lichaamsdeel afzonderlijk, “los” van de rest van het lichaam wordt bewogen’ (Het Vrije Volk, 29-4-1977). In 1978 ging ze met het theaterprogramma op tournee en het jaar erop stond ze in Carré. Eindelijk voelde zij zich nu erkend, ook door het succes bij het publiek. Maar ze was niet geschikt als zakelijk leider, kwam in financiële moeilijkheden en raakte overspannen. Eind jaren zeventig vertrok Helen le Clercq naar Kenia, waar ze eerder op vakantie was geweest. Ze besloot er te blijven.

Mama Muramba Dance Theatre

In Mombassa begon Le Clercq een dansschool voor amateurs en werkte ze voor Kenia’s grootste casino- en nachtclubconcern. Met subsidie van de Nederlandse overheid, in het kader van ontwikkelingssamenwerking, zette ze in 1984 een Oost-Afrikaans danstheater op. Ze gaf het de naam Mama Muramba Dance Theatre, een verwijzing naar de Afrikaanse vrouw als drijvende kracht van het continent en naar de moeder van de Keniaan Arnold Muramba, met wie ze getrouwd was. In Nederland leidde de subsidieverstrekking tot een hoop kritiek: voedsel was in Afrika harder nodig dan dans. In Kenia was de dansgroep echter een groot succes. Le Clercq schiep hiermee werkgelegenheid voor zo’n dertig talentvolle dansers die ze merendeels van straat en uit de prostitutie had gehaald. Om de puur Afrikaanse dans te behouden nodigde ze stamoudsten uit om haar dansers les te geven en de inkomsten van optredens stak ze in nieuwe kostuums, trommels en attributen – vaak gaf ze meer uit dan er binnenkwam.

Toen Le Clercq in 1989 vanwege een hardnekkige keelontsteking terugkeerde naar Nederland, bleek ze keelkanker te hebben. De laatste maanden van haar leven bracht ze door met haar dochters. Helen le Clercq overleed op 23 augustus 1989 in Weesp, 57 jaar oud. Ze werd begraven op Zorgvlied in Amsterdam.

Betekenis

Helen le Clercq introduceerde de jazz, soul en rhythm and blues dans in Nederland en had daarmee een grote invloed op de ontwikkeling van de Nederlandse jazzdans. Ze hield niet van procedures en regels, maar ging haar eigen weg en moedigde haar danseressen aan hetzelfde te doen. Dansers en choreografen van verschillende continenten bracht zij samen en stimuleerde zij om van elkaar te leren.

Archivalia

Stadsarchief Amsterdam: archiefkaart.

Literatuur

  • ‘Ballet in veilinggebouw’, Het Vrije Volk, 30-12-1960.
  • ‘Beat is pikzwart’, De Waarheid, 17-12-1966.
  • ‘Beatdanseressen gaan Britse concurrentie op tv te lijf’, Nieuwsblad van het Noorden, 11-1-1967.
  • ‘Helen le Clercq gaat plezierige dingen doen’, Het Vrije Volk, 22-8-1968
  • ‘Helen le Clercq hield toch vol’, Leeuwarder Courant, 5-10-1968.
  • Henk van der Meijden, ‘De opstand van de mooie benen’, De Telegraaf, 14-12-1974.
  • ‘Mijn dansers haal ik uit sportscholen’ Het Vrije Volk, 29-4-1977.
  • Yvonne Laudy, ‘Helen le Clercq ervaart daverend succes als erkenning’, De Telegraaf, 16-7-1977.
  • Gaby van der Mee, ‘Een vosje in Afrika’, De Waarheid, 24-12-1984.
  • ‘Danswereld geschokt door overlijden van Helen le Clercq (57)’, De Telegraaf, 25-8-1989.
  • Koert Lindijer, ‘Wars van conventies’, NRC Handelsblad, 25-8-1989.

Illustratie

Helen le Clercq, door Wubbo de Jong, ca. 1976 (Stadsarchief Amsterdam).

 

Auteur: Monique van de Griendt

laatst gewijzigd: 23/02/2018

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.