Colijn, Helena Constantia (1920-2006)

 
English | Nederlands

COLIJN, Helena Constantia (geb. Beckenham, Engeland 21-11-1920 – gest. Raalte 26-4-2006), publiciste, gaf mondiale bekendheid aan de Japanse interneringskampen en de muziek die daar ontstond. Dochter van Anton Hendrik Colijn (1894-1945), employé Bataafsche Petroleum Maatschappij, en Aaltje Geertruida van de Poll (1892-1988). Helen Colijn trouwde op 22-8-1947 in San Francisco met Louis Eugène Marie van Rijckevorsel (1910-1984), employé Nederlandsche Handel-Maatschappij. Uit dit huwelijk, dat in 1955 werd ontbonden, werd 1 dochter geboren.

Helen Colijn werd geboren als oudste van drie dochters van Anton Colijn, zoon van de politicus, en jonkvrouw Aaltje (‘Zus’) van de Poll. Vanwege het werk van haar vader bracht ze haar vroege jeugd door in Engeland, Californië en Curaçao. In 1927 vestigde het gezin zich in Den Haag. Anton en Zus Colijn voedden hun dochters op met veel sport, discipline, afzien en doorzetten. Zij waren ‘calvinistisch’ zonder kerkelijk te zijn: een levensstijl die Helen voortzette.

In 1932 werd Helens vader uitgezonden naar Borneo. Haar moeder en haar jongste zusje Alette gingen mee. Helen en haar zuster Antoinette werden vanwege hun opleiding in een pleeggezin ondergebracht. Zij zouden hun ouders drie jaar niet zien. Helen zat op het Christelijk Gymnasium. Omdat Helens vader in haar laatste schooljaar (1938) opnieuw naar Indië werd uitgezonden, woonde Helen dat jaar in bij haar grootouders Colijn. Haar grootvader was op dat moment minister-president.

Geïnterneerd op Sumatra

Na haar eindexamen in 1939 bracht Helen met Antoinette de zomervakantie bij haar ouders op Java door. Omdat de oorlog in Europa uitbrak gingen zij niet meer terug. Helen volgde in Batavia een secretaresseopleiding en ging werken bij het Kabinet van de Gouverneur-Generaal. Kort na de inval van de Japanners in januari 1942 werd Helens moeder op het olie-eiland Tarakan gevangengenomen en op Borneo geïnterneerd. Haar vader werd gegijzeld maar wist te ontsnappen. Het schip waarop hij vervolgens met zijn drie dochters probeerde te vluchten, werd gebombardeerd en zonk. Pas na zes lange dagen in een reddingssloep bereikten ze de zuidkust van Sumatra, waar ze in handen vielen van de Japanners.

Met haar zusters zat Helen Colijn tot augustus 1945 geïnterneerd in diverse kampen op Sumatra. De leefomstandigheden werden steeds slechter. In deze toestand van ondervoeding, ziekte en misère bood een initiatief van twee Britse vrouwen verlichting. Uit hun hoofd hadden ze melodieën van onder anderen Chopin, Bach en Beethoven voor vier stemmen gearrangeerd, en in het geheim werd er gerepeteerd door een koor van dertig vrouwen. Op 27 december 1943 was de eerste uitvoering van het ‘stemmenorkest’. De muziek maakte zo'n indruk dat de kampbewakers het concert toestonden. Meerdere concerten volgden. Begin 1945 waren er zoveel koorleden ziek of gestorven dat er geen concerten meer gegeven werden.

Na de bevrijding ging Helen Colijn met haar zusters naar Singapore, waar ze met hun moeder werden herenigd – haar vader was in maart 1945 in het mannenkamp overleden. Zij keerden gezamenlijk terug naar Nederland om een half jaar later naar de Verenigde Staten te emigreren. Helen trouwde daar in 1947 met Louis van Rijckevorsel, met wie zij in New York ging wonen. In 1950 kregen zij een dochter, Madelyn. In 1954 strandde hun huwelijk en ging Helen Colijn met haar dochter in de buurt van haar moeder in Californië wonen.

De kracht van een lied

Helen Colijn moest een nieuw bestaan opbouwen. Zij deed vertaalwerk, gaf bijlessen Frans en Duits, en schreef artikelen over culturele onderwerpen. Van 1963 tot 1971 organiseerde ze bijzondere zomerreizen door Europa voor Amerikaanse tienermeisjes en in de jaren tachtig fietstochten door Nederland voor volwassenen. In 1973 vond zij een vaste baan bij de redactie van Sunset Magazine, een veelgelezen maandblad. Zij bleef er tot haar pensionering in 1985. In 1980 verscheen haar eerste boek, Of Dutch Ways, in 1992 gevolgd door The Backroads of Holland, een reisgids voor sportieve toeristen.

De meeste bekendheid geniet Helen Colijn vanwege haar projecten rondom het ‘stemmenorkest’. Het begon toen haar zus Antoinette in 1980 een bestemming zocht voor haar schriftjes met de bladmuziek uit het kamp. Colijn legde contact met Stanford Music Library in Californië en vond een plaatselijk vrouwenkoor bereid om de muziek uit te voeren en vast te leggen. Er volgden verschillende concerten waarbij zij inleidingen hield over de omstandigheden waaronder de muziek was ontstaan. In 1982 initieerde ze een documentaire over de kampen en de muziek: Song of Survival.  Hiervoor organiseerde ze een ‘Reunion Concert’ voor de oorspronkelijke koorleden en een reünie van Nederlandse kampkinderen. Met twee Amerikaanse filmmakers werkte zij drie jaar aan de documentaire. Song of Survival werd in 1985 in Nederland uitgezonden en op de Amerikaanse markt uitgebracht. Colijn zorgde voor de publicatie van de bladmuziek, zodat vrouwenkoren wereldwijd de muziek konden zingen.

Ondertussen werkte Colijn haar herinneringen uit voor een autobiografische publicatie. De oorspronkelijke versie schreef ze in het Engels, maar de Nederlandse vertaling – die ze zelf maakte – kwam eerder uit: De Kracht van een Lied verscheen in 1989, Song of Survival in 1995. Het boek werd ook in het Duits vertaald, en in 2001 zelfs in het Japans. Daarvoor had ze zelf de basis gelegd tijdens een reis naar Japan drie jaar eerder. Voor de speelfilm Paradise Road (1997), grotendeels gebaseerd op Colijns verhaal, is het stemmenorkest als filmmuziek gebruikt. En een Japans vrouwenkoor heeft in 2002 (Sakura) en 2004 (Yokohama) concerten ervan gegeven.

Tot haar tachtigste levensjaar gaf Helen Colijn talloze lezingen en interviews voor radio, tv en tijdschriften in Europa en de VS. Ook woonde zij uitvoeringen bij van middelbare schoolkoren om het verhaal van de muziek door te geven aan jongere generaties. Zij trad op zonder wrok of bitterheid en sprak over ‘vergeven maar niet vergeten’. Vanwege haar afnemende gezondheid verhuisde ze in 2001 naar Nederland en bracht zo haar laatste levensjaren door in de buurt van haar dochter en twee kleinzoons. Helen Colijn stierf op 26 april 2006 in Raalte, in de ouderdom van 85 jaar.

Betekenis

Dankzij Helen Colijns inspanningen heeft de geschiedenis van de Japanse interneringskampen wereldwijd meer bekendheid gekregen, en heeft de muziek van het ‘stemmenorkest’ een plaats verworven in de collectieve herinnering aan de oorlogsjaren. Verschillende vrouwenkoren hebben stukken van het stemmenorkest op hun repertoire en jaarlijks wordt de muziek bij herdenkingen op 4 mei en 15 augustus ten gehore gebracht.

Archivalia

Persoonlijk archief van Helen Colijn, in het bezit van haar dochter te Amsterdam.

Publicaties

  • Of Dutch ways (Minneapolis 1980).
  • Song of survival (1985) [tv-documentaire].
  • De kracht van een lied (Franeker 1989).
  • The backroads of Holland (San Francisco 1992).
  • Song of survival (Ashland 1995).

Illustratie

Helen Colijn, door onbekende fotograaf, 1946 (particuliere collectie).

Auteurs: Laetitia van Rijckevorsel en Madelyn van Rijckevorsel

laatst gewijzigd: 02/05/2016

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.